Inlichtingendiensten speuren dieper op Facebook en Twitter

De Staatsveiligheid en de militaire Adiv hebben voortaan krachtige software om tot in de diepste krochten van het internet naar informatie te graven.

Bijna twee jaar hebben ze erop gewacht, maar rond deze ­periode krijgen de inlichtingen- en veiligheidsdiensten nieuwe tools om te speuren op sociale media zoals Facebook, Instagram en Twitter. De tool bestaat uit een combinatie van verschillende softwaremodules en hardware. ‘Dit zal ons toelaten om performanter op zoek te gaan naar info’, zegt Ingrid Van Daele, de woordvoerster van de Staatsveiligheid. ‘In essentie doet dit programma hetzelfde als wat onze mensen handmatig doen: het verkeer op sociale media filteren en daaruit informatie halen. Nu kan dit geautomatiseerd en op grote schaal.’

Uit terreurdossiers van de afgelopen jaren bleek nagenoeg keer op keer dat sociale media een rol spelen in de radicalisering van individuen. Een onderzoek van de universiteiten van Gent en Louvain-la-Neuve toonde in 2014 aan hoe sites als Facebook de functie van propaganda­kanaal hebben overgenomen van bijvoorbeeld boeken. Daarnaast gebruiken extremisten de meest uiteenlopende onlinetoepassingen om met elkaar te communiceren.

‘Nu zullen we onder meer spontaan een melding krijgen wanneer er op sociale media over een bepaald item een piek is in het verkeer’, legt Van Daele uit. ‘Een voor de hand liggend voorbeeld is de opeising bij aanslagen. We zullen zeer snel kunnen nagaan wie wat zegt. De zoekalgoritmes die we zullen gebruiken, kunnen we ook veel meer naar onze hand zetten dan bij gewone zoekopdrachten, bijvoorbeeld door in te stellen dat er elke dinsdag naar bepaalde informatie moet worden gezocht, of een week lang.’

Ook voor dark web

Behalve voor het doorzoeken van het ‘gewone’ internet kan de tool ook worden gebruikt voor de analyse van het ‘deep web’ en het ‘dark web’. Het ‘deep web’ bestaat uit websites die niet zijn geïndexeerd door zoek­machines zoals Google. Het ‘dark web’ gaat nog een stap verder: om die sites te raadplegen, is een speciale browser nodig.

Behalve de Staatsveiligheid gaan ook de militaire inlichtingendienst Adiv en de federale politie met de tool aan de slag. Om welke het precies gaat, kunnen de inlichtingendiensten niet prijsgeven. Volgens ­onze info is hij afkomstig van een Nederlandse leverancier. De oorspronkelijke goedkeuring van de aankoop dateert al van augustus 2016, enkele maanden na de terroristische aanslagen op de luchthaven van Zaventem en het metrostation Maalbeek. Nu is de installatie aan de gang. Ook de beheerders van de toepassing zouden intussen zijn opgeleid.

Het systeem kost alles samen ongeveer 20 miljoen euro. Een deel daarvan dient voor het onderhoud de komende vier jaar. Adiv trekt er zo’n 11 miljoen euro voor uit, bij de Staatsveiligheid gaat het om iets meer dan een miljoen euro. In totaal zijn er 95 licenties aangekocht, waarvan er vijf bedoeld zijn voor de Staatsveiligheid. Een evaluatie van het systeem is daar voor het najaar gepland.

Bron » De Standaard

‘Een Militaire Veiligheidsdienst die tegenstrijdige informatie geeft, dat is afgelopen’

Burgers en militairen die met elkaar overhoop liggen, gedemotiveerd personeel, tegenstrijdige informatie die naar buiten gaat, stukken plafond die letterlijk naar beneden vallen. Claude Van de Voorde, nu een jaar de baas van de militaire veiligheidsdienst (Adiv), schetst een weinig fraai beeld van de dienst die hij erfde. Hij belooft beterschap.

‘Intelligence, the first line of defence’, luidt het nieuwe motto van de militaire veiligheidsdienst. Een forse uil in de Belgische driekleur moet de slagkracht van het Adiv symboliseren. Maar er ligt nog heel veel werk op de plank vooraleer de uil in volle kracht kan uitvliegen.

Het beeld dat Van de Voorde vanmorgen in het parlement schetste, bevestigt wat het comité I onlangs nog vaststelde in een audit van 59 bladzijden die deze krant kon inkijken (DS 14 juni). Adiv is de militaire tegenhanger van de beter bekende Staatsveiligheid. Adiv staat onder andere in voor de veiligheid van onze militairen bij buitenlandse missies, maar speelt ook een belangrijke rol bij de bestrijding van terrorisme. Al was het maar door de geprivilegieerde contacten die hij onderhoudt met buitenlandse militaire inlichtingendiensten die actief zijn in onder andere Syrië en Irak.

De aanleiding voor de audit was een zeer kritische brief die enkele leden van de afdeling Contraspionage (CI) van Adiv eind 2016 schreven aan bevoegd minister van Defensie Steven Vandeput (N-VA). In die dienst werken voornamelijk burgers.

Gefrustreerd personeel

‘Ik begrijp de frustraties van het burgerpersoneel’, zei Van de Voorde . ‘Zij kennen de dienst heel goed, werken er jarenlang en dat krijgen ze een militair boven zich die na vier of vijf jaar weer weg is. Ze hebben het gevoel niet gehoord te worden.’ Van de Voorde probeert dat op te lossen door hem aan de top niet alleen te laten assisteren door een militair, maar ook door een burger. ‘De militairen zullen niet langer geïsoleerd beslissingen nemen.’ De stafdienst wordt sowieso versterkt om de werking van de diensten beter te stroomlijnen.

Adiv gaat in de herfst bovendien 90 mensen aanwerven – vooral burgers – in de strijd tegen terrorisme. ‘Het is jaren geleden dat nog werd gerekruteerd.’

Maar ook bij de militairen leeft frustratie. ‘Wie bij Adiv terechtkomt, voelt zich verloren in defensie. Militairen bij ons maken amper promotie.’ Van de Voorde heeft alle bevorderingsdossiers van het personeel in orde laten brengen. Dat heeft vorig jaar al geleid tot meer promoties.

Tegenstrijdige informatie

‘Er is eens een vraag binnengekomen naar meneer x’, zei Van de Voorde. ‘De ene dienst gaf de boodschap die man niet te kennen, terwijl een andere dienst hem bestempelde als een terrorist.’ Wat is een veiligheidsdienst waard als de informatie die ze verspreidt, onbetrouwbaar is? Daarom is sinds kort een informatiecentrum actief binnen Adiv waar alle vragen samenkomen. Dat centrum verdeelt ze onder de diensten en coördineert de antwoorden.

Stroeve samenwerking met Staatsveiligheid

Ook de samenwerking met de Staatsveiligheid verliep erg stroef, moet Van de Voorde toegeven. ‘Alle informatie moet gedeeld worden, dat wordt de regel’, zegt Van de Voorde. ‘Naar men mij zegt, is dat een totale mentaliteitswijziging.’

Er is intussen een geheime lijn geïnstalleerd tussen de militaire veiligheidsdienst en de Staatsveiligheid waarlangs informatie kan lopen. De twee diensten ontmoeten elkaar twee keer per week in operationele vergaderingen en Van de Voorde vergadert minstens een keer per maand met zijn tegenvoeter van de Staatsveiligheid, Jaak Raes.

Er zijn ook preciezere afspraken gemaakt over wie van beide diensten precies waarvoor bevoegd is. In de strijd tegen terreur is de Staatsveiligheid de referentiedienst die zal bijgestaan worden door de cel terrorisme van de Militaire Veiligheidsdienst. ‘Er gaan mensen fysiek bij de Staatsveiligheid zitten’, zegt Van de Voorde. ‘Dat aantal zal in de toekomst geleidelijk toenemen.’

‘Dit zijn nog maar de eerste stappen in een verdere samenwerking’, zegt Van de Voorde. ‘Maar we moeten elkaar nog leren kennen’, geeft hij ook toe. Een nauwere samenwerking was trouwens een van de aanbevelingen van de onderzoekscommissie naar de aanslagen van 22 maart.

‘Voordeel van de twijfel’

‘Wij willen u het voordeel van de twijfel geven’, zei Kamerlid Wouter De Vriendt (Groen). Het was Groen dat had aangedrongen op de hoorzitting met Van de Voorde. Alain Top (SP.A) vroeg zich luidop af of Van de Voorde wel beslagen genoeg op het ijs komt om de dienst te hervormen.

Die twijfel had Van de Voorde over zichzelf afgeroepen. ‘Ik ben dag op dag een jaar geleden aan het hoofd van Adiv gekomen, nogal onverwacht’, startte hij zijn betoog. ‘Ik was en ben geen specialist in de materie.’

Bron » De Standaard | Christof Vanschoubroek

Militaire Veiligheidsdienst draait vierkant

Ondanks een wissel van de macht, werkt de Militaire Veiligheidsdienst (Adiv) niet goed, schrijft het comité I. In tijden van terreur is dat meer dan verontrustend. Geen visie, geen planning, een gebrekkige organisatie, personeelsgebrek, een mank lopende samenwerking zowel intern als met andere inlichtingendiensten, en tenslotte ook nog een verouderde infrastructuur.

Het comité I, dat de inlichtingendiensten controleert, is in een nieuwe audit van 59 bladzijden dik bijzonder kritisch voor de werking van het Adiv, de militaire tegenhanger van de beter bekende Staatsveiligheid. Net als bij die laatste, werken bij Adiv zeshonderd mensen.

Adiv staat onder andere in voor de veiligheid van onze militairen bij buitenlandse missies, maar speelt ook een belangrijke rol bij de bestrijding van het terrorisme. Al was het maar door de geprivilegieerde contacten die ze onderhoudt met buitenlandse militaire inlichtingendiensten die actief zijn in onder andere Syrië en Irak. Het comité I nam de werking van Adiv een jaar lang – tussen januari 2017 en februari 2018 – onder de loep. Het vertrouwelijke rapport werd recent overgemaakt aan het parlement. De Standaard kon het inkijken.

Interne kritiek

De aanleiding voor de audit was een zeer kritische brief die enkele leden van de afdeling Contraspionage (CI) van Adiv eind 2016 schreven aan bevoegd minister van Defensie Steven Vandeput (N-VA). De briefschrijvers hadden het over interne concurrentiedrang, foutieve doorstroming van informatie en verwarrende communicatie met binnen- en buitenland. Het uitlekken van de brief in De Standaard, in juni vorig jaar, leidde al tot het ontslag van luitenant-generaal Eddy ­Testelmans als baas van de Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid (Adiv). Hij werd opgevolgd door luitenant-generaal Claude Van de Voorde.

Diep wantrouwen

Het comité I heeft tijdens de doorlichting weinig elementen gevonden die de klachten ontkrachten. Volgens het rapport heerst er bij het Adiv een ‘diepgeworteld wederzijds wantrouwen’ tussen de verschillende directies. Met name de dienst CI, die uit honderd man – vooral burgers – bestaat, kan niet door één deur met de andere directies, waar militairen de plak zwaaien. De taak van de dienst CI is, volgens een eigen intern document, in de eerste plaats bedreigingen van ‘buitenlandse inlichtingendiensten, andere organisaties en individuele personen in het kader van spionage, terrorisme, sabotage en subversie’ te voorkomen.

Het comité I stelt veel goede wil en toewijding vast bij de medewerkers, maar vindt ook dat Adiv en CI hun taak niet naar behoren vervullen: ‘De nationale veiligheid vergt een sterke en betrouwbare veiligheidsdienst. De Dienst CI heeft belang bij een organisatie en een sturing die beantwoorden aan de standaarden van een doelmatige overheidsdienst. Die zijn er momenteel niet.’

Nog volgens het comité I werkt Adiv te weinig samen met de andere veiligheidsdiensten. ‘Er moeten dringend formele afspraken komen met de Staatsveiligheid en de andere Belgische diensten over samenwerking, zodat de dienst een betrouwbare en waardevolle partner kan zijn in het Belgische antiterrorismebeleid.’

De onderzoekscommissie naar de aanslagen van 22 maart, onder leiding van Patrick Dewael (Open VLD), drong in haar eindverslag van juni vorig jaar aan op een gemeenschappelijke strategische sturing van de beide inlichtingendiensten. Sommige partijen drongen al aan op een samensmelting tussen Staatsveiligheid en Adiv. De kritische audit van het comité I zou die discussie opnieuw op de agenda kunnen plaatsen.

Bron » De Standaard

Waakhond Staatsveiligheid kampt met geldgebrek

De slagkracht van de inlichtingendiensten is recentelijk fors toegenomen. Voor de toezichthouder Comité I geldt het tegenovergestelde. Die moest door geldgebrek zelfs een onderzoek stopzetten. “De grenzen van de besparingen zijn bereikt”, klinkt het.

Sinds mei gelden nieuwe regels voor de inlichtingendiensten. Die update van de wet over de bijzondere inlichtingenmethoden (zoals telefoons afluisteren of mensen schaduwen) is volgens Jaak Raes, de baas van de Staatsveiligheid, een “echte verbetering voor de werking van onze diensten”.

Eén van de belangrijkste veranderingen is de mogelijkheid om telefoons te ‘tappen’ of computers te hacken in dossiers van extremisme. Voorheen kon dat alleen wanneer het ging om bijvoorbeeld terrorisme. Door de update mogen agenten fictieve identiteiten gebruiken tijdens hun werk en is het toegelaten om bij allerlei soorten reisoperators informatie op te vragen: autoverhuurders, busdiensten, sites om kamers te huren enzovoort.

De Staatsveiligheid zette gisteren uiteen hoe ze methodes combineert om betere informatie te verkrijgen. Behalve voor de Staatsveiligheid is er vooral veel veranderd voor de militaire inlichtingendienst ADIV, die beduidend meer slagkracht krijgt in het buitenland.

Controle

“Deze nieuwe wet is een mijlpaal in de wettelijke organisatie van de Belgische inlichtingendiensten”, vindt minister van Justitie Koen Geens (CD&V). Aan de controle op die inlichtingendiensten is echter niets veranderd. Vooraleer ze methodes toepassen die iemands privacy schenden, moeten de geheime diensten goedkeuring krijgen van een commissie met magistraten. Achteraf controleert de toezichthouder Comité I hun werk ook nog. Maar het water staat die waakhond aan de lippen.

“De werklast voor ons is toegenomen”, zegt Wouter De Ridder, griffier bij het Comité I. “Tegelijk zitten we zoals veel diensten al jaren in een besparingsmodus. We hebben de indruk dat onze impact op de diensten nog volstaat, maar budgettair zitten we met een probleem. Onze impact kan daardoor op termijn verminderen.”

Eind vorig jaar berichtte de zakenkrant De Tijd dat onder meer die toezichthouder het budgettair lastig heeft, een probleem waar al in 2014 voor werd gewaarschuwd.

Spionagemethodes

Vandaag blijkt dat het Comité I bepaalde onderzoeken niet meer kan uitvoeren omdat er te veel ander werk is. Het gaat om toezichtsonderzoeken, die ingaan op meer algemene kwesties bij de inlichtingendienst. “Een onderzoek naar de veiligheidsscreenings door de Staatsveiligheid hebben we on hold moeten zetten omdat onze dienst te weinig mensen telt”, zegt De Ridder.

Doordat de inlichtingendiensten steeds vaker die vernieuwde spionagemethodes toepassen, vragen de controles daarop meer tijd en energie. Tegelijk is het Comité I verantwoordelijk geworden voor toezicht op de databank over Syriëstrijders bij het Ocad, is ze betrokken bij de instantie waar mensen beroep kunnen aantekenen als ze geen veiligheidsmachtiging krijgen, én komt daar in de toekomst nog de controle op de databank met passagiersgegevens bij. “De grenzen zijn bereikt”, zegt De Ridder.

Bron » De Standaard

Baas militaire spionnen stapt op

Luitenant-generaal Eddy Testelmans neemt ontslag als baas van de Militaire Veiligheidsdienst Adiv na een kritische interne brief over zijn dienst.

“Er is maar één oplossing voor deze toestand en die bestaat erin mijn mandaat ter beschikking te stellen. Alleen zo kan de rust terugkeren.” Dat bevestigt Eddy Testelmans in een gesprek met De Standaard. “Ik ga niet verbitterd weg uit deze prachtige functie. Defensie heeft mij heel veel gegeven en daar ben ik dankbaar voor.”

De Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid (Adiv) is de militaire tegenhanger van de bij het grote publiek beter bekende Staatsveiligheid. Er werken 600 mensen, evenveel als bij de Staatsveiligheid. Beide diensten hebben de laatste jaren maar één grote prioriteit: de terreurbestrijding.

Maar bij Adiv rommelt het al geruime tijd. Eén dienstdoend hoofdcommissaris en zeven commissarissen schreven eind 2016 een bijzonder kritische brief over de toestand van hun dienst naar minister van Defensie Steven Vandeput (N-VA) en de opperbevelhebber van het leger, Marc Compernol.

Fouten en wantrouwen

De inhoud van de zes pagina’s lange brief lekte vorige week uit in De Standaard. De beschuldigingen in de brief zijn niet min: interne concurrentiedrang, foutieve doorstroming van informatie, verwarrende communicatie met binnen- en buitenlandse partners en wantrouwen tussen de ­verschillende afdelingen onderling.

Allemaal zaken die in een inlichtingendienst anno 2017 onder de huidige terreurdreiging niet horen te gebeuren, en die politiek bijzonder gevoelig liggen. Zeker na het rapport van de parlementaire onderzoekscommissie naar de aanslagen van 22/3, waarin aangedrongen wordt op meer en betere samenwerking tussen de veiligheidsdiensten.

“Mijn kop moet rollen”

Het comité I dat de inlichtingendiensten controleert, is daarom in januari begonnen met een onderzoek naar de feiten die in de brief worden beschreven. Maar Eddy Testelmans wil niet wachten op de resultaten van het onderzoek. Hij houdt de eer aan zichzelf, maar hij ziet zijn vertrek niet als een schuldbekentenis en is bijzonder hard voor de mensen die hem aanvallen.

“Ik doe dit in het belang van de dienst. Ik kan niet wachten tot het comité I klaar is met zijn onderzoek. Die tijd is er gewoon niet”, zegt hij. “Ook al heb ik vertrouwen in de afloop. Het feit dat de brief gelekt is, toont dat deze mensen niet het belang van Adiv voor ogen hebben. Ze zouden doorgaan tot mijn kop is gevallen. Een inlichtingendienst kan zich dat niet veroorloven.”

“Die mensen verspreiden halve waarheden en hele leugens. Ze schrikken er zelfs niet voor terug om te dreigen gevoelige of geclassificeerde informatie over zeer gevoelige inlichtingenoperaties te delen met mensen die hiervan niet op de hoogte mogen zijn. Met hen kan ik onmogelijk nog werken op basis van vertrouwen.”

“Deze dingen brengen Adiv en al zijn medewerkers die alle dagen het beste van zichzelf geven, in diskrediet, zowel bij de nationale partners als op internationaal vlak. Niet alleen ik word door het slijk gehaald.”

Personeelsgebrek

Testelmans wijt de onvrede bij een deel van zijn personeel grotendeels aan “frustratie ingevolge een schrijnend gebrek aan mensen voor almaar toenemende verantwoordelijkheden.” Toch is hij niet ontevreden als hij de balans opmaakt van zijn werk sinds zijn aantreden in 2012.

“Er staan kritische opmerkingen in het eindrapport van de parlementaire commissie, maar die blijven binnen de perken en het rapport vermeldt ook dat we ons tijdig hebben aangepast. We zijn erin geslaagd om de ontwikkeling van Adiv tot een moderne, militaire inlichtingendienst – met toegang tot de moderne communicatiemiddelen – in het regeerakkoord te krijgen. De stap van de Koude Oorlog naar de 21ste eeuw.”

“Tegen 2030 zal het aantal personeelsleden van Adiv met 60 procent gegroeid zijn. Wij rekruteren tegen het einde van dit jaar ongeveer 50 burgerpersoneelsleden. We zijn erin geslaagd om de wet te laten goedkeuren die de Dienst in het buitenland meer armslag geeft. Onze cybercapaciteit groeit, we hebben burgers in leidinggevende functies en ons satellietmateriaal wordt vervangen. Al gaat het traag, dat zijn allemaal belangrijke zaken.”

Testelmans neemt nu ontslag bij Adiv maar hij zal tot aan zijn pensioen eind dit jaar nog enkele opdrachten binnen Defensie uitvoeren. Zijn opvolger aan het hoofd van Adiv wordt naar alle waarschijnlijkheid generaal Claude Vandevoorde, de kabinetschef van minister van Defensie Steven Vandeput (N-VA). Vandevoorde is F16-piloot en leidde lang de luchtcomponent.

Bron » De Standaard