Na stopzetting Bende van Nijvel-onderzoek: ‘Laat historici het dossier opnieuw tegen het licht houden’

De overheid moet een taskforce van historici en criminologen samenstellen om het dossier over de Bende van Nijvel te onderzoeken. Dat zegt historicus Emmanuel Gerard (72), die eerder al de moorden op Julien Lahaut en Patrice Lumumba hielp oplossen.

Einde juni kondigde het federaal parket aan dat het onderzoek naar de Bende van Nijvel wordt stopgezet. Bij de bendeterreur tussen 1982 en 1985 vielen 28 doden en 40 gewonden. Hoe moet het nu verder? Knack vroeg het aan historicus Emmanuel Gerard, emeritus hoogleraar aan de KU Leuven.

Gerard schreef in 2000 nog mee aan het eindrapport van de parlementaire onderzoekscommissie naar de Belgische betrokkenheid bij de moord op de afgezette Congolese premier Patrice Lumumba in 1961. Later leidde hij ook het historisch onderzoek, in opdracht van de Senaat, naar de moord op Julien Lahaut in 1950, de voorzitter van de Kommunistische Partij.

Wat vindt u van de beslissing van het federaal parket om het Bende-onderzoek stop te zetten?

Emmanuel Gerard: Die beslissing is op zijn minst merkwaardig, gelet op de mogelijkheid die is gecreëerd om misdaden van de zogenoemde Bende van Nijvel niet te laten verjaren.

Voor de verkiezingen keurde het parlement daarover een wetswijziging goed op initiatief van minister van Justitie Paul Van Tigchelt (Open VLD), waardoor moorden met een grote maatschappelijke impact niet meer kunnen verjaren.

Gerard: Als men de niet-verjaring accepteert wegens de geweldige maatschappelijke impact van bepaalde misdaden, dan is het op zijn minst vreemd dat men nu zegt dat het onderzoek daarnaar stopt.

Wat betekent zo’n niet-verjaring precies?

Gerard: Dat de misdaad nog bestraft kan worden zodra er nieuwe elementen opduiken. Natuurlijk willen wij allemaal dat de misdadigers bestraft worden, maar dat is ondertussen wel zeer illusoir geworden.

Advocaat Jef Vermassen, verdediger van een van de slachtoffers, waarschuwt dat bij niet-verjaring ook het geheim van het onderzoek voor eeuwig en altijd blijft gelden.

Gerard: Ik durf dat niet met zo veel stelligheid te zeggen. Maar als hij gelijk heeft, vind ik dat problematisch.

Wordt historisch onderzoek naar de Bende van Nijvel dan onmogelijk?

Gerard: Historisch onderzoek is altijd mogelijk, er is niemand die dat belet. Er zijn trouwens al ontzettend veel boeken verschenen over de Bende van Nijvel. Dat is niet het punt. Maar wetenschappers zouden de nodige machtigingen moeten krijgen om zich over de zaak te buigen en zouden toegang moeten krijgen tot bepaalde documentatie – op zijn minst tot het gerechtelijk dossier.

Hoe ziet u dat dan concreet?

Gerard: Ik vind dat de overheid het initiatief moet nemen voor een taskforce van historici en criminologen om het Bende-dossier opnieuw te onderzoeken. Een andere blik op het dossier kan erin bestaan dat men informatie uit het gerechtelijk dossier koppelt aan andere bronnen die normaal niet in het vizier van de speurders komen. Zo zijn we in de zaak-Lahaut de collusie tussen privénetwerken en politiediensten op het spoor gekomen. Maar blijkbaar heeft het gerechtelijk onderzoek zijn limieten bereikt. Misschien zijn er nu wel andere mogelijkheden om bepaalde aspecten uit het dossier toch op te helderen.

Welke andere bronnen zouden een nieuw licht kunnen werpen op de zaak?

Gerard: Ik wil daar niet te expliciet over zijn. Dat heeft niet veel zin als je die bronnen nog te pakken wilt krijgen.

Het archief van de toenmalige Rijkswacht?

Gerard: Bijvoorbeeld. Ik denk aan bronnen die de modus operandi van de Rijkswacht tonen, maar niet specifiek in het gerechtelijk dossier zitten. Bronnen bijvoorbeeld over communicaties tussen rijkswachteenheden en commando’s, of over contacten tussen de rijkswacht en andere instanties. Ik denk dat ook met de archieven van onze inlichtingendiensten iets aan te vangen valt. In dat van de Staatsveiligheid heb ik al heel wat onderzoek verricht in het verleden.

Wat kunnen we uit de zaak-Lumumba leren voor het Bende-dossier?

Gerard: Daar was het bijzonder interessant om archieven van diverse echelons van de besluitvorming in te kunnen kijken, zaken die je meestal niet kunt koppelen. Speurders in een gerechtelijk onderzoek kunnen niet zomaar bij iedereen aankloppen, er moet op zijn minst een verdenking berusten op de persoon. Wetenschappelijk onderzoek kan heel wat andere vragen stellen.

Over de Bende van Nijvel bestaan er tal van denksporen en hypotheses, van banditisme tot de strategie van de spanning. Welke vindt u het meest plausibel?

Gerard: Daarover spreek ik me niet uit. Het is belangrijk dat wetenschappers een openheid van geest bewaren en niet een bepaalde tunnelvisie volgen. Ik denk dat men alle mogelijke hypotheses nog eens rustig moet kunnen bekijken.

Kan kunstmatige intelligentie helpen om met een nieuwe blik naar de documenten van het gerechtelijk onderzoek te kijken?

Gerard: Ongetwijfeld kan AI een rol spelen in het ontleden van het strafdossier. Maar het onderzoek waar ik voor pleit, moet dat strafdossier ook overstijgen. Er moeten ook andere bronnen aangeboord worden.

Sinds 2018 heeft het federaal parket al 593 DNA-stalen genomen, 2748 vingerafdrukken vergeleken en 1815 tips onderzocht.

Gerard: Dat is indrukwekkend. Maar het heeft niets opgeleverd. En dus is het tijd om het over een andere boeg te gooien. Voor alle duidelijkheid: het gaat hier niet om de arrogantie van ‘wij historici gaan dat hier eventjes oplossen’. Maar ik vind dat de overheid hier bijkomende inspanningen moet doen, want het Bende-dossier is de ultieme blaam voor de Belgische rechtsstaat.

Hebt u ooit de optie van zo’n wetenschappelijke taskforce met beleidsmakers besproken?

Gerard: Toen het Bende-dossier in 2017 in een stroomversnelling leek te komen door de zaak-Bonkoffsky (een man die op zijn sterfbed beweerde lid te zijn geweest van de Bende, nvdr), zijn daar inderdaad gesprekken over gevoerd met politici, onder meer met toenmalig justitieminister Koen Geens (CD&V). En daarvoor, in 2015, waren ook al eens leden van de toenmalige dunbemande onderzoekscel mij en collega Rudi Van Doorslaer komen opzoeken.

U hebt de werking van de Belgische democratie grondig onderzocht. Als u met die kennis naar het Bende-dossier kijkt, wat komt dan bovendrijven?

Gerard: Het gerechtelijk onderzoek is duidelijk gemanipuleerd. Niet de afgelopen jaren, hè. Het federaal parket heeft effectief een inspanning gedaan. Maar in de eerste jaren van het onderzoek zijn er zaken gebeurd die je niet anders kunt begrijpen. Een reeks misdaden die zo veel mensen het leven heeft gekost en die men dan niet kan oplossen, terwijl er zo veel getuigenissen en materiële aanwijzingen zijn…

Sommigen stellen dat de niet-verjaring van het dossier gecombineerd met het stopzetten van het onderzoek neerkomt op een heuse doofpotoperatie.

Gerard: Ik denk niet dat men vandaag een doofpot wil organiseren. Maar het resultaat is natuurlijk dat dit dossier compleet ondergesneeuwd zal raken en men misschien nooit een antwoord zal vinden op de vraag wat er is gebeurd. Daarom zou er beter toch nog een toelating komen om op de een of andere manier ernstig wetenschappelijk onderzoek te doen naar het Bende-dossier.

Bron » Knack | Kristof Clerix

Minder gebouwen, een maximum aantal gevangenen en (nog) meer budget: nieuwe regering krijgt stevig verlanglijstje van FOD Justitie

“Zonder bijkomend budget kan Justitie de rekeningen niet meer betalen.” Met die moeilijke boodschap trekt de federale overheidsdienst Justitie naar de toekomstige federale regering. “Moeilijk”, want ons land moet in de komende 7 jaar net 23 tot 25 miljard euro besparen. Maar bij Justitie hebben ze toch een verlanglijstje klaar.

Justitie was de voorbije jaren niet het departement waar er fors beknibbeld werd op het budget. Van de uittredende federale regering kreeg de overheidsdienst 581 miljoen euro extra over 4 jaar, op een totaalbudget van zo’n 2 miljard euro. “Niet niks”, geven ze toe bij de overheidsdienst.

Met die extra duiten heeft de FOD onder meer broodnodige extra plaatsen in de gevangenissen kunnen creëren, duizenden nieuwe mensen kunnen aannemen en veel geld gespendeerd aan digitalisering.

En toch volstaan de extra miljoenen nog niet, klinkt het nu. Zo heeft de FOD Justitie ook 80 miljoen euro moeten besparen, woog de inflatie op de werkingskosten en hadden indexeringen een zware impact op de loonkosten. Bovendien bleef de vraag stijgen: meer zaken (die de nodige kosten met zich meebrengen), meer gedetineerden, de blijvende nood aan digitalisering en de stijgende kosten van de verouderde gebouwen.

“In de praktijk is budgettaire ademruimte onbestaande”, schrijft de FOD in een persbericht. “Sterker nog: we kijken dit jaar aan tegen een tekort van ongeveer 60 miljoen euro.” Geen goed nieuws nu er wellicht overal bij de overheid stevige besparingen zitten aan te komen om de miljardentekorten te kunnen wegwerken.

Overbevolking

Het verklaart waarom de FOD Justitie nu een verlanglijstje, op tafel legt voor voor de nieuwe regering. Daarin vraagt de overheidsdienst “een structurele budgetverhoging van 250 miljoen euro”. “Met die extra slagkracht kunnen we zowel de hoogste noden dekken als hervormen.”

Hoe de FOD Justitie wil hervormen? Daarvoor zijn er wel wat ideeën. Over gevangenissen bijvoorbeeld: ja, de capaciteit moet nog worden opgetrokken en de gebouwen moeten worden gemoderniseerd. Maar Justitie wil ook een quotum op het maximale aantal gevangenen per gevangenis.

“Het moet duidelijk zijn vanaf wanneer er niet méér mensen binnen mogen in een gevangenis”, zegt Sarah Blancke, voorzitter ad interim van het directiecomité van de FOD Justitie, in De Ochtend op Radio 1. “De eerste opdracht is om ervoor te zorgen dat er geen grondslapers meer zijn.”

En bij overbevolking moeten er wettelijke maatregelen worden vastgelegd die als een soort ‘ventiel’ moeten dienen (bijvoorbeeld: korte straffen tijdelijk enkel via een enkelband uitvoeren of zelfs voorlopige invrijheidstelling).

Gebouwen sluiten

Of kijk naar de ruim 225 gerechtsgebouwen in ons land: volgens de FOD Justitie voldoen de meeste daarvan niet meer aan de huidige normen voor welzijn en veiligheid. En omdat er te weinig geld is om ze te onderhouden, gaan ze er alleen maar op achteruit.

“Wij komen regelmatig in de pers met gebouwen waar er lekken zijn of waar de archieven niet in orde zijn”, zegt Blancke. “We moeten ons dus afvragen of we al die gebouwen nog in orde kunnen brengen. In Nederland bijvoorbeeld hebben ze maar 50 gerechtsgebouwen.”

De overheidsdienst stelt daarom zelf voor om in de komende 5 tot 15 jaar liefst 100 gebouwen te sluiten. Door rechtscolleges te hergroeperen en meer in te zetten op digitalisering moet dat kunnen worden opgevangen. Met de besparing die dat oplevert, kunnen de overige gebouwen dan worden gemoderniseerd en onderhouden. “Ik denk dat dit een win-win is voor iedereen.”

Vernietigend rapport

Hoewel het memorandum een aantal prikkelende voorstellen bevat, is de timing best opmerkelijk. Een dikke maand geleden nog legde het Rekenhof de FOD Justitie over de knie. In een ronduit vernietigend (ontwerp)rapport kreeg de directie van de overheidsdienst de stempel “falend”, “passief” en “onverantwoordelijk”, zeker als het gaat over de digitalisering.

Zo heeft ze “onvoldoende aandacht voor het risico op fraude”, met name als het gaat over de samenwerking met consultancybedrijven. Verder ontbreekt het de FOD aan een duidelijke strategie voor de digitalisering en speelt er veel onduidelijkheid, onderlinge concurrentie en is er een gebrek aan vertrouwen. “Omdat de duurzaamheid van projecten niet wordt beoordeeld, bestaat bovendien het risico dat budgetten momenteel voor niets worden uitgegeven”, stelde het Rekenhof.

Het rapport kwam bovenop eerdere berichten dat Justitie de eigen regels niet lijkt te volgen als het gaat over contracten en dat het lange tijd te veel heeft betaald aan Bpost voor een kantoorgebouw. Ook pompt de overheidsdienst al jaren geld in moderne rechtszalen in gevangenissen die zelden of nooit worden gebruikt, omdat advocaten en rechters vrezen dat daarmee de openbaarheid van de rechtspraak in het gedrang komt. Of zoals advocaat John Maes eind vorig jaar stelde: “Dit is lichtzinnig omgaan met het geld van de belastingbetaler.”

Bron » VRT Nieuws | Stefan Grommen

Mark (70) overleefde overval Bende van Nijvel – Ze zaten te dicht bij de waarheid

Na 1.815 onderzochte tips, 593 DNA-sporen en 2.748 vingerafdrukken wordt het onderzoek naar de Bende van Nijvel begraven. En dat zint Overijsenaar Mark Ghekiere (70) niet. Hij overleefde de overval op het Delhaize-warenhuis in de druivengemeente omdat één van de daders volgens hem een jeugdvriend was.

Het mag dan wel al bijna veertig jaar geleden zijn, toch spoken de beelden nog regelmatig door mijn hoofd. Aan het woord is de nu 70-jarige Mark Ghekiere, die op 27 september 1985 als bij wonder de overval van de Bende van Nijvel op het Delhaize-warenhuis in Overijse overleefde. Hij was er die avond samen met vier vrienden verkiezingsaffiches van wijlen Jean-Luc Dehaene aan het ophangen toen plots gangsters opdoken.

Mijn kameraad Luc Bennekens stond bovenaan de ladder, terwijl ik hem de affiches aangaf, blikt Mark Ghekiere 39 jaar terug in de tijd. Eén van de gewapende mannen liep onze richting uit en schreeuwde in het Frans dat Luc naar beneden moest komen. Aanvankelijk dachten we dat het om een carnavalsmop ging, maar toen we zagen dat een tiener doodgeschoten werd, wisten we dat het echte gangsters waren. Seconden later werd Luc als levend schild de winkel ingesleurd.

Jeugdvereniging

Mark en zijn drie andere vrienden verscholen zich achter een nabijgelegen carwash en komen pas terug tevoorschijn als ze de daders in een zwarte Golf met open koffer weg zien stuiven. Wat verderop zagen ze Luc Bennekens dood liggen.

Dat Luc en niet hij een slachtoffer van de Bende van Nijvel werd, is volgens Mark logisch te verklaren. De gewapende man die op ons kwam afgestormd, kende me, klinkt het. Ik vermoed dat het iemand was met wie ik in een jeugdvereniging actief was. En dat verklaart waarom ik twijfel in zijn ogen zag toen hij me aankeek. Mogelijk herkende hij me en wilde hij me sparen. Daarom riep hij Luc naar beneden, terwijl ik onderaan de ladder stond en hij mij dus veel gemakkelijker als menselijk schild had kunnen gebruiken.

Wie de man is, wil Mark Ghekiere niet kwijt omdat hij geen bewijzen heeft. Maar de speurders kennen de naam wel. Of het ooit onderzocht werd? Ik weet het niet. En het ziet ernaar uit dat we het nooit zullen weten nu men beslist heeft om het onderzoek te begraven.

Een beslissing die Mark niet begrijpt. Ik heb er maar één verklaring voor: ze zitten te dicht bij de waarheid en alles moet in de doofpot blijven steken. Als slachtoffer, al word ik in dit onderzoek zo niet beschouwd, is het jammer dat ik nooit zal weten wie er achter deze vreselijke daden zat. Langs de andere kant: wat als we het wel zouden weten? Zouden de daders dan nog gestraft kunnen worden? Zijn ze nog in leven?

En dus zal de Overijsenaar vermoedelijk de rest van zijn leven met de onbeantwoorde vraag of de dader hem kende, blijven zitten. Nochtans had men het met DNA-onderzoek te weten kunnen komen. Maar de vraag is of men het ooit willen onderzoeken heeft.

Been kwijt

In 1985 overleefde Mark als bij wonder de overval en drie jaar geleden kroop hij opnieuw door het oog van de naald. In de Bollenstraat in Terlanen – een gehucht van Overijse – werd hij op zijn Vespa aangereden door een wagen.

De kroongetuige van de Bende van Nijvel werd in kritieke toestand afgevoerd naar het ziekenhuis. Er werd eerst gedacht aan een aanslag, maar dat bleek uiteindelijk toch niet het geval. Sinds dat ongeval zit ik in een rolstoel, want ik ben een been kwijt, besluit Mark.

Bron » Het Laatste Nieuws | Robby Dierickx

Oud-reporter volgde jarenlang het onderzoek naar de Bende van Nijvel: “Waarom stopten de Bende-overvallen plots?”

Gerechtsjournalist Yves Barbieux volgde voor het ‘Nieuwsblad’ bijna vier decennia lang het onderzoek naar de Bende van Nijvel. Het einde van het onderzoek zat er al een tijdje aan te komen, toch smaakt de officiële bevestiging naar bitter falen, vindt hij.

Een tienerjongen staart daags na de overval op de Delhaize in Overijse naar de krijtlijnen silhouet op de parking waar zijn schoolvriend de avond voordien dood lag, vermoord door de Bende van Nijvel. Het was mijn eerste confrontatie met het leed dat de Bende bij de slachtoffers en nabestaanden heeft aangericht. Leed waarvoor wellicht nooit enige uitleg zal komen.

De feiten die men aan de Bende van Nijvel toeschrijft, vormen een kluwen, waarbij de vraag rijst of men door de talrijke verbanden, door het bos nog wel de bomen kon zien. Een eerste vlaag van overvallen vond plaats in 1982-83, een tweede in 1985. Vanwaar die pauze indien het om één bende gaat? De doelwitten lagen verspreid in verschillende gerechtelijke arrondissementen en taalgebieden, waar de speurders niet op dezelfde manier tewerk gingen. De verschillende dossiers uiteindelijk onder één dak samenbrengen om ze op een gecoördineerde manier te behandelen, liep helaas niet van een leien dakje. Waarom?

Twee grote hypotheses

De doelwitten en de manier waarop de daders te werk gingen, waren vaak uiteenlopend. Een kruidenierszaak overvallen was toch wat anders dan experimentele kogelwerende jassen bij de fabrikant stelen, laat staan op één en dezelfde dag een bloedbad aan te richten in twee verschillende warenhuizen.

Speurders volgden twee grote hypotheses om de Bende te proberen ontmaskeren. Kwamen de daders uit het traditionele zware banditisme? Waren zij slechts uit op geld en/of verkoopbare goederen? Mogelijk, maar waarom een bloedbad aanrichten en de aandacht van de politie trekken nog vooraleer de buit binnen is, zoals het geval was op de parkings van de Delhaize-warenhuizen in 1985?

Waren het dezelfde overvallers die het in 1982-83 op warenhuizen gemunt hadden? Toen drongen zij wel eerst binnen alvorens hun wapens te gebruiken. Werd de warenhuisketen Delhaize door gangsters gechanteerd, zoals commissaris Christian Smets van de Staatsveiligheid liet uitschijnen, en kregen zij ooit hun zin? Of stopten de overvallen pas nadat “Killer”, de meedogenloze Bende-leider, in Aalst dodelijk gewond raakte en de Bende ontbonden werd?

Politieke spanningen

Sommige speurders gooiden het over een andere boeg, die van de politieke spanningen tussen Oost en West in de jaren 1970-1980. Een vlaag van gewelddadige criminaliteit moest het land destabiliseren en klaarstomen om een meer VS-gezinde bewindvoering te accepteren. Sommige leden van de toenmalige rijkswacht zouden een coördinerende rol gespeeld hebben om uitvoerders voor de dodelijke raids te ronselen in kringen van banditisme en/of huurlingen. De betrokkenheid van die rijkswachters zou dan uitleggen waarom de daders altijd buiten schot van het gerecht konden blijven.

Tussen de twee vlagen van Bende-overvallen door zou de linkse terreurbeweging CCC ongemoeid zijn gelaten zolang zij met haar bomaanslagen de spanning maar bleef opvoeren. Mooie hypothese, maar ook hier zijn nooit bewijzen van gevonden. Ons land werd ook niet gedestabiliseerd, waarom stopten de Bende-overvallen dan plots?

Kale reis

“Sabotage, manipulatie, complot om het onderzoek ver van de daders te houden en zo de weg naar mogelijke opdrachtgevers te versperren, want daar zouden hoge omes bij kunnen zitten”, wordt soms geopperd om het falende onderzoek uit te leggen. “Moet wel een enorm complot geweest zijn met honderden betrokkenen zonder dat er ooit iets in die 40 jaar gelekt is. Nogal onwaarschijnlijk”, krijgen wij als antwoord.

Het dossier wordt nu afgesloten. De burgerlijke partijen die hoopten dat het Bende-mysterie dankzij de afschaffing van de verjaring alsnog zou opgelost worden of tenminste een uitleg zou krijgen, komen van een kale reis terug. Zij die destijds hoopten dat, juist dankzij de verjaring, ooit iemand na die ultieme datum de oplossing zou aanreiken, eveneens.

Bron » Gazet van Antwerpen

De wet over moordzaken ‘met grote maatschappelijke impact’ is onbedoeld voordelig voor de Bende van Nijvel zelf

Douglas De Coninck is journalist. Hij stelt dat een toekomstige regering de verjaringswet moet terugdraaien.

Minder dan drie maanden geleden, net voor de verkiezingen, keurde het federale parlement met niets dan goede bedoelingen een wetswijziging rond de verjaring in moordzaken goed. Nadat verjaring eerder was opgeheven in zaken rond misdaden tegen de menselijkheid en genocide geldt dat nu ook voor moordzaken “met een grote maatschappelijke impact”. Zo staat het er.

De wet is overduidelijk geschreven op maat van de Bende van Nijvel. Ze werd in de voorbereidende parlementaire debatten ook luid en duidelijk geclaimd door nabestaanden van de slachtoffers van de moorddadige raids op vooral supermarkten uit 1982, 1983 en 1985.

Een nakende verjaring is voor generaties speurders op meerdere momenten een akelig dichtbij komend zwaard van Damocles geweest. Met de herdenking van 20 en 30 jaar Bende van Nijvel werden de verjaringstermijnen voor roofmoord telkens met 10 jaar verlengd. Ook toen, altijd weer, met goede bedoelingen: de hoop levend houden dat de moordenaars van 28 gewone burgers, hoe lang geleden ook, zich ooit zouden moeten verantwoorden in een rechtbank.

Ze zijn niet zo talrijk meer, de mensen die dat hele dossier, 4 miljoen pagina’s dik, nog een beetje kunnen overzien. Een van hen is ex-onderzoeksleider Eddy Vos. Hij pleitte er onlangs in Humo voor om het onderzoek in handen te geven van historici. Diezelfde aanpak leidde in het verleden tot de opheldering van de tot dan toe onoplosbaar gewaande moorden op Julien Lahaut (1950) en Patrice Lumumba (1961).

Los van het feit dat een op een particuliere zaak afgestemde wet zelden erg weloverwogen kan zijn, is er een irritant neveneffect als het samengaat met het stopzetten van het onderzoek. Doordat de aan de Bende van Nijvel toegeschreven misdrijven niet meer kunnen verjaren, blijft volgens advocaat Jef Vermassen het geheim van het onderzoek voor eeuwig en altijd gelden. Tenminste, dat is wat hij vrijdag onthield van het vragenuurtje na een bijeenkomst van het federale parket met nabestaanden.

Tot op de dag dat alsnog daders kunnen worden vervolgd – maar die kans is met het stopzetten van het onderzoek nu echt wel nihil – blijft het strafonderzoek geheim. Dat betekent dat historici er nooit mee aan de slag zullen kunnen. Het betekent dat bijvoorbeeld toekomstige criminologen nooit artificiële intelligentie zullen kunnen loslaten op de vele miljoenen data in dit dossier.

Het federale parket heeft een situatie gecreëerd die slechts voordelig kan zijn voor één partij: eventueel nog in leven zijnde daders van de feiten die worden toegeschreven aan de Bende van Nijvel. Dat was ongetwijfeld nooit de bedoeling, maar het is de pijnlijke realiteit waar de nabestaanden nu mee verder moeten.

Als de regering in wording iets wil betekenen voor deze mensen draait ze bij haar aantreden de nieuwe verjaringswet meteen weer terug. Want los van de Bende: aan de hand van welke criteria ga je meten vanaf welk punt een moordzaak voldoet aan het criterium ‘grote maatschappelijke impact’? Wie gaat daar dan trouwens over?

Bron » De Morgen | Douglas De Coninck