De moord op Christine Van Hees in Oudergem is al veertig jaar onopgelost, podcast zoekt nieuwe getuigenissen

Een podcast en Facebookgroep zoeken naar nieuwe getuigenissen in verband met de moord op Christine Van Hees (16). Ze werd op 13 februari 1984 mishandeld en vermoord teruggevonden in een oude champignonkwekerij in Oudergem. 40 jaar na de feiten is van de dader nog altijd geen spoor, de zaak is al verjaard.

De moord op Christine Van Hees is een van de meest beruchte cold cases uit ons land. Het tienermeisje uit de Arsenaalwijk in Etterbeek ging in de vroege jaren tachtig naar school in Anderlecht, schaatste bij Poseidon in Sint-Lambrechts-Woluwe en hield volgens haar vriendinnen van sport en muziek.

“Ze luisterde graag naar de Franse charmezanger Michel Delpech en natuurlijk naar U2, zoals iedereen in die tijd”, vertelt Nathalie Giernaert, een van haar jeugdvriendinnen. “Ze was heel open. We waren heel onze lagere school klasgenootjes, buurmeisjes en kind aan huis bij elkaar. Haar ouders waren strenger dan de mijne, maar ze had een goede familie.”

Christine zou niet ouder dan zestien jaar worden. Exact veertig jaar geleden, op 13 februari 1984, werd haar lichaam verkoold teruggevonden in de kelder van een oude champignonkwekerij in Oudergem. Die stond al jaren leeg en deed dienst als kraakpand. Christine was naakt, lag op haar buik en had ijzerdraad rond haar handen, benen en nek, bleek uit het toenmalige onderzoek. Het autopsieverslag sprak over veelvuldige mishandeling en sporen van wurging, alvorens ze werd verbrand.

Haar ouders moesten haar uiteindelijk identificeren aan de hand van juwelen die in het gebouw waren gevonden, want het lichaam kregen ze niet te zien. “Ze hadden mij ervoor nog gebeld om te vragen of ik wist waar ze was”, weet Gieraert nog. “Een dag later toonde haar kleine broer me de krant, hij herkende de juwelen.”

Punkers

Hoe Christine die bewuste maandagavond in het kraakpand in de Krijgskundestraat terechtkwam, en wie haar om het leven bracht, hebben de speurders nooit kunnen achterhalen. Ze was de avond ervoor voor het laatst gezien in Anderlecht, op weg naar metrohalte Sint-Guido, en kwam die maandag niet naar school.

10 jaar geleden verjaarde de zaak en stopte alle onderzoek. “Ik geloof in elk geval niet dat ze ooit op eigen houtje zou binnenwandelen in dat pand”, zegt haar jeugdvriendin Giernaert. “Het was februari, koud en donker. We waren twee weken eerder nog samen uit geweest in een café vlakbij en ze had me toen nog gevraagd om samen naar huis te wandelen. Ik heb me later afgevraagd of ze toen misschien al bang was van iemand, maar die indruk had ik niet.”

“Iedereen kende de reputatie van die kwekerij”, herinnert Didier Gosuin zich, nu 71. De oud-burgemeester van Oudergem was er in de jaren tachtig schepen van Stedenbouw. “Op dat moment had de VUB een uitbatingscontract voor een hele zone rond de campus, maar veel gebouwen stonden gewoon te verloederen. De buurt had een slechte naam, met krakers en allerhande sociale problemen.”

De zaak heeft volgens hem een impact gehad op de wijk. “Het uitbatingscontract met de VUB werd voor twee van de drie zones rond de campus opgeheven en wij hebben als gemeente verschillende gebouwen vernieuwd of tot sociale woningen verbouwd. De moord heeft die vernieuwing in stroomversnelling gebracht.”

In de oude kwekerij kwamen destijds geregeld punkers samen om jointjes te roken. Een van hen, Serge C., bleef drie jaar lang aangehouden als verdachte, maar werd in 1987 uiteindelijk vrijgelaten bij gebrek aan bewijs.

“Ik ben ervan overtuigd dat ze zelf helemaal geen drugs gebruikte”, zegt Giernaert, die wel erkent dat ze niet meer zo close was met Van Hees op het moment van haar overlijden. In later politieonderzoek vertelden andere vriendinnen de speurders dat Christine Van Hees een dubbelleven leidde. Ze had eens gesproken over een groep volwassenen waarmee ze optrok en zou ook eerder hebben gespijbeld.

Complottheorieën

Doorheen de jaren doken allerhande nieuwe sporen op, van een wagen die de dagen voor haar dood door de wijk patrouilleerde tot een rockband en zelfs linken met Marc Dutroux – die destijds weleens naar haar schaatsbaan zou zijn afgezakt – en zijn kompaan zakenman Michel Nihoul, die vlakbij een radiostation had. Al die pistes bleken nooit hard te maken. Op online fora circuleren dan weer theorieën die Van Hees’ dood linken aan de Roze Balletten – vermeende seksfuiven van hooggeplaatste figuren in die periode – en de Bende van Nijvel.

“We merken wel vaker dat Belgische zaken een soort mystiek naar boven brengen. Mensen lijken de complottheorieën vlot aan elkaar te linken”, zegt Laura Scheerlinck van de true crime-podcast De volksjury. Hun eerste aflevering, intussen zeven jaar geleden, ging al over de dood van Christine Van Hees. “Maar eerlijk gezegd was ons onderzoek toen nog niet zo grondig. We spelen met het idee om het ooit opnieuw te doen, want zulke zaken spreken tot de verbeelding. Voor nineties kids zijn ze niet zo bekend, terwijl oudere luisteraars al snel laten weten waar ze waren toen ze het nieuws hoorden.”

De Amerikaanse podcastmaker Matt Graves, die in Oudergem woont, maakte zonet voor RTBF een reconstructie van Van Hees’ dood in acht afleveringen. Hij sprak daarvoor met speurders en oude en nieuwe getuigen. “Ik denk dat ze mogelijk een geheime relatie had met een persoon die ouder was dan zij, en dat die persoon deel uitmaakte van een groep met gevaarlijke bedoelingen”, zegt hij. “We vermoeden dat er sprake was van groepsseks en dat zij in die activiteiten werd gelokt. Als zij uit die groep wilde raken, wist ze iets dat de andere leden in gevaar kon brengen. Daarom moest ze boeten”, zegt Graves. “Alleen, we weten dat niet zeker.”

Graves doet in zijn podcast een oproep naar nieuwe getuigenissen, die worden verzameld via een Facebookgroep. “Sinds onze afleveringen online staan, zijn er al tientallen leden bij gekomen. Ik geloof echt dat deze zaak opgelost kan worden.” In Oudergem zelf twijfelt men daaraan. “Verschillende voormalige verdachten zijn al overleden”, zegt Nathalie Giernaert. “En veel van de speurders ook”, zegt oud-burgemeester Gosuin.

Bron » VRT Nieuws

“Bij de overval in Aalst is De Killer geraakt. Daarna hield de Bende ermee op”: speurder Eddy Vos is met pensioen en spreekt vrijuit

‘Waarom die 28 moorden nooit zijn opgelost?’ Oud-Bendespeurder Eddy Vos vraagt het zich hardop af, terwijl hij door het raam naar de bosrijke omgeving kijkt waar hij woont. ‘We zijn vastgelopen in dwaalsporen.’ In het parlement ligt het wetsvoorstel op tafel om het dossier van de Bende van Nijvel nooit te laten verjaren. Geen goed idee, vindt Eddy Vos. ‘Als het niet verjaart, zullen we nooit weten wie het heeft gedaan.’

Eddy Vos (68) was in Vlaanderen jarenlang het gezicht van het onderzoek naar de Bende van Nijvel, die in 1982, 1983 en 1985 28 mensen heeft gedood in ons land. Met een tomeloos enthousiasme presenteerde hij de beroemde gele affiche met robotfoto’s van de daders en lanceerde hij oproepen tot getuigen. Hij rukte uit om tips na te trekken, bossen te doorzoeken, plassen te dreggen en naar lijken en wapens te graven. Vaak had hij ook de ondankbare taak om voor de televisiecamera’s uit te leggen waarom het allemaal niets had opgeleverd. Maar opgeven? “Nooit”, klonk het. “Een dossier dat zo’n smet geworpen heeft op politie en gerecht, kún je gewoon niet afsluiten.” In 2011 gooide Eddy Vos, na vijftien jaar zoekwerk, dan toch de handdoek in de ring, na strubbelingen binnen de onderzoekscel Waals-Brabant. Daarmee verdween een van de laatste Bendespeurders die nog een overzicht had over het intussen drie miljoen pagina’s tellende dossier.

De voormalige superflik is nu met pensioen. Hij mist het politiewerk, zegt hij, maar heeft zijn handen vol met zijn tuin en beestenboel – zijn paard Titan, zijn hond, drie poezen en een handvol kippen. Het Bendedossier zit nog fris in zijn geheugen. “Maar het oplossen en de daders voor het gerecht brengen is stilaan onmogelijk geworden”, zegt hij.

Eddy Vos: “Daar is het te laat voor. Stel dat de speurders nu nog iets vinden, dan duurt het nog eens jaren voor de zaak voor een assisenhof kan komen. Bijna vijftig jaar na de eerste feiten. Hoe oud zijn de daders dan? Leven ze nog? Ga je ze met een rollator uit het rusthuis halen en vragen waar ze vijftig jaar geleden op die of die avond waren?

“We moeten kunnen toegeven dat we als onderzoekers gefaald hebben. Honderden speurders hebben het de voorbije veertig jaar geprobeerd, maar we zijn er niet in geslaagd om de daders te ontmaskeren. Ik vind het tijd dat we er een streep onder trekken. Geef het dossier aan onafhankelijke wetenschappers, zoals gebeurd is met de moord op Patrice Lumumba en Julien Lahaut. Zij zullen het dossier op een andere manier bekijken dan wij hebben gedaan. Speurders moeten op zoek naar een juridische waarheid, met concrete bewijzen. Historici zullen geen daders voor de rechter brengen, maar toch een duidelijk beeld kunnen schetsen van wat er is gebeurd.”

Wat is de grootste fout die jullie hebben gemaakt?

Vos: “We hebben veel te lang geprobeerd om alle feiten van de Bende van Nijvel onder één noemer te stoppen. Afpersing, het destabiliseren van het land, groot-banditisme… Welk denkspoor je ook volgt, er zijn altijd feiten die niet in het rijtje passen. Je kunt een martelmoord op een conciërge in het kasteel van Beersel niet vergelijken met een raid op een Delhaizewinkel waarbij acht doden vallen.”

“Volgens mij is het een gevarieerde mix: nu eens lijkt het op terrorisme, dan weer op een criminele afrekening, en soms gaat het alleen om het geld. De eerste golf van Bendefeiten in 1982 en 1983 verschilde sterk van de tweede golf in 1985, die veel gewelddadiger was, en waar ik het spoor van de afpersing altijd het meest logische heb gevonden.”

“Hoe dan ook, we zijn van in het begin gemanipuleerd door de daders. De sluwe manier waarop ze de feiten aan elkaar linken, bijvoorbeeld: niet alleen door wapens en voertuigen, maar ook door hun manier van optreden, de carnavalsmaskers, hoe de daders eruitzagen… Ze leggen die verbanden bewust, en daar hebben ze een reden voor.”

“Ze lieten ook hopen bewijsmateriaal achter. Dat is ongezien in het criminele milieu. De FBI wees ons erop dat het een manier was om dwaalsporen te leggen. Na de overval bij wapenhandelaar Dekaise in 1982 vonden we in het Zoniënwoud de bankkaarten van de slachtoffers terug. Er lagen dertien oude autosleutels bij. Dat is een aanwijzing, dus als speurder ga je zoeken: wie heeft zulke oude sleutels? Firma’s die auto’s slopen. Alle afbraakfirma’s in België hebben bezoek van ons gekregen. Daar waren we een jaar zoet mee, maar het heeft niets opgeleverd.”

“De goochelaarstruc noemden die lui van de FBI het. Als ik jouw horloge wil stelen, beweeg ik mijn handen zoveel mogelijk. En terwijl jij naar mijn handen kijkt, steel ik het horloge met mijn voeten. Het dossier zat vól van die goocheltrucs. In het bos van La Houssière lieten de daders na de overval in Aalst een berg spullen achter die ons voor járen op het verkeerde spoor hebben gezet. Hetzelfde gebeurde met bepaalde onderzoekspistes, die ons naar mijn gevoel bijna werden toegeschoven door de daders. Neem nu de extreemrechtse organisatie Westland New Post (WNP): nog altijd een interessant spoor, maar er waren zoveel flagrante aanwijzingen dat het bijna te mooi lijkt om waar te zijn. Het spoor van de roze balletten: hoeveel jaar heeft dát ons niet gekost?”

“Iemand die zeer veel heeft gemanipuleerd, is oud-rijkswachter Robert Beijer (samen met zijn kompaan Madani Bouhouche nog altijd een van de hoofdverdachten in het dossier, red.). Nu eens werkte hij voor de Russen, dan voor de Staatsveiligheid, dan voor de Amerikanen… Maar dat is natuurlijk ook een strategie.”

Vorig jaar zochten de speurders hem nog eens op in Thailand, onder de dekmantel van een productiehuis dat zijn boek wilde verfilmen.

Vos: “Stomverbaasd was ik. Wat hoopten ze nog uit hem los te peuteren? Wie gelooft die man nog?”

U keek destijds met een vergrootglas naar Madani Bouhouche en Robert Beijer, de rijkswachters die gangsters werden. Denkt u dat zij achter de Bende zitten, zoals velen geloven?

Vos: “Er zijn veel aanwijzingen dat ze erbij betrokken waren, maar er is geen enkel materieel bewijs, en dan sta je nergens. Ze hebben ook allebei met glans de test met de leugendetector doorstaan. Ik zie ze trouwens niet als grote architecten van de Bende van Nijvel, maar hun kennis is mogelijk wel door de Bende gebruikt. Misschien ook meer dan dat: ze hadden een resem garageboxen en flats die ze gebruikten als onderduikadressen en opslagplaatsen voor wapens en auto’s.

“Ik vind het doodjammer dat we nooit hebben kunnen achterhalen of Bouhouche en Beijer voor zichzelf werkten, of in opdracht van een maffia – een gokmaffia, bijvoorbeeld – of een inlichtingendienst. Ik weet één ding: voor de huur van al die boxen en flats kwamen ze met hun loon van wachtmeester bij de rijkswacht absoluut niet toe.”

De dode killer

Na vijftien jaar onderzoek hebt u vast een eigen idee over de daders.

Vos: “Huurlingen lijken mij het meest voor de hand te liggen. Maar ik kan vandaag niemand aanwijzen van wie ik met zekerheid kan zeggen: die was erbij.”

Toch is er iemand die als een rode draad door de eerste en de tweede golf loopt: de man die u De Killer noemt. Hij zou voor 24 van de 28 doden verantwoordelijk zijn. Wat weet u van hem?

Vos: “Uit het onderzoek kwamen destijds zes of zeven daderprofielen naar voren, waarvan De Reus, De Killer en De Oude de bekendste waren. Maar bij de overvallen zijn nooit meer dan drie daders gezien. Het is dus logisch te denken dat er meerdere bendes in het spel waren, of dat ze een beurtrol hadden. De Reus was er bijvoorbeeld niet altijd bij – hij wordt voor het eerst gezien bij de overval op de Delhaize-vestiging in Beersel, op het einde van de eerste reeks. Maar De Killer is er volgens mij altijd bij geweest. Hij is de gewelddadigste van allemaal. Zijn favoriete wapens zijn twee riotguns en een long rifle .22, waarmee het gros van de dodelijke slachtoffers zijn gemaakt, in de eerste én de tweede reeks.”

“Elk van de daders had zijn rol bij de overvallen: de ene bewaakte de parking, de andere zat achter het stuur van de wagen, de derde ging naar binnen. De Killer droeg een lange jas, die later trouwens in het kanaal is teruggevonden. Hij was de man die mikte om te doden. De twee anderen schoten ook wel, maar bijvoorbeeld in de bil. De Killer was ook de man die na de overval in de kofferbak van de vluchtauto sprong om achtervolgers onder vuur te nemen. Dat deed hij ook in Aalst, waar de vluchtende daders onder schot werden genomen door politieman Eddy Nevens. Die heeft De Killer dodelijk geraakt.”

En dat is de reden waarom de Bende van Nijvel er na Aalst mee ophield?

Vos: (knikt) “Omdat de belangrijkste dader dood was. Dat leiden we ook af uit de verklaringen van getuigen die de daders tijdens hun vlucht gekruist hebben. En in het bos van La Houssière, waar ze hun vluchtauto uitgebrand hebben achtergelaten, zag een buurtbewoner die nacht een Golf GTI staan, met voor de wagen iets – een lichaam? – op de grond. Twee mannen, een grote en een oude, stonden erbij en deden teken dat de buurtbewoner moest maken dat hij wegkwam. Hij heeft trouwens twintig jaar gewacht om met dat verhaal naar de politie te stappen, uit angst. Een lijk hebben we er niet meer gevonden, maar wel 9 mm-munitie die past in een Ingram-geweer, een zeldzaam wapen zoals er bij Dekaise werden gestolen.”

“Ik denk dat de twee daders hun zwaargewonde kompaan daar hebben afgemaakt en het lichaam op het naburige stort hebben gegooid – ook daar is een getuigenis van. Ze hebben de spullen in het kanaal gegooid, de vluchtauto in brand gestoken, en klaar. Wat de speurders van Dendermonde een jaar later uit het kanaal Brussel-Charleroi hebben opgevist, kwam precies overeen met de uitrusting van één man: één lange jas, één wapen, één kogelvrij vest – terwijl er zeven gestolen waren in Temse. In de opgeviste zakken zaten ook hulzen van de riotguns waar De Killer mee heeft geschoten. Het leek alsof ze zijn hele bergplaats hadden opgeruimd.”

Pure provocatie

De Bende van Nijvel kreeg haar naam door een bloedbad dat werd aangericht op 17 september 1983 aan de Colruyt-winkel van Nijvel, waar drie mensen werden afgemaakt. Dat feit springt eruit in de eerste reeks Bendefeiten, zegt u. Waarom?

Vos: “Omdat de daders op een confrontatie met de politie aanstuurden. Ze braken die nacht in de Colruytwinkel van Nijvel in en stalen er sterkedrank, 10 liter olie, koffie en pralines. Daarvoor werden drie mensen vermoord. Eerst het koppel Jacques Fourez en Elise Dewit, die kwamen tanken aan het DATS-station. De twee werden afgemaakt en nog eens beschoten toen ze al dood waren, met wapens die al bij eerdere Bendefeiten waren gebruikt.”

“Wat later arriveert een rijkswachtcombi, nadat het stille alarm van de winkel is afgegaan. Die wordt onmiddellijk onder vuur genomen. Rijkswachter Marcel Morue sterft, maar zijn collega overleeft de schietpartij. Hij vertelt achteraf dat één dader, een man in een lange jas, heel langzaam op hen afkwam, al schietend. Bang-bang-bang! De rijkswachter doet alsof hij dood is, en ontspringt de dans. En dat vind ik vreemd: de drie andere slachtoffers worden doorzeefd met kogels, zelfs als ze al dood zijn, behalve die ene rijkswachter.”

“Ze nemen zijn wapen af, maar ze laten de boordradio achter. Ik denk dat ze hem gespaard hebben, goed wetende dat hij versterking zou vragen. De gangsters vluchten met de Mercedes van het vermoorde echtpaar en met hun eigen Saab. En wanneer de politie hen probeert te onderscheppen ter hoogte van de bar Le Diable Amoureux, nemen ze de agenten onder kruisvuur, iets wat oefening vraagt, en ze kunnen zo ontkomen.”

In 1987 wordt een groep criminelen uit de Borinage, de zogenaamde Borains, vervolgd voor de moordpartij, maar het assisenhof spreekt hen vrij. Hadden zij er dan toch niets mee te maken?

Vos: “Ze kenden details die alleen de daders konden kennen. Maar Michel Cocu, de leider van de bende, heeft altijd gezegd: ‘Er waren wij, en er waren de echten.’ In zijn verhaal is hij met zijn bende samen met ‘de echten’ naar de Colruyt gereden om te gaan inbreken. Rond halftwee, toen ze in de Colruyt waren, hoorden ze schoten op het parkeerterrein. Ze zagen de lijken van het koppel dat kwam tanken, vermoord door ‘de echten’. Volgens Cocu zijn hij en zijn Borains toen weggereden, terwijl ‘de echten’ ter plekke bleven. ‘Ze leken te wachten op de politie’, zegt Cocu.”

“Dat is volgens mij de sleutel tot de Bende. Die slachtpartij was een pure provocatie, om te tonen dat de politiediensten niet opgewassen waren tegen de zware criminaliteit. Michel Cocu heeft nooit willen zeggen wie ‘die echten’ waren, zelfs niet na zijn vrijspraak, toen hij niet meer vervolgd kon worden. We hebben alles geprobeerd om die namen uit hem los te krijgen, we beloofden hem zelfs de premie van Delhaize, maar hij bleef zwijgen.”

“Dat hele denkspoor van de Borains was heel vreemd: het was gebaseerd op een Ruger-revolver die door de vrouw van een van de verdachten was binnengebracht bij de politie. Volgens wapenexpert Claude Dery werd hij gebruikt bij de moordpartij in Nijvel. Cocu en co. bekenden eerst en ontkenden daarna weer, om vervolgens nog 35 keer hun versies te veranderen en in te trekken. Later bleek uit een nieuwe expertise dat het wapen niet eens is gebruikt in Nijvel. Maar waarom bekenden de Borains dan zo vaak, op basis van een wapen dat er niets mee te maken had? Werden ze gestuurd door ‘de echten’, als een soort bliksemafleider? Was het een nieuwe goocheltruc van de daders?”

De zaak-François

Waarom wilden de daders zo graag tonen dat de politie te zwak was voor hen?

Vos: “Daar heb ik twee hypotheses over, die ik allebei mogelijk acht. De eerste hypothese draait rond de zaak-François uit 1981, die mogelijk een trigger was voor de Bende van Nijvel.”

Dat zegt ook journaliste Hilde Geens in haar boek Het complot van de stilte. Zij beschrijft hoe de banden van enkele rijkswachters met drugscriminelen zo innig werden dat ze vervelden tot marionetten in de handen van de onderwereld.

Vos: “De zaak-François start bij de Amerikaanse Drug Enforcement Administration (DEA), die zich in de jaren 70 begint te moeien met het Belgische drugsbestrijdingsbeleid. Ze maken zich zorgen over de import en export van drugs in Europa, vooral via de luchthaven van Zaventem. Rijkswachtcommandant Léon François is een van de eerste Europeanen die naar de VS gaan om een opleiding in Amerikaanse onderzoeksmethodes te volgen.”

“De bemoeizucht van de DEA leidt bij de Belgische rijkswacht tot de oprichting van een nieuwe narcoticadienst, het Nationaal Bureau voor Drugsbestrijding (NBD). François wordt er baas, en hij laat zijn mensen op z’n Amerikaans undercover gaan, zaken uitlokken en schijnkopen organiseren. Allemaal dingen die toen bij ons nog niet wettelijk geregeld waren, en waar dus ook geen controle op was. Commandant François werkt samen met de Amerikaanse DEA-agent Frank Eaton. Samen halen ze mooie resultaten en rollen ze een paar drugsbendes op, maar al doende beginnen de rijkswachters bij het NBD zelf drugs te smokkelen.”

Het schandaal komt aan het licht dankzij het onderzoek van majoor Herman Vernaillen.

Vos: “En de stekker wordt uit het NBD getrokken. Vervelend voor de Amerikanen, die plots hun wettelijke arm in België kwijt zijn. Ze kunnen ook niet meer rekenen op de flats en de garageboxen die het NBD voor hun undercoverwerk gebruikte. Heeft de DEA toen gezegd: ‘Spijtig, we zullen maar naar huis gaan?’ Ik betwijfel dat. Misschien hebben de Amerikanen hun activiteiten toen voortgezet met een parallelle, niet-officiële structuur die door Madani Bouhouche en Robert Beijer werd opgezet.”

Die twee weer.

Vos: “Frank Eaton was goed bevriend geraakt met het duo toen ze bij de Bewakings- en Opsporingsbrigade (BOB) van Brussel zaten en ook aan drugsdossiers werkten. Opvallend detail: Bouhouche en Beijer beginnen garageboxen en appartementen te huren op het moment dat het NBD wordt opgedoekt. Ze zijn inmiddels ook uit de BOB gezet door majoor Vernaillen, die in oktober 1981 het slachtoffer wordt van een moordaanslag. Beijer heeft bekend dat hij en Bouhouche die aanslag hadden gepleegd omdat ze wraak wilden nemen op de majoor.”

“En dan wordt de tijdlijn heel interessant: in april 1982 volgt het proces van de zaak-François en worden enkele leden van het NBD veroordeeld. Ook Frank Eaton wordt vervolgd door het Belgische gerecht. Dat is niet niks: daarmee zegt justitie eigenlijk dat de Amerikanen oplichters en dieven zijn. Eaton is naar Parijs gevlucht met zijn diplomatieke paspoort, en zet zijn activiteiten van daaruit voort. Maar leuk zal hij het niet gevonden hebben.”

“De zaak-François is het vuur aan de lont van de Bendefeiten. Amper drie weken na het proces van de zaak-François, in mei 1982, wordt het allereerste feit gepleegd: de diefstal van een wagen van het merk Austin. Met die Austin wordt de dag erna een Volkswagen Santana gestolen, die gebruikt wordt bij de eerste overvallen van de Bende van Nijvel, in een kruidenierswinkel in Maubeuge, en bij wapenhandelaar Dekaise.”

En dat is geen toeval?

Vos: “Het tijdstip en de plaats waarop iets gebeurt, heeft altijd een reden. De zaak-François was de trigger, en de veroordeling van de NBD-leden was het startpunt van de Bende van Nijvel. Het doel was om de Belgische politiediensten in te peperen dat ze veel te zwak staan zonder de Amerikaanse onderzoeksmethodes. En de moordpartij aan de Colruyt in Nijvel was het middel. Voor mij is er in de eerste golf maar één écht Bendefeit, en dat is Nijvel. De andere feiten zijn er bewust aan gelinkt om dwaalsporen te leggen en de vis te verdrinken – een beetje zoals met die dertien sleutels.”

Dat zou betekenen dat de daders al een jaar vooraf naar die moordpartij aan de Colruyt van Nijvel toe hebben gewerkt, want die gebeurde pas in september 1983.

Vos: “Ja, ik denk dat ze op voorhand allerlei dwaalsporen hebben gelegd met gewone criminaliteit: overvallen, afrekeningen en liquidaties. En klaarblijkelijk is dat ook gelukt. Want kun jij een link leggen tussen de martelmoord op José Vanden Eynde in het kasteel van Beersel en de Colruyt van Nijvel? Ik niet, maar die link is er wel, door de wapens en de voertuigen. Die liquidaties uit de eerste reeks hadden en passant ook wel een andere reden, hoor. Ik denk niet dat het toevallige slachtoffers waren. Ze werden uitgekozen, misschien om wie ze waren, of wat ze gezien hadden. Of omdat ze op het verkeerde moment op de verkeerde plaats waren.”

En wie zat daar dan achter?

Vos: “Dat is gissen. De Amerikanen? Enkele individuen bij de rijkswacht of in de magistratuur die heimwee hadden naar de methodes van de DEA? Wat ik níét geloof, is dat de rijkswacht als instituut betrokken was bij de Bende. Dat heb ik zelf heel grondig onderzocht, en ik heb er geen aanwijzingen voor gevonden. Er zouden trouwens te veel mensen bij zo’n complot betrokken moeten worden, en rijkswachters konden niet zwijgen: drie pinten na vijf uur, en het was prijs.”

In de succesvolle reeks 1985 van Willem Wallyn werd onomwonden gesteld dat de rijkswacht er wél achter zat. Hebt u gekeken?

Vos: “Ja, ik heb er wel van genoten, want het was goed geacteerd. Maar ze sleurden er zowat alles bij wat je maar kon bedenken. Alleen de marsmannetjes ontbraken nog. Mijn vrouw zei de hele tijd: ‘Eddy, hou nu eens op met je commentaar, het is fictie.’ (lacht) Ik herkende wel de machocultuur bij de rijkswacht uit die jaren – ik ben er begonnen in 1976. De man in de straat was bang van ons, en in discotheken werd weleens de matrak tevoorschijn gehaald. Het was erover, in Brussel toch. De gendarmerie was de baas, zelfs op politiek vlak.”

Het Rode Gevaar

In 1985 ligt de strategie van de spanning aan de basis van de Bendefeiten: de oorlog tegen de dreiging van het communisme tijdens de Koude Oorlog.

Vos: “Dat is mijn tweede hypothese: dat de Bendefeiten een manier waren om de staat te destabiliseren en de bevolking angst aan te jagen, om zo de lakse regering te dwingen om zich voor te bereiden op een Sovjet-invasie. Met een sterk politieapparaat, bijvoorbeeld.”

Het zogenaamde Gladio-spoor.

Vos: (knikt) “In België werd in 1990 het bestaan ontdekt van het Stay Behind-netwerk, een ultrageheime, paramilitaire organisatie die in de nasleep van de Tweede Wereldoorlog was opgericht om een guerrillaoorlog te kunnen voeren als de Russen zouden binnenvallen. Er zaten militairen en spionnen van de Staatsveiligheid bij, maar ook gewone burgers die trainden om paraat te staan. Hun namen zijn nooit vrijgegeven.”

“Zulke netwerken bestonden in alle Europese landen en maakten deel uit van een geheime NAVO-strategie, Operation Gladio. In Italië zijn er sterke aanwijzingen dat het Gladio-netwerk betrokken was bij zeer bloedige terroristische aanslagen, en dat ze daarvoor van extreemrechtse groeperingen gebruikmaakten. Ik heb jarenlang onderzocht of in België iets soortgelijks aan de hand was, of de terreur van de Bende van Nijvel het werk was van dat geheime Stay Behind-netwerk.”

En?

Vos: “Ik blijf het een aanlokkelijke hypothese vinden. En ik sluit niet uit dat de daders van de Bende er hun inspiratie hebben gevonden. Vergeet niet dat het groepje rond Madani Bouhouche en zijn wapenbroeder Juan Mendez en de leden van het extreemrechtse Westland New Post echt bezeten waren van het idee dat de Russen zouden binnenvallen. Het zou kunnen dat ze een soort privéverzetsbeweging hebben opgericht, die dat rode gevaar moest counteren. Omdat ze vonden dat de regering te links en te laks was, en ze het heft in eigen handen wilden nemen – als redders van het land!”

Hebt u concrete aanwijzingen gevonden?

Vos: “Massa’s, maar geen harde bewijzen. Neem bijvoorbeeld de wapens die Bouhouche en Beijer in 1981 bij de Groep Diane hebben gestolen. Een deel daarvan is teruggevonden bij Juan Mendez, en een ander deel lag begraven onder het viaduct van Vilvoorde. Dat intrigeerde mij, want die wapens waren bewaard op een manier die deed denken aan een wapendepot van het Stay Behind-netwerk. Zo goed verpakt dat je ze twintig jaar later nog in perfecte staat kon opgraven. De wapens van de Groep Diane werden dus niet gestolen om ze te gebruiken, maar om ze te begraven. Ook het Stay Behind-netwerk had geheime bergplaatsen in bossen en velden, waar ze koffers begroeven met wapens, identiteitskaarten en goud. Merkwaardig, niet?”

“Ik heb ook veel parallellen ontdekt tussen WNP en het Stay Behind-netwerk. WNP werkte met valse namen, en de leden konden elkaar herkennen omdat ze elk een half briefje van 20 Belgische frank hadden. Dat systeem was identiek aan dat van Stay Behind. Ze hadden duidelijk kennis van binnenuit, vele jaren vóór het bestaan van dat Gladio-netwerk bekend werd. Of ze gestuurd werden door een inlichtingendienst, laat ik in het midden.”

En de moorden aan de Colruyt van Nijvel pasten in het plaatje dat de Bende moest aantonen hoe zwak de politiediensten stonden als de Russen binnenvielen?

Vos: (knikt) “Het blijft natuurlijk een hypothese. Maar de rijkswacht heeft door de Bende van Nijvel wel veel meer middelen gekregen. We kregen riotguns in plaats van onze kleine dienstwapens waar we niet eens mee door een autoportier konden schieten. En we kregen Golf GTI’s, zoals de Bende, want als we hen met onze R4’tjes moesten achtervolgen, waren ze al zeven dagen thuis als wij nog moesten vertrekken. De Staatsveiligheid kreeg een hypermodern communicatiesysteem van het type dat ook gebruikt werd binnen het Gladio-netwerk.”

Doden voor losgeld

In de bloedige overvallen op de Delhaizewinkels in 1985 zie je geen strategie om het land te ontwrichten. Nochtans zijn daar zestien doden gevallen, ook kinderen, en dompelden ze het land onder in angst.

Vos: “Daar heb ik altijd gedacht aan afpersing. Het was een periode waarin veel grote bedrijven te maken kregen met afpersers: Battard (later opgegaan in Colruyt, red.), GB-Inno-BM, Nestlé. Die fabrikant kreeg brieven waarin geld werd geëist, of men zou gif in de babyvoeding mengen. In sommige van die afpersingsdossiers waren Bouhouche en Beijer verdachten. En dan was er ook het plan van Bouhouche om supermarkten op grote schaal af te persen. Dat plan was al tot in een ver stadium voorbereid: er was zelfs al een tunnel gegraven naar de riolering waarlangs ze met het losgeld konden vluchten met een bootje, dat ook al gestolen was.”

“Het afpersingsspoor werd door de onderzoekers van tafel geschoven, omdat ze nergens een bewijs van betaling van losgeld vonden bij Delhaize. Daar heb ik het moeilijk mee. Ik denk dat de overvallen zijn gestopt omdat De Killer is gedood. En dus hoefde Delhaize niet meer te betalen. Maar dat wil niet zeggen dat die afpersing er niet is geweest.”

Het dossier zou in 2025 verjaren, maar in de commissie Justitie werd op 7 februari het wetsvoorstel besproken om het Bendedossier nooit meer te laten verjaren. Wellicht wordt er nog voor Pasen in het parlement over gestemd.

Vos: “Dat is dan een politieke beslissing. Maar als het Bendedossier niet kan verjaren, zal het ook nooit openbaar kunnen worden. Dat zou zonde zijn, want het is het symbool geworden van alles wat er in België fout loopt bij justitie. Iedereen mag van mij zien waar de onderzoekers zich al die jaren mee hebben beziggehouden. Dan komt er misschien ook een einde aan al die complottheorieën, dat we alles in de doofpot hebben gestoken.”

“Ik vraag me trouwens af wie al die dingen moet blijven onderzoeken. Er zijn miljoenen pagina’s. De meeste speurders waren nog niet geboren toen de feiten plaatsvonden. En onderzoeksrechter Martine Michel blijft ook niet eeuwig zitten. Het dossier zal wegrotten in de kelders van het justitiepaleis.”

Bron » Humo | Annemie Bulté

Paleis der Natie | De zaak-baron de B.

De Staatsveiligheid voedde journalisten met een rapport over baron Benoît de Bonvoisin als de spin in een extreemrechts web. Hij werd zelfs gelinkt aan de Bende van Nijvel. Na ruim veertig jaar zet het Luikse hof van beroep een punt achter die tragische farce.

De Kamercommissie Justitie beraadt zich over de mogelijke ‘onverjaarbaarheid’ van misdaden zoals die van de Bende van Nijvel. Daar valt wat voor te zeggen. Het zal de nabestaanden van de 28 dodelijke slachtoffers alvast het gevoel geven dat de schuldigen nooit vrijuit zullen gaan.

Gewezen speurders pleiten dan weer voor de verjaring, waarna het dossier kan worden voorgelegd aan een wetenschappelijke commissie. Dat gebeurde met het onderzoek naar de moord op de eerste Congolese premier Patrice Lumumba. Als het Bende-dossier nooit verjaart, dreigt het in de kelders van het Brusselse justitiepaleis te vermolmen. Als het wel verjaart, blijft de mogelijkheid bestaan dat getuigen of zelfs daders alsnog als spijtoptant naar voren komen, al is die kans gering. Bovendien vrezen de onderzoekers dat de onverjaarbaarheid de complottheorieën zal blijven aanwakkeren.

Veel van die samenzweringstheorieën werden intussen onderuitgehaald. De Roze Balletten bleken pure fictie. De betrokkenheid van stay-behindnetwerken – zoals het Italiaanse Gladio, die dateerden uit de Koude Oorlog en die bij een Sovjetbezetting de gewapende weerstand moesten organiseren – bleek ook nergens op gebaseerd. Net zomin als de poging tot staatsgreep voorbereid door de toenmalige rijkswacht. De strategie van de spanning, waarbij een terreursfeer de bevolking moest opwarmen voor een gespierd regime, paste daarin.

Nog voor van de Bende van Nijvel sprake was, voedde de Staatsveiligheid enkele journalisten met een rapport over baron Benoît de Bonvoisin als de spin in een groot extreemrechts web. Mettertijd werd de zwarte baron gelinkt aan affaires allerhande, zelfs aan de Bende van Nijvel. Magistraten en onderzoekers kwamen dat met grote stelligheid onderschrijven voor de parlementaire Bende-commissies, die zich (zonder veel succes) over het Bende-onderzoek bogen. Al lieten sommige getuigen naderhand hun beweringen schrappen uit de officiële verslagen.

Vakkundig gelekt

Na ruim veertig jaar, op 14 november 2023, stelde het hof van beroep in Luik een einde aan die tragische farce, maar wel in alle stilte. De media, die in het verleden de baron met alle mogelijke zonden hadden beladen, bleven ineens discreet over het opmerkelijke arrest van het Luikse hof van beroep. Dat stelt zonder meer dat de Belgische staat zich bij monde van de minister van Justitie moet excuseren omdat hij de reputatie en de eer van de Bonvoisin heeft aangetast.

Die schade werd aangericht door het rapport van de Staatsveiligheid gedateerd op 5 mei 1981. Het werd opgesteld op vraag van minister van Justitie Philippe Moureaux (PS). Hij maakte het over aan de senaatscommissie geleid door de Antwerpse socialist Jos Wijninckx, die de toepassing onderzocht van de wet op de privémilities en de werking van bevoegde overheidsinstanties zoals de rijkswacht.

Het rapport van Moureaux bevatte beweringen over de Bonvoisin en diens associatie met extreemrechts die nooit werden gestaafd. De inhoud werd vakkundig gelekt in de krant De Morgen, die er op 19 mei 1981 mee uitpakte. Moureaux zou later als minister-president van de Franse Gemeenschap de documentaire ‘L’orchestre noir’ subsidiëren waarin de Bonvoisin werd opgevoerd als extreemrechts sujet.

De luttele schadevergoeding, 15.000 euro, die het Luikse hof van beroep hem nu toekent, heeft de Bonvoisin nooit geïnteresseerd. Hij werd in 2008 getroffen door een paralyserende hersenbloeding. Het was hem en zijn familie, die zijn juridische strijd voortzette, te doen om de bevestiging door het gerecht dat het rapport van de Staatsveiligheid een groteske vervalsing was die met de hulp van journalisten werd verspreid, en om de excuses van de Belgische overheid voor de reputatieschade.

In het activiteitenverslag van 2009 al meldde het Vast Comité van Toezicht op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, kortweg Comité I, heel voorzichtig dat het rapport van 1981 over de activiteiten van baron de Bonvoisin zonder enige nuance beweringen, veronderstellingen en conclusies formuleerde waarvan de betrouwbaarheid en de geloofwaardigheid niet waren bewezen. Volgens het Comité I betrof de kritiek niet de Dienst voor de Veiligheid van de Staat dan wel de parallelle dienst die eind 1980 werd gecreëerd door de toenmalige administrateur-directeur-generaal Albert Raes en die naderhand werd opgedoekt.

Voorzichtig geformuleerd

Veel duidelijker dan het verslag van het Comité I was de nota van politieman Rénier Van Camp, die in opdracht van het Comité I de zaak-de Bonvoisin had onderzocht. Van Camp getuigde dat zijn 400 bladzijden tellende verslag slechts gedeeltelijk in de conclusies van het Comité I werden opgenomen, en dat sommige magistraten Raes en co. een hand boven het hoofd hielden. De enquêteur stelde duidelijk: ‘In de talrijke onderzochte dossiers werd niet één stuk, niet één document gevonden dat toeliet te beweren dat Benoît de Bonvoisin deel uitmaakte van extreemrechts.’

Toen de ellende voor hem begon, fungeerde de Bonvoisin aan de zijde van toenmalig PSC-voorzitter Paul Vanden Boeynants als schatbewaarder van het Centre politique des indépendants et cadres chrétiens (CEPIC), zeg maar de rechtervleugel van de Franstalige christendemocraten.

Kennelijk was de Brusselse socialist Moureaux als kersvers minister van Justitie in de regering van Mark Eyskens gefixeerd op de aanzwellende aanhang van het CEPIC. Hij zag daarin een gevaarlijke rechtse ontsporing en vroeg als voogdijminister een rapport van de Staatsveiligheid over de Bonvoisin en diens vermeende aandeel in extreemrechtse publicaties en organisaties. Die verdenking was al opmerkelijk: de Bonvoisin is de kleinzoon van Alexandre Galopin, de gouverneur van de Generale Maatschappij van België die in 1944 werd vermoord door nazicollaborateurs van de Duits-Vlaamse Arbeidsgemeenschap (DeVlag) aangevoerd door Robert Verbelen.

De eerste versie van het rapport over de Bonvoisin was voorzichtig en met veel zou’s geformuleerd. Tot ongenoegen van Moureaux, die een stellige versie eiste. Hij kreeg die geleverd door Raes. Die had op zijn beurt een oude rekening openstaan met Vanden Boeynants. Als minister van Defensie riep die ooit de Staatsveiligheid op het appel omdat hij van de Franse inlichtingendiensten moest vernemen dat in Brussel huurlingen werden gerekruteerd voor Congo. Met de al te gewillige hulp van een aantal journalisten – Van Camp sprak in zijn nota over journalisten betaald door de Staatsveiligheid – kwam het gefabriceerde rapport op de Bonvoisin neer als een guillotine. Kortom: een leven verwoest door de staat.

Niet alleen de Belgische staat moet zich tegenover de intussen 84-jarige de Bonvoisin excuseren. Ook excuses van de Belgische media die hem veertig jaar lang verdacht maakten, zijn op hun plaats.

Bron » De Tijd | Rik Van Cauwelaert

Bende-onderzoek kan nooit meer verjaren dankzij nieuwe wet: “Enkel de waarheid kan rust brengen”

In principe verjaart het dossier van de Bende Van Nijvel op 28 november 2025. Dat is 40 jaar na de laatste feiten in Aalst op 9 november 1985. De Kamercommissie Justitie heeft zich nu gebogen over een wetsontwerp waardoor het onderzoek niet hoeft te verjaren. Het doel is om het wetsontwerp nog voor de verkiezingen goed te keuren.

Het wetsontwerp wil de verjaringstermijn afschaffen voor moord of roofmoord als die het land ernstig schaden, de bevolking ernstige vrees aandoen of als doel hebben de staatsstructuren te ontwrichten. Het is aan de rechter om te beslissen of de zaak aan zo’n criterium voldoet. Aalsters Kamerlid Anja Vanrobaeys (Vooruit) wil dit wetsontwerp nog voor de verkiezingen goedkeuren in het parlement. “Het dossier van de Bende van Nijvel is de grootste schandvlek uit de justitiële geschiedenis. Gerechtigheid moet geschieden. Het verdriet en de onwetendheid waarmee de families van de slachtoffers moeten leven, verjaart nooit. Dus waarom zouden de gepleegde feiten dat wel kunnen”, zegt ze.

Litteken

Uit een parlementaire vraag van Vanrobaeys aan de minister van Justitie blijkt dat er opnieuw minder speurders op het Bende-onderzoek zitten. Hun aantal is afgebouwd naar zes speurders en twee magistraten. Ook het monitoringcomité dat het onderzoek opvolgt en desgevallend bijstuurt, komt niet meer samen, gelet op de weinige onderzoeksdaden die nog kunnen worden uitgevoerd.

“Enkel de waarheid kan rust brengen. Ik blijf ervoor ijveren dat er duidelijkheid komt over de trieste gebeurtenissen van 9 november 1985. Dit blijft een litteken voor Aalst. Het parket moet alles op alles blijven zetten om de daders te pakken én te straffen. Dat verdienen de slachtoffers en hun families, dat verdient de Aalstenaar”, zegt Vanrobaeys (Vooruit).

Bron » Het Laatste Nieuws

Flip Voets (74) overleden, de vader van de gerechtsjournalistiek in Vlaanderen

Oud-journalist Flip Voets is overleden. Dat laat zijn familie weten aan onze redactie. Voets was ongetwijfeld een van de belangrijkste journalisten van de voorbije decennia. Hij lag aan de basis van de aandacht voor de gerechtelijke journalistiek bij de toenmalige BRT. Als voormalig topman van de Raad voor de Journalistiek maakte hij zich zorgen over de recente evoluties in het vak. Flip Voets had al een tijd kanker en overleed vandaag op 74-jarige leeftijd.

Jurist Flip Voets kwam eind jaren 70 bij de radionieuwsdienst van de toenmalige BRT. Als gewezen advocaat was hij goed geplaatst om de geruchtmakende processen Jespers en Horion te volgen. Vanaf de eerste golf van aanslagen van de Bende van Nijvel in 1982 hield hij zich vooral bezig met misdaad en justitie. Dat was toen relatief nieuw op een redactie van de toenmalige BRT, de huidige VRT.

Toen in 1985 de Bende opnieuw toesloeg, in de Delhaize van Aalst, legde hij zich zo goed als exclusief toe op gerechtelijke verslaggeving, voor het radionieuws en het duidingsprogramma “Actueel”.

Zoals je dat hieronder kan zien en horen deed Voets dat altijd neutraal, rustig en sereen, met zijn karakteristieke, vrij diepe, vertrouwenwekkende stem. Voets was wars van spektakel en sensatie.

Bouhouche en Beijer

Het duurde niet lang voor Voets een enorme dossierkennis had over zowat alle bendes en schandalen in ons land. Ook het Heizeldrama, extreemrechtse organisaties als Westland New Post en de terreur van de communistische CCC behandelde hij, en de contacten van sommige corrupte rijkswachters en gevangenisdirecteurs met obscure detectives, wapensmokkelaars en gangsters.

Voets ploegde zich doorheen de netwerken van toen vertrouwde namen als Jean Bultot, Juan Mendez, Madani Bouhouche en Robert Beijer. Als autoriteit over die dossiers kwam hij ook in het tv-journaal en in het duidingsprogramma Panorama aan bod.

Daarnaast was Voets een kenner van het justitiebeleid. Hij volgde de ontwikkelingen in de strafwet, en de evoluties in het gevangeniswezen in de jaren 80. Zo legt Voets hieronder een hervorming uit:

Couleur Locale en consumentenzaken

Begin jaren 90 verliet Voets het dagelijkse nieuws om programma’s te maken die veel aandacht schonken aan de multiculturele samenleving en mensen in het zuiden, onder meer “Couleur locale” en “NV de wereld”. Hij was ook producer van het consumentenmagazine “Per slot van rekening”. Op de nieuwsdienst volgden Jan Van Delm en Leo Stoops hem op, en na de zaak-Dutroux ontstond er snel een volledige crimi-redactie.

Flip Voets had ook nog een leven na de omroep. Zo begon Voets les te geven over gerechtelijke verslaggeving aan een paar hogescholen. In 1998 werd hij eindredacteur van “De Juristenkrant” en integratie-ambtenaar van de stad Antwerpen. Als ombudsman van de Raad voor de Journalistiek bemiddelde hij bij conflicten tussen de media en burgers die zich onheus behandeld voelden.

Logisch dat hij, met zijn staat van dienst, in 2002 de eerste secretaris-generaal werd van de Raad Voor Journalistiek. Dat bleef hij tot in 2014, toen Pieter Knapen hem opvolgde.

Bezorgd over huidige journalistiek

Voets maakte zich ook zorgen over zijn vak, de journalistiek. “Het is een moeilijke tijd, we zitten in een overgang, de journalistiek vindt haar plaats niet in de digitale, technologische evolutie”, zo zei hij in een recent interview, dat gepubliceerd werd in de Gazet van Zurenborg, een lokale Antwerpse krant.

“Vroeger was de radio het snelste medium, maar we gaven slechts om het uur nieuws en sloten ’s nachts de tent”, blikte hij terug op zijn tijd bij de omroep. “Nu proberen ze om één minuut vóór de concurrentie te zijn, ten koste van de betrouwbaarheid.”

“Iedereen post informatie naar iedereen in de hele wereld, alles heeft dezelfde status, er is geen kwaliteitstoets. De kans op foute informatie en fake nieuws is groter dan ooit. Het is een moeilijke tijd voor journalisten om zich te onderscheiden van al die anderen”, zo stelde hij vast.

In Voets’ overlijdensbericht schrijft zijn familie dat “zijn aanpak zich kenmerkte door diplomatie, integriteit en een breed interesseveld”. Om te besluiten met deze mooie woorden: “Wie dichter bij hem stond, kende hem als een warme persoonlijkheid, betrokken en intelligent met een grote gevoeligheid voor maatschappelijke thema’s.”

Bron » VRT Nieuws