Ex van Guy Mathot veroordeeld voor valse pedo-beschuldigingen

De 63-jarige Gery Van Exem, voormalig gemeenteraadslid in Mechelen, heeft zijn gelijk gehaald voor de Gentse rechtbank. Eliane Van Vreckom (59) kreeg drie maanden cel omdat ze hem onterecht van pedofilie had beschuldigd.

Van Vreckom, een ex-vriendin van de overleden PS-minister Guy Mathot en goed bekend in de hoogste politieke kringen, stond samen met drie andere beklaagden terecht. Ze kregen allemaal de vrijspraak. Gery Van Exem was er nochtans van overtuigd dat ze alle vier zijn leven wilden verwoesten in de periode 1993-1997.

Omdat hij door valse beschuldigingen van oplichting zijn job als maatschappelijk assistent heeft verloren, eiste hij ook een serieuze schadevergoeding van 121.500 euro. De rechter wou het niet zo ver drijven. Van Exem krijgt een euro en haalde ook gedeeltelijk zijn gram op Eliane Van Vreckom.

Zij had hem na een mislukte zakendeal openlijk beschuldigd van pedofilie ‘met zieke kinderen in het buitenland, van wie bij sommige de darmen zelfs naar buiten hingen’. Het Gentse parket onderzocht de zaak en zo belandde Van Exem gedurende tachtig dagen achter de tralies. Voor die betichtingen werd hij uiteindelijk vrijgesproken en nu heeft hij opnieuw gelijk gekregen.

Voor Van Vreckom was het niet de eerste veroordeling. De vrouw uit Ukkel werd eerder veroordeeld voor zwendel met schilderijen en gesjoemel met valse cheques.

Bron » De Standaard

Ex-vriendin overleden PS-minister Mathot veroordeeld voor laster

De correctionele rechtbank van Gent heeft vandaag de 59-jarige Eliane Van Vreckom bij verstek veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie maand en een geldboete van 495,75 euro. De vrouw werd veroordeeld voor laster na het uiten van beschuldigingen van pedofilie aan het adres van Gery Van Exem tussen 1993 en 1997. De 63-jarige Antwerpenaar Van Exem zat drie maanden in voorhechtenis op verdenking van oplichting, maar werd in 2004 vrijgesproken.

Van Vreckom, de ex-vriendin van de overleden PS-minister Guy Mathot, stond met drie andere mannen terecht voor laster aan het adres van Gery Van Exem in de periode van 1 januari 1993 tot 28 maart 1997. De drie andere verdachten werden vandaag vrijgesproken.

Van Vreckom liet echter verstek gaan op de zitting twee weken geleden, en werd vrijdag bij verstek veroordeeld tot drie maand cel en een boete van 495,75 euro. De rechter kende Van Exem 1 euro morele schadevergoeding toe. Van Exem, voormalig gemeenteraadslid in Mechelen, had een materiële schadevergoeding van 121.500 euro en een morele schadevergoeding van 27.680 euro gevraagd.

Hij claimde dat Van Vreckom hem professioneel en maatschappelijk dood maakte. “Haar verklaring dat concludent (Van Exem) pedofiele seks zou gehad hebben met geopereerde zieke kinderen in het buitenland, wiens ingewanden naar buiten gingen, is gewoonweg degoutant”, stelde zijn advocaat Michael Verstraeten in zijn conclusie voor de correctionele rechtbank. Van Exem werd nooit vervolgd voor pedofilie maar wel voor oplichting. Hij werd in september 2004 vrijgesproken van alle beschuldigingen.

Bron » De Morgen

De comeback-kid van de Luikse PS is niet meer

De politieke carrière van Guy Mathot was een aaneenschakeling van schandalen en comebacks. Maar ondanks tientallen gerechtelijke onderzoeken werd hij nooit veroordeeld. De Luikse socialist overleed gisteren op 63-jarige leeftijd.

November 1982. In deze krant verschijnt een groot artikel met de titel: “Guy Mathot ontkent”. Het is niet de eerste keer dat de minister in opspraak komt, en zeker niet de laatste.

De Luikse socialist heeft er dan al een blitzcarrière opzitten. Op het eind van de jaren zestig wordt de plantkundige ontdekt door toenmalig boegbeeld André Cools. Hij maakte Mathot meteen politiek secretaris van de toen nog unitaire BSP. In 1971 wordt hij kamerlid, op dat moment het jongste parlementslid ooit. Als hij zes jaar later minister van Openbare Werken wordt in de regering-Tindemans, is hij het jongste regeringslid ooit.

Zoals het vaker met de kroonprinsen bij de Parti Socialiste gebeurt, loopt het vanaf dat moment mis. Als de kersverse minister op wintersport wil vertrekken, mist hij zijn trein. Hij neemt de volgende, maar de NMBS hangt er – op eigen initiatief? – een extra luxewagon aan.

Mathot is een overlever. In 1981 wordt hij PS-vice-premier en minister van Begroting in de regering van Mark Eyskens. Terwijl de staatsschuld ontspoort, verklaart Mathot: “Het begrotingstekort is er vanzelf gekomen. Het zal vanzelf ook weer verdwijnen.”

Achter de vele gebreken gaat een grote persoonlijkheid schuil. In een van de verkiezingscampagnes begin jaren tachtig, toen de regeringen elkaar in snel tempo opvolgden, wachtte in Seraing ooit een volle zaal met PS-militanten op Mathot. De minister kwam uit Brussel en zou de grote toespraak houden.

Mathot kwam anderhalf uur te laat en zichtbaar dronken de zaal binnen. Niemand in de zaal was echt verwonderd. Mathot was altijd te laat en dikwijls dronken. Het waren de tijden dat het socialisme nog echt gezellig was

Toen hij aan zijn speech begon, raakte Mathot maar moeilijk uit zijn woorden, tot groot jolijt van zijn militanten. Na enkele minuten was de metamorfose compleet: plotseling stond er een krachtig minister op het podium die gedreven sprak over de staatshervorming – toen het onderwerp van de dag. Volgens de aanwezige journalisten was het de beste toespraak over de staatshervorming die in die periode ooit gehouden werd.

Het ging van kwaad naar erger en de schandalen bleven opduiken. In 1985 dwong PS-voorzitter Guy Spitaels Mathot af te zien van zijn kandidatuur voor de Kamer. Hij trok zich tijdelijk terug in Seraing, maar dook drie jaar later terug op in de Senaat.

In 1992 werd hij zelfs opnieuw minister. Mathot kreeg de portefeuille van Binnenlandse Aangelegenheden in de Waalse regering. Een jaar later riep hij zich voor de verzamelde pers in een rommelig Luiks restaurant met een rommelige lunch (américain frites voor iedereen, en Mathot zoals altijd te laat) uit tot grote baas van de PS in Luik.

Begin 1994 moest hij ontslag nemen wegens vermeende betrokkenheid bij het Agusta-schandaal. Het duurde tot 2000 voor hij nog maar eens een politieke comeback maakte. Mathot wordt verkozen tot burgemeester van Seraing. Sinds 2003 mocht hij zich zelfs weer voorzitter noemen van de Luikse PS-federatie.

Met zijn gezondheid gaat het intussen bergaf. Eind 2004 krijgt hij een aantal hartoverbruggingen en wacht hij op een niertransplantatie. Zondag wordt hij opgenomen in het Luikse Citadelle-ziekenhuis, waar hij voorzitter van de raad van beheer is. Daar is Mathot maandag rond 14 uur overleden. Hij wordt vrijdag in Seraing begraven.

Mathot was vader van een 32-jarige zoon, kamerlid Alain, en een 8-jarige dochter, Julie. Hij was ook grootvader van de vijfjarige Alexander.

Bron » De Standaard

Guy Mathot is overleden

Guy Mathot, burgemeester van Seraing en voormalig minister, is maandagnamiddag overleden in het Citadelle-ziekenhuis van Luik. Mathot werd 63 jaar. Sinds maanden leed hij aan een ernstige ziekte waarvoor hij verschillende malen in het ziekenhuis werd opgenomen. Mathot werd op 26 april 1941 geboren in Nandrin. Hij groeide op in een socialistisch milieu. Zijn vader was staalarbeider en afgevaardigde van de socialistische vakbond.

Meteen na zijn studies werd Mathot assistent aan de Luikse universiteit (tot 1965). Hij gaf de universitaire afdeling van de ACOD een nieuwe impuls. Op politiek vlak kende hij een bliksemcarrière. Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 1970 stelde hij zich op aandringen van vice-premier André Cools kandidaat in Seraing. Begin 1971 werd hij meteen burgemeester, voor een periode van 17 jaar.

Midden 1977 kreeg Mathot zijn eerste ministerportefeuille, Openbare Werken en Waalse Aangelegenheden. Dat bleef hij tot in 1980, toen hij onder Martens III voor enkele maanden bevoegd werd voor nationale opvoeding in het Franstalig landsgedeelte. In de regering-Martens IV (1980-1981) kreeg Mathot de belangrijke portefeuilles Begroting en Binnenlandse Zaken. Zijn plannen voor een hervorming van de politiediensten raakten echter niet ver omdat hij begin 1981 Guy Spitaels opvolgde als vice-premier.

Bij de daaropvolgende verkiezingen raakten de socialisten in de oppositie. Mathot werd fractievoorzitter in de Kamer, maar nam in 1983 ontslag uit die functie omdat zijn naam genoemd werd in een reeks zaken. Zo was het Rekenhof bijzonder streng voor zijn beleid op diverse kabinetten, onder meer voor de hoge drank- en restaurantkosten.

De pers bracht Mathot in verband met tal van dossiers, maar hij hield zijn onschuld staande en liep ook geen enkele veroordeling op. Toch werd zijn parlementaire onschendbaarheid tweemaal opgeheven.

In juni 1984 was dat om het mogelijke bestaan van zwarte kassen bij FC Seraing te onderzoeken. Mathot was beheerder geweest van die club. In september van hetzelfde jaar hief de Kamer zijn onschendbaarheid op in verband met de poging tot oplichting bij de aankoop van de olieraffinaderij van Feluy. Mathots gewezen vriendin Eliane Van Vreckom, al betrokken bij een zaak rond een aan Jeroen Bosch toegeschreven schilderij, bood een valse cheque van 10 miljoen dollar aan.

De cheque zou op Mathots machine getypt zijn en hij zou Van Vreckom verborgen hebben in de koffer van zijn wagen. Het parket liet echter alle beschuldigingen vallen, behalve “het verbergen van boosdoeners”. Midden ’88 vroeg de Senaat de schorsing van Mathots vervolging daarvoor, bij gebrek aan voldoende elementen.

Bron » Gazet van Antwerpen

‘Dit is het proces van de leugens’

De familie en de vriendin van de vermoorde PS-leider André Cools geven de hoop op dat tijdens het assisenproces in Luik de namen boven water kunnen komen van mogelijk nog onbekende opdrachtgevers van de moord. Ze leggen zich neer bij de ‘juridische waarheid’ en vragen dat ten minste de acht beschuldigden uit de entourage van wijlen PS-minister Alain Van der Biest zouden worden veroordeeld, zo niet als opdrachtgevers dan toch als organisatoren van de moordaanslag.

Hadden José Happart, Guy Spitaels, Guy Mathot of andere (vroegere) kopstukken van de PS iets te maken met de moord op Cools? Na een gerechtelijk onderzoek dat twaalf jaar heeft aangesleept en de vreemdste kronkels heeft gemaakt, is er op die vraag nog geen begin van een antwoord. Het Luikse gerecht beschouwde het assisenproces tegen de acht beklaagden, afkomstig uit het Italiaans-Luikse misdaadmilieu, als de laatste kans om de waarheid alsnog aan het licht te brengen. De onuitgesproken redenering was dat de beklaagden tijdens de debatten zodanig in het nauw gedreven zouden worden dat ze eindelijk de omerta zouden doorbreken en namen zouden noemen.

Maar zelfs de nabestaanden van de vermoorde socialistische voorman geloven niet meer in dat scenario. “De familie Cools wacht al meer dan twaalf jaar op de juridische waarheid of in elk geval op een juridische oplossing”, zo begon advocaat Georges Dehousse, raadsman van de familie, gisteren zijn pleidooi.

“Voor ons is hier geen sprake van een afrekening. We willen dat een aantal mensen rekenschap wordt gevraagd voor een verschrikkelijke en bedroevende daad: de moord op een minister van staat en een groot staatsman, een man die de Luikse regio, Wallonië en zelfs België in zijn geheel wilde optillen in de Europese context.” Tijdens de soms chaotische debatten van de afgelopen maanden, gekenmerkt door opeenvolgende incidenten, werd volgens meester Dehousse lang niet alles gezegd, sterker nog: “er kon niet alles gezegd worden”.

“We kunnen er nog vijftig jaar over debatteren”, verzuchtte Dehousse, die zijn teleurstelling niet onder stoelen of banken stak. “Ik heb nooit zoveel mensen zoveel horen liegen als in dit dossier.” De advocaat pleitte voor de oprichting van een parlementaire onderzoekscommissie die een onderzoek zou moeten voeren naar de manier waarop het onderzoek naar de moord op Cools werd gevoerd. “Hopelijk komt zo’n commissie er sneller dan die voor Patrice Lumumba, waar men vijftig jaar op heeft moeten wachten.”

Dehousse deed een scherpe uitval naar José Happart, momenteel Waals PS-minister van Landbouw, en wees de jury op de perfide rol die hij heeft gespeeld. Dehousse bracht in herinnering hoe Happart in de maanden voorafgaand aan de moord contact zocht met in financiële zaken gespecialiseerde speurders, bij wie hij materiaal zocht om Cools politiek te destabiliseren en zo mogelijk met een of ander schandaaldossier politiek te elimineren.

Dehousse legde uit hoe Happart eind 1995, vier jaar na de moord, samen met de Duitse oplichter Horst Hermann vervalste documenten fabriceerde, in een poging om de overleden Cools af te schilderen als een gecorrumpeerde en een fraudeur en zo het strafonderzoek naar een vals spoor te leiden. “De Luikse procureur-generaal Anne Thily, een goede vriendin van Happart, kreeg op een bepaald moment een brief van de staatsveiligheid waaruit moest blijken dat Cools betrokken was bij een enorme geldzwendel”, zei Dehousse. “De staatsveiligheid had dat zogenaamd vernomen uit een gevoelige bron. Die bron bleek Happart himself te zijn.”

De advocaat wees erop dat Hermann voor zijn kuiperijen correctioneel werd vervolgd maar door de rechtbank werd vrijgesproken omdat de vervalsingen “al te grof” waren. Happart werd nooit vervolgd, want hij genoot parlementaire onschendbaarheid. “Die parlementaire onschendbaarheid moet volgens mij worden afgeschaft”, poneerde Dehousse.

“Ze dient enkel om de oneerlijken te beschermen, de anderen hebben die bescherming niet nodig. Ik weet zeker dat André Cools er precies hetzelfde over dacht.” Advocaat Jean-Louis Berwart, die pleitte namens Marie-Hélène Joiret (de toenmalige levensgezellin van Cools, die tijdens de aanslag levensgevaarlijk gewond werd), gaf de juryleden de raad om zich straks, bij hun beraad over de schuldvraag, te concentreren op de hoofdlijnen en niet te zeer op de vele verwarrende details te letten. “Vergeet Mathot en al de rest”, bezwoer Berwart hen. “Het gaat enkel om de acht beschuldigden die hier terechtstaan.”

Bron » De Morgen