Meer geld voor slachtoffers als dader niet gevat wordt

Justitieminister Koen Geens (CD&V) werkt aan een wetsontwerp om slachtoffers extra ­financiële steun te geven als het gerechtelijk onderzoek lang aansleept. “Want ze moeten hun advocaat langer betalen, en je mag ook de mentale impact niet ­onderschatten.”

Wie in België slachtoffer wordt van geweld, kan een beroep doen op ­financiële steun van de Commissie voor Slacht­offerhulp. “De slacht­offers moeten zich daartoe eerst burgerlijke partij stellen”, klinkt het bij Justitie. “Als de dader bekend is, kan de steun bekomen worden nadat de dader veroordeeld wordt, en als blijkt dat hij de schadevergoeding niet kan betalen.”

Maar ook als de dader niet meteen gevonden wordt, kunnen slacht­offers al na één jaar hulp krijgen. Maximaal 125.000 euro, voor medische kosten, procedurekosten, morele schade of invaliditeit. In het geval van ‘cold cases’ kunnen gerechtelijke onderzoeken lang aanslepen. Advocatenkosten lopen op, en ook moreel en mentaal is dat zwaar. Geens onderzoekt nu of in een nieuwe schadepost kan worden voorzien, die bestaat uit “het langdurig in het ongewisse blijven omtrent de identiteit en de motieven van de dader(s)”.

“Het dossier van de Bende van Nijvel is een voorbeeld bij uitstek”, zegt Geens. Slachtoffers van de Bende die nog geen hulp aanvroegen, kunnen dat nog steeds doen. Mensen die vroeger wel al steun kregen, zouden in de toekomst nog extra hulp kunnen vragen.

Bron » Gazet van Antwerpen

“Bende-onderzoek gemanipuleerd, er bestaat zelfs een dossier van”, zeggen nabestaanden

Naast het al 3 miljoen pagina’s tellende dossier over de Bende zelf, bestaat er een dossier over de ‘manipulaties’ in het onderzoek naar de Bende van Nijvel. Dat zeggen Diederik en Nathalie Palsterman, de kinderen van Jan Palsterman. “Als een onderzoeksrechter zegt dat er indicaties zijn van manipulaties, verwacht je toch dat men daar met man en macht naar op zoek gaat?”

Er is zoveel dat ze niet weten, zeggen Diederik en Nathalie Palsterman. Wie de Bende was en hoe het komt dat er na 32 jaar nog altijd geen duidelijkheid is. Wat de Palstermans wél weten, is dat het dossier is gemanipuleerd. Er bestaat zelfs een dossier van, zeggen ze. Hun vader Jan werd op 9 november 1985 om half acht ’s avonds door de Bende van Nijvel vermoord op de parking van de Delhaize in Aalst. Na meerdere vragen van zijn kinderen om het dossier over ‘manipulaties in het onderzoek’ te mogen inkijken, ligt het dossier sinds kort bij hun raadsman Walter Van Steenbrugge.

Het woord ‘dossier’ is echter niet echt op zijn plaats, zegt Van Steenbrugge. “Op 4 oktober 2016 heeft onderzoeksrechter Martine Michel op een vergadering gezegd dat er manipulaties zijn geweest in het onderzoek naar de Bende, en dat die gebeurd zijn door Nederlandstalige onderzoekers. Ik heb dan inzage gevraagd en uiteindelijk gekregen, maar het bleek slechts om een proces-verbaal te gaan van een ballistisch onderzoek van een uitgebrand voertuig, waarbij de mogelijke link tussen het voertuig en de Bende onvolledig is onderzocht.

“Een mini-dossiertje, dus, dat uit een paar velletjes papier bestaat. Wat ik vreemd vind. Als een onderzoeksrechter zegt dat er indicaties zijn van manipulaties, verwacht je toch dat men met man en macht op zoek gaat naar die manipulaties? Na 32 jaar weten de nabestaanden nog altijd niet wie de daders zijn van de Bende van Nijvel, en nu krijgen ze ook nog eens te horen dat er nauwelijks onderzoek gedaan wordt naar de beïnvloeding van het onderzoek.”

Te veel macht voor één persoon

Het kabinet-Geens, minister van Justitie, zegt dat vier speurders van het Comité P zich toeleggen op onder andere het onderzoek naar mogelijke banden die er waren met bepaalde ex-rijkswachters, en dat zij rechtstreeks speurders zijn in het hoofddossier.

De familie Palsterman heeft ondertussen een verzoekschrift ingediend om het dossier over de Bende van Nijvel te laten bekijken door een onafhankelijke expert. Een van de opties is dat de Nederlandse Peter Van Koppen – hoogleraar rechtspsychologie aan de Universiteit Maastricht en de Vrije Universiteit Amsterdam – zich over het dossier zou buigen.

Het is echter onderzoeksrechter Martine Michel die zal beslissen of er een externe expert wordt aangesteld en ook wie die expert zal zijn. Dat vinden de Palstermans wrang. Het is te veel macht voor één persoon, zeggen zij. Bovendien is de onderzoeksrechter ook de enige die beslist of er iets gedaan wordt met tips die binnenlopen over de Bende van Nijvel. Tips die massaal binnenlopen bij advocaten en gerecht sinds het nieuws over Christiaan Bonkofsky die de Reus zou zijn.

Teruggefloten

Minister van Justitie Koen Geens (CD&V) pleit er in zijn voorgestelde hervorming van Justitie voor om de functie van onderzoeksrechter te hervormen, zodat het onderzoek geleid wordt door het Openbaar Ministerie of parket, en de onderzoeksrechter een controlerende functie krijgt. De vraag is of die hervorming er zal komen, aangezien de afschaffing van het assisenhof in de voorgestelde hervorming van Geens vorige week nog werd teruggefloten door het Grondwettelijk Hof.

Bron » De Morgen

Regering keurt regeling voor spijtoptanten goed

De ministerraad heeft donderdag het licht op groen gezet voor een wettelijke regeling voor zogenaamde spijtoptanten. Dat zijn mensen die bijvoorbeeld in ruil voor strafvermindering uit de biecht klappen over andere daders of medeplichtigen bij een misdrijf. Bedoeling is zware criminelen of terroristen die anders onder de radar zouden blijven, toch te kunnen vatten, of om zware misdaden te voorkomen.

Verschillende landen hebben al een dergelijke regeling die vruchten heeft afgeworpen in de strijd tegen de georganiseerde criminaliteit en het terrorisme. Ook in ons land rees al vaker de vraag om een pentiti-regeling, bijvoorbeeld in de zoektocht naar de daders achter de Bende van Nijvel. Minister van Justitie Koen Geens (CD&V) merkt wel op dat de beslissing reeds viel in mei van dit jaar, dus voor het onderzoek naar de Bende van Nijvel opnieuw op het voorplan trad.

Aan de inzet van de spijtoptanten worden strenge voorwaarden gekoppeld. De regeling kan enkel gebruikt worden om informatie te verkrijgen bij zeer ernstige vormen van criminaliteit. Ze zal ook gelden voor terrorisme, weliswaar onder een afwijkend regime.

Het openbaar ministerie beslist over de noodzaak om een beroep te doen op een spijtoptant in het concrete dossier. Het aan de spijtoptant toegekende voordeel moet steeds proportioneel zijn met de eigen gepleegde misdrijven en met de informatie die wordt aangeleverd. Er worden steeds voorwaarden opgelegd, die worden opgenomen in een memorandum. Zo moet de spijtoptant onder andere een waarheidsgetrouwe verklaring afleggen, een volledige bekentenis afleggen over de eigen betrokkenheid en maatregelen nemen om de schade te vergoeden.

De strafvermindering of -verschoning kan enkel worden uitgesproken door de rechter, die de proportionaliteit van het voordeel nagaat. Er wordt hierbij ook een vervangende straf uitgesproken, die van toepassing wordt indien de spijtoptant zich niet aan de voorwaarden houdt. Voor gedetineerden waarvoor een strafvermindering of het toepassen van een modaliteit in de strafuitvoering niet wenselijk is, kan in sommige gevallen een beperkte faciliteit worden geboden over de detentieomstandigheden.

Verklaringen van spijtoptant mogen alleen als bewijs in aanmerking komen als ze in belangrijke mate worden gestaafd door andere bewijsmiddelen. Omdat ze gevaar kunnen lopen door het afleggen van een verklaring, kunnen spijtoptanten in sommige omstandigheden gebruik maken van bepaalde beschermingsmaatregelen.

Bron » Het Nieuwsblad

Advocaten klagen dure kopiekosten aan bij gecorrectionaliseerde zaken

Gerechtelijke zaken van moord- of doodslag komen sinds enige tijd grotendeels voor een correctionele rechtbank, maar daar hangt een serieus prijskaartje aan: in een assisenzaak krijgen slachtoffers en beschuldigden een gratis kopie van hun dossier, bij een correctionele rechtbank niet (altijd). Advocaten roepen de minister van Justitie op om daar een mouw aan te passen. Dat meldt de VRT vandaag.

De zaken die vroeger voor assisen behandeld werden, komen nu voor een correctionele rechtbank. Maar in assisenzaken kregen alle partijen vroeger een gratis kopie van het dossier. In de correctionele rechtbank vervalt die gratis kopie: daar is de regel dat iemand een gratis exemplaar kan krijgen, maar alleen als die minvermogend is en alleen op enkele heel specifieke momenten in de procedure. Anders moeten de partijen voor hun kopie betalen. De kosten kunnen erg hoog oplopen. Er is wel plafond ingesteld: mensen mogen maximaal 1.450 euro betalen.

“Voor een assisenproces waar iemand levenslang riskeert, krijg je een kopie gratis. Voor een correctioneel proces, waar iemand 40 jaar riskeert, moet je betalen. Ik stel mij daar vragen bij”, zegt advoaat Frank Scheerlinck. De advocaten roepen minister van Justitie Koen Geens (CD&V) op om hier werk van te maken.

Het kabinet-Geens laat volgens VRT weten dat de minister zoveel mogelijk wil digitaliseren – dat maakt deel uit van zijn visie “Court of the Future”.

Bron » De Morgen

Experts waarschuwen voor langere celstraffen

Voortaan kan de strafrechter zelf de minimumduur van de celstraf bepalen. Daarover hebben de meerderheidspartijen een wetsontwerp goedgekeurd. Maar er is veel kritiek. “Zonder voorbereiding vrijkomen na een volledige straf is veel gevaarlijker dan vervroegd vrijkomen onder voorwaarden.”

Op dit moment kunnen gedetineerden na een derde van hun straf vrijkomen. Bij recidivisten is dat twee derde. Dat moet strenger, oordeelden de meerderheidspartijen, en dus komt er voor de zwaarste misdrijven een zogenoemde “beveiligingsperiode”. Het gaat onder meer om terreurmisdrijven, moord op politieagenten en ontvoering van minderjarigen. In die gevallen kan de rechter bepalen hoe lang iemand minstens in de cel moet blijven. Bij straffen tussen drie en dertig jaar mag de beveiligingsperiode maximaal twee derde van de straf zijn, vanaf 30 jaar mag de beveiligingsperiode maximaal 25 jaar bedragen.

De nieuwe wet doet bij professor criminologie Kristel Beyens (VUB) de wenkbrauwen fronsen. “Dit is een motie van wantrouwen ten opzichte van de strafuitvoeringsrechtbanken”, zegt ze. Beyens wijst erop dat amper tien jaar geleden, in 2006, de beslissing over de invrijheidstelling bij de strafuitvoeringsrechtbank werd gelegd, een gespecialiseerd orgaan dat zich buigt over de voortgang van de gedetineerde, en nagaat of die klaar is om terug in de samenleving te komen. “De beslissingsruimte van de strafuitvoeringsrechtbank, die gespecialiseerd is en zicht heeft op het detentietraject, wordt nu beperkt ten voordele van de strafrechter die daar veel minder zicht op heeft.”

Niet lichtzinnig

De strafuitvoeringsrechter die vandaag over vervroegde vrijlating moet beslissen, doet dat nochtans niet lichtzinnig, zegt ook Stefaan Van Hecke van oppositiepartij Groen. “Die rechters laten een Marc Dutroux of een Freddy Horion niet zomaar vrij. Maar voor alle anderen neem je een stuk perspectief weg. Die vervroegde vrijlating is een wortel die wordt voorgehouden, die gedetineerden motiveert om aan hun problemen te werken.” Van Hecke vreest dan ook dat de beveiligingsperiode contraproductief zal werken. “Als die wortel wegvalt, waarom zou je dan nog je best doen?”

Ook Beyens ziet het gevaar. “Nochtans blijkt uit onderzoek dat de voorwaardelijke invrijheidstelling een waarborg is voor een veilige reïntegratie in de maatschappij.” Gedetineerden die voorwaardelijk vrijkomen, worden strikt opgevolgd, zegt ook Liesbeth Wyseur, woordvoerster van de Vlaamse justitiehuizen.

“De ex-gedetineerden worden door middel van voorwaarden gecontroleerd, ze worden opgevolgd en begeleid. Het zijn de justitieassistenten die samen met hen bekijken welke voorwaarden ze hebben, en welke inspanningen ze leveren om aan die voorwaarden te voldoen. Zij rapporteren daarover aan de strafuitvoeringsrechtbanken.”

Rekensom

Die opvolging kan tot tien jaar of langer duren. Beyens denkt dan ook dat met de nieuwe wet heel wat mensen langer in de gevangenis zullen blijven. “Hoe dichter gedetineerden bij de einddatum van hun straf komen, hoe minder ze geneigd zullen zijn om voor voorwaardelijke invrijheidstelling te kiezen. Op het moment dat iemand nog vier jaar moet uitzitten, maakt hij de rekensom: ‘Als ik blijf zitten tot het einde, kom ik daarna vrij zonder voorwaarden, en heeft justitie niets meer over mij te zeggen’. Maar dat betekent ook dat je die gedetineerden kwijt bent als ze vrijkomen, en zonder voorbereiding vrijkomen na een volledige straf is veel gevaarlijker dan vervroegd vrijkomen onder voorwaarden.”

Justitieminister Koen Geens (CD&V) denkt niet dat het zo’n vaart zal lopen. Op zijn kabinet wordt benadrukt dat de beveiligingsperiode facultatief is, en de strafrechter dus vrij is om ze al dan niet op te leggen. Bovendien geldt die enkel voor de allerzwaarste misdrijven. “De strafuitvoeringsrechtbank wordt niet buiten spel gezet,” onderstreept Geens nog, “ze wordt enkel iets later gevat. Daarna kan ze haar rol perfect spelen.”

Bron » De Morgen