Geens: “Heb nooit de bedoeling gehad te raken aan het bronnengeheim”

Minister van Justitie Koen Geens (CD&V) mag dan van plan zijn de straffen op te trekken in geval van schending van het beroepsgeheim, hij heeft “nooit de bedoeling gehad om te raken aan het bronnengeheim van de journalisten.” Dat zegt Geens in een interview met de krant Le Soir. Hij erkent dat lekken in de pers hun repercussies hadden op antiterreuronderzoeken.

“De straffen voorzien voor de schending van het beroepsgeheim bij een dokter, een advocaat en een magistraat zijn bijna anekdotisch (…) Daarom willen we de straffen verstrengen. Wat niets te maken heeft met het bronnengeheim”, zegt de justitieminister.

“Het enige wat we toevoegen: als er aanwijzingen zijn van spionage tegen iemand die de titel van journalist draagt zonder het beroep echt uit te oefenen, heeft het geen zin meer om hem als een journalist te behandelen en zullen we optreden.”

Volgens Geens stond in sommige antiterreuronderzoeken alles al in de media “nog voor we het zelf wisten.” “Ik mag er niet aan denken wat er bij bepaalde huiszoekingen zou kunnen gebeurd zijn”, aldus nog de minister.

Bron De Morgen

Regering is het lekken van geheime info ‘kotsbeu’

Minister van Justitie Koen Geens (CD&V) werkt aan een voorstel om de straffen op het lekken van geheime informatie te verdubbelen tot maximum een jaar.

Ook zal het mogelijk worden personen die verdacht worden van lekken, af te luisteren. Die bijzondere opsporingsmethode (BOM) kan maar worden gebruikt voor een gelimiteerd aantal, veeleer zware, misdrijven en momenteel hoort lekken daar niet bij.

De terreurdreiging weegt op de regering-Michel, de zenuwen staan al dagenlang strak gespannen. Zaterdag raakte via Het Nieuwsblad bekend dat vier federale topministers onder extra beveiliging staan omdat er aanwijzingen zijn dat zij en hun familie geviseerd worden, maar ook de niet-beschermde ministers lijden onder de situatie.

Zo gaf minister Willy Borsus (MR) gisteren op RTL toe dat de dreiging ruimer is dan de vier genoemde personen. “Iedereen die symbolisch een instituut, de staat, het land vertegenwoordigt, is een potentieel doelwit”, zegt Borsus.

Net daarom is het des te belangrijker dat geheime info geheim blijft, zegt de Nationale Veiligheidsraad (NVR). Alleen: het is een pak moeilijker geworden om zaken binnenskamers te houden sinds de aanslagen in Parijs en Brussel.

Op zoek naar de mol

De regering wil een krachtig signaal geven en gaat achter de mol aan. Minister van Justitie Geens werkt aan een wettelijk initiatief om de straffen te verdubbelen: schending van het beroepsgeheim levert nu maximum zes maanden cel op, dat zou een jaar worden.

Daarenboven zal het gerecht voortaan ook telefoontaps – een bijzondere opsporingsmethode – kunnen inzetten als men iemand verdenkt van het lekken van gevoelige informatie. Tot slot wordt in het parlement ook gedebatteerd over een transparant kader voor het delen van vertrouwelijke/geheime informatie die onder het beroepsgeheim valt.

Het onderwerp is één van de stokpaardjes van de minister. Hij zegt al sinds de verijdelde aanslag in Verviers in januari 2015 dat er te veel gelekt wordt naar de media.

Bron » De Standaard

Voorontwerp Geens ‘vermindert bescherming journalisten en is heel gevaarlijk’

Het voorontwerp van de wet op de inlichtingendiensten, waarbij de erkenning van beroepsjournalisten kan ingetrokken worden, is een serieuze vermindering van de bescherming van beroepsjournalisten. Pol Deltour, nationaal secretaris VVJ/AVVB, vindt het voorstel heel gevaarlijk omdat het bronnengeheim bedreigd wordt.

Als justitie huiszoekingen bij journalisten willen uitvoeren, of bijvoorbeeld telefoons- of e-mails wil onderscheppen, dan voorziet de huidige wet op de inlichtingendiensten een toestemming van de BIM-commissie (BIM staat voor Bijzondere Inlichtingenmethoden).

“Wat men nu van plan is in dat ontwerp, is dat inlichtingendiensten zelf zouden kunnen beoordelen wanneer ze die waarborgen ten aanzien van journalisten kunnen overslaan, wanneer ze zelf vinden dat het niet om een echte beroepsjournalist zou gaan”, verduidelijkt nationaal-secretaris Pol Deltour.

“Daar hebben wij toch serieuze bedenkingen bij. Met dit voorstel beoordelen inlichtingendiensten soeverein op wie de journalistieke bescherming van toepassing is. Dit is een serieuze vermindering van de bescherming van journalisten. We vrezen voor willekeur, bij mijn weten wordt ook geen onderscheid gemaakt tussen Belgische en buitenlandse journalisten.”

‘Geen inzage, geen ernstig overleg’

Dat er een controle achteraf wordt ingebouwd, is voor Deltour geen oplossing. “Ondertussen hebben ze journalisten kunnen screenen, afluisteren en hun bronnen in kaart brengen. Dat is heel gevaarlijk.” Pol Deltour merkt op dat het voorontwerp in dezelfde sfeer baadt als het voorstel van afgelopen weekend om lekken zwaarder te bestraffen.

“Dat baadt in dezelfde sfeer van informatie willen controleren, dat is heel verontrustend.” De nationaal-secretaris merkt op dat hij de allerlaatste versie van de tekst nog niet te zien kreeg, en dat blijkt ook symptomatisch, want het voorontwerp is zonder ernstig overleg met de journalistenvereniging tot stand gekomen.

Hij verduidelijkt dat zowel politie als justitie en inlichtingendiensten de afgelopen jaren lieten weten dat het bronnengeheim van journalisten te ver gaat. “Dat weten we, in die zin komen we niet uit de lucht gevallen. Wat wel verontrustend is, is dat de politieke verantwoordelijken dat overnemen en aan die onvrede nu een wettelijk gevolg gaan geven. Van politici zou je kunnen verwachten dat ze een evenwicht zoeken tussen staatsbelangen van politie en justitie enerzijds en de persvrijheid anderzijds. Ik heb de indruk dat het evenwicht zoek is en zwaar begint door te hellen in de richting van het veiligheidsdiscours van politie, justitie en inlichtingendiensten.”

Deltour merkt op dat ook in de buurlanden, zelfs Frankrijk, een eenzelfde beweging merkbaar is.

Bron » Knack

Geens wil mogelijkheid om erkenning beroepsjournalist in te trekken

Een voorontwerp van de wet op de inlichtingen- en veiligheidsdienst van minister van Justitie Koen Geens en minister van Defensie Steven Vandeput voorziet de mogelijkheid om de erkenning van een beroepsjournalist in te trekken, indien de inlichtingendienst oordeelt dat zijn activiteiten verband houden met de dreigingen voorzien in de wet. Dat blijkt uit een advies van de Privacycommissie, die het voorstel ongunstig adviseerde.

Het gaat om het “voorontwerp van wet tot wijziging van de wet van 30 november 1998 houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst”. Geens en Vandeput willen daarmee de methoden voor het verzamelen van gegevens door de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, de zogenaamde BIM-wet, actualiseren.

“Het beoogt de correctie van procedureproblemen die soms een snel en doeltreffend gebruik van de methoden in de weg staan, het verduidelijken van bepalingen die niet helemaal duidelijk zijn, het regelen van sommige situaties die buiten beschouwing zijn gelaten en wil rekening houden met de technologische evoluties en mogelijkheden”, zegt de Privacycommissie, die op 18 mei een gunstig advies uitbracht over de meeste punten van het voorontwerp.

Het voorontwerp besteedt ook aandacht aan “de beoordeling door de inlichtingendiensten van de hoedanigheid van journalist”, zo blijkt uit het advies. “Zo wordt voorzien dat het diensthoofd van de inlichtingendienst aan de BIM-commissie (Bijzondere Inlichtingenmethoden, nvdr) kan voorstellen om deze bijzondere bescherming in te trekken indien hij ernstige aanwijzingen kan aangeven die rechtvaardigen dat het doelwit deze niet verdient gezien zijn activiteiten die verband houden met de dreigingen bedoeld in de WIV (wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, nvdr).”

“Dekmantel”

In de memorie van toelichting wordt gemeld dat “sommige personen de titel van journalist gewoonweg als dekmantel gebruiken voor hun spionage- of inmengingsactiviteiten op ons grondgebied, zonder dat zij werkelijk de functie van journalist uitoefenen en zonder ook maar één nieuw artikel te publiceren”. De bescherming die ze dan krijgen, is niet of niet meer te rechtvaardigen, vinden Geens en Vandeput.

Ongunstig advies van Privacycommissie

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer gaf echter een ongunstig advies over dat punt van het voorontwerp. “De Commissie stelt zich fundamentele vragen bij de verenigbaarheid van de maatregel met de bepalingen van de wet van 30 december 1963 betreffende de erkenning en de bescherming van de titel van beroepsjournalist en de democratische bescherming die voortvloeit uit dit statuut”, stelt de Privacycommissie.

Het voorontwerp dateert van maart en staat los van het voornemen van minister Geens om de straffen op het lekken van geheime informatie te verdubbelen tot maximum een jaar.

Bron » Het Nieuwsblad

Politievakbonden: “Laat ons werken en blijf van ons statuut af”

Politievakbonden VSOA en NSPV vragen de politieke wereld niet te raken aan het statuut van de politiemensen. “Men moet ons met rust laten, ons werk laten doen en van ons statuut blijven”, stelde Carlo Medo van het NSPV vandaag in De Zevende Dag. “Als men beweert dat men de politie apprecieert, dan vragen we geen woorden maar daden”, vulde zijn VSOA-collega Vincent Houssin aan.

Medo wees er in het Eén-programma op dat de politiemensen al maanden in de weer zijn en “heel erg moe” zijn. “We zitten krap. Het zijn ook telkens dezelfde mensen die worden ingezet voor verschillende opdrachten.” Houssin gaf toe dat het aantal politiemensen per inwoner erg hoog ligt in ons land, maar nuanceerde dat België ook een draaischijf is voor criminele bendes.

Hij gaf bovendien aan dat de federale politie met een tekort van 22 procent op haar personeel zit, ofwel zowat 3.000 mensen, en dat de regering nu pas meer aanwervingen gaat doen. “Deze regering beweert te investeren in veiligheid, maar dat heeft ze pas gedaan na de operatie in Verviers. Deze regering heeft vorig jaar 600 minder effectieven aangeworven dan vertrekkenden.”

Houssin merkt daarnaast op dat er initiatieven ter sprake komen waarbij wordt geraakt aan het statuut, zoals over de medische bescherming en de functionele verloning. “Onze mensen willen meer appreciatie”, aldus de VSOA’er.

Beide vakbondsmannen vragen ook “eenheid van gezag”. Ze verwijzen daarbij naar de vraag of agenten hun wapen mee naar huis mogen nemen. Het huidige koninklijk besluit schrijft voor dat de politiechef daarover beslist, waardoor de ene chef daar net om vraagt terwijl zijn collega’s elders dat kunnen weigeren. “Wij vragen eenheid van gezag zodat de minister kan beslissen hoe de zaak in mekaar zit voor de hele politie”, aldus Houssin.

Medo ziet er ook geen graten in dat politiemensen hun wapen ook gewoon zouden meedragen buiten hun dienst. “Je moet alles in de juiste context zien”, zei de NSPV’er. “In de jaren tachtig, ten tijde van de CCC en de Bende van Nijvel, werd agenten zelfs opgedragen hun wapen mee te nemen tijdens het winkelen”, legt Medo uit. “Het wapen op tafel is niet gevaarlijk, het is wie het hanteert die gevaarlijk is.”

Houssin beklaagt er zich tot slot over dat de toelating voor de ongeveer 1.600 agenten van politie, de vroegere hulpagenten, om een wapen te dragen, “tergend traag” tot stand komt. “Het is not done nu mensen in uniform op de baan te sturen zonder wapen”, luidt het.

De teksten daarover zijn al maanden onderhandeld, maar er is nog steeds niets gepubliceerd, gaat Houssin voort. Dat coalitiepartner MR nu zelf een wetsvoorstel heeft ingediend, ziet hij als een vingerwijzing richting minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon om een tandje bij te steken.

Bron » De Morgen