Topadvocaat Jef Vermassen stond vanaf het eerste uur nabestaanden van de Bende van Nijvel bij. Hij kan het niet begrijpen dat aan het onderzoek een eind lijkt te komen. “Als je ondervindt dat men precies niet gelukkig is met de tips die je aanbrengt, moet je argwanend worden”, klinkt zijn scherpe analyse.
Zowat vanaf de start van het megadossier rond de Bende van Nijvel, die 28 doden maakte, zit Jef Vermassen in de zaak als advocaat van slachtoffer David Van De Steen. De toen negenjarige Van De Steen was die bewuste 9 november 1985 met zijn ouders en zus Rebecca gaan winkelen in de Delhaize van Aalst, toen de Bende de parking opreed en zijn wapens richtte. Het zusje riep nog “Niet schieten, dat is mijn papa”, maar de beulen hadden geen oor naar het moedige kind. Zij en de ouders werden ter plekke geëxecuteerd. David kreeg een kogel in het been, maar overleefde.
“Al die jaren heb ik belangeloos geprobeerd om het onderzoek gaande te houden. Want al dat leed, al dat onbegrijpelijk onrecht, verdiende minstens een deftige uitleg”, stelt Vermassen, nu we weten dat het onderzoek straks mogelijk stopt zonder dat de daders gestraft zijn. “Ik heb een map van tien centimeter dik, met tientallen tips die ons ter ore kwamen en die we doorgezonden hebben naar het gerecht.”
Maar daar gebeurde schijnbaar nooit iets mee. “Ik stuurde eens een mail met een document door waarin belangrijke zaken stonden over het onderzoek, zaken die ik uit de eerste hand ontvangen had. Toen ik maanden later informeerde naar hoe het stond, was het antwoord nogal ontstellend: ‘We krijgen dat document niet open’. Het typeert hoezeer men blijkbaar niet geïnteresseerd was in een oplossing van dit ‘grootste misdrijf ooit in vredestijd.’”
Doorgeefluik
Uit wantrouwen klopten mensen met tips over de Bende na verloop van tijd eerder bij Vermassen aan dan bij gerecht en politie. De advocaat werd een soort doorgeefluik. “Een terminale man nodigde me ooit uit op zijn sterfbed. Hij had gouden informatie, over een hangar waar wagens gestald stonden die wellicht door de Bende gebruikt werden. De man vertelde me alles en enkele uren na ons gesprek is hij ook overleden. Ik bezorgde alles aan het gerecht. Maanden erna kreeg ik de volgende boodschap: ‘De informatie was niet nuttig.’ Het werd zowat het standaardantwoord van het gerecht voor alles wat we uit de eerste hand, soms van directe getuigen, vernamen en overgedragen hadden. Ze wilden de daders niet vinden.”
“Ik heb een heel klaar idee van wat er gebeurd is, wat er allemaal is fout gelopen en waarom. Maar ik kan dat niet open en bloot vertellen. Want ook uniek aan dit dossier is dat men precies steeds meer zin had om mensen die informatie aandroegen achterna te zitten dan de eigenlijke daders. Als je ondervindt dat gerecht en politie niet gelukkig zijn met de tips die je aanbrengt, moet je argwanend worden.”
Stille dood
Volgens de advocaat klopt veel niet in het hele dossier. “In mijn 52-jarige beroepsloopbaan heb ik het nooit meegemaakt dat een bende van drie of meer personen misdaden pleegt en ermee wegkomt. Er is altijd één die iets te veel zegt: op een zat moment, aan een medegevangene, uit wroeging. Altijd is dat zo, behalve in deze zaak, die veel meer leden telde. Heel raar vind ik dat.”
“Ontgoocheld? Dat kan je pas zijn door een beslissing die je niet verwacht. Ik verwachtte dat het zo zou lopen: het scenario van de stille dood. Ik ben wel verontwaardigd omdat ik besef dat sommigen jaren met de voeten van de slachtoffers gespeeld hebben. Sommigen, want ik moet wel zeggen dat velen ook hun uiterste best gedaan hebben om de waarheid boven te spitten. Maar er is wel sabotage gepleegd, dat heeft zelfs toenmalig justitieminister Koen Geens (CD&V) toegegeven.”
“Dat alles maakt mij diep ongelukkig. Deze zaak is het grootste affront ooit voor de Belgische justitie. Justitie heeft zich dit zelf aangedaan, door het knoeiwerk, onder meer door de onbegrijpelijke overheveling van het dossier naar Charleroi waar het jarenlang stillag.”
Moegestreden
Veel kansen ziet de toppleiter niet meer. “Eénmaal dacht ik dat het nog iets zou worden: toen het federaal parket de zaak overnam. Ik vertrouwde de mensen die zich toen over de zaak ontfermden. Maar dat ook die demarche tot écht niets geleid heeft, is nu wel duidelijk.”
“Misschien dat straks iemand op zijn sterfbed nog wroeging krijgt: een dader, of misschien een onderzoeker die meegewerkt heeft aan het niet laten uitkomen van deze misdaad. Het kan, maar ik acht de kans klein. Mensen die zo veel leed zo achteloos naast zich neerleggen en al die jaren maar doen alsof ze hard werken aan een doorbraak, zijn mensen met psychopathische kenmerken. Ik kan het niet anders zeggen. En zo’n types krijgen geen wroeging. Nooit.”
Vermassen zegt “moegestreden” te zijn in de zaak rond de Bende van Nijvel, maar hij koestert toch hoop. “Ik hoop stilletjes dat iemand, een mens van goede wil – een journalist, een vorser, een geïnteresseerde – het dossier straks tot zich neemt als het afgesloten is en zelf aan het speuren slaat. Ik kan die persoon alvast verzekeren dat zijn haren vaak te berge zullen rijzen van de sabotageacties en de manipulaties die hij zal lezen.”
“Maar hopelijk slaagt hij of zij wel in dat wat het gerechts- en politieapparaat al die jaren nagelaten heeft: een deftige uitleg geven aan de nabestaanden en ze troost bieden over die vreselijke feiten van toen. Dat hoop ik uit de grond van mijn hart”, aldus de advocaat.
Bron » Gazet van Antwerpen | Dirk Coosemans