Justitie digitaliseert: ‘We kunnen dossiers nu vinden met zoektermen’

Een forse stijging van de drugsdossiers, of een zaak die te lang aansleept? In de langverwachte nieuwe software van Justitie krijgen magistraten daar automatisch een melding van.

Ze zijn niet te tellen, de incidenten waarmee Justitie te maken kreeg doordat ze bleef hangen in de ­papiermolens van de twintigste eeuw. Lukraak enkele voorbeelden: in 2018 dreigde een drugsbende vrij te komen, omdat de rechtbank een dvd met afgeluisterde telefoongesprekken niet kon afspelen. Bleek dat men het verkeerde programma gebruikte. ­Enkele jaren voordien raakten honderden pv’s uit het onderzoek naar misbruik in de kerk verloren, onder meer doordat een poetsvrouw ze had weggegooid. Kopietjes moesten het papieren dossier weer volledig maken. Bijzonder pijnlijk was de vrijlating uit voorarrest van enkele wapenhandelaars, in 2010. De reden: het karretje met hun dossier raakte niet waar het moest zijn.

De problemen overstegen de anekdotiek. Falende informatica belemmerde een goed werkend gerecht. Daar neemt Justitie nu stap voor stap afscheid van.

Bijeen puzzelen

‘Wanneer ik ’s morgens mijn computer opstart, krijg ik meteen te zien welke nieuwe dossiers er zijn’, zegt Stephanie Vanthienen, die als Leuvense parketmagistrate ook IT-verantwoordelijke is binnen Justitie. Ze bouwde mee aan ‘JustOne’, dat een wirwar aan applicaties verenigt en eind deze maand voor alle parketmagistraten beschikbaar wordt. ‘Om een bepaald dossier op te zoeken, gebruiken we zoektermen in plaats van de functietoetsen uit het verleden. Elke magistraat heeft ook zijn eigen dashboard. Wie bijvoorbeeld refe­rentie­magistraat is voor intrafamiliaal geweld of zedenzaken, zal zo een overzicht hebben van zijn dossiers en trends sneller kunnen opmerken.’

‘We verliezen ook veel minder tijd met het zoeken naar databanken, zoals het strafregister, omdat we die rechtstreeks vanuit ons systeem kunnen oproepen. Er is gewoon veel meer mogelijk: ik kan via het systeem de administratie vragen om een bepaalde deskundige te contacteren, zien of iemand op de Ocad-lijst staat, of slachtofferonthaal is aangesteld, enzovoort. Al die stukjes informatie moest je vroeger uit papieren dossiers bijeen puzzelen.’

Om te spreken van volledig digitale dossiers is het nog te vroeg, maar die weg is wel ingeslagen. Pv’s van de politie komen meer en meer elektronisch toe in het dossier. Op het einde van het jaar zullen advocaten hun documenten digitaal kunnen toevoegen.

‘Aantekeningen bij dossiers hangen er ook niet meer op met een papieren post-it, waardoor ze verloren kunnen raken, maar zijn opgeslagen in het systeem’, zegt Vanthienen. ‘De zittingen in een bepaalde zaak waren voor magistraten een onoverzichtelijk kluwen. Nu beschikken we over een tijdlijn en kunnen we onze doorlooptijden monitoren. Wanneer iets niet binnen een bepaalde termijn gebeurt, krijgen we daarvan een melding. Heel onze informatiedoorstroming is veel beter dan vroeger.’

Zal Justitie daardoor ook efficiënter worden? ‘We kunnen in ieder geval veel korter op de bal spelen’, zegt Vanthienen.

Kater

‘Vroeger’, dat is de tijd waarin ­magistraten een handleiding naast hun computer moesten hebben om de weg niet te verliezen in systemen zoals MaCH. Die software om dossiers bij te houden mag dan robuust zijn, er door de geluidsmuur mee knallen deden magistraten niet. ‘Wie in de magistratuur kwam werken, werd teruggeslagen in de tijd’, zegt minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open VLD). ‘De eerste handtekening voor MaCH werd gezet in de jaren 80 door (toenmalig minister van Justitie, red.) Jean Gol. Een update was broodnodig, maar we beseften ook dat één groot informaticasysteem voor heel Justitie niet de oplossing was.’

De kater na projecten als Phenix of Cheops, die één groot systeem voor heel Justitie moesten opleveren, was nog niet helemaal doorgespoeld. ‘Daarom hebben we allerlei kleinere applicaties ontwikkeld, maar wel gemaakt dat die met elkaar kunnen “praten”’, zegt ­Edward Landtsheere van de FOD Justitie.

Op dit moment is er sprake van niet minder dan 26 ­applicaties. Dat lijkt veel, maar doordat die aan elkaar zijn gelinkt, vormen ze aan de oppervlakte een geheel. ‘Het geld daarvoor is onder meer afkomstig van het Europese Herstelfonds’, zegt Van Quickenborne. ‘Daarvan gaat 137 miljoen euro naar digitalisering.’

Bron » De Standaard | Nikolas Vanhecke

Eerste “Cold Case Bureau” van het land opent in Aarschot: “Moordenaars die hun geheim meedragen, kunnen bij ons terecht”

Onderzoekscollectief Bureau Van Meerbeeck opent in Aarschot een Cold Case Bureau. In het kantoor kunnen mensen terecht die meer weten of te weten willen komen over onopgeloste misdaden.

In de Leuvensestraat in Aarschot kan je binnenkort naar het eerste “Cold Case Bureau” van het land. Het wordt een ontmoetingsplaats voor mensen die geïnteresseerd zijn in onopgehelderde misdaden of een bepaalde cold case graag opgelost zien. “Al jaren staan we nabestaanden en achterblijvers bij met het samenstellen van een dossier in de hoop dat het gerecht daar opnieuw mee aan de slag kan gaan. Onze medewerkers deden dat altijd van op verschillende locaties en er was een noodzaak ontstaan om dat onder te brengen in één bureau”, vertelt oprichter Kurt Wertelaers.

Moordenaars met wroeging

Niet alleen nabestaanden die met vragen zitten, maar ook daders die willen praten, kunnen in het kantoor terecht. “Naast moordenaars die heel lang met hun geheim zitten, zijn er vaak mensen die dat geheim delen en daar al jaren over zwijgen”, legt Wertelaers uit. “We zijn ervan overtuigd dat, hoe oud een zaak ook is, er ergens wel iemand moet rondlopen die meer weet. Die mensen kunnen bij ons terecht, in de grootst mogelijke discretie.”

In het kantoor zal niet alleen onderzoekswerk gebeuren, maar er zullen ook opleidingen en evenementen worden georganiseerd. “We willen binnenkort ook een bibliotheek openen waar je alle mogelijke boeken en andere publicaties over cold cases kunt lenen of lezen. Iedereen is vrij om daar naartoe te komen.”

Bron » VRT Nieuws

Peter De Vleeschauwer, de politieman die werd ontvoerd op het werk en meteen erna geliquideerd

Op een dag in 1996 werd politieman Peter De Vleeschauwer van achter zijn tafeltje gesleurd in een politiegebouw in het centrum van Sint-Niklaas. Hij werd in een BMW geduwd en kort daarna met een nekschot geëxecuteerd. De zaak is nooit opgehelderd, en zal dat ook nooit worden.

Nooit transformeerden zo veel Belgen simultaan tot vegetariër of veganist als in de dagen na 20 februari 1995. Die avond werd in het Kempense Wechelderzande het lichaam ontdekt van veearts Karel Van Noppen (42). Hij voerde namens het Instituut voor Veterinaire Keuring (IVK) controles uit op illegaal toegediende hormonen in de veeteelt. Hij werd niet ver van zijn woning opgewacht door huurdoder Albert Barrez. Die handelde in opdracht van topcrimineel Carl De Schutter, die op zijn beurt was ingehuurd door de hormonenmaffia.

“Kunnen ze die mens niet gewoon omkopen?”, had Barrez eerst nog gevraagd. Nee, dat ging niet. Er was geen andere manier om de 100 procent onkreukbare Karel Van Noppen te stoppen.

Barrez was gekomen met een gestolen BMW 753i. Hij loste meerdere schoten met een Norinco .45, een in België zeldzaam Chinees pistool. Het waren de kogels uit dat pistool die de speurders op het spoor van De Schutter zetten.

Goed anderhalf jaar na de moord op Van Noppen werd opnieuw een wetshandhaver vermoord. Op een veeleer atypische manier.

“De soep is lauw”

Rijkswachter Peter De Vleeschauwer (37) wordt in de avond van 14 november 1996 ergens tussen 20.30 uur en 20.40 uur meegenomen uit de rijkswachtkazerne in de Vermorgenstraat in Sint-Niklaas. Zes buurtbewoners en een man die daar net parkeert horen of zien het gebeuren. Een buurtbewoner ziet een blonde man die een andere man, Peter De Vleeschauwer, achteraan in een BMW5 duwt, zelf mee instapt en de deuren dichtgooit. “Ze vlamden weg”, getuigt een buurman. “De auto is met enorme snelheid en gierende banden weggeschoten.”

De parkeerder zegt dat hij niet anders kon dan zich versmallen. “De auto is op een meter gepasseerd en bleef de snelheid opvoeren. Ik diende dicht tegen mijn wagen te blijven om een aanrijding te vermijden. De auto is het Stationsplein opgedraaid zonder te remmen.”

Op dat plein komen drie straten samen. De BMW neemt hierna zo goed als zeker de snelste weg richting de dichtstbijzijnde oever van de Schelde.

Wie bedenkt dit? Een politieman meenemen uit een politiekantoor waarvan je van buitenaf enkel de poort kan zien? Hoe kan je erop vertrouwen dat enkel die politieman aanwezig zal zijn?

Tot 19.30 uur zijn behalve De Vleeschauwer zelf zes rijkswachters in de kazerne aanwezig, allemaal gewapend: Danny D., Mario V., Peter V., Tony D., Erik M. en Koen D. De eerste vier rijden rond halfacht naar buiten om te patrouilleren in de straten van Sint-Niklaas. Kort na hen verlaat ook Erik M. de kazerne, en om 19.50 uur doet Koen D. dat.

De hele dag door zijn er meerdere rijkswachters aanwezig in het gebouw, behalve tussen 19.50 en 20.40 uur. In die 50 minuten zit Peter De Vleeschauwer daar alleen als zogenaamde ‘planton’. Dat is rijkswachtjargon voor onthaal. Hij bedient vanop die plek de knop waarmee de op de straatkant uitgevende garagepoort wordt geopend of gesloten.

De Vleeschauwers dienst zou aflopen om 21 uur. Om 20.40 uur komt zijn vervanger Eric C. aangefietst. Hij ziet dat de ’s avonds in regel gesloten poort van de kazerne wagenwijd openstaat. Naast de werkplek van de planton ziet hij de rijkswachtjas van zijn collega op de grond liggen, een afgescheurd epaulet, een omgevallen stoel en een soepkom. “Er is soep gemorst op de printer”, meldt Eric C. nog. En: “De soep is nog lauw.”

“Peter nu dood”

Als ze zijn omkleedkastje doorzoeken, vinden zijn collega’s daar de kwitantie van iets wat Peter De Vleeschauwer twee dagen voor zijn dood in Dendermonde is gaan doen. Hij heeft er onderzoeksrechter Walter Van De Sijpe officieel akte laten nemen van een burgerlijke partijstelling wegens “doodsbedreigingen via herhaalde telefonische oproepen”, zowel bij hem thuis als op zijn vaste lijn bij de rijkswacht.

Daar sprak op 7 november iemand deze woorden in: “Peter nu dood.” Over een ander telefoontje beschreef hij tegenover vrienden hoe er was gezegd: “Als ge nog een schoon leven wilt, dan moet ge zwijgen.” Een burgerlijke partijstelling kost in die tijd 3.000 Belgische frank, 75 euro. In het geval van De Vleeschauwer komt dat neer op 5 procent van zijn maandloon.

Peter De Vleeschauwer is in Lokeren lid van Agalev, het toenmalige Groen. De combinatie van milieuactivisme en het rijkswachtuniform is in 1996 al net zo absurd als het zou zijn geweest in de tv-reeks 1985. De Vleeschauwer gaat door het leven als eenzame en onvoermoeibare whistleblower. Omdat zijn collega’s hun ogen dichtknijpen voor illegale lozingen in de Durme, voor een pedofiele pastoor, voor de gratis Duvels waarmee een garagist zich heeft verzekerd van een monopolie op takelopdrachten.

Ook hijzelf kleurde volgens zijn collega’s buiten de lijntjes. Nadat een automobilist een fietser had aangereden en De Vleeschauwer de verklaring van het slachtoffer opnam, heeft hij in het proces-verbaal (pv) het tijdstip van het verhoor vervalst. De man zou overlijden in het ziekenhuis. Door het gewijzigde tijdstip hoopte De Vleeschauwer de rechten van zijn nabestaanden tegenover de verzekeringsmaatschappij te vrijwaren. Zijn oversten lijken maar wat blij dat ze iets in handen hebben tegen hem en leggen een tuchtsanctie op.

Maar die wordt niet meteen concreet en op 21 september 1996 dringen elf leden van de brigade Lokeren in een petitie aan de rijkswachtvakbond NSRP aan op de onmiddellijke mutatie van De Vleeschauwer. “Niettegenstaande een meerderheid van de brigade besliste niet meer met De Vleeschauwer te willen werken, stellen wij vast dat er geen enkel initiatief genomen wordt.” Het lijkt deze petitie te zijn die aanleiding gaf tot zijn mutatie naar Sint-Niklaas, enkele dagen later.

In wat voor sferen het conflict zich situeert valt op te maken uit de verhoren van zijn weduwe. “Het ging zo ver dat een vergadering werd bijeengeroepen in de brigade Lokeren, waar bij handopsteking werd gestemd wie nog met Peter wilde samenwerken. Hierbij zou volgens Peter door S. en P. druk zijn uitgeoefend op andere leden van de brigade. Men zou onomwonden aan wie niet tegenstemde gevraagd hebben ‘of zij misschien de volgende wilden zijn’. Leden van de brigade verweten Peter zijn omgang met mensen van lagere klasse en vreemdelingen.”

De weduwe beschrijft hoe haar man reageerde op zijn mutatie. “Peter heeft gezegd dat als dat zo zat, er verschillenden gingen moeten bloeden.”

Perfect nekschot

Als rijkswachter P. op 13 december 1996 wordt verhoord door het Comité P is Peter De Vleeschauwer exact een maand spoorloos. P., een van de initiatiefnemers voor de petitie, suggereert dat zijn collega helemaal niet is ontvoerd en dat die na kennisname van zijn mutatie naar Sint-Niklaas is gaan flippen. “Wij zaten op dat ogenblik met een aantal mensen samen en toen hij ons passeerde, trok hij met een enorme smak de deur dicht. Hij had een blik in zijn ogen van ‘een wild dier’. Toen ik dat zag, dacht ik dat hij tot alles in staat was. Opgezet spel van hem is volgens mij, rekening houdend met zijn complexe persoonlijkheid, niet uit te sluiten. Ik heb echter geen enkel idee waar of bij wie hij zich in dat geval zou schuilhouden.”

Het is wat nagenoeg alle op de zaak zittende journalisten in de weken na de verdwijning dagelijks off the record zal worden toegefluisterd. Dat niet mag worden uitgesloten dat De Vleeschauwer zich rond deze tijd aan de zijde van een blondine te goed zit te doen aan mojito’s op een ver en tropisch eiland.

Een week na zijn verhoor, op 21 december 1996, schuift P. mee aan voor de glühwijn op een buurtfeestje. De gesprekken gaan over de ontvoerde rijkswachter. De overbuurman van P. hoort hem zeggen: “Indien ze Peter De Vleeschauwer vinden, dat ze hem dan maar niet vinden met een kogel in zijn hoofd.”

Vijf dagen later vaart plezierboot MPS Jadran op de Schelde ter hoogte van Hamme voorbij het standbeeld van Filip de Pillecyn. Het is laag water en op een laag stenen merkt de schipper een lichaam in een blauw uniform. Het is Peter De Vleeschauwer. Hij is om het leven gebracht met een in de nek opwaarts afgevuurde kogel. De kogel heeft het hoofd vooraan verlaten, perfect in het midden van de twee ogen. Dat lijkt te wijzen op het werk van iemand die dit vaker heeft gedaan. Er is geen munitie waar het lab mee aan de slag kan.

“De waterligtijd wordt op zes weken geschat”, zegt het autopsieverslag. “Het slachtoffer was meer dan vermoedelijk overleden op het ogenblik dat het in het water terechtkwam.”

Peter De Vleeschauwer is meteen na zijn ontvoering geliquideerd en als alles volgens plan was verlopen, was zijn lichaam nooit meer teruggezien. Dat valt op te maken uit een verklaring van Marc Wouters, maritiem technicus bij de Vlaamse Gemeenschap, afdeling Schelde. Hij legt in een verhoor uit dat het op 14 december 1996 om 18.44 uur hoog water was. “Zodat het water omstreeks 21 uur aan het afgaan was. De gemiddelde stroomsnelheid bedroeg tussen de 0,9 en de 1 meter per seconde. Gezien de tijd tussen het verdwijnen en het vinden is het onwaarschijnlijk dat hij altijd gedreven heeft.”

IVK-piste

Eric C., de rijkswachter die hem die avond zou aflossen voor de plantondienst, zegt in een verhoor op 7 januari 1997: “Mijn indruk is dat Peter niet verontrust geweest is toen er iemand in het plantonlokaal kwam. Hij moet zonder wantrouwen achter zijn klavier zijn blijven zitten en uiteindelijk toch verrast geweest. Ik sluit bijgevolg niet uit dat de daders binnen de rijkswacht moeten worden gezocht. Een buitenstaander kan de gebruiken in het gebouw niet kennen.”

Als je rijkswachters de moord op een rijkswachter laat onderzoeken, staat het vervolg in het België van de jaren 90 in de sterren geschreven. Tot vier keer toe worden onschuldige zielen op grond van cafépraat weken- of maandenlang in voorarrest geplaatst. Ex-profwielrenner Johnny Van der Veken overkwam het zelfs twee keer. “Een keer ben ik zeventien uur lang ondervraagd. ‘Als je bekent, stoppen we’, zeiden ze.”

Bron » De Morgen | Douglas De Coninck

Meer dan derde van gevangenen wacht nog op straf: ‘Komt doordat korte straffen al veertig jaar niet worden uitgevoerd’

Propvol zitten de gevangenissen. Het hoge aantal mensen in voorarrest drijft mee de druk op. ‘Korte straffen uitvoeren is de enige oplossing om de situatie duurzaam onder controle te krijgen.’

Elke dag verblijven in gevangenissen zoals die van Antwerpen, Brugge of Lantin tientallen tot zelfs honderden mensen meer dan er plaats is. Over alle gevangenissen heen heerst er een overbevolking van minstens 10 procent. Gedetineerden zitten soms met acht in een cel voor vier, meer dan honderdvijftig onder hen slapen op matrassen op de grond. Dagelijkse activiteiten zoals sporten, bezoek ontvangen, de ‘wandeling’ of douchen vinden minder of zelfs niet plaats.

Die overbevolking legt al jaren een hoge druk op de gevangenissen en wie er werkt en leeft. Een belangrijke factor daarin zijn de gedetineerden in voorhechtenis, die zijn opgesloten in afwachting van een uitspraak in hun zaak. Meer dan een op de drie gevangenen zit in die situatie.

‘Met bijna 36 procent gedetineerden in voorlopige hechtenis scoort ons land hoger dan het Europese gemiddelde’, zegt N-VA-Kamerlid Sophie De Wit, die de cijfers opvroeg bij minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open VLD). Dat Europese gemiddelde ligt op 29 procent. Ook Nederland zit daar ruim boven, Frankrijk en Duitsland zitten er (net) onder.

Succes tegen drugsmaffia

Het kabinet-Justitie is zich zeer goed bewust van de kwestie. ‘Dat hoge aantal mensen in voorhechtenis heeft in sterke mate te maken met de successen in de strijd tegen de drugsmaffia in Antwerpen’, reageert Jan Van der Cruysse, de woordvoerder van Van Quickenborne. ‘Verdachten van georganiseerde misdaad worden meer dan sommige andere profielen in voorhechtenis geplaatst. Door het succes van Sky ECC (waarbij een communicatieysteem van gangsters werd gekraakt, red.) en de volgehouden inspanningen van politie en justitie om de ­cocaïnehandel te beteugelen werden de jongste jaren en maanden veel verdachten in die dossiers opgepakt.’

Maar de successen rond Sky zijn niet de enige verklaring. De voorlopige hechtenissen worden ook steeds langer. De kiem daarvoor ligt ver in het verleden. ‘Dat komt onder andere doordat te weinig korte straffen werden en worden uitgevoerd’, is de analyse van het kabinet-Justitie. ‘In België wordt er sneller dan in de meeste andere landen overgegaan tot voorhechtenis, en dat kun je niet los zien van het feit dat sinds de jaren zeventig korte straffen in ons land niet meer worden uitgevoerd. Magistraten zijn dan sneller geneigd om daders in voorhechtenis te plaatsen, zodat mensen op die manier toch de gevolgen van hun daden ondervinden en de binnenkant van een cel hebben gezien.’

Sinds september vorig jaar worden straffen tussen twee en drie jaar uitgevoerd. Op 1 september van dit jaar komen daar de straffen tussen zes maanden en twee jaar bij. Van Quickenborne hoopt daarmee op een ‘mentaliteitswijziging’ bij Justitie. ‘De situatie zal niet van vandaag op morgen omslaan. Op korte termijn zal de uitvoering van kortere straffen nog meer druk zetten op de gevangeniscapaciteit, maar op lange termijn is het de enige oplossing om de situatie duurzaam onder controle te krijgen.’

Terugkeercoaches

Uit de cijfers die de N-VA opvroeg, blijkt ook dat ruim de helft van de personen in voorarrest niet de Belgische nationaliteit hebben. Van die groep heeft de meerderheid geen verblijfsrecht in ons land. ‘Wie illegaal in het land verblijft en op de koop toe in aanraking komt met het gerecht, hoort nochtans meteen teruggestuurd te worden naar het land van herkomst. Vandaag wordt op die repatriëring amper ingezet. Zo blijft het dweilen met de kraan open’, vindt De Wit.

Dat verwijt spreekt het kabinet-Justitie ferm tegen. ‘De organisatie van de terugkeer van ex-gedetineerden is de bevoegdheid van de staatssecretaris voor Asiel en Migratie. Vorig jaar zijn er 1.522 gedetineerden zonder recht op verblijf van het Belgische grondgebied verwijderd. Dat is vergelijkbaar met de aantallen onder de vorige regering en de vorige staatssecretaris. Het aantal terugkeercoaches van de Dienst Vreemdelingenzaken in de gevangenissen werd verdubbeld.’

Nederlandse gevangenis huren?

‘Minister Van Quickenborne pleit steeds opnieuw voor een straffere Justitie, maar dat zal nooit het geval zijn zolang onze gevangenissen uit hun voegen barsten’, zegt De Wit nog. ‘De N-VA vindt dat we een gevangenis in Nederland moeten huren, zoals de federale overheid deed in het verleden.’

Het kabinet-Justitie zegt die mogelijkheid al te hebben bekeken, maar kwam tot de vaststelling dat ze geen oplossing is. ‘Nederland kampt ook met overbevolking van de inrichtingen en heeft geen personeel meer op overschot.’

Bron » De Standaard | Nikolas Vanhecke

Nieuwe databank Staatsveiligheid ‘simpelweg onbruikbaar’ voor werknemers

Werknemers van de Staatsveiligheid zitten met de handen in het haar: ze weten niet eens meer of hun informatie nog klopt. De boosdoener is een nieuwe databank, waarvan de uitrol volledig in het honderd loopt. Dat schrijft Het Nieuwsblad.

Staatsveiligheid, de inlichtingendienst die info verzamelt over bedreigingen voor ons land, zit al enkele jaren in volle transitie: zo wordt er meer ingezet op specialisatie en heeft men het aantal personeelsleden opgetrokken. Daarnaast werd beslist een nieuwe databank te ontwikkelen. Daar waar vroeger alles in één systeem vervat zat, werd het plan opgevat om voortaan met verschillende, aan elkaar gekoppelde systemen te werken.

De oude databank had namelijk zijn beperkingen. Zo was het moeilijk om grote massa’s gegevens te verwerken. Ook audio- en videobestanden konden moeilijk op een uniforme wijze worden opgeslagen. Maar de oude databank had ook veel voordelen, zo klinkt het bij twee bronnen bij de Staatsveiligheid, die anoniem willen blijven. “Ze was gebruiksvriendelijk, overzichtelijk en zat logisch in elkaar. De informatiestromen waren voor iedereen duidelijk”, zegt een van hen.

Een van de bedrijven die betrokken was bij het ontwikkelen van het nieuwe systeem, dat op 12 juni werd ingevoerd, is Smals. De IT-dienstenleverancier was ook verantwoordelijk voor het omstreden systeem voor het contactonderzoek tijdens de coronacrisis. Bij het bedrijf wenst men niet te reageren op deze zaak.

“Ondanks jaren voorbereidingswerk en miljoenenfacturen, is dit systeem simpelweg onbruikbaar”, zegt een van de bronnen aan Het Nieuwsblad. “Het ontbreekt aan logica, overzichtelijkheid, traceerbaarheid, controlemechanismen, snelheid, kortom: aan alles wat de databank van een inlichtingendienst nodig heeft.”

Een woordvoerder van Staatsveiligheid bevestigt dat er een probleem is met de nieuwe databank. Er wordt door een taskforce hard gewerkt om de problemen zo snel mogelijk opgelost te krijgen, klinkt het.

Bron » De Morgen