Geheime dienst in het oog van de storm

Het vertrouwen in de Staatsveiligheid is bij heel wat politici in sneltempo aan het kelderen. Zeker nu duidelijk wordt dat ook zij worden gescreend. Op vraag van de Senaat heeft het Comité I, dat de inlichtingendiensten controleert, een onderzoek geopend.

“De Staatsveiligheid speelt blijkbaar graag cowboy en indiaantje. Dit mag echt niet blijven duren. Dit is geen democratie meer.” Die conclusie trekt een toppoliticus, gechoqueerd over de methodes waar de Staatsveiligheid zich van bedient. Het feit dat de inlichtingendienst de contacten van bepaalde parlementsleden met organisaties als Scientology en Sahaja Yoga heeft gescreend, lijkt de spreekwoordelijke druppel te zijn. Die politici worden niet enkel vernoemd, ook de inhoud van hun vergaderingen wordt uit de doeken gedaan.

Sahaja Yoga is een organisatie die een meditatiemethode gebaseerd op de leer van de Indiase vrouw Nirmala Devi propageert en op de lijst van schadelijke sekten stond. Volgens een confidentieel rapport dat de Staatsveiligheid onlangs opstelde zou oud-minister Frank Vandenbroucke (sp.a) beloofd hebben het dossier van de organisatie door te geven aan de studiedienst van sp.a.

In verband met Sahaja Yoga worden ook de namen van Tony Van Parys (CD&V) en Mia De Schamphelaere (CD&V) vernoemd. Het 130 pagina’s tellende rapport geeft ook details over vergaderingen waar Kris Van Dijck (N-VA), Hilde Vautmans (Open Vld), Hugo Coveliers (VLOTT), Johan Demol (ex-VB) of staatssecretaris Maggie De Block (Open Vld) aanwezig waren. Ook de contacten van Rik Torfs (CD&V) werden onder de loep genomen.

Niet alleen politici zijn gescreend. In het rapport wordt ook gesproken over contacten van organisaties met advocaten als Xavier Magnée en professoren als Anne Morelli (ULB) of Karel Dobbelaere (VUB).

De bevoegde Senaatscommissie vroeg deze week aan het Vast Comité van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten, kortweg het Comité I, een onderzoek te openen. Dat gebeurde nadat de namen van drie Franstalige politici waren uitgelekt in de pers, en hun vermoedelijke contacten met Scientology.

“We hebben inderdaad een onderzoek geopend op vraag van de begeleidingscommissie van de Senaat”, bevestigt Guy Rapaille, voorzitter van het Vast Comité I. Verder wilde hij geen commentaar geven. De controle van de geheime dienst, zowel de militaire als de burgerlijke, behoort toe aan het parlement.

In de bevoegde commissie zetelen drie Vlaamse senatoren: voorzitster Sabine de Bethune (CD&V), oud-Senaatsvoorzitter Danny Pieters (N-VA) en Dirk Claes (CD&V). Oud-Senaatsvoorzitter Armand De Decker (MR) en Philippe Mahoux (PS) zijn de twee Franstaligen in de commissie.

Een onderzoek over de Staatsveiligheid kan tot meer dan een jaar duren, als zoveel tijd nodig blijkt om alle elementen te kunnen verzamelen. De bevoegde ministers – ofwel Justitie ofwel Defensie – worden volledig op de hoogte gehouden van het verloop van het onderzoek.

In dit geval zal justitieminister Annemie Turtelboom (Open Vld) het onderzoek van nabij kunnen volgen. Het nieuws dat de geheime dienst een hele rits politici in de gaten heeft gehouden, komt op het moment dat de Staatsveiligheid een nieuwe baas moet krijgen. Het mandaat van de huidige administrateur-generaal Alain Winants is eigenlijk al afgelopen. De magistraat die ooit advocaat-generaal bij het hof van beroep in Brussel was, staat sinds 2006 aan het hoofd van de Belgische geheime dienst. Hij volgde destijds Koen Dassen op. Turtelboom moet de benoeming van Winants’ opvolger binnenkort op gang trekken.

Daarna moeten de zes coalitiepartijen van de federale regering er zich over buigen. Deze episode dreigt de Staatsveiligheid wel duur te staan komen, net op het moment dat andere diensten, zoals het antiterreurorgaan OCAD, veel lof krijgen. “Ik vind dit alarmerend”, zegt een toppoliticus. “Iedereen, elke politicus, kan toch wel eens de hand geschud hebben van een lid van Scientology? Dit is volkomen belachelijk. Is dit wel een democratie waardig?”

Radicalisme

Een expert voegt er nog aan toe dat er ‘beter meer aandacht en meer middelen zouden gaan naar de echte uitdagingen’. “In plaats van de Wetstraat te controleren kan de strijd tegen het radicalisme beter versterkt worden”, merkt dezelfde expert op. “Er is hier duidelijk een grens overschreden. Mensen die verkozen zijn, moeten niet zo zwaar gecontroleerd worden.”

Verder wordt er ook betreurd dat de communicatie tussen de inlichtingendiensten allesbehalve doeltreffend is. Bij de politie valt te horen dat het moeilijk is toegang te krijgen tot de inlichtingen van de Staatsveiligheid. De Staatsveiligheid werkt liever met topambtenaren en diplomaten. Die beschikken immers over de zogenaamde veiligheidsmachtigingen, wat iemand het recht geeft vertrouwelijke nota’s in te kijken. Die machtigingen worden uitgereikt door de NVO (de Nationale Veiligheid Overheid), een dienst die onder Buitenlandse Zaken valt.

Binnen de regering beschikken onder meer premier Elio Di Rupo (PS) en justitieminister Turtelboom over zo’n veiligheidsmachtiging. Opmerkelijk is dat het deel van het rapport waarin sprake is over de Franstalige politici van Congolese afkomst, werd opgestuurd naar Kinshasa, naar de Belgische ambassadeur. In het onderzoek naar dit rapport zal dus ook bekeken worden wie wanneer welke informatie krijgt.

Bron » De Morgen

Staatsveiligheid houdt Wetstraat in de gaten

De Staatsveiligheid gaat na of en wanneer politici contact hebben met organisaties zoals Scientology. In een confidentieel rapport worden tientallen namen geciteerd. Alain Winants, de administrateur-generaal van de Staatsveiligheid, stuurde een tiental dagen geleden een confidentieel rapport naar de hoogste overheden van het land. Om het vertrouwelijke karakter van de tekst te benadrukken wordt opgemerkt dat het document achter slot en grendel moet worden bewaard.

Aanleiding voor het document ‘Fenomeenanalyse van niet-staatsgestuurde inmengingsactiviteiten’ is de handel en wandel van organisaties als Scientology, Sahaja Yoga en de Moslimbroederschap. Die organisaties “viseren doelbewust bepaalde instellingen en proberen politici in hun beslissingen te beïnvloeden”.

Uit het document blijkt dat de Staatsveiligheid blijkbaar al jaren politici screent en nagaat of en wanneer ze contact hebben met die organisaties. “Elke organisatie heeft het recht om te lobbyen”, staat in het rapport. “Maar wanneer politici gecontacteerd worden om beslissingsprocessen te beïnvloeden, wetten aan te passen of invloed uit te oefenen wordt de grijze zone van lobbying overschreden. Dan kan er sprake zijn van inmenging.”

De Staatsveiligheid geeft bijvoorbeeld gedetailleerd weer hoe Sahaja Yoga een onderhoud had met toenmalig CD&V-parlementslid Tony Van Parys. Toen dat niet het gewenste resultaat opleverde, contacteerde de organisatie Mia De Schamphelaere (CD&V) en had daar “meer succes”.

Data, aanwezigen en de uitkomst van gesprekken die de organisatie had met Kris Van Dijck (N-VA) en een medewerker van Caroline Gennez (sp.a) worden gegeven. Maggie De Block (Open Vld) wordt genoemd, net als haar partijgenote Hilde Vautmans. Het gesprek van die laatste met Sahaja Yoga zou “in een stroeve sfeer zijn verlopen”.

De Staatsveiligheid merkt ook op dat de sekte contact probeerde te leggen met politici als Elio Di Rupo (PS), Inge Vervotte (CD&V) en Vera Dua (Groen). Frank Vandenbroucke (sp.a) zou beloofd hebben het dossier van Sahaja Yoga te bekijken.

In het deel over Scientology worden de contacten met Hugo Coveliers (VLOTT) en Johan Demol (Vlaams Belang) uiteengezet. Er wordt toelichting gegeven over de vergaderingen die Jan De Zutter, “een gewezen medewerker van Steve Stevaert en van Johan Vande Lanotte”, heeft bijgewoond. Voorts worden ook Filip Anthuenis (Open Vld) en Rik Torfs (CD&V) genoemd.

Winants reageert verbaasd op het lek. “De fenomeenanalyse heeft de hoogst mogelijke veiligheidskwalificatie en is voor een zeer beperkt aantal mensen bedoeld. Ik kan dan ook niets zeggen over de inhoud.” De administrateur-generaal benadrukt dat de Staatsveiligheid gewoon haar werk heeft gedaan.

“Wij volgen geen politici as such, maar zijn bevoegd om toe te zien op schadelijke sekten. De afspraak is wel dat wij onze voogdijminister op de hoogte brengen als er een onderzoek wordt gevoerd naar een federaal parlementslid.”

Minister van Justitie Turtelboom (Open Vld) is op de hoogte van het dossier maar kan er geen uitspraken over doen omdat het over geheime informatie gaat. Het Comité I, dat toezicht houdt op de inlichtingendiensten, heeft een onderzoek geopend over deze zaak.

Bron » De Morgen

De twaalf werken van Walter De Bock

De Morgen-journalist Walter De Bock, deze week overleden aan de gevolgen van de ziekte van Alzheimer, was de grootmeester van de onderzoeksjournalistiek in Vlaanderen. De Bock heeft een omvangrijk en indrukwekkend oeuvre geproduceerd.

In zijn werk komen vaak dezelfde thema’s terug: grootschalige corruptie en fraude, infiltratie van de georganiseerde misdaad in het zakenleven en de politiek, de kuiperijen van politie en geheime diensten, illegale wapenhandel, het in kaart brengen van extreem rechts en de verwevenheid tussen neonazi’s en ‘fatsoenlijk’ rechts, de demystificatie van het koningshuis. De Bock haalde naar boven wat verborgen moest blijven, richtte de spot op wie in de schaduw opereerde.

Hij bestudeerde, fanatiek en maniakaal, de achterkant van de façade. Het beeld dat hij heeft bovengespit van die verborgen realiteit was meestal niet fraai, dikwijls verontrustend en choquerend, soms ronduit beangstigend. Maar zijn stukken waren altijd moedig, maatschappelijk relevant, verrassend, nieuw, en fascinerend.

“De media moeten ten dienste staan van de burgers en niet van de machthebbers”, redeneerde hij. “De democratie kan niet zonder integere journalisten die elke schatplichtigheid durven af te wijzen en die vanuit een democratische bewogenheid altijd kritisch blijven.” Krantenjournalistiek gaat snel en is wreed voor de grote pioniers uit het verleden. Hun namen en hun heldendaden worden snel bedolven onder het stof van de tijd.

“Ik ben niet op zoek naar primeurs, ik wil vooral begrijpen wat er gebeurt”, zei De Bock dikwijls. Toch heeft niemand in de geschiedenis van de Vlaamse pers zoveel en zulke sterke scoops gemaakt als hij. Geen enkele Vlaamse journalist heeft ooit zoveel scalpen verzameld van gevallen tegenstanders. Een keuze maken uit zijn belangrijkste hoogtepunten en spectaculairste stukken, die waarmee De Bock een vooraanstaande en beslissende rol heeft gespeeld in de actualiteit, is een hachelijke onderneming.

De financier van Leopold I (2005)

De Bock was niet alleen journalist, maar ook historicus. Zijn studie over het aantreden en de financiering van koning Leopold I in 1831 was ronduit verbluffend. Hij toonde aan dat Nathan Rothschild, telg uit het wereldberoemde bankiersgeslacht, voor het ontstaan van de onafhankelijke staat België belangrijker was dan alle diplomaten en politici van die tijd samen. De studie verscheen oorspronkelijk in Cahiers Marxistes en werd in 2005 herdrukt in Knack.

“Walter heeft werkelijk alles, elke brochure, elke krantenbijlage over het Belgisch koningshuis bijgehouden”, weet oud-journalist Paul Huybrechts, een goede vriend van De Bock. “Walter heeft mij nooit een goede verklaring gegeven voor deze royalistische, monarchistische fixatie, maar iedereen heeft recht op zijn geheimpjes.”

Belgisch uranium voor de bom (1991)

Over de geschiedenis van Union Minière, de Société Généraledochter die tijdens de Tweede Wereldoorlog het uranium uit Belgisch Congo leverde dat gebruikt werd voor de eerste Amerikaanse atoombommen die ingezet werden tegen Japan, heeft De Bock baanbrekend werk verricht. Die historische deal tussen de Belgische regering in ballingschap en de VS vormde ook de basis voor de uitbouw van de Belgische nucleaire knowhow in de jaren vijftig en het huidige kernenergiebeleid.

De ontvoering van Tsjombé (1977)

Als eerste journalist ontrafelde De Bock het mysterieuze einde van Moïse Tsjombé, de vroegere premier van Congo die in ongenade was gevallen bij Mobutu. In Knack beschreef hij in 1977 gedetailleerd hoe de CIA en andere westerse geheime diensten samen met hun Belgische handlangers Tsjombé tijdens een vlucht van Ibiza naar Mallorca kidnapten en uitleverden aan Algerije, waar hij in onduidelijke omstandigheden overleed. Dat we überhaupt iets weten over die duistere bladzijde van de geschiedenis hebben we aan De Bock te danken.

Het Belgische luik van Irangate (1988)

In zijn eentje legde De Bock het Belgische luik bloot van de beruchte Irancontragate-affaire, de geheime wapenleveringen aan Iran waarvan de opbrengst gebruikt werd om de contra’s, de anticommunistische rebellen in Nicaragua, te bewapenen.

Na onderzoek in onder andere Zweden kon hij een Europees kartel van munitieproducenten beschrijven, een internationaal complot waartoe ook het Belgische PRB (destijds onderdeel van de Société Générale) behoorde. Dat onderzoek resulteerde in 1988 in het boek “Des armes pour l’Iran” bij de Franse uitgever Gallimard. Het boek is nauwelijks nog te vinden: de Franse wapenproducent Dassault heeft nagenoeg de gehele oplage opgekocht.

De ontdekking van Przedborski (1995)

Vrijwel niemand had ooit gehoord van Felix Przedborski. Tot De Bock in 1995 uitpakte met een ijzersterk gedocumenteerde reeks in De Morgen over het criminele verleden van de man. Przedborski bleek een gangster van groot kaliber die het tot diplomaat had geschopt en achter de schermen een sleutelrol speelde in talrijke Belgische en internationale corruptiezaken. Zoals gebruikelijk sloeg Przedborski terug met een proces wegens smaad en laster.

De val van een hoofdcommissaris (1991)

Het journalistieke graafwerk van De Bock speelde een doorslaggevende rol in de val en uiteindelijke veroordeling van de Brusselse hoofdcommissaris Frans Reyniers. De Morgen had, met de steun van de top van de Duitse justitie, begin de jaren negentig aangetoond dat de toppolitieman onwettelijke politiemethoden had gebruikt, meer bepaald provocatie, uitlokking en het werken met twijfelachtige tipgevers, zoals onder anderen de Duitse superdetective Werner Mauss.

De peetvader van de Oostkantons (1995)

Eén welgemikt schot van De Bock was voldoende om Frans-Joseph Schmitz, advocaat-generaal in Luik en peetvader van de Oostkantons, in 1996 van zijn troon te stoten. Uit de informatie die De Bock had verzameld, bleek dat de hoge magistraat jarenlang, onder het mom van liefdadigheid, een systeem van afpersing en corruptie had gehanteerd om zijn zakken te vullen. Prompt na de publicatie van het artikel in De Morgen werd Schmitz geschorst, gearresteerd en later voor de feiten veroordeeld.

VdB en baron De Bonvoisin (1981)

Jarenlang heeft De Bock ingebeukt op de Brusselse zakenman-politicus Paul Vanden Boeynants en diens entourage. De wapenaankopen van VdB als minister van Defensie in de jaren zeventig stonken dan ook uren in de wind naar corruptie. Het gerecht liet VdB daarvoor ongemoeid, hij werd enkel veroordeeld wegens fiscale fraude. Artikels van De Bock, gebaseerd op informatie die wellicht van de CIA kwam, zorgden er wel voor dat Vanden Boeynants in 1990 zijn benoeming tot secretaris-generaal van de NAVO kon vergeten.

Ook de rechterhand van VdB, baron Benoît de Bonvoisin, moest het ontgelden. Op basis van een uitgelekte nota van de Staatsveiligheid werd de baron in 1981 in deze krant afgeschilderd als de occulte financier van het gewelddadige extreem rechtse Front de la Jeunesse. Dat artikel was de start van een 25 jaar durende vendetta tussen De Bock en De Bonvoisin.

De baron kreeg inmiddels over de hele lijn gelijk van de rechtbanken. Zeer recente informatie lijkt erop te wijzen dat de bewuste nota waarmee alles begon gemanipuleerd werd op het kabinet van de toenmalige minister van Justitie, Philippe Moureaux. Mogelijk werd De Bock in de zaak-de Bonvoisin misleid door zijn informanten.

Demol ontmaskerd (1996)

Extreem rechts zat constant in het vizier van De Bock. Boeken als Suikerbossie, over de proapartheidslobby in ons land (Epo, 1978), Extreem rechts en de staat (Epo, 1981) en De mooiste jaren van een generatie, over de Nieuwe Orde in België voor, tijdens en na de Tweede Wereldoorlog (Epo, 1982) gelden als standaardwerken in hun genre.

Met die boeken heeft De Bock de toon gezet voor een harde, maar sterk wetenschappelijk onderbouwde journalistieke aanpak van de radicale rechterzijde. De mediagenieke hoofdcommissaris van Schaarbeek Johan Demol mocht dat eveneens ondervinden. In 1996 werd Demol door De Bock ontmaskerd als een voormalig lid van het gewelddadige Front de la Jeunesse. Demol moest opkrassen en slijt nu zijn dagen als backbencher voor het Vlaams Belang.

De moord op Cools (1991)

Elf maanden na de moord op de Luikse PS-leider André Cools, die op 18 juli 1991 werd neergeschoten door huurdoders, wist De Bock in deze krant de opdrachtgevers van de moord te identificeren als leden van het kabinet van toenmalig PS-minister Alain Van der Biest. De Bock haalde zich ermee hoon en spot van minder goed geïnformeerde collega’s op de nek, om nog te zwijgen van huiszoekingen en pogingen om “ontsporingen van onderzoeksjournalistiek als een misdrijf te laten vervolgen”. Pas vele jaren later, en na vele tijdrovende en nutteloze omzwervingen, kwam het Luikse gerecht tot dezelfde conclusie als De Bock. De opdrachtgevers die hij al in 1992 had aangewezen, werden pas in 2003 door het Luikse hof van assisen veroordeeld.

Smeergeld van Agusta (1998)

Samen met ondergetekende werkte De Bock in 1998 gedurende een jaar uitsluitend op de smeergeldaffaire Agusta/Dassault. De vaststelling dat uitgerekend de toenmalige SP, met haar imago van pacifisme én als voormalige eigenaar van deze krant, ruim 110 miljoen frank smeergeld had aangenomen van grote wapenfabrikanten, maakte hem woedend. Het resultaat van een doorgedreven studie van het omvangrijke strafdossier, waarop De Bock de hand wist te leggen, was een vernietigende reconstructie van het corruptiepact.

Daaruit bleek dat SP-boegbeeld Willy Claes dé centrale figuur was geweest. De reeks werd eind 1998 gepubliceerd, kort voor de start van het proces voor het Hof van Cassatie, waar alle verdachten werden veroordeeld. Claes, door de redactie geconfronteerd met het te publiceren materiaal, reageerde furieus en schold ons uit voor “gemanipuleerde smeerlappen”.

Tractebel in Kazachstan (1999)

Alvorens de noodlottige ziekte hem dwong tot afhaken, zorgde De Bock nog voor een laatste grote knal. Zijn magistrale reeks in 1999 over de corruptieaffaire van Tractebel in Kazachstan bracht de topmanagers van de energiegigant in grote verlegenheid en zorgde voor een stroomversnelling in het gerechtelijk onderzoek naar de zaak. Het Kazachse trio dat voor Tractebel de zaakjes regelde, nestelde zich inmiddels in België. Ze behoren tot de rijkste mensen van het land. Het is nog altijd wachten op de afwikkeling van de affaire voor de rechtbank.

Bron » De Morgen

“Boek berokkent schade aan Johan Demol”

Het Antwerpse hof van beroep oordeelt dat het boek “Het gevaar Demol” schade berokkent aan Johan Demol, oud-politiecommissaris in Schaarbeek, nu Brussels parlementslid voor de extreem-rechtse partij Vlaams Belang. Demol had de auteurs Ron Hermans en Eric Goeman voor de rechter gedaagd omdat er volgens hem onjuistheden in het boek staan.

De rechtbank van eerste aanleg had zijn eis ongegrond verklaard, maar het hof van beroep geeft hem nu gelijk. De eer en de goede naam van de gewezen politiecommissaris zijn wel degelijk aangetast, oordeelt het hof, omdat er in het boek “ongefundeerde insinuaties” en “verdachtmakingen” staan. Zo insinueren de auteurs een link tussen Demol en de Bende van Nijvel en suggeren ze dat hij een onderzoek naar de wapenroof bij de Rijkswacht heeft gemanipuleerd.

De auteurs beriepen zich op de gewaarborgde vrijheid van meningsuiting en de persvrijheid, maar het hof van beroep is hen niet gevolgd. Het arrest moet op kosten van de auteurs in De Morgen worden gepubliceerd. De rechter heeft wel de eis tot schadevergoeding van Demol afgewezen.

Bron » VRT Nieuws

Heibel in Front National

Het Brusselse parlementslid Paul Arku en senator Francis Detraux van het Front National (FN) nemen afstand van partij-oprichter Daniel Féret en van de partijleiding. Dat lieten ze gisteren in een mededeling weten. Beide parlementsleden blijven naar eigen zeggen bij het FN, maar willen niet langer samenwerken met de partijleiding ‘die volledig onder de controle van Féret valt’.

Arku en Detraux laten nog weten dat de VZW Front National volgens hen een ‘racistische organisatie’ is. Ze steunen naar eigen zeggen ‘het rekwisitoor van het openbaar ministerie van het hof van Brussel waarin de ontbinding van de VZW FN-NF voor racisme en de opheffing van de overheidsdotatie wordt gevraagd’.

Arku zat eerder voor het Vlaams Blok in de gemeenteraad van Evere. Vóór de regionale verkiezingen van 13 juni 2004 stapte hij over naar het FN. Hij schreef zijn vertrek toe aan het ‘flamingantisme’ van Johan Demol. Bij het Blok kon de Franstalige Arku ook niet op de voorgrond treden. Ook al speelde hij achter de schermen een belangrijke rol, bij het Blok zat er voor Arku geen verkiesbare plaats in voor de Brusselse verkiezingen.

Bovendien zag het er goed uit voor het FN. De partij mag dan al een zootje ongeregeld zijn, bij de verkiezingen van 18 mei 2003 veroverde het FN voor het eerst zitjes in de Kamer en de Senaat, waardoor de partij recht kreeg op een overheidsdotatie. Bij de stembusgang op 13 juni 2004 haalde het FN zelfs 8 procent van de Franstalige stemmen, met pieken tot 16,9 procent in Charleroi, 11 in La Louvière, 10,9 in Bergen en 7 in Luik. Het FN is groter dan Ecolo, met vier verkozenen in het Brussels Parlement en nog eens vier in het Waals Parlement.

Bron » De Tijd