De vraag bij het Bende-dossier: hoe gaan we om met de staatsmacht?

Het dossier van De Bende van Nijvel is er een van de duistere jaren 80. Maar het is ook veel meer dan dat. Het noopt ons tot een fundamentele vraag: hoe gaan we om met de staatsmacht? Het elitekorps Diane wordt opgericht in 1972, in de nasleep van de aanslagen op de Olympische Spelen in München. Het is een antwoord op een internationale terreurdreiging. Als de feiten die nu aan het licht komen juist zijn, dan is er veel misgelopen bij Diane en de rijkswacht. En dat kon enkel mislopen omdat er onvoldoende controle was.

De democratie worstelt al lang met deze kwestie. We vinden er zelfs sporen van in de Belgische Grondwet van 1831. Deze bepaalt dat rechtszittingen openbaar zijn en dat vonnissen in openbare terechtzitting worden uitgesproken. Vandaag lijkt dat een achterhaalde formaliteit. In 1831 is het een manier om toch enige controle uit te oefenen op de rechterlijke macht, want rechters moeten aan niemand verantwoording afleggen.

Hoe controleert men op afdoende wijze de staatsapparaten? Wie controleert de hoge magistratuur, het college van procureurs-generaal, de onderzoeksrechters, de politietop, … Dit probleem wordt al aangekaart door Montesquieu in zijn L’esprit des lois (1748). Hij schrijft dat de ervaring leert dat wie macht heeft, geneigd is deze te misbruiken. Zijn oplossing is de eenvoud zelve: “Er moeten voldoende checks-and-balances zijn, zo niet loopt het fout.”

Veel veranderd

Er is natuurlijk veel veranderd sinds De Bende van Nijvel actief was. Toen was de rijkswacht onderdeel van defensie. Van enige controle op de rijkswacht was nauwelijks sprake. De rijkswacht is intussen gedemilitariseerd en opgedoekt. Een Comité P en een Comité I controleren de politie en de inlichtingendiensten. Er is een Hoge Raad voor de Justitie. Er zijn ombudsdiensten en nog veel meer. Toch blijft het systeem falen.

In het Bende-dossier hebben gerecht en politie niet alleen gefaald in de jaren tachtig. Ze falen sinds de jaren 80 tot vandaag. Meer dan 30 jaar. De elementen die nu opduiken, komen er via de media, niet via politie, gerecht of parlementaire Bende-commissies. Dit toont het belang aan van de persvrijheid in een democratie.

Gouden regel

We worden vandaag opnieuw geconfronteerd met terreur. We hebben weinig geleerd. De reactie van de politiek bestaat in een voortdurend versterken van politie- en inlichtingendiensten. In een democratie is het echter een gouden regel dat hoe meer macht men toekent aan een staatsapparaat, des te groter de controle moet zijn. Dit controleluik wordt meestal vergeten. Er heerst opnieuw een law-and-ordersfeertje. Na jaren geleden de rijkswacht gedemilitariseerd te hebben, lijkt het er op dat we nu de politie militariseren. Een gezond wantrouwen ten opzichte van staatsapparaten is nochtans ook een onderdeel van de democratie. Dit moet de les zijn van het mismeesterde Bende-dossier.

Ons staatsbestel kreunt onder de afwezigheid van checks-and-balances. Ook de politieke instellingen. Het parlement controleert de regering al lang niet meer. De meerderheid volgt gedwee. Toch kan net het parlement een instrument zijn van democratische controle op het overheidsapparaat. We kunnen de werking van de Comités P en I verfijnen. Een nieuw Comité J, dat een democratische controle uitoefent op justitie, is geen overbodige luxe. Dit alles veronderstelt natuurlijk dat we een gezonde parlementaire democratie worden en het juk van de particratie afwerpen.

Bron » De Morgen | Veerle Wouters & Hendrik Vuye

Waakhond Staatsveiligheid kampt met geldgebrek

De slagkracht van de inlichtingendiensten is recentelijk fors toegenomen. Voor de toezichthouder Comité I geldt het tegenovergestelde. Die moest door geldgebrek zelfs een onderzoek stopzetten. “De grenzen van de besparingen zijn bereikt”, klinkt het.

Sinds mei gelden nieuwe regels voor de inlichtingendiensten. Die update van de wet over de bijzondere inlichtingenmethoden (zoals telefoons afluisteren of mensen schaduwen) is volgens Jaak Raes, de baas van de Staatsveiligheid, een “echte verbetering voor de werking van onze diensten”.

Eén van de belangrijkste veranderingen is de mogelijkheid om telefoons te ‘tappen’ of computers te hacken in dossiers van extremisme. Voorheen kon dat alleen wanneer het ging om bijvoorbeeld terrorisme. Door de update mogen agenten fictieve identiteiten gebruiken tijdens hun werk en is het toegelaten om bij allerlei soorten reisoperators informatie op te vragen: autoverhuurders, busdiensten, sites om kamers te huren enzovoort.

De Staatsveiligheid zette gisteren uiteen hoe ze methodes combineert om betere informatie te verkrijgen. Behalve voor de Staatsveiligheid is er vooral veel veranderd voor de militaire inlichtingendienst ADIV, die beduidend meer slagkracht krijgt in het buitenland.

Controle

“Deze nieuwe wet is een mijlpaal in de wettelijke organisatie van de Belgische inlichtingendiensten”, vindt minister van Justitie Koen Geens (CD&V). Aan de controle op die inlichtingendiensten is echter niets veranderd. Vooraleer ze methodes toepassen die iemands privacy schenden, moeten de geheime diensten goedkeuring krijgen van een commissie met magistraten. Achteraf controleert de toezichthouder Comité I hun werk ook nog. Maar het water staat die waakhond aan de lippen.

“De werklast voor ons is toegenomen”, zegt Wouter De Ridder, griffier bij het Comité I. “Tegelijk zitten we zoals veel diensten al jaren in een besparingsmodus. We hebben de indruk dat onze impact op de diensten nog volstaat, maar budgettair zitten we met een probleem. Onze impact kan daardoor op termijn verminderen.”

Eind vorig jaar berichtte de zakenkrant De Tijd dat onder meer die toezichthouder het budgettair lastig heeft, een probleem waar al in 2014 voor werd gewaarschuwd.

Spionagemethodes

Vandaag blijkt dat het Comité I bepaalde onderzoeken niet meer kan uitvoeren omdat er te veel ander werk is. Het gaat om toezichtsonderzoeken, die ingaan op meer algemene kwesties bij de inlichtingendienst. “Een onderzoek naar de veiligheidsscreenings door de Staatsveiligheid hebben we on hold moeten zetten omdat onze dienst te weinig mensen telt”, zegt De Ridder.

Doordat de inlichtingendiensten steeds vaker die vernieuwde spionagemethodes toepassen, vragen de controles daarop meer tijd en energie. Tegelijk is het Comité I verantwoordelijk geworden voor toezicht op de databank over Syriëstrijders bij het Ocad, is ze betrokken bij de instantie waar mensen beroep kunnen aantekenen als ze geen veiligheidsmachtiging krijgen, én komt daar in de toekomst nog de controle op de databank met passagiersgegevens bij. “De grenzen zijn bereikt”, zegt De Ridder.

Bron » De Standaard

Baas militaire spionnen stapt op

Luitenant-generaal Eddy Testelmans neemt ontslag als baas van de Militaire Veiligheidsdienst Adiv na een kritische interne brief over zijn dienst.

“Er is maar één oplossing voor deze toestand en die bestaat erin mijn mandaat ter beschikking te stellen. Alleen zo kan de rust terugkeren.” Dat bevestigt Eddy Testelmans in een gesprek met De Standaard. “Ik ga niet verbitterd weg uit deze prachtige functie. Defensie heeft mij heel veel gegeven en daar ben ik dankbaar voor.”

De Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid (Adiv) is de militaire tegenhanger van de bij het grote publiek beter bekende Staatsveiligheid. Er werken 600 mensen, evenveel als bij de Staatsveiligheid. Beide diensten hebben de laatste jaren maar één grote prioriteit: de terreurbestrijding.

Maar bij Adiv rommelt het al geruime tijd. Eén dienstdoend hoofdcommissaris en zeven commissarissen schreven eind 2016 een bijzonder kritische brief over de toestand van hun dienst naar minister van Defensie Steven Vandeput (N-VA) en de opperbevelhebber van het leger, Marc Compernol.

Fouten en wantrouwen

De inhoud van de zes pagina’s lange brief lekte vorige week uit in De Standaard. De beschuldigingen in de brief zijn niet min: interne concurrentiedrang, foutieve doorstroming van informatie, verwarrende communicatie met binnen- en buitenlandse partners en wantrouwen tussen de ­verschillende afdelingen onderling.

Allemaal zaken die in een inlichtingendienst anno 2017 onder de huidige terreurdreiging niet horen te gebeuren, en die politiek bijzonder gevoelig liggen. Zeker na het rapport van de parlementaire onderzoekscommissie naar de aanslagen van 22/3, waarin aangedrongen wordt op meer en betere samenwerking tussen de veiligheidsdiensten.

“Mijn kop moet rollen”

Het comité I dat de inlichtingendiensten controleert, is daarom in januari begonnen met een onderzoek naar de feiten die in de brief worden beschreven. Maar Eddy Testelmans wil niet wachten op de resultaten van het onderzoek. Hij houdt de eer aan zichzelf, maar hij ziet zijn vertrek niet als een schuldbekentenis en is bijzonder hard voor de mensen die hem aanvallen.

“Ik doe dit in het belang van de dienst. Ik kan niet wachten tot het comité I klaar is met zijn onderzoek. Die tijd is er gewoon niet”, zegt hij. “Ook al heb ik vertrouwen in de afloop. Het feit dat de brief gelekt is, toont dat deze mensen niet het belang van Adiv voor ogen hebben. Ze zouden doorgaan tot mijn kop is gevallen. Een inlichtingendienst kan zich dat niet veroorloven.”

“Die mensen verspreiden halve waarheden en hele leugens. Ze schrikken er zelfs niet voor terug om te dreigen gevoelige of geclassificeerde informatie over zeer gevoelige inlichtingenoperaties te delen met mensen die hiervan niet op de hoogte mogen zijn. Met hen kan ik onmogelijk nog werken op basis van vertrouwen.”

“Deze dingen brengen Adiv en al zijn medewerkers die alle dagen het beste van zichzelf geven, in diskrediet, zowel bij de nationale partners als op internationaal vlak. Niet alleen ik word door het slijk gehaald.”

Personeelsgebrek

Testelmans wijt de onvrede bij een deel van zijn personeel grotendeels aan “frustratie ingevolge een schrijnend gebrek aan mensen voor almaar toenemende verantwoordelijkheden.” Toch is hij niet ontevreden als hij de balans opmaakt van zijn werk sinds zijn aantreden in 2012.

“Er staan kritische opmerkingen in het eindrapport van de parlementaire commissie, maar die blijven binnen de perken en het rapport vermeldt ook dat we ons tijdig hebben aangepast. We zijn erin geslaagd om de ontwikkeling van Adiv tot een moderne, militaire inlichtingendienst – met toegang tot de moderne communicatiemiddelen – in het regeerakkoord te krijgen. De stap van de Koude Oorlog naar de 21ste eeuw.”

“Tegen 2030 zal het aantal personeelsleden van Adiv met 60 procent gegroeid zijn. Wij rekruteren tegen het einde van dit jaar ongeveer 50 burgerpersoneelsleden. We zijn erin geslaagd om de wet te laten goedkeuren die de Dienst in het buitenland meer armslag geeft. Onze cybercapaciteit groeit, we hebben burgers in leidinggevende functies en ons satellietmateriaal wordt vervangen. Al gaat het traag, dat zijn allemaal belangrijke zaken.”

Testelmans neemt nu ontslag bij Adiv maar hij zal tot aan zijn pensioen eind dit jaar nog enkele opdrachten binnen Defensie uitvoeren. Zijn opvolger aan het hoofd van Adiv wordt naar alle waarschijnlijkheid generaal Claude Vandevoorde, de kabinetschef van minister van Defensie Steven Vandeput (N-VA). Vandevoorde is F16-piloot en leidde lang de luchtcomponent.

Bron » De Standaard

“Amateurisme ten top bij militaire inlichtingendienst”

“Het probleem van de militaire inlichtingendienst Adiv gaat verder dan de persoon van Testelmans (de baas, red.).” Dat meldt Groen in een reactie op de berichtgeving in De Standaard. “De hele top van Adiv weet niet van welk hout pijlen maken.”

“De problemen bij Adiv klinkt jammer genoeg bekend” zegt Wouter De Vriendt, parlementslid voor Groen. Die problemen schetsten acht commissarissen van de militaire veiligheidsdienst Adiv in een zes pagina’s lange brief, waar De Standaard de hand op kon leggen. Daarin spreken ze van interne concurrentiedrang, foutieve doorstroming van informatie en wantrouwen tussen de afdelingen onderling.

In die brief verwijten ze hun baas, luitenant-generaal Eddy Testelmans dat hij niets doet om de toestand te verhelpen.

“Verantwoordelijkheid afschuiven”

“De brief, maar ook andere signalen vanuit de inlichtingendienst hebben ons bereikt, en schetsen een weinig fraai beeld van de werksfeer en de managementcultuur”, merkt De Vriendt op. “Testelmans wijt de malaise bij vooral aan personeelsgebrek en probeert elke verantwoordelijkheid van zich af te schuiven. Dit is amateurisme ten top. Maar het probleem gaat verder dan de persoon van generaal Testelmans. Niet alleen Testelmans, maar de hele top van de Adiv weet niet van welk hout pijlen maken.”

Voor Groen is een onderzoek naar de brief en naar Testelmans alleen dus niet de oplossing. Er moet een volledige doorlichting komen, zegt ook Stefaan Van Hecke (Groen).

“Al drie jaar”

Volgens de groenen was er langer sprake van problemen. “Het is onbegrijpelijk dat minister Vandeput (van defensie, N-VA, red.) de malaise bij Adiv al drie jaar sinds zijn aantreden op haar beloop laat. De audit van 2011 ligt al drie jaar op zijn bureau stof te vergaren. Ook zijn voorganger Pieter De Crem (CD&V) mag wel eens in de spiegel kijken.”

Vandeput kondigde in De Standaard aan dat er nieuwe doorlichting komt door het Comité I.

Bron » De Standaard

“Interne oorlog doet militaire spionage vierkant draaien”

De militaire veiligheidsdienst Adiv, de tegenhanger van Staatsveiligheid op vlak van Defensie, draait door interne twisten en een gebrek aan coördinatie niet zoals het hoort. Dat blijkt uit een gelekte brief van acht commissarissen aan onder andere minister van Defensie Steven Vandeput (N-VA). De geheime dienst moet onder meer de buitenlandse spionnen in ons land in kaart brengen en extremisme bij het Belgische leger opsporen.

Eind december vorig jaar stuurden acht commissarissen van de militaire veiligheidsdienst Adiv een brief van zes pagina’s aan onder andere de minister van Defensie Steven Vandeput (N-VA) en de opperbevelhebber van het leger, Marc Compernol. De Standaard kon dit uitzonderlijk document inkijken en de inhoud ervan is ook bevestigd aan onze redactie.

Interne concurrentiedrang, foutieve doorstroming van informatie en wantrouwen tussen afdelingen

In de brief gaat het onder andere over interne concurrentiedrang, foutieve doorstroming van informatie en wantrouwen tussen de verschillende afdelingen van de militaire veiligheidsdienst Adiv.

Er is ook sprake van een “dramatisch tekort aan personeel, met een ontmoediging en desillusie tot gevolg”. De acht commissarissen zeggen dat het departement Counter Intelligence (dat vooral de buitenlandse spionage in ons land en extremisme bij het Belgische leger moet opsporen) niet langer kan voldoen aan haar verplichtingen.

Ze halen ook uit naar hun bevelhebber, luitenant-generaal Eddy Testelmans. Volgens hen zou Testelmans “de opdracht van de dienst miskennen en verkeerd begrijpen en bovendien nieuwe benoemingen regelrecht saboteren”.

Historisch tekort van manschappen

Het is niet de eerste keer dat er kritiek komt op de werking van de militaire inlichtingendienst. Er is een historisch tekort van manschappen, maar ook problemen rond informatieverwerking en informatiedoorstroming is al lang een gekend zeer. Door de aanhoudende terreurdreiging komt de focus ook steeds meer te liggen op terreur en minder op de klassieke contra-spionage, een evolutie die niet iedereen omarmt.

Onderzoek door Comité I

Minister van Defensie Vandeput (N-VA) bevestigt dat hij de brief ontving en zegt dat hij zich bewust is van de problemen. Hij betreurt het dat de interne post gelekt is en zegt dat hij het Comité I gevraagd heeft om de Adiv door te lichten.

Volgens luitenant-generaal Testelmans is de onvrede van een deel van zijn personeel te wijten aan “frustratie ingevolge een schrijnend gebrek aan mensen voor steeds toenemende verantwoordelijkheden”. Hij verwijt de “opstandige leden” ook “calimero-gedrag”.

“Terrorisme is de belangrijkste prioriteit. Ik besef dat daardoor een aantal mensen uit hun confortzone moetne komen. Dat ik hen zou saboteren, is onzin”, klinkt het bij Testelmans, die sinds maart 2012 aan het hoofd van Adiv staat.

Bron » VRT Nieuws