Een j’accuse van Cassatie

De Eerste Voorzitster van het Hof van Cassatie, Beatrijs Deconinck, trapt het gerechtelijk jaar af met een noodkreet aan de federale onderhandelaars.

Poseren voor de foto is Beatrijs Deconinck niet gewend. Het Hof van Cassatie gooit zelden de deuren open voor de media, maar aan de vooravond van het nieuwe gerechtelijke jaar – dat maandag begint – maakt de even nieuwe korpsleiding een uitzondering.

De Eerste Voorzitster van ’s lands hoogste rechtscollege laat zich meetronen door de fotograaf, al zal de boodschap voor haar altijd het belangrijkste blijven. ‘Het is een cruciaal moment voor justitie’, stelt Deconinck. ‘Er is in korte tijd erg veel veranderd en de omstandigheden waarin we werken, zijn moeilijker dan ooit. Het Hof van Cassatie is de wervelkolom van justitie, maar vandaag balanceren we op een precair evenwicht.’

De voorbije legislatuur trok de gerechtelijke wereld geregeld aan de alarmbel. Magistraten en advocaten kwamen massaal op straat om de jarenlange desinvestering en het moordende hervormingstempo van minister van Justitie Koen Geens (CD&V) aan te klagen. ‘Terecht’, vindt Deconinck. De ‘triestige toestand’ waarin het Brusselse Justitiepaleis zich bevindt – het is zelfs niet veilig genoeg om het ­terreurproces over de 22/3­-aanslagen te huisvesten – is exemplarisch voor het gerecht.

‘Ook wíj bij Cassatie maken ons grote zorgen’, aldus de magistrate. ‘Het besparingsritme is onhoudbaar, maar ook het wetgevings­ritme dreigt grote problemen te veroorzaken. Onder meer door de potpourri-wetten verwachten we een zware bijkomende last. De cohesie is zoek en mensen zitten met vragen over het overgangsrecht.’

Eén grote soep

‘In bepaalde, veeleer technische domeinen, is de wet drie keer veranderd in vier jaar tijd’, valt procureur-generaal André Henkes haar bij. De ‘PG’ is de hoogste parket­magistraat binnen Cassatie, hij spreekt traditiegetrouw maandag zijn openings­rede of mercuriale uit. Henkes deelt de bezorgdheden van zijn collega.

‘De wetgeving is één grote soep geworden’, schetst de procureur-generaal. ‘Terwijl een rechter een zaak trancheert op basis van de bestaande wet, is men ze al aan het veranderen. De snelle doorlooptijden die de minister nastreeft, leiden in de praktijk dus tot een stroom aan vragen om uitleg aan het Hof van Cassatie.’

Geens is meestal geen slechte minister van Justitie, besluit Henkes. ‘Meer nog: hij behoort tot de betere die ik heb gekend. Maar dat hij drie, vier jaar lang doof bleef voor onze noodkreet en vlak voor de verkiezingen plots 750 miljoen euro extra eiste wegens de catastrofale toestand van justitie, is het toppunt.’

Om de kwaliteit van de rechtspraak te kunnen garanderen, moeten er enkele noodzakelijke voorwaarden vervuld worden, stelt de korpsleiding. Ze heeft een memorandum opgesteld voor de (toekomstige) federale formateurs, met concrete aanbevelingen. Nummer één: het ‘menselijk kapitaal’ bij het Hof van Cassatie moet versterkt worden. Vandaag telt de zetel zo’n dertig mensen en het parket veertien – dat is te weinig. Wat het Hof evenwel het meest tegen de borst stuit, is het uitblijven van de beloofde beheersautonomie.

Deconinck: ‘Sinds de wet van 2014 hebben wij ons huiswerk gemaakt, de teksten zijn klaar, maar de beheersautonomie is er nog altijd niet. Terwijl die onze performantie ten goede zou komen. Nu, we gaan verder op de ingeslagen weg. We zijn een relatief kleine entiteit, maar wel een belangrijke. Hopelijk ziet men dat.’

Wereldvreemd?

Alvast wat informatica betreft, werd Cassatie gewoonweg overgeslagen, illustreert de Eerste Voorzitster. De eigen computerapplicatie van het hoogste rechtscollege, dat dient om de dossiers en arresten te beheren, dateert uit 1994. ‘Ooit waren wij pioniers op het vlak van ICT,’ zegt Deconinck, ‘maar vandaag kennen onze jonge informatici de taal van ons 25 jaar oude systeem zelfs niet meer.’

Volgens Henkes zit het Hof ‘op een tikkende tijdbom’.
Er is, kortom, nood aan een forse financiële injectie. Maar zolang er geen nieuwe federale regering is, komt die er níét. Het Hof voelt naar eigen zeggen elke dag de gevolgen van de federale stilstand. ‘Op veel vlakken staat de interne werking on hold, vernieuwingen gaan niet door, personeels- en andere zaken zitten geblokkeerd.’ Qua j’accuse van de rechterlijke macht aan het adres van de andere machten kan dat tellen.

De jongste jaren zijn de spanningen tussen gerecht en politiek trouwens toegenomen. Een en ander staat niet los van de houding van de grootste Vlaamse partij N-VA, die er niet voor terugdeinst rechters of rechtspraak ‘wereldvreemd’ te noemen. Deconinck is daar zichtbaar niet gelukkig mee, maar laat zich er niet over uit. ‘De uitspraken zijn voor hun rekening, de perceptie bij ons is omgekeerd. Wees gerust, wij staan met twee voeten in de maatschappij.’

Ze geeft wel toe dat het ‘evenwicht’ tussen de machten verstoord is. Lees: de rechterlijke macht wil (opnieuw) meer respect voor haar autoriteit en onafhankelijkheid. ‘Het is tijd om na te denken over de onderlinge verhouding’, besluit Deconinck ­diplomatisch. ‘Wij zijn alvast vragende partij voor een diepgaandere dialoog.’

Bron » De Standaard

Lastpakken in toga’s

Ministers blijven hun tanden breken op justitie. De zaak-Julie Van Espen legt een open zenuw bloot. De politiek vindt rechters lastpakken die elke hervorming tegenhouden, rechters halen hun neus op voor politici die door slechte wetten en besparingen de rechtsstaat ondergraven. Komt het nog goed?

Pol Van Iseghem is de ‘Mister Excel’ van justitie. De voorzitter van het College van Hoven en Rechtbanken, de koepel boven alle 1.621 actieve rechters en 6.000 personeelsleden, beheert de tabellen met het aantal magistraten dat per rechtbank voorzien is, hoeveel er effectief werken, de stand van de vacatures en de rekrutering. Van Iseghem klopt maandelijks met justitie minister Koen Geens (CD&V) af welke vrije plekken prioritair ingevuld worden, volgens het beschikbare budget. ‘Vroeger was er alleen overleg als er geld beschikbaar was’, vertelt hij.

Het klinkt allemaal weinig spectaculair, maar bij justitie is het een omwenteling. Bovendien heeft het volgens Van Iseghem een belangrijk manco opgelost. Er is eindelijk zicht op wie er bij welke rechtbanken werkt. Excuseer? Kent justitie haar eigen volk niet? ‘De federale overheidsdienst (FOD) Justitie weet alleen bij benadering het aantal magistraten’, klinkt het. Dat komt omdat hun lonen uitbetaald worden door een afdeling die geen onderdeel is van de FOD.

Blinde vlek

Zieke magistraten zijn ook een blinde vlek, omdat ze doorbetaald worden, waardoor de overheid vaak niet weet dat ze ziek zijn. En hen vervangen kan niet zomaar, want rechters zijn voor het leven benoemd. Tijdelijk aanwerven is onmogelijk en een nieuwe rekruut veroorzaakt bij de terugkeer van een magistraat uit ziekteverlof meteen een overtal in het korps. Pensioenen zijn ook een moeilijke kwestie. De vacature voor wie op pensioen gaat, wordt pas geopend na zijn vertrek. Met als gevolg dat veel vrijgekomen zitjes bijna een jaar leeg blijven. Het wordt binnen justitie geduid als een slinkse besparingsmaatregel.

Het gerecht vonnist onafhankelijk. Dat is de regel van het spel in de rechtsstaat. Maar in zijn werking en financiering is het allerminst autonoom. Het geld om de rechters te betalen, maar ook om de lampen te doen branden, de laptops te betalen of de rollen wc-papier te kopen, loopt via het kabinet en de ambtenarij.

Mini-kmo’s

Op de tekentafel liggen revolutionaire hervormingsplannen die moeten verzekeren dat de hoven en rechtbanken niet langer direct aan het infuus liggen bij de politiek. Het totaalbudget zou tussen de minister en de magistratuur worden afgeklopt, waarna het gerecht zelf personeel en middelen verdeelt over de rechtbanken.

Die krijgen dan als mini-kmo’s het beheer over hun eigen personeelsbeleid, informatica, werkingskosten en gebouwen, met een externe manager als chef. ‘Het vastgoedbeheer gebeurt nu door de Regie der gebouwen’, zegt Van Iseghem. ‘Er zijn dure, nieuwe justitiegebouwen gezet, zoals in Kortrijk. Mooi gebouw, daar niet van, maar in de zomer wordt het er 40 graden omdat er niet eens zonnewering is.’

De bestaande gebouwen zijn aan renovatie toe. ‘In Antwerpen konden assisenzittingen niet doorgaan omdat er geen zaal meer was. In de zaal van het Luikse hof van beroep hangen netten omdat stukken plafond naar beneden vallen. En zo zijn er nog veel voorbeelden.’ De magistratuur wil komaf maken met de ‘brokkeljustitie’ door het heft in eigen handen te nemen. Maar de hervorming is afgeblazen. De parketten wilden niet meedoen, de rechters aanvankelijk wel. Maar die zijn intussen ook afgehaakt. Na een koehandel over centen kwam een akkoord uit de bus over de budgetten, maar het beloofde extra geld is nooit op tafel gelegd.Van Iseghem: ‘Wij stappen niet mee in scenario’s waar wij de miserie moeten verdelen in de plaats van de minister.’

Het is de evergreen op justitie. Er heerst een structureel wantrouwen tussen de magistraten en de minister. ‘Ik herinner me dat ik in mijn beginperiode als minister een brief stuurde naar een hof van beroep met grote achterstand om er wat vaart achter te zetten’, zegt Stefaan De Clerck (CD&V), justitieminister tussen 2008 en 2011. ‘Er werd meteen geëist dat ik ontslag nam omdat ik de scheiding der machten had geschonden.’

Marsen

Geens krijgt net als zijn voorgangers bakken kritiek. Het gerechtelijke apparaat loopt storm tegen Geens’ hakbijl. Magistraten en advocaten in toga, griffiers, secretarissen en gerechtspersoneel houden marsen op het ministeriële kabinet om ‘justitie te redden’. Ze zijn het bloedbad aan besparingen beu, zeggen ze.

Het grootste punt van kritiek is dat Geens bespaart door het magistratenkorps op maar 90 procent te houden van wat wettelijk afgesproken is. In sommige rechtbanken ligt dat percentage nog lager door een hoog aantal burn-outs, ziekte verzuim en vacatures die bij gebrek aan kandidaten maar niet ingevuld raken. De griffies – de secretariaten – zouden zelfs maar op 70 tot 80 procent van hun afgesproken bemanning draaien.

De voorzitter van de Brusselse ondernemingsrechtbank trok pas nog aan de alarmbel. Hij stelde dat hij zestien magistraten nodig heeft om alle dossiers te kunnen bolwerken, er wettelijk elf zouden moeten zijn, en er in realiteit zes werken.

Besparingen en onderbemanning worden genoemd als reden voor de dramatische dood van Julie Van Espen. Haar moordenaar liep ondanks een veroordeling tot vier jaar cel vrij rond door een uitblijvend vonnis bij het Antwerpse hof van beroep. Dat kwam volgens het hof door de sluiting van kamers door een tekort aan rechters. Daardoor bleef het dossier onderaan de stapel liggen. De sluiting van kamers is zeker niet beperkt tot Antwerpen. Ook in Henegouwen en Luik gingen delen van de rechtbank onlangs dicht. Maar in Antwerpen kende het besluit wel een dramatische uitkomst.

Het was de afspraak in de regering-Michel om op alle departementen 12 procent te besparen op personeel. En er is 28 procent gesnoeid in de werkingsmiddelen. Justitie is in heel wat begrotingsrondes ontzien, maar dat betekent niet dat geen enkele afdeling moest besparen. Er kwam extra geld bij voor de aanpak van terrorisme, maar bij de rechtbanken moest wel degelijk bespaard worden.

Geen massale besparingen

De cijfers duiden ook niet op massale besparingen. Uit een navraag blijkt dat het budget van justitie stabiel is gebleven. In 2014 kreeg het 1,92 miljard euro, dit jaar is dat 1,93 miljard. Het budget voor personeel is dit jaar 694 miljoen, tegenover 645 miljoen in 2016.

Per inwoner geeft België 102,1 euro uit aan de rechterlijke macht. Dat is meer dan Frankrijk, Finland, Italië, Spanje of Denemarken, maar minder dan Nederland, Oostenrijk of Duitsland. Dat blijkt uit de cijfers van de Europese statistiekdienst Eurostat. Ons cijfer is bijna gelijk aan het gemiddelde van de eurozone (104 euro). ‘In het Belgische cijfer zit wel nog niet het budget voor de Raad van State, het Grondwettelijk Hof en onze administratieve rechtbanken’, stelt Benoît Allemeersch, advocaat en rechtenprofessor aan de KU Leuven. ‘In realiteit geven we dus een goeie 108 euro per inwoner uit, wat ons boven het gemiddelde van de eurozone brengt, maar nog net onder de kopgroep.’

Een gebrek aan rechters lijkt ook niet het probleem te zijn. Met 14 rechters per 100.000 inwoners telt België er minder dan Duitsland (24,18), maar meer dan Nederland (13,65) en Frankrijk (10,44). Bovendien heeft ons land 7,61 parketmagistraten per 100.000 inwoners, meer dan Duitsland (6,7), Nederland (5,43) en Frankrijk (2,92).

Taboe

In de strijd over besparingen blijft één taboe onbesproken: de werklastmeting. Die zou objectief moeten vastleggen hoeveel dossiers rechtbanken en individuele magistraten verwerken en daar middelen aan koppelen. De afgesproken ‘personeelskaders’ gaan nog terug op de situatie in de jaren 60. ‘De invulling ervan had niets met objectieve werklast te maken, wel met gesjacher, vaak via gelobby bij een minister of parlementslid uit hun arrondissement’, zegt Allemeersch.

De werklastmeting spookt rond in elke discussie over een efficiënte justitie. Maar door heroïsche tegenkanting vanuit de parketten en de rechters is ze nog altijd niet ingevoerd. ‘Omdat iedereen weet dat de middelen en het personeel onjuist verdeeld zijn over de rechtbanken en de parketten. Het is geen geheim dat Antwerpen fors benadeeld is tegenover Brussel. Daarom wordt vanuit de hoofdstad ook zo tegengesparteld’, zegt een insider. Het College van Hoven en Rechtbanken zegt dat het metingen gaat invoeren. ‘Ik geloof niet meer dat het vanuit justitie zelf gaat komen’, stelt een ex-magistraat. ‘Ik heb in mijn carrière meer inspanningen gezien om het te torpederen dan het te doen slagen. Zonder het te outsourcen komt het er nooit van. En in tussentijd vaart de tanker blind. Het gevolg is bekend. Heel veel rechters werken zich de pleuris en anderen – gelukkig een minderheid – doen het kalmpjes aan.’

Collectief falen

Het collectieve falen van politie en justitie in de Dutroux-affaire trok midden jaren 90 een cascade aan hervormingen in gang. Twintig jaar later klonken met de terreuraanslagen dezelfde echo’s. De moord op Julie is niet zomaar af te doen als een uiterst ongelukkige samenloop van omstandigheden. Daarvoor waren er de voorbije jaren te veel incidenten die de publieke opinie schokten. Met beelden van juichende bendeleden die vrijkomen door proceduremissers of fraudeurs en criminelen die na hun veroordeling of door verjaring van de feiten geen dag in de cel moeten.

Behalve Vlaams Belang reageert de politiek omzichtig op de dood van Julie. Twee weken voor de verkiezingen is de vrees groot om beschuldigd te worden van politieke recuperatie. Voorzichtig wordt gewag gemaakt van organisatorisch wan beheer en een gebrek aan efficiëntie.

Niemand kan goed de vinger leggen op waar het nu precies hapert. De meeste bronnen wijzen op een combinatie van mankementen die een efficiënte werking blokkeren. En er is de blijvende overbevolking in gevangenissen, waardoor heel wat straffen niet uitgevoerd worden. Een verzachtend element is dat geplande nieuwe gevangenissen vertraging oplopen in de Belgische vergunningsjungle.

Koterij

Bovendien is justitie nog altijd een koterij. Allemeersch: ‘Ons land telt te veel rechtbanken en hoven. Er zijn nog 200 vredegerechten, tegenover 50 in Nederland. Overal in ons land zijn nog afdelinkjes van rechtbanken, vaak in slecht geïsoleerde gebouwen waar maar een paar zittingen per week zijn. Dat verslindt geld, aan onder meer energie- en transport kosten. Onder voormalig minister van Justitie Annemie Turtelboom (Open VLD) waren er wel fusies, maar die hadden minder om het lijf dan het werd voorgesteld. De meeste lokale afdelingen zijn gewoon blijven bestaan, onder druk partijpolitiek gelobby om de rechtbanken te behouden.’

Het grootste drama is de digitalisering. Vele pogingen ten spijt blijft justitie een computerwoestijn. De overheid vergooide vanaf 2001 tientallen miljoenen euro’s aan het totaal geflopte Phenix-project. Dat trauma hypothekeerde nieuwe initiatieven, omdat het veel tegenkanting opriep om één systeem van bovenaf op te leggen.

Geens was de volgende in de rij die het gerecht eindelijk de 21ste eeuw in zou loodsen. Er zijn stappen vooruit gezet. Advocaten kunnen hun conclusies – argumenten in een zaak – elektronisch indienen. De faillissementsrechtbanken werken met een volledig elektronisch dossier. Het zijn sterretjes in een donkere poolnacht. Justitie wordt nog altijd omschreven als een Holle Bolle Gijs die papier verslindt.

De rechtbanken werken vandaag met dertien IT-systemen los van elkaar. Die draaien vaak nog op software uit de jaren 90. ‘Er is geen digitale mindset’, zegt Hugo Lamon, de woordvoerder van de Orde van de Vlaamse Balies. ‘Het is de aard van het beestje. Justitie leefde tot tien jaar geleden in ‘splendid isolation’. De boodschap was: we zijn onafhankelijk en aanvaarden geen pottenkijkers. Bovendien waren er veel kleine eilandjes, waar iedereen wel de baas was van iets. Probeer dan maar eens tot een uniforme werking te komen. Die mentaliteit is er bij de nieuwe generatie wat uit, maar het blijft moeilijk om de zware erfenis uit het verleden op te kuisen.’

Octopus

Justitie is nog het best te omschrijven als een octopus waarvan elke poot het liefst zijn eigen leven leidt. Die mentaliteit maakt de magistratuur tot een slangenkuil met evenveel ruzies als meningen. Dat maakt het moeilijk onderling consensus te vinden, laat staan akkoorden te sluiten met een minister.
Er is een nieuwe poging bezig om met één IT-systeem te werken. Het College van Hoven en Rechtbanken had een eigen ontwikkeling voorgelegd aan Geens, maar die koos uiteindelijk voor Mach. Dat is de applicatie voor de vredegerechten, die zou worden overgezet naar andere rechtbanken. Maar bij de correctionele rechtbanken draaide ze al flink in de soep.

Justitie moet tegen begin 2020 een grote databank met alle arresten en vonnissen klaarhebben. ‘Maar daar is geen geld voor’, zegt Van Iseghem. ‘Er is voor IT dit jaar een budget van 42 miljoen. Na aftrek van 28 miljoen kosten en prioriteiten van het kabinet blijft er dit jaar precies 1,2 miljoen euro over om zelf te besteden.’

Black-out

Het schrijnende symbool van die malaise is de black-out voor statistieken die al even bezig is. Niemand – de parketten noch de rechtbanken of de hoven van beroep – kan door computerproblemen nog statistieken publiceren over het aantal rechtszaken en vonnissen.Geens brak net als zijn voorgangers zijn tanden op de digitalisering. Hij hield daarnaast wel een strak hervormingstempo aan met als doel de werking van justitie te verbeteren, waarbij de modernisering van wetboeken eruit sprong. Het kroonjuweel, het nieuwe strafwetboek dat onder meer zedenfeiten veel strenger bestraft, strandde wel met zicht op de meet. Geens kwam overhoop te liggen met de topjuristen die de wetteksten opstelden.

Hij probeerde ook met rechters te schuiven. Na de dood van Julie was Geens boos dat het hof in Antwerpen paste voor de optie om met één in de plaats van drie raadsheren te zetelen in beroepszaken. Dat had capaciteit kunnen vrijmaken.

Geens had geen geld om voor meer magistraten te zorgen, dus ging hij voor minder rechtszaken. Lamon: ‘Hij bemoeilijkte de toegang tot de rechter door een verhoging van de proceskosten. En hij ging voor ‘quick wins’, kleine technische ingrepen om de werklast te verminderen. Maar dat is geen onverdeeld succes omdat het onoverzichtelijk werd.’

Geens mikte voor een vonnis op twee jaar, inclusief beroep. Die belofte kon hij niet waarmaken, zoals de tragische feiten in Antwerpen duidelijk maken. ‘Hij was te veel de professor die wetteksten herschreef en te weinig de vennoot bij het advocatenkantoor (Geens heeft een verleden bij het advocatenkantoor Eubelius, red.) die zich bezighield met management. À décharge: je kunt moeilijk kritiek hebben op een CEO als die bijna niets te zeggen heeft over zijn personeel.’

Bron » De Tijd |

Reynders en topmilitair aan de tand gevoeld over manke inlichtingendienst

De militaire inlichtingendienst Adiv draait al geruime tijd vierkant. Ondanks een negatief rapport met aanbevelingen, verandert er weinig aan de situatie. Het parlement wil Defensieminister Reynders (MR) en de baas van de Adiv daarover aan de tand voelen. Ook legerstafchef Compernol zou later nog worden uitgenodigd.

Achter gesloten deuren besprak de kamercommissie die onder meer de inlichtingendiensten opvolgt deze namiddag een opvolgingsonderzoek over de Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid (Adiv). Dat is de inlichtingendienst van het leger. In juni vorig jaar bleek uit een audit dat de Directie Counterintelligence, die werkt rond contraspionage, zijn werk niet naar behoren uitoefent. Interne twisten ‘met aanslepende discussies en diepgeworteld wantrouwen’ belemmeren een goed functionerende afdeling contraspionage. Het gevolg is dat die afdeling een stuurloos schip is geworden.

In de audit, die toezichthouder Comité I had uitgevoerd, stond een reeks aanbevelingen. Op korte termijn, tegen het einde van vorig jaar, moest er bijvoorbeeld werk worden gemaakt van een missie en een visie voor de afdeling contraspionage, moesten er afspraken komen met andere inlichtingendiensten (zoals de Staatsveiligheid) en moest duidelijkheid komen over welke middelen op welk domein worden ingezet.

Maar vandaag is gebleken dat er nauwelijks iets is veranderd aan de werking. Daarom beslisten de kamercommissie en het Comité I om onder anderen minister Didier Reynders (MR) te horen over de gang van zaken. Dat vernam De Standaard van vier bronnen. Reynders kreeg defensie onder zijn hoede nadat de N-VA uit de federale regering vertrok. Zijn voorganger was Steven Vandeput.

De kamercommissie wil ook Claude Van de Voorde horen. Hij is sinds juni 2017 de chef van de Adiv. Nadat via De Standaard een brief uitlekte waarin enkele mensen van de Adiv hun beklag deden over het gerommel bij de inlichtingendienst, besloot Van de Voordes voorganger Eddy Testelmans op te stappen. De commissie overweegt ook Marc Compernol, de nummer één binnen defensie, uit te nodigen.

Het kabinet-Reynders zegt dat het nog te vroeg is om te reageren, maar volgt het dossier op. De persdienst van Defensie bevestigt dat Van de Voorde zal worden gehoord door de commissie, maar wil er verder geen commentaar bij geven omdat de zitting achter gesloten deuren zal plaatsvinden.

Bron » De Standaard

Reacties op overlijden Moureaux: ‘Het is een groot staatsman die ons verlaat’

Vanuit verschillende hoeken komen reacties op het overlijden van Brussels PS-boegbeeld Philippe Moureaux. Kopstukken van andere partijen wijzen op de hevige discussies die ze met Moureaux uitvochten, maar prijzen tegelijk zijn ‘diepe overtuigingen’. Moureaux overleed zaterdag op 79-jarige leeftijd.

‘In de politiek hebben we vaak de degens gekruist met Philippe Moureaux’, meldt premier Charles Michel op Twitter. ‘Hij was een man van diepe overtuigingen. Laat ons vooral de antiracisme- antixenofobiewet herinneren, die het samenleven aanmoedigt.’

Vanuit de PS komt veel lof op het werk van Moureaux. PS-voorzitter Elio Di Rupo beklemtoont Moureaux’ ‘aanhoudende aandacht voor de zwaksten en de meest kwetsbaren in onze samenleving’. ‘Ik heb altijd kunnen reken op deze staatsman, op zijn oprechtheid en zijn loyaliteit. Hij heeft nooit afstand genomen van zijn zin voor het algemeen belang en zijn sterke socialistische overtuigingen.’

Paul Magnette, burgemeester van Charleroi, omschrijft Moureaux als ‘passioneel socialistisch en Brussels, bron van wetenschap en geschiedenis, voorbeeldig universalist, geduchte houwdegen en kameraad, bewaker van het geweten van links’.

Ook Rudi Vervoort, huidig Brussels minister-president, verwijst naar de antiracismewet. ‘Daarom, om zijn luisterbereidheid en zijn empathie is het een groot staatsman die ons verlaat, en met wie ik het geluk gehad heb een groot vertrouwen opgebouwd te hebben. We zullen zijn licht missen.’ Voor Brussels burgemeester Philippe Close verliest de socialistische familie een van zijn boegbeelden. ‘Hij zal altijd een man blijven die zijn vermogen voor verontwaardiging intact heeft kunnen houden.’

‘Stevige robbertjes mee uitgevochten’

Van over de taalgrens komt CD&V-voorzitter Wouter Beke met een eerbetoon. ‘Stevige robbertjes mee uitgevochten. In de Senaat en vooral in kader van 6de staatshervorming. Vaak grote verschillen in visie, maar iemand die het gesprek aanging en trouw was aan een akkoord. Respect.’ CD&V-vicepremier Kris Peeters zal Moureaux herinneren als de initiatiefnemer van de antiracismewet.

Via Twitter noemt Groen Moureaux een ‘groot symbool die politiek afgelopen decennia in belangrijke mate mee vorm gaf’.

Politicoloog Dave Sinardet noemt de antiracismewet, maar ook het feit dat Moureaux betrokken was bij vijf van de zes staatshervormingen en zo mee vorm gaf aan het Brussels gewest.

Johan Leman, bekend van het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding (nu Unia), kende Moureaux van in Molenbeek. Voor hij bij het Centrum aan de slag ging, leidde Leman in Molenbeek de vzw Foyer. Leman komt terug op de kritiek die Moureaux kreeg na de aanslagen in Parijs en Brussel. ‘Op Foyer hebben we altijd als analyse gehad dat dit niet op het beleid van een persoon terug te voeren is, maar het resultaat is geweest van Europese, Belgische en Brusselse disfuncties, van disfuncties tussen veiligheid, gerecht en politie (niet alleen in België trouwens), gekoppeld aan een geopolitieke ligging van Brussel.’

Sterke onderhandelaar

Charles Picqué, PS-burgemeester van Sint-Gillis en voorzitter van het Brusselse parlement, zal zich Moureaux blijven herinneren als een sterke onderhandelaar in de communautaire dialogen. ‘Hij was een waardevolle onderhandelaar en iemand die een grote rol heeft gespeeld bij de totstandkoming van het Brusselse Gewest.’

‘Philippe Moureaux stond ook als burgemeester van Sint-Jans-Molenbeek tussen 1992 en 2012 middenin de realiteit van alledag’, voegt Picqué eraan toe. ‘Hij was een man met een sterke overtuiging die opkwam voor de meest kwetsbare mensen in zijn omgeving.’ 

Bron » De Standaard

Met Philippe – “Flupke Moustache” – Moureaux verdwijnt een politiek icoon

Love him or hate him. Met Philippe Moureaux was er geen tussenweg mogelijk. De oude krokodil die op handen gedragen werd in zijn eigenste Molenbeek, maar in Vlaanderen verguisd als een islamo-socialist. Hij mocht nog net meemaken hoe zijn dochter burgemeester werd in zijn geliefde Molenbeek.

Een vat vol tegenstellingen was Moureaux, de ex-marxist die liberalen verfoeide, maar de zoon van een liberale minister was. Hij, de minister van Staat, die nationalisten tussen zijn boterham legde maar één van de vaders van het gefederaliseerde België was en uiteindelijk pleitte voor confederalisme. Een man van het volk ook, maar tegelijkertijd een erudiete hoogleraar en historicus die een geweldig dédain kon etaleren tegen al wie hij minder slim achtte en een bijzonder talent voor scheldkanonnade had. Niet voor niets was hij een pupil van de vermoorde PS-politicus André Cools (en een tegenstander van Guy Spitaels).

Het mag duidelijk zijn, met Moureaux verdwijnt een van de meest opmerkelijke en meest omstreden figuren van de voorbije decennia uit de vaderlandse politiek. Ex-minister van Justitie, ex-minister van Binnenlandse Zaken, ex-minister van Sociale Zaken, ex-minister van Institutionele Hervormingen, ex-minister-president van wat in de jaren tachtig nog de Executieve van de Franse Gemeenschap heette en (natuurlijk) ex-burgemeester van Molenbeek.

Het was Cools die Moureaux in de toppolitiek piloteerde, en zeker in de jaren tachtig kon niets of niemand om Flupke Moustache heen. Zelf zei hij daarover ooit in een interview van enkele jaren geleden, met een haast sardonisch genoegen: “Martens deed de persconferenties, en Dehaene onderhandelde met mij.” Het klopte natuurlijk ook: samen met Jean-Luc Dehaene zette hij vele fases in de immer voortschrijdende Belgische staatshervorming op poten.

Hun carrières waren, op nationaal vlak althans, onlosmakelijk met elkaar verbonden: Dehaene de sterke man uit de Vlaamse christen-democratie, Moureaux de sterke man in de regering van de Waalse socialisten. En beiden waren ze ook politici uit een vervlogen tijd: toen typisch Belgische compromissen in alle stilte uitgedokterd werden, met af en toe wat loodgieterij erbij. Hoe scherp hij op de publieke bühne ook vaak kan uithalen.

Net hij pleitte in 2008 voor het confederalisme, in een periode dat hij en Dehaene al lang niet meer de dienst uitmaakten, maar wel de De Wevers, Bekes en Letermes – het zal wel een van de tegenstellingen zijn die Moureaux zo typeerden. Of net niet, want Moureaux hield dat pleidooi toen omdat hij bang was dat de Franstaligen in het separatisme zou meegesleept worden als ze het confederalisme niet aanvaardden.

Vader van de antiracismewet

Maar Moureaux was tegelijkertijd een erg modern politicus. Dat wil zeggen: hij stond midden in hét debat dat vandaag het politieke debat kleurt, migratie en identiteit. Hij geldt als de vader van de antiracismewet, en tekende in 2004 als senator mee het migrantenstemrecht uit. Als burgemeester van Molenbeek kleurde hij mee het debat over een multiculturele samenleving en de manier waarop je die het beste organiseert.

Tegenstanders zullen zeggen dat Moureaux ook op dit vlak een belichaming van de oude politieke cultuur was. Moureaux de islamo-socialist, zeg maar, die zelfs in links Vlaanderen verguisd werd als te laks, als iemand die te veel belang hechtte aan de rechten van migranten en veel te weinig aan hun plichten (wat hij altijd ontkend heeft). Die aanpak zou van Molenbeek het hell hole gemaakt hebben, dat de terroristen van de aanslagen in Parijs én Brussel produceerde.

De kritiek – zeker uit Vlaanderen – was voor Moureaux altijd geraas op de achtergrond. Het typeerde de man: eigenzinnig, zijn eigen koers varend, en een tikje arrogant. Héél erg arrogant, volgens zijn tegenstanders, en zelfs dictatoriaal.

Dictatoriaal

Zo leidde hij ook de PS in Brussel, waar hij een leven lang de sterke man was – met Laurette Onkelinx. En zo leidde hij ook Molenbeek, waar hij tussen 1992 en 2012 burgemeester was. Als een bijna feodale staat. Hij en hij alleen had de macht, gunsten en jobs werden verdeeld op basis van loyaliteit en partijkaart.

Toen hij in 2012 verslagen werd door een grote coalitie onder leiding van Francoise Schepmans – uitgerekend van de door hem zo verfoeide MR – was dat een zuur moment voor Moureaux. Hij ging – kan het verrassen? – scheldend ten onder. Ecolo-voorzitster Sarah Turine noemde hij een verraadster, Francoise Schepmans verweet hij niet het niveau te hebben om burgemeester te worden en de CDH van (toen nog) Joëlle Milquet omschreef hij als de partij “van een vrouw met een zenuwinzinking.” Vintage Moureaux.

Zijn politieke afscheid, hoe moeilijk het Moureaux ook viel, had wel één belangrijk voordeel. Hij kon zich helemaal wijden aan zijn nog prille huwelijk. In 2010 trouwde hij als een dartel veulen met de toen 35-jarige Latifa Benaicha. Daarvoor was hij getrouwd met PS-politica Françoise Dupuis.

Maar in 2016 werd bij Moureaux kanker vastgesteld. “Hopelijk kunnen ze het nog een tijdje rekken. Ik zit zo’n beetje op dodengang bij de terdoodveroordeelden.” Het is een uitspraak van Philippe Moureaux, ergens in februari van dit jaar moet het geweest. Hij heeft zijn zin niet gekregen. Maar hij kon toch nog meemaken hoe zijn dochter Catherine, na de gemeenteraadsverkiezingen van oktober, werd ingezworen als burgemeester van zijn geliefde Molenbeek.

Bron » VRT Nieuws | Fabian Lefevere