Voorstel van minister van Justitie Van Quickenborne: zeer ernstige moord- of roofmoordzaken mogen niet meer kunnen verjaren

Op voorstel van minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open Vld) wil de regering de verjaringstermijn afschaffen voor de meest ernstige moord- en roofmoordzaken. De nieuwe regeling zou van toepassing kunnen zijn op terrorismedossiers of het dossier rond de Bende van Nijvel.

Voor misdaden tegen de menselijkheid, genocide, oorlogsmisdaden en seksuele misdrijven ten aanzien van minderjarigen bestaat reeds een uitzondering op de geldende verjaringstermijnen. Zulke zaken kunnen nooit verjaren en worden altijd berecht, ongeacht de tijd die sinds de feiten verstreken is. Van Quickenborne wil nu dat ook zeer ernstige feiten van moord en roofmoord onder de categorie van de uitzonderingen vallen.

Het moet gaan om misdaden die de bevolking ernstige vrees hebben aangedaan of tot doel hadden de basisstructuren van het land te ontwrichten of te vernietigen. Ook voor misdaden die een land of een internationale organisatie ernstig kunnen schaden of de overheid of een internationale organisatie proberen te dwingen tot het verrichten of het zich onthouden van een handeling, zou de verjaringstermijn vervallen.

“Zulke feiten”, zegt Van Quickenborne, “hebben een dusdanig grote impact op de samenleving dat verjaring uit maatschappelijk oogpunt niet te verantwoorden is en er blijvend gerechtigheid moet kunnen geschieden. Bovendien kunnen steeds beter wordende onderzoekstechnieken na decennia alsnog tot een doorbraak leiden in onopgeloste moorddossiers.”

Bende van Nijvel

Het wetsontwerp is nu door de regering goedgekeurd en wordt aan de Raad van State voorgelegd voor advies. Daarna gaat het naar het parlement. “Als de nieuwe regeling daar wordt goedgekeurd, zou die mogelijk van toepassing kunnen zijn op terrorismedossiers, maar ook op het dossier van de Bende van Nijvel”, aldus Van Quickenborne.

Een en ander past in een bredere hervorming van het strafprocesrecht. Ook wordt het principe van stuiting (onderbreking van de verjaringstermijn) afgeschaft en zal verjaring niet meer mogelijk zijn eens een dossier doorverwezen is naar de correctionele rechtbank. De huidige verjaringstermijnen, minimaal 6 maanden en maximaal 20 jaar, worden aangepast naar minimaal 1 jaar en maximaal 30 jaar. Dit blijft afhangen van de minimale en maximale strafmaat die vasthangen aan een misdrijf.

Vermassen: “Bandieten krijgen geen cadeau meer”

“Ik was jarenlang zelf vragende partij, nu komt het eindelijk zover. Het is goed dat we niet langer de zwaarste bandieten cadeaus geven en er meer aan de slachtoffers wordt gedacht”, reageert toppleiter Jef Vermassen.

De nieuwe regeling zou dus zoals eerder vermeld onder meer van toepassing kunnen zijn op het dossier rond de Bende van Nijvel waar advocaat Jef Vermassen een van de slachtoffers vertegenwoordigt.

“Dit een zeer belangrijke stap”, stelt hij. “De verjaringstermijn is iets dat dateert van decennia geleden toen men het principe vooropstelde dat er ooit een dag komt dat je niet meer vervolgd kan worden voor je misdrijven, dat het voorbij is. Maar de mentaliteit is veranderd, de maatschappij is nu veel meer gericht op de slachtoffers in vergelijking met de vorige eeuw en het wordt niet meer aanvaard dat slachtoffers op die manier in de koude zouden blijven staan.”

“Waarom zouden wij de zwaarste bandieten cadeaus geven? Want de verjaring was een cadeau voor wie een misdrijf had gepleegd, want hij of zij werd niet meer vervolgd. Dankzij dit wetsvoorstel kan er op elk moment nog vervolging komen voor heel ernstige misdrijven en hoeven slachtoffers daar geen schrik meer voor te hebben. Je geeft de misdadiger niet langer een cadeau, dit wetsvoorstel eert de slachtoffers en is een geschenk voor hen. De hoop op een prijs verjaart dan niet. Die schrik bestond ook voor de zaak in de Bende van Nijvel, en die schrik valt nu weg.”

Bron » Gazet van Antwerpen

Hoop voor slachtoffers Bende van Nijvel: moord en terreur zullen niet altijd kunnen verjaren

De verjaringstermijn voor moord en roofmoord zal in uitzonderlijke gevallen volledig worden geschrapt. Dat staat in een wetsontwerp van minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open Vld), waarover gisteravond een akkoord werd bereikt binnen de meerderheid. Hierdoor zou het dossier van de Bende van Nijvel niet meer kunnen verjaren in 2025.

Vandaag bestaan er al een reeks misdaden die niet kunnen verjaren: misdaden tegen de menselijkheid, genocide, oorlogsmisdaden en seksueel misbruik van minderjarigen. Ongeacht hoeveel tijd er verstreken is kunnen zo’n zaken altijd berecht worden. Voor moord ligt de verjaringstermijn op 20 jaar, maar minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open Vld) wil die maximumtermijn in uitzonderlijke gevallen schrappen.

In welke gevallen? Als het gaat om moorden die “een land of internationale organisatie ernstig kunnen schaden”, “de bevolking een ernstige vrees hebben aangedaan” of “als doel hadden de basisstructuren van het land te ontwrichten of te vernietigen” zal een rechter kunnen beslissen dat de zaak niet meer kan verjaren. “Deze feiten hebben een dusdanig grote impact op de samenleving, dat verjaring vanuit maatschappelijk oogpunt niet te verantwoorden is”, aldus Van Quickenborne. “De samenleving verwacht van justitie dat het ook na veertig jaar nog gerechtigheid kan laten geschieden.”

Oplossing voor bendedossier

Volgens Van Quickenborne zou de nieuwe regeling – eens doorgevoerd – van toepassing kunnen zijn op terrorismedossiers of bijvoorbeeld het dossier van de Bende Van Nijvel. Onder zijn voorganger op Justitie, Koen Geens (CD&V), werd de verjaringstermijn voor het bendedossier opgetrokken na 40 jaar. Maar die termijn loopt af in november 2025, terwijl het onderzoek nog altijd lopende is. Vandaag keurt de ministerraad het wetsontwerp normaal gezien goed, nadat er gisteravond al een akkoord over werd bereikt tussen de verschillende kabinetten. Nadien vertrekt de tekst voor advies naar de Raad van State. De wet is dus nog niet meteen van kracht, maar zou zonder ongelukken wel op tijd in voege moeten gaan.

Stuiting

Het opheffen van de verjaring maakt deel uit van een breder wetsontwerp van minister van Justitie Van Quickenborne inzake hervorming van het strafprocesrecht. Daar staat ook in dat het principe van stuiting – de onderbreking van de verjaringstermijn – afgeschaft wordt. Verjaring zal niet meer mogelijk zijn eens een dossier doorverwezen is naar de correctionele rechtbank. Ook de verjaringstermijnen worden opgetrokken van minimaal 6 maanden en maximaal 20 jaar naar minimaal 1 jaar en maximaal 30 jaar. Dit blijft uiteraard afhangen van de minimale en maximale strafmaat die vasthangt aan een misdrijf.

Bron » Het Laatste Nieuws

Magistratuur wil geld van criminelen zelf kunnen gebruiken

Een ‘Fonds voor Justitie’ spijzen met inkomsten uit de afkoopwet, dat wil de Brusselse procureur-generaal. ‘Voor een slagkrachtigere Justitie in strafzaken.’

Brussels procureur-generaal Johan Delmulle (archiefbeeld) wil dat 30 procent van de minnelijke schikkingen en geldboetes direct naar Justitie terugvloeit. belga
Dagelijks leggen rechters boetes op aan criminelen. In specifieke omstandigheden, zeker bij witteboordencriminaliteit, kunnen verdachten hun proces ook ‘afkopen’: met een vrij stevige som geld ont­lopen ze een strafzaak, na goedkeuring door een rechter. Via die verruimde minnelijke schikking vermijdt het parket een jarenlange procedureslag, die met een sisser kan uitdraaien.

De Brusselse procureur-generaal Johan Delmulle stelt voor om een ‘Fonds voor Justitie’ op te richten waar een vast percentage van die minnelijke schikkingen en penale boetes heen vloeit. ‘De magistratuur krijgt vaak het verwijt dat ze klaagt over een gebrek aan personeel en materiële middelen, maar zelf weinig ideeën aanreikt waar die middelen vandaan moeten komen. De oplossing kan worden gevonden in dat fonds’, stelt hij in zijn toespraak waarmee hij donderdag het gerechtelijk jaar opende. Hij stelt voor dat dertig procent van de minnelijke schikkingen en de geldboetes naar dat fonds kan gaan, waardoor het ‘op structurele wijze terugvloeit naar de federale gerechtelijke politie, het openbaar ministerie en de hoven en rechtbanken. (…) Dit om bij te dragen tot een snellere en slagkrachtiger Justitie in strafzaken.’

Onderzoek op apegapen

De voorbije vijf jaar brachten de verruimde minnelijke schikkingen meer dan vierhonderd miljoen euro op. Vorig jaar werden er 163 schikkingen afgesloten, goed voor ruim zestig miljoen euro. Dat geld komt terecht in de algemene begroting. Het totale budget van Justitie is twee miljard euro. Minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open VLD) wil daar tegen 2024 sowieso een half miljard aan toevoegen.

De oproep van de Brusselse procureur-generaal hangt samen met de moeilijke financiële omstandigheden van politie en gerecht. In het voorjaar maakten het openbaar ministerie en de commissaris-generaal van de federale politie duidelijk dat de opsporing van zwaar banditisme op apegapen ligt. ‘Er is te veel gesneden’, zei commissaris-generaal Marc De Mesmaeker. Al een jaar kan de Brusselse federale gerechtelijke politie de dossiers van financiële criminaliteit niet meer bolwerken. ‘We zien alleen mist’, verklaarde federaal procureur Frédéric Van Leeuw. Om hun noodkreet in het parlement kracht bij te zetten, werden zeer expliciete beelden van folteringen uit het misdaadmilieu getoond aan de parlementsleden.

Bij zijn oproep maakt Delmulle de vergelijking met het Verkeersveiligheidsfonds. ‘Om bij te dragen tot een betere verkeersveiligheid, zijn de politie, FOD Mobiliteit en FOD Justitie de begunstigden van een belangrijk deel van de geïnde ontvangsten van onder meer de penale boetes. Ook een deel van de verbeurdverklaringen, waarbij crimineel geld wordt afgenomen, zou rechtstreeks naar Justitie kunnen vloeien, denkt Delmulle.

‘Zo’n fonds oprichten is niet zo eenvoudig’, reageert minister van Justititie Van Quickenborne via zijn woordvoerder. ‘De wet op zo’n begrotingsfondsen legt serieuze beperkingen op. Ook de praktische uitwerking waarbij de uitkeringen dienen te verlopen via meerdere instanties, is zeer complex.’

Naast zijn pleidooi voor het ‘Fonds voor Justitie’ herhaalde de procureur-generaal, bevoegd voor Brussel en Vlaams-Brabant, ook dat er dringend een oplossing moet komen voor de procureur van het arrondissement Brussel. Sinds de vorige, Franstalige, procureur daar vertrok, neemt een Nederlandstalige adjunct zijn taken over, maar dat is een vervanging. De officiële benoeming van de Brusselse procureur blijft uit. ‘We zoeken naar een oplossing’, zegt het kabinet-Justitie.

Bron » De Standaard | Nikolas Vanhecke

Slachtoffers automatisch gebrieft bij vrijlating dader

Als slachtoffers dat willen, zal justitie hen auto­matisch een brief sturen wanneer een veroordeelde penitentiair verlof krijgt of definitief de gevangenis mag verlaten. Bij zware misdrijven contacteert een justitiehuis hen.

In mei kwam ex-bokser en ex-militair Hicham Diop vrij uit de gevangenis. Hij was veroordeeld tot een celstraf van vijftien jaar voor de mesaanval op een koppel politiemensen, die de aanslag met veel ­geluk overleefden. Na een derde van zijn straf kwam Diop in aanmerking voor een voorwaardelijke invrijheidstelling.

Het koppel dat hij had aangevallen wist niets van zijn vrijlating. ‘Wij zijn niet op de hoogte ­gebracht’, zei slachtoffer Filip De Pauw enkele weken geleden, nadat hij en zijn partner het nieuws ­hadden vernomen. ‘We hebben het per toeval gehoord. Dit is voor ons een slag in het gezicht.’ Hij vond dat justitie hen met de vrijlating van Diop in de steek had gelaten. In een reactie verwees het Gevangeniswezen naar de griffie van de rechtbank als verantwoordelijke om slachtoffers te verwittigen.

Zaak-Dutroux

Het incident maakt duidelijk hoe het gerecht het moeilijk blijft hebben met de opvolging van slacht­offers van misdrijven. Dat komt doordat het strafrecht in ­oorsprong draait om een proces van de maatschappij, vertegenwoordigd door het openbaar ­ministerie, tegen een persoon die een misdrijf heeft gepleegd.

Door de zaak-Dutroux (over de ontvoering, opsluiting en dood van jonge meisjes door Marc Dutroux) kwam er meer aandacht voor slachtoffers, maar dan vooral in de fase van onderzoek en proces. Griffies kunnen hen wel op de hoogte brengen over de strafuitvoering van een veroordeelde dader, maar de systematiek daarachter ­verschilt per gerechtelijk arrondissement. Daardoor gebeurt het niet altijd.

‘De emotionele impact van een uitspraak door een rechter is voor veel slachtoffers en nabestaanden bijzonder groot’, beseft minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open VLD). ‘Slachtoffers zullen voortaan systematisch ­geïnformeerd worden over hun rechten tijdens de strafuitvoering.’

Die automatisatie gaat op donderdag 1 september van start. ­Nadat de rechter een vonnis met een gevangenisstraf heeft uitgesproken, zullen de ­burgerlijke partijen altijd een brief toegestuurd krijgen waarin hun rechten staan uit­gelegd. Daar zal ook een ‘slachtofferfiche’ bij zitten, waarmee ze kunnen aangeven hoe ze die rechten willen uitoefenen. In de eerste plaats gaat het om informatie krijgen wanneer de veroordeelde vraagt om onder voorwaarden vrij te komen, zoals bij een verlof uit de gevangenis, met een enkelband of bij een definitieve vrijlating. De burgerlijke partijen kunnen ook vragen om voorwaarden, zoals een contactverbod of het verbod voor de ­veroordeelde om zich in een ­bepaalde regio te begeven.

Herwerkte brief

Zo’n ‘slachtofferfiche’ bestaat al langer binnen justitie, zelfs in twee verschillende vormen, maar is ­herschreven om de inhoud duidelijker te maken. De fiche begint met een uitleg over de procedure van strafuitvoering. Als ze eenmaal is ingevuld, komt ze terecht in het strafuitvoeringsdossier. De veroordeelde en zijn advocaat zullen wel geen toegang hebben tot het adres van het slachtoffer.

Voor de slachtoffers en de nabestaanden van zware misdrijven komt daar nog bij dat de justitiehuizen hen spontaan zullen ­contacteren over hun rechten. De justitiehuizen, die in Vlaanderen bevoegd zijn voor slachtoffer­onthaal, zullen daarvoor automatisch een melding krijgen. Het gaat om opzettelijke en onopzettelijke feiten die de dood van een slacht­offer hebben veroorzaakt, waar­onder vergiftiging en foltering, en om verkrachting. Ook na veroordelingen bij ‘pogingen tot’ dat soort misdrijven, zullen justitieassistenten de slachtoffers contacteren. De diensten werden daarvoor versterkt.

‘Dit is een nieuwe, belangrijke stap in een verwaarloosde kerntaak van justitie: het slachtoffer op de eerste plaats zetten’, vindt Vlaams minister van Justitie en Handhaving Zuhal Demir (N-VA), die bevoegd is voor de justitie­huizen. ‘Een menselijke aanpak, respect voor trauma´s, begeleiding in de juridische procedure en up-to-date informatie over de straf van de dader zijn een basis om te kunnen helen na een misdrijf. Het is geen service, het is een recht.’

Bron » De Standaard | Nikolas Vanhecke

Brussels gerecht niet opgewassen tegen Brussel

Het hof van beroep in de hoofdstad verzuipt in het werk dat er ligt, en dan komen er nog veel complexe zaken aan. De Hoge Raad voor Justitie waarschuwt voor een ‘perfecte storm’.

Er gaan bij het Brusselse hof van beroep te weinig zaken buiten om degene die binnenkomen op een vlotte manier te kunnen verwerken. Daardoor is het zeer lang wachten op arresten.

In burgerlijke zaken, zoals een geschil tussen twee ­bedrijven of een ­geschil tussen de burger en de fiscus, was de doorlooptijd eind 2020 iets meer dan twee jaar en negen maanden. In een derde van de ­zaken moeten de partijen zelfs meer dan drie jaar wachten op ­resultaat. Een fiscale zaak neemt gemiddeld 3,8 jaar in beslag. In strafzaken is de globale doorlooptijd met ruim de helft ­gestegen tussen 2016 en 2020. Een proces duurt iets minder dan zeven maanden, maar kan erg ­variëren volgens de inhoud van de zaak.

Megaprocessen

De berekeningen zijn gemaakt door de Hoge Raad voor de Justitie (HRJ) in een doorlichting die woensdag online verscheen. Het is verre van de eerste audit van het Brusselse hof van beroep, er ­waren er ook al in 2004 en 2008. De problemen slepen er al lang aan en ­raken maar niet opgelost. Het is de voorzitter van het hof, Laurence Massart, die zelf ­ om ­deze doorlichting heeft gevraagd, ­omdat ze vragen heeft bij de ‘haalbaarheid van megaprocessen in het licht van de middelen bij het hof van beroep’. Ze vraagt ook meteen om een ‘realistisch plan voor het wegwerken van de kolossale ­gerechtelijke achterstand’.

De basisconclusie van de HRJ is dat er een reëel risico is dat de werking van het hof van beroep compleet in de knoop raakt. De ­komende twee jaar krijgt het hof te maken met heel wat complexe zaken, zoals het proces over de aanslagen in Zaventem en Brussel. ‘In de meest ­ongunstige hypothese’, zegt de HRJ, ‘valt een “perfect storm” niet uit te sluiten.’

Concreet wordt er gewaarschuwd voor de impact van een nieuwe coronacrisis, of de uitval of afwezigheid van personeel om ­andere redenen.

De penibele situatie van het hof van beroep wordt onder meer veroorzaakt door de spanning tussen het personeelsgebrek en de zware zaken die er door de Brusselse context terechtkomen.

Domino-effect

Van de magistraten over ondersteunende juristen tot het griffiepersoneel: geen enkele afdeling is volledig bevolkt. Er zouden 74 raadsheren moeten zijn, maar die plaatsen zijn voor 10 procent niet ingevuld. Onder het griffiepersoneel gaat het zelfs om 40 procent. Er zijn besparingen geweest, maar ook de complexe samenstelling van het tweetalige hof, waarbij de taalbeheersing van kandidaten een factor is, belemmert vlotte aanwervingen. Bovendien zijn er zeker onder de griffiers veel langdurige afwezigheden.

‘Het gevolg is dat hierdoor een soort domino-effect heeft ­gespeeld, waarbij een aantal structureel overbelaste griffiers (langdurig) uitvielen, wat moest worden opgevangen door andere griffiers, die op hun beurt ook zijn uitgevallen’, schrijft de HRJ. De ­tekorten hebben al geleid tot de sluiting van kamers, waardoor ­zaken een tijd niet worden behandeld.

Naar verhouding krijgt het Brusselse hof van beroep niet meer zaken binnen dan andere hoven. Er speelt wel een Brussels effect, bijvoorbeeld in zaken rond eigendomsrecht, banken of overheidsgeschillen. In de ‘stock’ aan burgerlijke zaken is de Belgische overheid betrokken in 18 procent van de dossiers. In Brussel zijn er ook meer assisenzaken dan ­elders, en de zware criminele dossiers van het federaal parket worden er dikwijls behandeld.

Om escalatie te voorkomen, moet het hof een inhaalplan ­opstellen, waarvoor de Hoge Raad al een hele reeks suggesties geeft.

‘Sowieso gaan we daar mee aan de slag’, verzekert persmagistraat Wim de Troy. ‘Dit verhaal eindigt zeker niet met deze audit.’

Bron » De Standaard