Geens krijgt op twee jaar vijf potpourri-wetten door de Kamer

Minister van Justitie Koen Geens (CD&V) heeft op een dikke twee jaar tijd vijf grote potpourri-wetsontwerpen uitgewerkt en door het parlement gekregen. Of daar ziet het er toch naar uit. De laatste tekst met ‘quick wins’ voor Justitie kreeg vandaag groen licht van de bevoegde Kamercommissie. Nog voor het zomerreces moet ook de finale goedkeuring volgen.

De naam ‘potpourri-wetten’ is niet toevallig gekozen. Telkens weer is het een mengeling van tientallen kleine en grote ingrepen die Justitie op korte termijn efficiënter en doeltreffender moeten maken. Denk aan de afbouw van assisen, meer alleenzetelende rechters, het ontmoedigen van hoger beroep, een forse reductie van de vredegerechten en de inperking van de voorlopige hechtenis. Maar ze bevatten ook reparaties – zoals aan de steeds weer uitgestelde interneringswet – en nieuwigheden – zoals de ‘guilty plea’.

De vijfde en laatste potpourri-wet kreeg vandaag groen licht van de Kamercommissie Justitie. De 321 artikels tellende tekst sleutelt onder meer aan de adoptieregels en de problematiek van kinderontvoeringen naar het buitenland. Ze voert ook een centraal erfrechtregister in en hervormt de regels rond het notariaat.

Videoconferentite

Opvallend is bijvoorbeeld de invoering van videoconferentie bij de notaris. Daardoor moeten koper en verkoper van een woning – en hun respectievelijke notarissen – niet langer fysiek samenkomen voor het verlijden van de akte. Er komt ook een centraal erfregister dat de akten, attesten en verklaringen van erfkeuze zal bundelen.

Potpourri 5 sleutelt ook aan de adoptieregels. Elke kandidaat-adoptant die een ‘niet-vertrouwd’ kind adopteert, zal voortaan steeds vooraf een geschiktheidsvonnis moeten bekomen. Dat moet vermijden dat de rechter voor voldongen feiten staat.

Bij kinderontvoeringen door één van de ouders naar het buitenland moet het wetsontwerp voor snellere grensoverschrijdende procedures zorgen. Geens hoopt dat te stimuleren met meer vertrouwen tussen beide landen, door de Belgische rechters te verplichten rekening te houden met de argumenten aangevoerd door het andere land. Tegelijk worden de grensoverschrijdende procedures aangepast om tot een snellere afhandeling te komen.

Stage

Voorts schaaft potpourri 5 aan de gerechtelijke stage voor wie de magistratuur in wil. Het onderscheid tussen de korte en de lange stage wordt vervangen door een gemeenschappelijke gerechtelijke stage van 24 maanden. Stagiairs zullen voortaan ook alle stageverplichtingen “met vrucht” moeten voltooien.

Tot slot sleutelt de tekst aan de mobiliteit tussen vredegerechten en politierechtbanken en verruimt ze de mogelijkheid om zittingen van de raadkamer en de kamer van inbeschuldigingstelling te organiseren in de gevangenis. Binnenkort zal dat ook kunnen in kader van overlevings- of uitleveringsprocedures.

Met de goedkeuring van de laatste potpourri-tekst is Geens allerminst klaar met Justitie. De federale ministerraad gaf hem begin dit jaar al groen licht voor boek I van het nieuwe Strafwetboek, met als doel dat “accurater, eenvoudiger en coherent” te maken.

De meest ingrijpende wijzigingen houden in dat enkel nog misdaden en wanbedrijven blijven bestaan als misdrijven. De overtredingen verdwijnen. De misdrijven worden onderverdeeld in acht categorieën, waarvan enkel de twee hoogste misdaden zijn. Die worden beteugeld met straffen van twintig tot dertig jaar (categorie 7) en levenslang (categorie 8). Nu gelden misdaden nog vanaf 5 jaar celstraf.

Politiek gevoeliger wordt het vervolg op dit boek I van het nieuwe strafwetboek: de bepaling van de nieuwe strafmaat voor elk misdrijf in boek II. Niet alleen zullen de delicten opnieuw omschreven worden, verwacht wordt dat ook de strafmaat voor sommige feiten zal veranderen.

Bron » De Morgen

Commissie 22/3 wil één grote Kruispuntbank Veiligheid

Naar analogie met de Kruispunt van de Sociale Zekerheid moet er een centrale Kruispuntbank Veiligheid komt, waarin álle gegevens van alle betrokken diensten zitten. Het is geen nieuwe databank, maar een koepelstructuur boven de bestaande databanken. Dat beveelt de commissie 22/3 aan in haar lijvige rapport, dat op dit moment voorgesteld wordt.

Al na de eerste hoorzittingen omtrent de veiligheidsarchitectuur, kwam het probleem van de informatiedeling bovendrijven. Er zijn meerdere databanken waarin gegevens die relevant zijn in terreuronderzoeken, verzameld worden. Zo is er de Algemene Nationale Gegevensbank (ANG) van de politie, de databank van het Ocad (Coördinatieorgaan voor de Dreigingsanalyse), lokale gegevensbanken, de mappen van de parketten, enzovoort. Die databanken zijn niet op elkaar afgestemd. Delen van gegevens is al moeilijk, kruisen van gegevens helemaal.

Een nieuwe ‘Kruispuntbank Veiligheid’, waar de gerechtigde veiligheidsdiensten op een veilige manier toegang tot hebben, moet dat euvel verhelpen. Dat is één van de meest tastbare conclusies van de commissie 22/3, de parlementaire onderzoekscommissie naar de terroristische aanslagen in Zaventem en Maalbeek. De commissie haalt de mosterd bij de Kruistpuntbank van de Sociale Zekerheid en het e-Health-platform.

Flagging Systeem

Opvallende nieuwigheid is het ‘flagging systeem’, dat het mogelijk maakt om te kijken welke dienst nieuwe informatie heeft toegevoegd of gewerkt heeft op een bepaald dossier. Dat moet een betere horizontale samenwerking tussen verschillende diensten mogelijk maken, en kadert ook in het idee van ‘gedeelde verantwoordelijkheid’ over informatie.

Commissielid Servais Verherstraeten (CD&V), die de aanbeveling op tafel legde, is tevreden. ‘We stelden een wildgroei aan gegevensbanken vast’, aldus Verherstraeten. ‘Op een gegeven moment telden we er liefst 127, waarvan 16 bij de federale politie. Maar zelfs binnen dezelfde dienst waren er databanken die niet op elkaar afgestemd waren. Er was onvoldoende cultuur om informatie te delen, dat moet veranderen.’

‘We richten geen nieuwe databank op’, preciseert hij. ‘Door het gebruik van de bestaande databanken komen we tot een snellere operationoalisatie en beperken we de kostprijs. Een gezamenlijke databank stimuleert bovendien het vertrouwen van alle betrokken diensten. Op deze manier zullen alle diensten toegang hebben tot dezelfde informatie en zullen gegevens effectief gekruist kunnen worden.’

Bedoeling is dat de informatie beschikbaar is ‘voor wie ze relevant is’, aldus nog Verherstraeten. ‘De Kruispuntbank moet op een efficiënte en veilige manier geconsulteerd kunnen worden, met respect voor de autonomie van de instanties en hun opdrachten.’ Om te bepalen wie en op welke manier toegang zal hebben tot de geïntegreerde Kruispuntbank, wordt een beheersplatform aangeduid.

‘We hebben de scalpel gehanteerd, en niet de hakbijl. Maar we zijn best wel streng geweest, hoor. Er ís veel te weinig informatie gedeeld, de informatie was teveel gecompartimenteerd en gefragmenteerd’, besluit de CD&V’er.

Informatieomslag

Rode draad doorheen het 500 pagina’s tellende rapport van de commissie 22/3 is een betere doorstroming van informatie. Twintig jaar na de onderzoekscommissie-Dutroux is de problematiek dus nog hetzelfde. Tot een nieuw, groots Octopusakkoord zal dit rapport niet leiden, het beoogt vooral een noodzakelijke brug te slaan tussen de bestaande diensten. Historisch is wel dat de meerderheid en de oppositie in consensus beslist hebben over honderden aanbevelingen.

Bron » De Standaard

Commissie 22/3: ‘Staatsveiligheid moet dringend versterkt worden’

De Staatsveiligheid moet meer armslag krijgen, op álle vlakken. Dat is één van de opvallendste aanbevelingen van de commissie 22/3.

De strijd tegen terreur begint met het vergaren van accurate informatie, het is dus des te belangrijker dat de inlichtingendiensten performant werken. De hervorming van de inlichtingendiensten kadert in de omslag van de informatiehuishouding die de commissie voorstaat. Rode draad doorheen het 500 pagina’s tellende rapport is een betere doorstroming van informatie.

Uit het onderzoek van de commissie blijkt dat er al te vaak kansen worden gemist op het vlak van informatiegaring. Ook de informatiedoorstroming is voor verbetering vatbaar, zowel tussen de inlichtingendiensten onderling (lees: de Staatsveiligheid en de militaire ADIV) als tussen de inlichtingen- en veiligheidsdiensten.

Twintig jaar na de onderzoekscommissie­-Dutroux is de problematiek nog hetzelfde. Tot een nieuw, groots Octopus­akkoord zal dit rapport niet leiden, het beoogt vooral een noodzakelijke brug te slaan tussen de bestaande inlichtingendiensten. Historisch is wel dat de meerderheid en de oppositie in consensus beslist hebben over honderden aanbevelingen.

Belgische Staatsveiligheid, een lilliputter

De herhaalde noodkreet van Staatsveiligheids­topman Jaak Raes – ‘Het opruimen van zwerfvuil in Vlaanderen kost 61 miljoen euro en dat is 20 procent meer dan het budget van de Staatsveiligheid’ – is niet in dovemansoren gevallen. De onderzoekscommissie is van oordeel dat er ‘dringend nood is aan een versterking van de Staatsveiligheid’, zowel op het vlak van personeel en de opleiding van personeelsleden, als op het vlak van de informatietechnologie.

‘Er dient derhalve een substantieel ruimer budget te worden toegekend’, aldus het rapport. In vergelijking met buitenlandse inlichtingendiensten is de Staatsveiligheid inderdaad een lilliputter: onderbemand en onder­gefinancierd.

Een samensmelting met de militaire inlichtingendienst ADIV komt er niet, wel moet er beter worden samengewerkt – dat gaat van het delen van vertaaldiensten tot het samen ontwikkelen en optimaliseren van human intelligence.

Diversiteit binnen diensten

Om de juiste personen aan te werven, moeten de Selor-procedures worden versoepeld. De inlichtingendiensten moeten daarbij beiden nog steeds zelf op zoek gaan naar burgerpersoneel met een geschikt gespecialiseerd profiel. De commissie 22/3 benadrukt dat het belangrijk is dat de diensten de diversiteit van de Belgische samenleving weerspiegelen. Concreet is er nood aan (meer) personeelsleden die de taal van potentiële terroristen spreken. Alle personeelsleden moeten flexibel kunnen worden ingezet en tijdelijk gedetacheerd kunnen worden tussen beide diensten.

Dossier bij gerecht en/of inlichtendiensten?

Daarnaast beveelt de commissie 22/3 aan dat de Belgische informatiepositie gevoelig wordt opgevijzeld. De inlichtingendiensten moeten niet alleen informatie vergaren, maar ook scenario’s in kaart brengen en eventueel zelfs disruptief kunnen optreden om bepaalde schadelijke activiteiten te verstoren.

Tijdens de hoorzittingen in de commissie hekelden de toplui van de inlichtingendiensten het feit dat Justitie soms té snel een dossier naar zich toe trekt: als er een misdrijf boven water komt, wordt er een gerechtelijk onderzoek geopend dat de facto het inlichtingenwerk dwarsboomt. Ook daar komt de commissie aan tegemoet. Op het niveau van de vijf hoven van beroep richt men telkens een Intelligence Fusion Cell in, naar het model van de bestaande cel van de FGP Brussel. Daarnast komen er ook vijf Joint Decision Centres, waarin de 2 inlichtingendiensten zitten, het Ocad, de gerechtelijke politie én het federaal parket.

‘We hadden ons er gemakkelijk van af kunnen maken door te zeggen: de inlichtingendiensten moeten meer samenwerken, er moeten protocolakkoorden komen’, aldus Laurette Onkelinx (PS). ‘Maar we hebben de hele werkmethode omgegooid en stellen ingrijpende structurele veranderingen voor. Dit (Joint Decision Centres, red.) is une petite révolution.’

Whatsapp en sociale media

Ook de toegang tot communicatiekanalen van potentiële terroristen moet geoptimaliseerd worden, klinkt het in de aanbevelingen van de commissie. Die toegang mag zich echter niet beperken tot het Belgisch grondgebied.

Op Europees en zelfs internationaal niveau toegang krijgen tot geëncrypteerde communicatie-apps zoals Whatsapp is volgens de commissie noodzakelijk. Meer grip krijgen op de boodschappen die potentiële terroristen versturen en ontvangen op sociale media behoort eveneens tot de doelstellingen.

Bron » De Standaard

Rechters veroordelen recordaantal Belgen

Een recordaantal van 180.993 mensen werd vorig jaar veroordeeld tot een celstraf, boete of werkstraf door de Belgische rechters. Dat zijn er tienduizend meer dan in het vorige recordjaar 2005, schrijven Het Nieuwsblad, De Standaard en Het Belang van Limburg op basis van cijfers van de Dienst voor Strafrechtelijk Beleid. Sommigen onder hen stapelden de veroordelingen op. Zo werd een man vorig jaar liefst 31 keer veroordeeld.

Volgens de woordvoerder van justitie is er nog verder onderzoek nodig naar de oorzaken van die forse stijging. Hij waarschuwt wel dat die zeker gedeeltelijk wordt verklaard door een veel efficiëntere doorstroming van informatie over nieuwe veroordelingen naar het strafregister en de databank van justitie. “Maar we zijn ervan overtuigd dat ook recente hervormingen en een vereenvoudiging van de procesvoering een rol hebben gespeeld”, klinkt het.

Stijging

Er is overal in het land een stijging, maar Brussel spant met een toename van het aantal veroordeelden van 38.500 naar 51.000 de kroon. De Brusselse rechtbankvoorzitter Luc Hennart schrijft dat toe aan de toename van het aantal magistraten, maar ziet ook een minder fraaie verklaring. “Justitie bereidt zich voor op een andere manier van werken, waarbij de rechtbanken meer autonomie krijgen. Het geld dat ze toebedeeld krijgen, zal afhangen van de cijfers. Hoe meer zaken, hoe meer geld.”

Terrorisme

Vorig jaar waren er onder meer 226 veroordelingen voor moord of doodslag, meer dan 5.700 voor slagen en verwondingen, ongeveer 500 voor aanranding van de eerbaarheid en bijna evenveel voor verkrachting. Sinds 2015 maken veroordelingen voor terrorisme bovendien opgang. Tot drie jaar geleden was het een misdrijf waarvoor amper veroordelingen te noteren waren, maar in 2015 waren dat er 109 en vorig jaar 77.

Een vijfde van de veroordeelden (bijna 37.000) was vorig jaar buitenlander. Dat is eveneens een record.

Bron » De Morgen

Burgerinfiltranten mogen kleine misdrijven plegen

Straks mogen behalve politieagenten ook burgers infiltreren in de georganiseerde misdaad. Om niet door de mand te vallen, zullen ze kleine misdrijven mogen plegen. ‘Het moet tot in de puntjes geregeld zijn, anders is de kans groot dat het misgaat.’

Burgers die misdrijven mogen plegen: het doet de wenkbrauwen fronsen. Maar waarover spreken we ? Zullen burgerinfiltranten bijvoorbeeld wapens mogen gebruiken? Een exact antwoord krijgen we niet op het kabinet van justitieminister Koen Geens (CD&V). “Denk eerder aan het huren van een auto of flat voor gekende terroristen of aan het vervoeren van criminelen”, klinkt het. Iedereen lijkt het er roerend over eens dat het inzetten van burgerinfiltranten noodzakelijk is, want politie-infiltranten botsen op hun limieten.

“De multiculturaliteit is zeer beperkt binnen de eenheden die instaan voor infiltratie. Bij de Albanese maffia of bij terreurgroepen geraakt de politie bijvoorbeeld niet binnen”, weet Brice De Ruyver, professor strafrecht aan de UGent. “Daarom is het in extreme situaties aangewezen om burgerinfiltranten te gebruiken.”

Uitwassen

Maar, voegt De Ruyver eraan toe, “het moet tot in de puntjes geregeld zijn, anders is de kans groot dat het misgaat”. Het is immers niet de eerste keer dat het gebruik van burgerinfiltranten in ons land mogelijk gemaakt wordt. In 1971 waagde toenmalig minister van Justitie Alfons Vranckx een poging, maar dat liep met een sisser af omdat niet duidelijk omschreven was wat die infiltranten precies mochten doen. “Ze werden volledig aan hun lot overgelaten, en werden dus weleens gerold in het criminele milieu. Sommigen begonnen zelf een drugstrafiek te organiseren.”

Geens is beducht voor dergelijke uitwassen. Zijn woordvoerster benadrukt dat burgerinfiltranten enkel bij de zwaarste misdrijven zullen worden ingezet, zoals de voorbereiding van terroristische handelingen, én pas als politionele infiltratie onmogelijk is. Er is ook een uitgebreide controle voorzien: zowel het Openbaar Ministerie als het federaal parket moet telkens toestemming geven en die toestemming moet maandelijks worden herzien.

Toch zijn er nog heel wat vragen, zegt onderzoeksrechter Karel Van Cauwenberghe. “Wie komt in aanmerking? Hoe worden die mensen gerekruteerd en opgeleid? Het is geen eenvoudige opdracht om burgers te vinden die dergelijke opdracht goed kunnen uitvoeren. Bij politieagenten vereist dat al een specifieke opleiding.”

Bron » De Morgen