Topman Staatsveiligheid hoopt op verdubbeling van zijn personeel

De Staatsveiligheid zou uitzicht moeten krijgen op een groeipad naar dubbel zoveel personeel. Dat heeft topman Jaak Raes gezegd in de onderzoekscommissie naar de aanslagen van 22 maart. “Je kan de citroen niet eeuwig blijven uitpersen.”

“Een verdubbeling? Dat is niet veel meer dan waar we echt nood aan hebben om te kunnen werken. Ik durf dat te vragen, ja”, zo klonk het, onder meer verwijzend naar de meer dan twintigduizend overuren die nog openstaan bij de dienst.

Ook meer geld voor ICT en meer werkingsmiddelen zijn volgens Raes nodig. Hij wees er op dat zusterdiensten in Nederland, Zweden en Spanje twee tot drie keer zoveel mensen tellen en kunnen rekenen op budgetten die tot vijf keer hoger liggen dan de 45 miljoen euro van de Staatsveiligheid.

Raes beseft dat een verdubbeling van vandaag op morgen niet mogelijk is. “Maar ik denk dat het toch verstandig zou zijn om een groeipad aan te geven. Gespreid over de tijd moet toch wel een inspanning mogelijk zijn die de moeite waard is.”

Grote vertraging

De administrateur-generaal gaf toe dat de Staatsveiligheid al recht heeft op een deeltje van de 400 miljoen euro provisie die de regering-Michel voor veiligheid heeft vrijgemaakt. “Maar er zit grote vertraging tussen het moment van de aankondiging en het moment dat middelen effectief ter beschikking zijn”, betreurde hij. “Op dit ogenblik is er van de gevraagde 7,3 miljoen extra budget exact 1,7 miljoen verkregen.”

Hallucinant, zo vond cdH-Kamerlid Georges Dallemagne. “Het wordt hoog tijd dat u de middelen krijgt die u nodig hebt. Het is nodig dat die boodschap eindelijk doordringt en dat de regering stopt met bricoleren met enkele honderden miljoenen euro die een jaar later nog steeds niet verdeeld zijn”, hekelde Dallemagne. En de cdH’er trok nog grotere ogen toen hij hoorde dat nu pas gewerkt wordt aan een KB dat de Staatsveiligheid toegang geeft tot de Algemene Nationale Gegevensbank van de federale politie.

Eén grote databank met daarin alle informatie van politie, gerecht en inlichtingendiensten rond terrorisme en extremisme, ziet Raes niet zitten. “Ik ben tegen één grote databank waar iedereen maar wat in kan graaien naar hartenlust. Dat zint mij niet”, klonk het in reactie op een vraag naar het pleidooi van OCAD-topman Paul Van Tigchelt voor een soort kruispuntbank rond terrorisme en extremisme.

Doodvonnis

Raes onderstreepte meermaals dat geclassificeerde informatie – zeker die afkomstig uit het buitenland – met de nodige omzichtigheid behandeld moet worden. Want als buitenlandse diensten vinden dat we niet langer betrouwbaar met hun informatie omspringen, zal ons land snel op droog zaad komen te zitten.

Niettemin beseft Raes naar eigen zeggen maar al te goed het belang van de uitwisseling van informatie, ook met het OCAD. “Zeker onder mij is de Staatsveiligheid zeker niet terughoudend geweest voor het aanleveren van informatie. Zouden we dat wel zijn, dan tekenen we ons eigen doodvonnis en dat ben ik nog niet van zin”, klonk het.

Net als de sprekers voor hem – onder wie luitenant-generaal Eddy Testelmans van de militaire inlichtingendienst ADIV – benadrukte Raes dat de cultuuromslag intussen helemaal is gemaakt en dat de inlichtingen- en veiligheidsdiensten intussen volop samenwerken, coördineren en inlichtingen uitwisselen. Niet zelden zwaaide Groen-Kamerlid Stefaan Van Hecke daarop met kritische rapporten van de comités P en I – onder meer over de aanloop naar de aanslagen in Parijs – om daar toch de nodige vraagtekens bij te plaatsen.

“Judiciarisering”

Wat het inlichtingenwerk volgens Raes danig bemoeilijkt en het speelveld van de Staatsveiligheid verkleint, is de steeds toenemende “judiciarisering”. Of met andere woorden: door over elk mogelijk stukje en brokje informatie meteen een proces-verbaal op te stellen en het gerechtelijk te behandelen, worden de mogelijkheden van de inlichtingendiensten beknot en moeten ze veel meer op hun tellen passen om het gerechtelijk onderzoek niet te schaden.

“Het is logisch dat men geen risico’s wil lopen. Maar de typisch Belgische reactie is dan natuurlijk het vertrouwen compleet en enkel af te stemmen op het strafonderzoek”, betreurt Raes. “Het is nochtans nogal eenzijdig te denken dat enkel en alleen een gerechtelijke vervolging een oplossing zou zijn.” Raes is niet de eerste die het probleem aankaart. Ook toplui als federaal procureur Frédéric Van Leeuw, procureur-generaal Johan Delmulle en Eddy Testelmans van ADIV stelden de toenemende judiciarisering elk vanuit hun optiek aan de kaak.

Wat dan met de strafbaarstelling van handelingen in de voorbereiding van terreurdaden, zo wilde Carina Van Cauter (Open Vld) weten. Ze heeft daarover immers samen met N-VA net een wetsvoorstel klaar, dat deze week nog behandeld wordt in het parlement. “Judiciarisering bemoeilijkt het inlichtingenwerk, ik kom daar niet op terug”, zo reageerde Raes.

Disruptie

De topman van de Staatsveiligheid liet tot slot verstaan dat hij actiever wil worden in “disruptie”, of het verstoren van extremistische activiteiten. “Daarmee bedoel ik het dermate verstoren van bepaalde schadelijke activiteiten opdat ze niet langer zouden plaatsvinden of de schadelijkheid ervan wordt teruggebracht”, klonk het. Denk bijvoorbeeld aan het aankondigen dat de Staatsveiligheid een bepaalde bijeenkomst of activiteit zal opvolgen en nauwlettend in de gaten zal houden wie daar zal zijn. “We hebben dat al gedaan en de activiteit heeft toen niet plaatsgevonden.”

“Dus als we tot op vandaag onze rol vaak beperkten tot het louter informeren van autoriteiten, denk ik dat we nu actiever moeten proberen communiceren over inlichtingen die we hebben, eventueel vergezeld van beleidsadvies”, zo vatte Raes het samen.

Over de aanslagen van 22 maart zelf – per slot van rekening toch de kern van de onderzoekscommissie – bleef Raes net als veel van de sprekers de voorbije weken bijzonder op de vlakte. Na afloop van het publieke gedeelte ging hij achter gesloten deuren wel nog zowat een half uur in op een reeks vragen vanuit de commissie.

Bron » De Morgen

Informatie uitwisselen met buitenlandse inlichtingendiensten binnenkort makkelijker

Minister van Justitie Koen Geens (CD&V) en zijn collega van Defensie Steven Vandeput (N-VA) hebben een richtlijn klaar die de samenwerking en informatie-uitwisseling met buitenlandse inlichtingendiensten regelt. Dat meldt het weekblad Knack vandaag. Bedoeling is dat de ontwerptekst deze maand ter sprake komt tijdens de Nationale Veiligheidsraad.

In de richtlijn worden buitenlandse inlichtingendiensten ingedeeld in verschillende categorieën. Dat gebeurt op basis van diverse criteria, zoals het democratisch gehalte van een land en het belang van zo’n dienst voor de kennis van het onderwerp. De categorieën bepalen de aard en de mate van samenwerking en informatie-uitwisseling. Details over de precieze inhoud wil de regering niet kwijt.

Sterke toename

Uit cijfers die Knack bij het kabinet-Justitie verkreeg, blijkt dat de informatie-uitwisseling de voorbije jaren sterk is toegenomen. In 2010 maakte de Staatsveiligheid nog 2.292 nota’s over aan buitenlandse correspondenten. Dit jaar staat de teller al op 3.377 nota’s.

Tegen het einde van het jaar zullen dat er vermoedelijk meer dan 5.000 zijn. De militaire inlichtingendienst ADIV heeft op het vlak van terreurbestrijding sinds begin 2014 meer dan 6.000 documenten ontvangen van buitenlandse diensten en bijna 4.000 documenten uitgestuurd.

Toezichtsorganen

Overigens gaan de toezichtsorganen op de inlichtingendiensten – bij ons het Comité I – van vijf landen gelijktijdig de problematiek van de internationale uitwisseling van persoonsgegevens van Syriëstrijders onderzoeken. Behalve België gaat het om Nederland, Zwitserland, Noorwegen en Denemarken.

Bron » De Morgen

Privacyregels voor geheime diensten

Voor de eerste keer in haar 185-jarige bestaan mag de Staatsveiligheid uw gegevens niet meer eindeloos bijhouden, zo schrijft De Tijd. De inlichtingendienst zal alle persoonsgegevens die hij bewaart na vijftig jaar moeten vernietigen. Gegevens die al sneller nutteloos blijken voor de opdracht van de dienst moeten al sneller verdwijnen.

Dat staat in een Koninklijk Besluit dat al jaren op zich laat wachten en woensdag in het Staatsblad verschijnt. De nieuwe regels zijn ondertekend door minister van Justitie Koen Geens (CD&V), bevoegd voor de Staatsveiligheid, en minister van Defensie Steven Vandeput (N-VA), bevoegd voor de militaire inlichtingendienst die de nieuwe privacyregels ook moet naleven.

Slechts in zeer uitzonderlijke gevallen zullen onze geheime diensten welbepaalde persoonsgegevens langer dan vijftig jaar mogen bijhouden. Maar dan wordt elke vijf jaar geëvalueerd of die gegevens nog langer nuttig zijn. Een ‘raadgever bescherming van de persoonlijke levenssfeer’ zal bij de Staatsveiligheid toezien op de vernietiging van de gegevens.

Bron » De Morgen

Kabeltap stuit op hevige kritiek

De privacycommissie verzet zich tegen het massaal onderscheppen van communicatie die via de kabel verloopt. ‘Dit begint op massasurveillance te lijken.’

De regering heeft in maart een voorstel goedgekeurd over de herziening van de wet op de Bijzondere Inlichtingenmethoden. Die moet de inlichtingendiensten – de Staatsveiligheid en de militaire ADIV – meer armslag geven in de strijd tegen terreur.

Voor het merendeel van deze ‘afluisterwet’ geeft de privacycommissie groen licht. Maar haar specialisten verzetten zich tegen het aftappen van communicatie via (glasvezel)kabels. ADIV zou daar binnen twee jaar mee starten. Het gaat om buitenlandse berichten, of om berichten vanuit het buitenland naar België.

Alle providers die in ons land diensten aanbieden over de kabel (ook de online berichtendiensten zoals WhatsApp) kunnen dan verplicht worden om de militaire inlichtingendienst toegang te geven tot conversaties. Volgens de privacycommissie is deze vorm van kabeltap echter niet proportioneel.

“Deze werkwijze zou ADIV toelaten een gegevensstroom te onderscheppen die buitensporig is in het licht van het beoogde doeleinde.” Het advies van de commissie is niet bindend. De kans dat defensieminister Steven Vandeput (N-VA) zijn plannen weer intrekt lijkt dan ook klein.

Bron » De Morgen

Privacycommissie keurt kabeltap af

In een advies aan de regering spreekt de Privacycommissie zich nadrukkelijk uit tegen het massaal onderscheppen van communicatie die via de kabel verloopt, zo schreef weekblad Knack gisteravond op zijn website.

De ministerraad keurde midden maart een voorstel goed over de herziening van de wet op de Bijzondere Inlichtingenmethoden. Daarmee werd de toolbox van de Staatsveiligheid en de militaire inlichtingendienst ADIV uitgebreid. De Privacycommissie moest wel nog haar advies geven over de wet, wat ze gisteren overmaakte aan de regering.

Voor het gros van de privacygevoelige elementen uit de nieuwe “afluisterwet” geeft de Privacycommissie groen licht. Op zes punten geeft de Privacycommissie echter een negatief advies, onder meer over het massaal aftappen van communicatie die via (glasvezel)kabels verloopt.

De militaire inlichtingendienst ADIV wil binnen twee jaar met de kabeltap van start te gaan. Alle providers die in België diensten aanbieden over de kabel (zoals bijvoorbeeld WhatsApp) kunnen verplicht worden tot medewerking.

“De Commissie staat afkerig tegen een dergelijke werkwijze die de ADIV zou toelaten een gegevensstroom te onderscheppen die buitensporig is in het licht van het beoogde doeleinde en sterk begint te lijken op massasurveillance”, klinkt het in het advies aan de regering, dat Knack kon inkijken. “In tegenstelling tot wat in de toelichting vermeld staat laat de wettekst op zich wel degelijk toe dat aan massacaptatie wordt gedaan.”

Het advies van de Privacycommissie is niet bindend.

Bron » De Morgen