Robert Beijer (67) kwam even over uit zijn Thaise resort in Pattaya om de locatie aan te wijzen waar 37 jaar geleden veiligheidsagent Francis Zwarts zou moeten zijn begraven. Voor de oud-rijkswachter is het leven één groot schaakspel. Meestal wint hij, maar niet altijd.
Afgelopen dinsdag hing hij aan de lijn. Woedend. “Checkt u dan nooit uw bronnen? Het is een schande, wat u allemaal schrijft.”
We berichtten die dag over de zoekacties in Neder-over-Heembeek naar Francis Zwarts. Zijn kompaan Madani Bouhouche, in 2005 van de aardbol verdwenen, zou hem ooit de locatie hebben opgegeven waar hij het lijk begroef. Beijer pretendeerde nu “een nieuw technisch detail” te hebben gekregen over de exacte plek. Helaas. Na anderhalve dag graven op een terrein nabij de Budabrug hield men er dinsdag al mee op.
Beijer mailt: “Het heeft niets opgeleverd, maar geloof mij dat ik de eerste ben om dat te betreuren.”
Robert Beijer, adoptiezoon van een Brusselse vishandelaar, ging in 1974 bij de rijkswacht, de toenmalige federale politie. Bouhouche en Beijer, de twee B’s, belandden samen bij de drugssectie van de BOB Brussel. Ze waren erg goed in het illegaal plaatsen van afluisterapparatuur en deden dat ook bij hun superieuren, tot die dat ontdekten.
Beijer, in zijn in 2010 verschenen boek, De laatste leugen: ‘Op zoek naar een eenvoudig idee, besluit ik een bom te plaatsen in een voertuig van de BOB.’
Het ding ontploft niet, maar rijkswachtkolonel Herman Vernaillen heeft vermoedens en verwijdert de twee B’s uit de BOB. In de avond van 25 oktober 1981 wordt ten huize van de kolonel in Hekelgem aangebeld. Kogelregen. De kolonel vindt dekking, zijn echtgenote blijft levenslang verwond. Pas 29 jaar later, als de zaak juridisch verjaard is, krijgt de kolonel Beijer op bezoek, die hem doodleuk vertelt dat hij een van de drie schutters was.
Herman Vernaillen, zomer 2018, op een lezing: “Die mannen, Bouhouche en Beijer, hebben na de aanslag meegewerkt aan het onderzoek ernaar. Terwijl ze zelf zijn komen schieten! Ik had ze uit de BOB gezet. Toen ik in de kliniek lag, hebben de generaals ze er weer in gestoken.”
Bende van Nijvel
Nieuwjaarsnacht 1981-1982. Wapenroof bij het Speciaal Interventie Eskadron (SIE), de elitetroepen van de rijkswacht. De daders laden hun auto vol hypermoderne Heckler & Kochs, riotguns en FAL-geweren. Tot hun Mazda het gewicht niet meer kan dragen. Consternatie, de dag erna.
Wéér zijn het de twee B’s. Overdag zijn ze flikken, na de uren topcriminelen. In en rond Brussel hebben ze een netwerk van garageboxen uitgebouwd met wapens, vluchtwagens en radiozenders. Net als na de aanslag op Vernaillen zal het voor de wapenroof nooit tot een rechtszaak komen. Pas als de feiten verjaard zijn, gaat Beijer ze bekennen bij justitie: “Wij wilden de rijkswacht in zijn hart treffen.”
Op 30 september 1982 maakt de Bende van Nijvel bij een raid op wapenhandelaar Dekaise in Waver zijn eerste van uiteindelijk 28 slachtoffers.
In haar boek Beetgenomen volgt ex-Humo-journaliste Hilde Geens het spoor van de jonge crimineel Bruno Vandeuren. Hij regelde via zijn familie een vals alibi voor de dag erna. Vandeuren moest die dag de geroofde wapens afleveren in een garagebox in parking Beau Site aan de Brusselse Louizalaan. In diezelfde parking huurde Bouhouche boxen 26/28 en 179. Met nakende afspraken in zijn agenda met de Brusselse politie en politicus Hugo Coveliers, om te vertellen over de Bende van Nijvel, werd het lichaam van Vandeuren op 31 december 1988 aangetroffen in Oostende. Doorzeefd.
Een maand na de raid bij Dekaise wordt Sabena-geldkoerier Francis Zwarts in Zaventem beroofd van 2 miljoen euro aan goud, diamanten, twaalf unieke Cartier-horloges en een diplomatieke koffer uit Moskou. De jonge vader krijgt twee kogels in zijn hoofd. In zijn boek beweert Beijer dat hij al die jaren geheim agent was voor de Sovjet-Unie, dat goud en diamanten hem niet interesseerden, wel de diplomatieke koffer: ‘In dit schaakspel was ik een kleine pion.’
Altijd een mol
In april 1983 verlaten de twee B’s de rijkswacht. Ze beginnen hun eigen detectivebureau, eerder een misdaadsyndicaat. In zijn doek beschrijft Beijer een onvoltooid project voor bomaanslagen op Quick-fastfoodzaken, om de directie af te persen, om losgeld te laten overhandigen aan een huis in de Washuisstraat in Brussel. De B’s hebben er een tunnel gegraven naar de overwelfde Zenne, om te vluchten met een zodiac.
Eind 1987 kloppen speurders bij hem aan met een huiszoekingsbevel. Hij roept: “Ik heb een gevaarlijke hond, ik sluit die even op.” Als een slotenmaker na drie kwartier de sloten open krijgt, treffen de speurders een cockerspaniël en een open haard waarin Beijer al het bezwarend materiaal heeft opgestookt. Als rijkswachters een van de garageboxen ontdekken, beslist iemand dat het niet nuttig is om ze meteen open te boren. De speurders keren de volgende dag terug. De box is leeg. Nooit is een onderzoek tegen Bouhouche en Beijer normaal verlopen. Altijd weer een mol.
Nadat de twee B’s na hun vrijlating in 1989 in Antwerpen een diamantair vermoorden, vlucht Beijer naar Azië. Hij belandt in de mondiale hoofdstad van het sekstoerisme, Pattaya. In 1991 zal Thailand hem uitleveren aan België. Na acht jaar gevangenis keert hij in 1999 terug, en wordt in elk nieuwsbericht beschreven als ‘ex-rijkswachter die in verband wordt gebracht met de Bende van Nijvel’.
Het maakt hem razend, elke keer weer. Net als afgelopen dinsdag.
Oorzaak is de passage onderaan het stuk waarin we zijn adres in Pattaya vermeldden. Want de realiteit lijkt een beetje anders dan hoe hij in zijn boek De laatste leugen beschreef hoe hij destijds arm en berooid aankwam in Pattaya.
Een paar dagen rondlopen in Pattaya, en wat rondvragen, leert dat Beijer zich binnen de lokale expatgemeenschap jarenlang uitgaf als ‘Alexy’, een zeer vermogende Russische zakenman. Hij bezit er een groot domein vlakbij de zee en liet er jaren geleden al drie kolossale villa’s op bouwen. Die bevinden zich aan de Phra Tam Nak, Soi 5, zowat het duurste deel van de badstad. Beijer is er de buurman van de Thaise queen mother Sirikit Kitiyakon. Het domein rond haar paleis wordt afgeschermd met bewakingsposten en militaire politie. De witte villa waar Beijer woont is kolossaal, ziet er eerder uit als een ambassade. Navraag bij lokale autoriteiten leert dat hij de gronden heeft gekocht voor 1991, toen de Thaise eigendomswet voor buitenlanders veranderde.
Hij zegt aan de telefoon: “Ik heb geërfd, toen. Dat is alles.”
Een Belg in Pattaya: “Enkele jaren geleden wou hij een van zijn villa’s aan me verkopen. Hij heeft me er rondgeleid. Binnenzwembad, immense slaapkamers, decadente luxe. Hij vroeg 75 miljoen bath (2,2 miljoen euro, red.) en vond uiteindelijk een koper. Iedereen geloofde in zijn Alexy-alias, tot eind 2017 de Bende van Nijvel in België weer in de belangstelling kwam en Belgen verhalen over Beijer, met foto erbij, met elkaar begonnen te delen in Facebook-groepen. Was dit niet Alexy?”
Waarmee is verklaard waarom hij tijdens de boekvoorstelling in 2010, in een Brussels hotel, dat belachelijke pruikje droeg.
Visitekaartje
Hij zegt nu druk-druk te zijn met de Bende van Nijvel. Met een in 2020 te verschijnen tweede boek en een tv-documentaire. Hij bood justitie eerder al aan “te helpen” bij het al 37 jaar volkomen strop zittende Bende-onderzoek. “Nu ik even in België ben, zie de speurders bijna dagelijks”, zegt hij. “Ik probeer alleen te helpen.”
David Van de Steen, die bij de Bende-aanslag in Aalst vader, moeder en zus verloor en zelf net niet dodelijk werd getroffen, denkt dat Beijer met het lijk van Zwarts een visitekaartje wou afgeven. “Zo van: zie wat ik allemaal weet. Hij wil zich inwerken in het Bende-onderzoek.”
Als je hem leest en hoort praten, lijkt het alsof Beijer vooral het statuut van eerbaar mens nastreeft. Hoe gestoord je moet zijn om al die jaren doof te blijven voor de smeekbedes van Elvire Zwarts, tot haar dood in 2018 met niets anders bezig dan de wens om haar zoon te kunnen begraven? Zijn repliek: “Ik héb haar gecontacteerd, via de dienst Slachtofferhulp. In 2010 al, maar zij wou mij niet zien.”
In een navolgend mailtje schrijft hij: “Mijn actuele demarches hebben een puur humanitair doel, zonder achterliggende gedachte of tegenprestatie.”
Toch denkt iedereen die de zaak een beetje volgt: wat wordt de volgende zet?
Bron » De Morgen | Douglas De Coninck