Geen verrassing dat rijkswacht wordt genoemd bij Bende

Journaliste Hilde Geens kreeg de voorbije dagen de ene telefoon na de andere, ze hoopt op DNA-onderzoek en meer bekentenissen en toch vreest ze voor tegenwerking en valse sporen.

Journaliste Hilde Geens uit Kortenaken volgt het onderzoek naar de Bende van Nijvel al jaar en dag. Ze heeft ook verschillende boeken over het Bende-onderzoek geschreven. Hilde is helemaal niet verrast dat Chris B, mogelijk de reus, lid was van de groep Diane en later bij de rijkswacht werkte:

“Dat de rijkswacht betrokken was bij de Bende van Nijvel is een piste zo oud als het onderzoek zelf. De bekendste namen zijn Bouhouche en Beijer. Die hadden blijkbaar ook contact met Chris B, de man die tegen zijn broer verteld heeft dat hij de reus is.”

Geen DNA-onderzoek

Ze vindt het ook vreemd dat de speurders nu pas met de foto van de man in Aalst zijn rondgegaan en dat zijn collega’s de gelijkenis nooit hebben gezien. Hilde Geens begrijpt niet dat er geen DNA-onderzoek komt.

“Meer dan waarschijnlijk heeft de genoemde reus bij de rijkswacht en later de politie in Aalst aan een bureau gezeten met boven hem de robotfoto’s van de Bende van Nijvel. Zeer bizar dat niemand van zijn collega’s hem herkend heeft. Het blijft ook vreemd hoe getuigen robotfoto’s hebben kunnen maken onder hypnose van de aanslagen in Overijse en Aalst waar de overvallers maskers droegen. En waarom komt er geen DNA-onderzoek, er is immers DNA van de overvallers en de verdachte reus mag dan verast zijn, zijn broer kan toch DNA afstaan”.

Bron » Radio 2

Slachtoffer getuigt: “Eén van de daders herkend op rijkswachtbureau”

Nu er mogelijk een doorbraak is in het dossier van de Bende van Nijvel, hebben verschillende slachtoffers vandaag hun verhaal gedaan. Bozidar Junior Djuroski herkende in de rijkswachtkazerne een van de daders, maar werd afgewimpeld. En de familie Palsterman werd zelfs nooit ondervraagd. Hun advocaat, Walter Van Steenbrugge, vraagt een nieuw onderzoek.

Bozidar Junior is een slachtoffer van de Bende-overval op de Delhaize van Eigenbrakel op 27 september 1985. Bij die overval kwamen vijf mensen om het leven. Zelf raakte hij zwaargewond, zijn vader Bozidar Senior Djuroski werd doodgeschoten.

De man beweert nu één van de bendeleden nadien herkend te hebben in het rijkswachtbureau van Aalst, waar hij als getuige een verklaring moest gaan afleggen. Dat gebeurde weken na de overval, na een lang verblijf in het ziekenhuis. “In een gang van de rijkswachtkazerne in Aalst kwam ik een persoon tegen met hetzelfde uiterlijk als één van de moordenaars die voor mij heeft gestaan”, zei hij in een interview op TV Oost Nieuws.

Bozidar herkende zijn gezicht, maar durfde zijn vermoeden eerst niet uit te spreken. Pas tien jaar later kwam hij ermee naar buiten. Hij werd opnieuw ondervraagd en haalde de foto van de man uit een line-up. De man op de foto was een rijkswachter. Maar Bozidar Junior werd afgewimpeld. “De speurders die zich ontfermden over de Bende van Nijvel hebben er onderzoek naar gedaan en zeiden mij dat hij niets met die feiten te maken had”, aldus Bozidar Junior.

Maar het slachtoffer was pertinent zeker van wat hij gezien heeft. Hij kan zich het gezicht van de moordenaar nog heel goed herinneren. “Plots zei mijn vader: buk je! Voor ik dekking zocht, zag ik iemand schieten. We hoorden lawaai alsof er bommetjes ontploften. En ik raakte gewond. Ik ben bij bewustzijn gebleven en ging hulp halen in de Delhaize. Toen mijn vader zei dat ik mij moest bukken, zag ik een man op vijf of zes meter van onze bestelwagen staan. Hij schoot en ik zag zijn gezicht. Hij had een strenge, expressieve en donkere aanblik.”

Sinds zijn laatste verklaring heeft Bozidar Junior Djuroski niets meer gehoord van de speurders. Hij hoopt dat de waarheid dan ook snel aan het licht komt. “Psychisch is het moeilijk, en ik zou graag hebben dat er resultaat wordt geboekt. En dat wij en de andere families onze rouwperiode kunnen afsluiten.”

“Nooit ondervraagd”

Diederik en Nathalie Palsterman verloren hun vader tijdens de bloedige aanslag in de Delhaize van Aalst. “We gingen die avond naar de Delhaize”, vertelden de twee vanavond in Terzake. “Wij zijn de winkel binnengegaan, vader ging tanken aan de overkant en we hebben hem nooit meer gezien.”

Broer en zus klagen aan dat ze nooit meer informatie hebben gekregen. “De kogels waren door de zijruit gegaan, en toch zaten ze in zijn achterhoofd. We zijn pas onlangs te weten gekomen hoe dat kwam. Dat is men ons nooit komen vertellen”, aldus Diederik, die zelfs nooit ondervraagd is. “Ik was binnen in de winkel met mijn zus. Elk klein element was belangrijk, maar daar werd nooit naar gevraagd. Er was niemand geïnteresseerd.”

De familie Palsterman hoopt nu eindelijk de nodige antwoorden te krijgen, maar heeft alle vertrouwen in justitie verloren. “Er is zoveel gesjoemeld in dit dossier. Het belangrijkst zijn de opdrachtgevers, de mensen die al 32 jaar het potje dichthouden, die er alles aan doen om de waarheid niet naar boven te laten komen. Als minister van Justitie kan je van alles verwezenlijken, maar de funderingen van justitie zijn rot en je kan geen geloofwaardige justitie bouwen op rotte funderingen.”

“Nieuwe start van onderzoek”

Meester Walter Van Steenbrugge, advocaat van de familie Palsterman, heeft aan minister Geens de nodige middelen gevraagd om de zaak eindelijk te kunnen oplossen. Dat zei hij vanavond in Terzake. Hij vraagt om een nieuwe start van het onderzoek.

“Ik vraag in eerste instantie om ons de middelen te geven om het dossier volledig te lezen. Ik durf er gif op innemen dat de puzzelstukken dan in elkaar vallen”, zegt hij. “Wat nu dringend moet gebeuren, is dat er een team wordt aangesteld van meerdere onderzoeksrechters, zoals dat in onze buurlanden gebeurt voor dergelijke grote dossiers. Als de middelen er zijn en men laat ons toe het dossier in te kijken, ben ik er zeker van: dit raakt opgelost.”

Bron » De Morgen

Van Rossem over onderzoek naar Bende van Nijvel: “België is maffiastaat waar niemand nog valt te vertrouwen”

De onthullingen rond de Bende van Nijvel van afgelopen weekend blijft over de tongen gaan. Ook ex-politicus Jean-Pierre Van Rossem spreekt zich op Facebook nu uit over het nieuws. Hij noemt ons land daarin een ‘maffiastaat’.

Jean-Pierre Van Rossem liet vooral in de jaren ‘80 en ‘90 van zich spreken met een eigen partij en met kritiek op de toenmalige Belgische politiek. En ook nu spaart hij zijn kritiek niet: “Er moet dringend een onderzoek komen naar het onderzoek”, zo zegt Van Rossem in meerdere Facebookposts.

“Ofwel zijn de onderzoekers in het Bende-dossier compleet onbekwaam, ofwel kregen ze instructies van hoger hand niets met de namen te doen.” Dat onderzoek moet volgens Van Rossem gevoerd worden door “onbevoordeelde, professionele magistraten die zich realiseren dat “België een landje is dat alle ingrediënten van een maffiastaat bevat waar niemand nog te vertrouwen valt.”

Van Rossem vindt dat de overvallen van de Bende van Nijvel “misdaden zijn tegen de mensheid”, en dus zou dit onderzocht moeten worden door het Internationaal Strafhof in Den Haag, vindt Van Rossem.

Zelf kreeg hij naar eigen zeggen in 1995 bezoek van een voormalige gangster. Die vertelde hem dat er niet één maar wel drie reuzen van de Bende van Nijvel waren geweest.

“Allen maakten ze deel uit van de rijkswacht. Toen ik hem vroeg of het gerecht daarvan op de hoogte was, bevestigde hij mij dat hij de drie namen had doorgespeeld aan onderzoeksrechter Ancia uit Luik die toen het onderzoek in de moord op Cools leidde. Als dat waar was dan zat de naam van C.B. (de Reus, red.) al minstens sedert 1995 in een gerechtelijk dossier. […] Dat er tot zijn dood in 2015 niets met de naam werd gedaan, valt moeilijk te geloven.”

Bron » Gazet van Antwerpen

“Het geheim van het onderzoek dient niet om de waarheid te verbergen”

Strafrechter en voormalig lid van zowel comité P als Comité I Walter De Smedt over de meest recente ontwikkelingen in het dossier rond de Bende Van Nijvel.

Na een vergadering met de procureurs-generaal drong de justitieminister Koen Geens er dit weekend op aan dat het geheim van het onderzoek wordt gerespecteerd. De geheimhouding van het vooronderzoek, wat is dat voor iets? Waarom werd het ingevoerd? Mag de Burger dan niet weten wat er meer dan een kwarteeuw is gebeurd en waarom de feiten niet konden opgelost worden?

‘Het geheim van het onderzoek dient niet om de waarheid te verbergen’

Het oorspronkelijke vooronderzoek zoals het tijdens de Franse Revolutie ontstond was geheel openbaar. Dat had zijn reden: het Volk wou weten hoe er werd onderzocht, wat de gehele waarheid was. Deze openbaarheid had evenwel ook nadelen: het belette wel meer het onderzoek en het vinden van de daders en voor wie er onschuldig in vernoemd werd was de schade nadien moeilijk te herstellen.

Daarom werd het onderzoek opgesplitst in twee delen: het voorlopig vooronderzoek werd geheim en het definitief onderzoek voor de strafrechter bleef openbaar. Ook de reden van de geheimhouding bleef: de voortgang van het onderzoek en de bescherming van de betrokkenen. Deze geheimhouding is dus niet absoluut: die dient niet om ‘disfuncties’ of misdrijven te verbergen.

Knelpunt

Het geheim van het vooronderzoek was één van de knelpunten in het Bendedossier. De oorzaak daarvan lag in het bestaan van hoofdzakelijk twee grote pistes: De Nijvelse procureur De Prêtre hield het bij hoog en bij laag bij ‘ Les Zozo’s‘, de piste van de gekke criminelen. Ook het Dendermondse Delta team volgde deze piste en was overtuigd van de betrokkenheid van de bende De Staerke.

Er was ook dé andere piste: deze van de ontwrichting van de Staat. In deze piste ging de aandacht naar de mogelijke betrokkenheid van bepaalde diensten uit de Rijkswacht en de inlichtingendiensten, zowel de Staatsveiligheid als de Militaire veiligheid. De laatste piste gaf natuurlijk een bijzondere betekenis aan het strikt bewaakte geheim: ging het er om het onderzoek niet te beletten of de betrokkenen niet te schaden, of ging het om een bescherming van de betrokken diensten, ‘la Raison d’Etat‘?

De commissie-Franchimont die de door het Bendeonderzoek vastgestelde knelpunten in het vooronderzoek moest wegnemen voerde een maatregel in om de geheimhouding van het voorlopig vooronderzoek aan te passen aan de maatschappelijke vereisten: zowel de procureur als de advocaat van de verdediging konden mededelingen doen “wanneer het openbaar belang het vereist”.

Openbaar belang

Op zich moet de vraag worden gesteld wat nog de zin is van de geheimhouding meer dan een kwarteeuw na de feiten: wat kan het onderzoek nog belemmeren, wie zal er nu nog op de vlucht gaan, wie van de nabestaanden kan er nog door geschaad worden? Aan de andere kant staat het openbaar belang, en dat is, zo lang nadien, nog even groot, en zelfs nog gevoelig toegenomen. De periode na de bendeaanslagen is immers gekenmerkt door een gevoelige versterking van de diensten en de aanpassingen in de wijze waarop er nu onderzocht en vervolgd wordt gebeurden voornamelijk om de sterke Staat te dienen. De theorie van de ontwrichting van de Staat om deze sterker te kunnen maken is meer dan ooit actueel.

Raison d’Etat

Van de Staat mag je niet verwachten dat die zijn eigen disfuncties met enthousiasme gaat onderzoeken. De Staat bestaat immers uit personen die er functies en bevoegdheden in uitoefenen en die daarvoor ook aansprakelijk en verantwoordelijk zijn. Dat die verantwoordelijken er alles aan doen om hun aandeel in de disfuncties geheim te houden bleek nog recentelijk uit de laattijdige revelaties van reeds lang bestaande schandalen in de openbare sector: de graaicultuur.

Hoe sterk de er mee samenlopende cultuur van geheimhouding wel is bleek ook uit de ondoelmatigheid van het instituut dat na de bendeaanslagen werd opgericht juist om disfuncties in de politie- en inlichtingendiensten te onderzoeken: de Vaste Comité’s van Toezicht. Wat heeft het onderzoek door deze instellingen in het onderzoek naar de Bende bijgebracht? Voor zover ik weet niets. Meer nog, als lid van beide comité’s heb ik meermaals getracht onderzoek in die richting te doen, maar dat werd telkenmale afgeblokt.

Openbaar belang

Wat is nu nog het belang van de bendedossiers? Wie van de daders is nog in leven? Welke straf kunnen zij nu nog krijgen en hoe gaat deze worden uitgevoerd? Anderzijds zijn er ook andere wijzen om de waarheid te dienen: daar dient de wetenschappelijke benadering en de onderzoeksjournalistiek voor.

Dat de waarheid kan komen van een wetenschappelijke benadering is duidelijk aangetoond door het voortreffelijke werk door het Studie- en Documentatiecentrum Oorlog en Hedendaagse Maatschappij (CEGESOMA) naar de moord op de communisteleider Julien Lahaut. Wie de waarheid wil kennen over wat toen mogelijk was en is kunnen gebeuren moet absoluut de boeken over de moord lezen. In het laatste van Emmanuel Gerard, Widukind De Ridder en Françoise Muller wordt het verpletterende geheim van ” la Belgique à papa “, zoals Knack-redacteur Walter Pauli het noemde, toegelicht.

Deze revelatie over de moord is veel meer dan een spannende politieroman : het is de weergave van wetenschappelijk onderzoek naar een politieke moord die gepleegd werd door een uit het verzet tegen het nazi regime voortkomende organisatie, minstens met medeweten van de hoogste gezagdragers, en gefinancierd door de haute finance, waarbij het gerechtelijk onderzoek, door de werking van de organisatie, vakkundig kon worden belemmerd.

Ook onderzoeksjournalistiek aan banden leggen?

Dat ook de goede onderzoeksjournalistiek de waarheid dient werd onder meer bewezen door het volgehouden onderzoek van wijlen Walter De Bock over de moord op André Cools: het heeft heel lang geduurd voor aleer zijn piste door het gerechtelijk onderzoek werd aanvaard. En ook in de bendedossiers leverde Walter belangrijke bijdragen die allen de piste van de ontwrichting van de Staat dienden, reden waarom zijn verhoor, zoals dat van de wetenschappers, in de Gladio-commissie die het naoorlogse verzetsnetwerk Stay Behind onderzocht, hoewel die reeds op de agenda stonden, nooit zijn doorgegaan.

Dat justitieminister Koen Geens aandringt om de geheimhouding te respecteren is vanuit zijn opzet erg begrijpelijk: revelaties over mogelijke betrokkenheid van een overheidsdienst als de Rijkswacht dienen zijn justitiehervorming niet vermits die vooral tot doel heeft de Staat nog sterker te maken. Overigens was dat ook de reden waarom hij de bestraffing van lekken uit een onderzoek verhoogde tot drie jaar en toeliet dat voor de opsporing ervan Bijzondere Methoden worden gebruikt. Is het ‘chilling effect’ van die ingreep voldoende om ook de onderzoeksjournalistiek over de Bendeaanslagen verder aan banden te leggen?

Bron » Knack | Walter De Smedt

“Onderzoeken in richting van rijkswachters waren vaak niet grondig, coherent en snel genoeg”

“Heel belangrijk nieuws.” Zo reageert professor Cyrille Fijnaut op de mogelijke identificering van “de Reus” van de Bende van Nijvel. Twee jaar lang nam Fijnaut het onderzoek naar de Bende van Nijvel onder de loep in de parlementaire onderzoekscommissie. “Daar heb ik moeten vaststellen dat de onderzoeken in de richting van de rijkswachters vaak niet grondig genoeg waren, niet coherent genoeg gebeurden en ook niet snel genoeg”, zegt hij in De Ochtend.

Een ex-rijkswachter, die ook lid was van de Groep Diane, zou twee jaar geleden op zijn sterfbed bekend hebben dat hij lid was van de groep die meer dan dertig jaar geleden een resem geweldadige overvallen pleegde. “In de jaren 1982 en verder zijn er allerlei onderzoeken geweest in de richting van rijkswachters en eenheden van de rijkswacht. Dan praat je over tientallen rijkswachters. Ik weet niet of de betrokkene waar het nu over gaat, behoort tot die groep van rijkswachters. Maar het zou me helemaal niet verbazen dat dat het geval is”, stelt professor Fijnaut.

Volgens Fijnaut is er al veel gezegd en geschreven over de mogelijke linken tussen de Bende van Nijvel en de rijkswacht. “Bij vlagen ook zekere onzin. Maar ik heb wel moeten vaststellen in mijn onderzoeken dat in het algemeen de onderzoeken in de richting van de rijkswachters – die 30-tal op zijn minst – vaak niet grondig genoeg waren, niet coherent genoeg gebeurden en ook niet snel genoeg.”

“Spijtig dat er destijds bij PS geen animo was voor regeling rond kroongetuigen”

Dat “de Reus” – of toch zeker een van “de Reuzen”- van de Bende van Nijvel na ruim 30 jaar mogelijk is geïdentificeerd, noemt professor Fijnaut “heel belangrijk nieuws”. “Of het een echte doorbraak is, zal moeten blijken uit het nadere onderzoek dat is ingesteld naar aanleiding van de verklaringen van de broer van die rijkswachter en of die betrouwbaar zijn. Dat is cruciaal.”

In het licht van mogelijke verdere doorbraken in het dossier, is een regeling voor kroongetuigen broodnodig, vindt Fijnaut. “Ik heb dat indertijd al voorgesteld, maar daar was geen animo voor. Met name niet aan de kant van de PS. Dat is heel spijtig. Als het nu zo zou zijn dat een ex-rijkswachter bereid is geweest op zijn sterfbed om verklaringen af te leggen, dan is het wel heel erg dat er tot op dit moment geen regeling bestaat voor kroongetuigen.” Minister van Justitie Koen Geens (CD&V) is daar naar eigen zeggen nu mee bezig.”

“Breng het onderzoek naar het federaal parket”

Op dit moment klinkt opnieuw de vraag om het onderzoek naar de Bende van Nijvel weg te halen uit Wallonië en naar Vlaanderen te trekken. “Om het nu weer naar een ander parket te brengen op het niveau van een arrondissement, lijkt me geen goede zaak”, vindt professor Fijnaut daarover. “Misschien moet je het overdragen naar het federaal parket. Dat bestond niet in de jaren 94-45. Het bestaat nu wel en daar heb je veel ervaring in terrorismedossiers.”

Bron » VRT Nieuws