Politiewaakhond wil agenten vaker doorlichten: “We moeten alert zijn voor corruptie binnen het korps”

De inspectiedienst van de politie vraagt dat, in de strijd tegen corruptie , alle 50.000 agenten geregeld worden doorgelicht. Nu gebeurt dat alleen bij de aanwerving.

De Algemene Inspectie van de lokale en federale politie (AIG) is, naast het Comité P, een van de toezichtsdiensten die bij het Belgische politieapparaat naar mistoestanden speurt. De AIG vraagt aan de onderhandelaars van de volgende federale regering dat ze van de integriteit van het Belgische politiepersoneel een speerpunt maakt. Dat zegt inspecteur-generaal Thierry Gillis. Volgens Gillis is er meer alertheid nodig, “nu crimi­nele of zelfs terroristische organisaties onze burgermaatschappij proberen binnen te dringen. Het valt niet uit te sluiten dat dergelijke organisaties ook in onze politie- en inlichtingendiensten infiltreren”, zegt Gillis.

De meest opvallende maatregel waar de AIG voor pleit, is dat alle 50.000 agenten geregeld aan een screening worden onderworpen. “Nu wordt zo’n integriteitsscreening enkel uitgevoerd tijdens de aanwervingsprocedure”, aldus de inspectiedienst. Het AIG pleit voor geregelde screenings doorheen de loopbaan, of ook wanneer iemand promotie maakt of van dienst verandert. Bijvoorbeeld wanneer iemand voor een delicate dienst zoals een anti-terrorismedienst of drugssectie gaat werken, of corruptieonderzoeken verricht.

De toezichtsdienst voelt zich gesterkt in zijn standpunt doordat Defensie recent de beslissing nam om voortaan álle 25.000 militairen elke vijf jaar aan een grondige veiligheidsscreening te onderwerpen. Dat zou een opdracht zijn voor de militaire inlichtingendienst ADIV. De aanleiding was de onopgemerkte radicalisering van de Limburgse militair Jürgen Conings. Wie negatief uit de screening komt, riskeert ontslag uit het leger of ziet zijn of haar promotie of overplaatsing gedwarsboomd.

Eén klachtenloket

Om wantoestanden bij de politie efficiënter aan te pakken, pleit de AIG ook voor één centraal meldpunt waar burgers terechtkunnen. Nu lopen mensen soms wat verloren met een klacht over de politie: moeten ze die bij het desbetreffende korps zelf indienen, bij de burgemeester, de federale politie of het Comité P? Daardoor gaan belangrijke klachten soms verloren, vreest de toezichtsdienst. Die wil ook af van korpschefs van bijvoorbeeld lokale politiezones die al vijftien jaar lang op dezelfde stoel zitten. “Dergelijke mandaten zouden moeten beperkt worden tot maximum vijf jaar. Het is erkend dat door jobrotatie de integriteit van een organisatie stijgt.”

Ontslagnemend minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden (CD&V) zegt werk te willen maken van een betere screening van politiemensen. Volgens haar kabinet waren tijdens de regering-De Croo de eerste voorbereidingen daarvoor gestart.

De politievakbonden reageren lauw op het voorstel. “De politie is al onderbemand, ook de inspectiediensten zitten op hun tandvlees. Is dat dan realistisch?” Volgens de liberale politievakbond VSOA zijn “politiemensen vandaag al de best bewaakte burgers: met camera’s, met bodycams, zelfs elke toets die een agent op zijn klavier induwt, wordt geregistreerd”, zegt ondervoorzitter Vincent Houssin.“Uiteraard is corruptie uit de boze: zijn er aanwijzingen, dan moet er keihard worden opgetreden. Maar dat is nog iets anders dan dat constant alle agenten op de vingers worden gekeken.”

Bron » De Standaard

Alain Remue (Cel Vermiste Personen) bijna met pensioen: “In mijn ogen bestaat er niets ergers dan een kind verliezen”

“Eigenlijk zou ik het liefst van al mijn werk zo technisch mogelijk doen, alleen en ver van alle emotie.” Dat bekent Alain Remue, hoofd van de Cel Vermiste Personen. In de 29 jaar dat die cel bestaat, heeft hij een bijzondere band opgebouwd met veel ouders. Al bezorgde hem dat ook wel eens een dubbel gevoel. “Je wil me niet bij jou in huis”, zegt hij 1 jaar voor zijn pensioen.

Het was al een drukke zomer voor Alain Remue. Hij heeft er net 2 weken permanentie opzitten, en zijn team moest ook deze zomer weer slecht nieuws aan ouders brengen. Zo raakte Daan, een 25-jarige scoutsleider, vermist na een val in het meer van Vielsalm. Een dag later werd zijn lichaam gevonden, na een zoektocht van de hulpdiensten en de Cel Vermiste Personen.

Het verhaal van Daan is een van de ruim 32.000 dossiers die de Cel Vermiste Personen in de afgelopen 29 jaar heeft behandeld. Het gaat om onrustwekkende verdwijningen. “Daar zitten de weglopers dan niet eens tussen, want die dossiers komen niet bij ons terecht”, zegt Remue in ‘Op stap met Michaël’. In dat Radio 1-programma liet hij 1 uur lang in zijn hart en in zijn hoofd kijken.

Bijzondere band met getroffen ouders

“Eigenlijk kan je mijn job samenvatten in 2 woorden: antwoorden geven”, vertelt Remue. “Ik heb geleerd dat het voor sommige mensen niet uitmaakt wat dat antwoord ook is. Een antwoord hebben is belangrijker dan niks weten. Slecht nieuws is beter dan geen nieuws. Dat heb ik geleerd van ouders van vermiste kinderen. Het kan een verlossing zijn.”

Als hij het over die ouders heeft, gebruikt hij gewoon hun voornaam: Eric, Anita, Dirk, Danielle. (de ouders van Nathalie Geijsbregts en die van Liam Vanden Branden, red.) Remue kent hen na zoveel jaren dan ook erg goed, en ze mogen hem altijd bellen. “Ik heb liever dat ze een deftig antwoord krijgen, dan dat ze met twijfels blijven zitten.”

Toch schuurt die emotionele relatie ook wel eens. “Eigenlijk zou ik het liefst van al mijn werk zo technisch mogelijk doen, alleen en ver van alle emotie”, bekent Remue. Die emotionele betrokkenheid maakte het hem niet altijd makkelijk.

“Toen we in 2011 op zoek gingen naar Amélia en Alison, 2 zusjes die in de Maas waren gevallen, kwam de papa bij ons staan, met nog een broer en een zus”, geeft hij als voorbeeld. “Ze vertelden me hoe het vroeger allemaal was, en hoe die kinderen waren. En eigenlijk denk ik dan bij mezelf: ik wil dit niet horen. Die kinderen sluipen dan mijn emotioneel leven binnen.”

Het is een heel aparte band die hij heeft met al die ouders. “Als mensen me zien, bezorgt hen dat ook altijd een dubbel gevoel. Je wil me niet mij jou in huis, toch niet professioneel. Anderzijds roept het ook vertrouwen op als de ‘Cel Vermiste Personen’ ergens mee bezig is.”

Intense job en gezin veel gemist

Het is een understatement om zijn job ‘intens’ te noemen. Soms blijft hij wel 18 dagen ter plaatse. “Elke zaak is anders natuurlijk”, legt hij uit. “Het hangt allemaal van de omstandigheden af, maar als het over een kind gaat, dan blijf je, punt. Af en toe ga ik dan wel even naar huis, al was het maar om mijn eigen kinderen te zien slapen. Dat is heel belangrijk voor mij.”

Hij heeft veel steun gehad van zijn gezin. “Ze hebben me vaak moeten missen, ik was vaak het terrein op. Ik heb redelijk wat feestjes niet meegemaakt, of eerder moeten verlaten. Maar niemand heeft er ooit over gezaagd. Als ik hen niet had, had ik dit nooit op deze manier kunnen doen.”

Remue heeft veel leren relativeren doorheen de jaren. “Als je vrouw ergens vaststaat met een platte band, moet je natuurlijk niet aan haar zeggen dat er belangrijkere dingen in het leven zijn”, vertelt hij. “Je moet niet alles plat relativeren, maar ik heb wel geleerd dat sommige dingen ook mij hadden kunnen overkomen.”

Een zaak die hem enorm heeft doen nadenken is die van Julie Van Espen. Zij was onderweg met de fiets naar haar vrienden en raakte vermist. “Julie was een 23-jarige knappe, grote, flinke ‘madam’, met heel haar leven nog voor zich”, vertelt hij. “Ik zie haar nog altijd liggen op het asfalt onder de brug van Merksem, onder een zeil. Op dat moment was mijn dochter Eva ook 23. Zij is er nu 28, en haar leven gaat verder. Dat van Julie was gedaan.”

Hij heeft zich in die periode ook heel erg opgejaagd. “Mensen schreven of vertelden dat Julie pech had, en op het verkeerde moment op de verkeerde plaats was. No fucking way, Julie had alle recht om op dat moment op die plek te zijn. De enige die er niet mocht zijn, was de dader.”

Slecht nieuws brengen

“In mijn ogen bestaat er niets ergers dan een kind verliezen”, zegt Remue meermaals tijdens het gesprek. Hoe moeilijk is het dan om slecht nieuws aan de ouders te brengen? “We moeten dat niet altijd zelf doen. Daarvoor hebben we slachtofferbejegenaars, goed opgeleide mensen binnen de politie.”

Maar in veel gevallen doet Remue het toch zelf. “Ik herinner me de zaak rond Aurore in Gent. Ik heb toen de slechtnieuwsmelding gedaan, en ik besefte 10 seconden voordat ik aanbelde dat ik die mensen hun leven ging kapotmaken. Je wil dan overal zijn, maar niet op de oprit van die mensen, dat kan ik je wel vertellen.”

“Hoe ik zoiets ga vertellen, weet ik vooraf nooit. Ik troost de mensen dan ook, maar wat stelt mijn troost dan voor? Het bizarre is trouwens dat mensen me op dat moment van allerdiepste ellende nog bedanken. Hoe sterk kunnen mensen zijn?”

Bijna met pensioen

Remue begon zijn carrière in de rijkswacht, maar werkt ondertussen al 29 jaar voor de Cel Vermiste Personen. Al loopt die carrière stilaan ten einde: hij is 64 jaar oud en gaat in september 2025 met pensioen. Zijn vrije tijd gaat hij zeker opvullen met ritjes op de motor, dat staat al vast.

“Ik heb het voorrecht gehad om deze fantastische job te mogen doen. Ik heb me er altijd goed in gevoeld, ondanks klotemomenten en triestige momenten. Ik voel me echt bevoorrecht dat ik dit hebben kunnen en mogen doen.”

En wie hem gaat opvolgen? “Ik denk daar toch vaak aan, er zijn al een paar ideeën. Maar weet je, iedereen is vervangbaar.”

Bron » VRT Nieuws | An Steegmans

“Politie weet niet hoeveel wapens er zijn”: Vredesinstituut niet verbaasd over VRT NWS-onderzoek naar illegale wapens online

We moeten van de strijd tegen illegale wapenhandel een prioriteit maken, reageren experts op het VRT NWS-onderzoek naar de verkoop van wapens online. “Waar je vroeger criminele relaties nodig had om aan wapens te raken, kunnen dankzij het internet nu ook kleinere criminelen er eenvoudig kopen.”

VRT NWS dook in de verborgen wereld van de onlineverkoop van wapens. Uit dat onderzoek bleek dat het helemaal niet zo moeilijk is om op korte termijn aan een wapen te raken.

Nils Duquet, directeur van het Vlaams Vredesinstituut en wapenexpert, is niet verbaasd over het gemak waarmee we aan illegale wapens konden raken. “Het is de laatste jaren een stuk makkelijker geworden en onlineplatformen hebben daar een rol in gespeeld. Waar je vroeger criminele relaties nodig had om aan wapens te raken, kunnen nu ook kleinere criminelen er op anonieme wijze kopen.”

Volgens Duquet zijn er drie oorzaken van die verhoogde beschikbaarheid. “Er is een vaste stroom van wapens uit het voormalige Joegoslavië. Die blijven in omloop en worden naar België gesmokkeld. Maar er zijn ook meer recente bronnen. Tot een aantal jaren terug kon je heel makkelijk alarmpistolen kopen die eenvoudig omgebouwd konden worden tot echte wapens. Die circuleren vandaag ook nog steeds.”

“Tot slot kon je tot een aantal jaren geleden gedeactiveerde wapens uit Slovakije kopen op vertoon van je identiteitskaart. Een vergunning was niet nodig omdat je er niet meer mee kon schieten. Maar de procedure om een wapen te neutraliseren was in Slovakije helemaal niet goed, waardoor het makkelijk was om dat opnieuw te activeren. Zo is er ook een aantal grote wapens in omloop gekomen, waarvan een aantal ook tijdens aanslagen in Europa gebruikt werd.”

Over het aantal illegale wapens dat in België in omloop is, is weinig tot niets geweten, aldus Duquet. “De basisinfo hiervoor ontbreekt; de politie weet zelf niet hoeveel in beslag genomen wapens er zijn”, klinkt het. “Kwantitatief weten we dus weinig, maar van politiediensten in België, maar ook in het buitenland, horen we dat de beschikbaarheid van wapens toeneemt. Daarbovenop is geweten dat België een land met veel drugscriminaliteit is. Drugscriminelen zijn de grootste afnemers van wapens, dus ook de vraagzijde speelt een rol.”

Om de illegale wapenhandel tegen te gaan, moet er volgens Duquet dringend een prioriteit van worden gemaakt. “In Europa is de strijd tegen illegale wapenhandel een prioriteit, maar in België, dat nochtans bekendstaat als wapenland, is het nog geen prioriteit. De bestrijding blijft grotendeels dode letter en diensten krijgen te weinig middelen waardoor ze niet proactief kunnen werken.”

Zonder grenzen

Federaal procureur Frédéric Van Leeuw ontkent in “Terzake” dat de strijd tegen illegale wapenhandel in België geen prioriteit is. “Het is niet dat dit geen prioriteit is, het is gewoon heel moeilijk. Er zijn heel veel wapens. Je kan het vergelijken met drugs. Dat is ook een prioriteit om aan te pakken, maar er blijven drugs komen.”

An Berger, woordvoerder van de federale politie, zegt dat er een aantal redenen zijn die de strijd bemoeilijken. “Het feit dat we binnen het Schengengebied open grenzen hebben, maakt het erg moeilijk om de invoer van wapens te controleren. Veel wapens komen uit Oost-Europa en vaak worden de onderdelen ingevoerd en worden de wapens pas later in elkaar gestoken.”

“Daarbovenop hebben we inderdaad nog de onlineverkoop: via postpakketjes worden er ook wapens of onderdelen geleverd en niet alle postpakketjes worden gecontroleerd.”

“Bovenop de invoer is ook het bestrijden moeilijk. In bijna elke criminele organisatie zit een aspect ‘wapens’. Het is niet zo dat we ons kunnen richten op bepaalde organisaties die enkel met wapenhandel bezig zijn: het is heel divers en internationaal.”

“Als we op wapens botsen via een huiszoeking of wanneer we een bende oprollen, dan onderzoeken we die altijd. Maar dat is natuurlijk reactief. Proactief is het veel moeilijker om achter die organisaties aan te gaan.”

VRT NWS vroeg ook om een reactie bij het kabinet van de minister van Justitie, maar werd doorverwezen naar het kabinet van de minister van Binnenlandse Zaken. Zij verwezen door naar de politie.

Bron » VRT Nieuws | Ellen Debackere

Opvallend veel topbenoemingen bij politie en justitie blijven uit

Er is een opvallend aantal topfuncties bij politie en justitie ad interim ingevuld. En binnenkort komen er nog tal van plaatsen vrij. Een overzicht van de stoelen die tijdelijk bezet zijn en de te verwachten benoemingen.

Aan de top van minstens vijf belangrijke organisaties bij politie en justitie, staan mensen die tijdelijk benoemd zijn. Dat is erg veel. De leidinggevenden bij het parket van Brussel, het federaal parket voor de verkeersveiligheid, het OCAD, de Staatsveiligheid en de federale politie zijn tijdelijk benoemd. Bovendien moeten nog tal van andere topfuncties tijdelijk ingevuld worden.

De redenen hiervoor verschillen van dienst tot dienst. Soms is er een erg valabele reden, ziekte bv., zoals bij de Staatsveiligheid het geval is.

Veel scherper (en ook pijnlijker) is de toestand bij het parket van Brussel, het grootste en wellicht ook het belangrijkste parket van het land. Op 1 april 2021 vertrok de toenmalige procureur en al die tijd is er een procureur ad interim benoemd. Om tot een volwaardige benoeming te kunnen overgaan is er een wetswijziging nodig. Maar de wetgever laat dat dus al ruim twee jaar na.

In het geval van de federale politie had de ex-commissaris-generaal al in december vorig jaar aangegeven zijn mandaat niet te verlengen. Men had dus in principe voldoende tijd om een nieuwe selectieprocedure op te starten.

Dat een dienst ad interim geleid wordt hoeft op zich niet problematisch te zijn. Er is geen enkele reden om te twijfelen aan de capaciteiten van de mensen die de job tijdelijk invullen.

Maar hoe dan ook geniet iemand die functioneert ad interim niet dezelfde bescherming als iemand die vast benoemd is. Bovendien zit hij of zij op een stoel die misschien iemand anders ook ambieert, maar zich geen kandidaat kan stellen. Politie en justitie zijn ook belangrijk genoeg om te werken met leidinggevenden die volwaardig benoemd zijn. En, niet in het minst: zeker voor magistraten is het wenselijk dat benoemingen gebeuren door de Hoge Raad voor Justitie, met alle waarborgen voor objectivering. Daarvoor werd dat orgaan ook opgericht.

Er zijn uiteenlopende verklaringen voor de huidige situatie, maar sommige waarnemers zien in de aanslepende kwestie van deze topbenoemingen ook een politieke factor. Door de benoemingstaart groter te maken is het ook makkelijker ieder zijn deel te geven.

Hieronder vindt u per korps of organisatie een gedetailleerde beschrijving van de toestand.

Federale politie

Marc De Mesmaeker werkte woensdag 14 juni zijn laatste dag als commissaris-generaal van de federale politie. Hij gaat vanaf september aan de slag bij het Nationaal Drugscommissariaat. Eric Snoeck neemt zijn functie ad interim over.

Eric Snoeck begon zijn carrière in 1997 bij de toenmalige rijkswacht. In mei 2019 startte hij als directeur-generaal van de gerechtelijke zuil van de federale politie zij het dat hij die functie een kleine drie jaar ad interim uitoefende. Pas in januari 2022 werd hij officieel benoemd.

Het is onduidelijk wanneer de selectieprocedure voor de functie van commissaris-generaal officieel start. In afwachting daarvan blijft Eric Snoeck de leiding van het korps nemen. Volgens onze informatie zal Eric Snoeck kandidaat zijn en is hij zelfs een groot kanshebber. Snoeck deed ook al mee bij de vorige selectieprocedure en eindigde toen als tweede kandidaat (na De Mesmaeker dus).

Eric Snoeck wordt als directeur-generaal van de gerechtelijke politie opgevolgd door Laurent Blondiau (die als directeur werkte in Bergen). Maar ook deze benoeming is, u raadt het, ad interim.

Tijdelijk benoemd is ook Wald Thielemans aan het hoofd van de Algemene Directie Bestuurlijke Politie. Hij volgde in de zomer van 2020, toch al drie jaar geleden, ad interim André Desenfants op (die als gevolg van de zaak-Chovanec een stap opzij moest zetten).

Het directiecomité van de federale politie bestaat uit vier mensen. Enkel Dominique Van Rijckeghem, als baas van de Algemene Directie van het Middelenbeheer en de Informatie, is officieel. Zij is officieel benoemd op 21 augustus 2022 (overigens nadat ze de functie al ruim drie jaar, vanaf april 2019, ad interim had gedaan).

Conclusie: het directiecomité van de federale politie is voor drie vierde tijdelijk benoemd.

Parket Brussel

Wellicht het pijnlijkst is de situatie bij het parket van Brussel. Op 1 april 2021 stapte de Brusselse procureur des Konings Jean-Marc Meilleur over naar de privésector. Sinds die periode, dat is dus al ruim twee jaar geleden, is er geen nieuwe benoeming aan het hoofd van het grootste parket van dit land waar al bij al zo’n 500 mensen aan verbonden zijn.

Tim De Wolf nam de functie ad interim over. De Wolf werkte op dat moment als eerste substituut-procureur des Konings en was adjunct van Jean-Marc Meilleur. Hij is nu nog steeds procureur des Konings ad interim.

Deze benoemingskwestie wordt bemoeilijkt door wettelijke beperkingen die betrekking hebben op taalevenwichten. Dat probleem kan opgelost worden door een wetswijziging. Maar die blijft uit.

De aanslepende kwestie werd al herhaaldelijk publiekelijk aangeklaagd, o.a. door de Brusselse procureur-generaal Johan Delmulle. Hij hekelde in zijn mercuriale, dat is de openingsrede die wordt uitgesproken bij het begin van het gerechtelijk jaar, in september 2021 in scherpe bewoordingen het uitblijven van een definitieve regeling. In september 2022 deed hij dat opnieuw. Het ziet ernaar uit dat hij zijn tekst nog eens kan herhalen in september 2023.

Federaal parket voor de verkeersveiligheid

In de zomer van 2021 keurde de ministerraad de oprichting van het nationaal parket voor verkeersveiligheid goed. Dat idee was bedoeld om de verkeersveiligheid te bevorderen. Het nieuwe parket zal ook instaan voor een uniforme afhandeling van de verkeersboetes.

Men vond lange tijd geen enkele kandidaat voor deze functie, ondanks herhaalde oproepen. Er werkten ondertussen al wel een veertigtal mensen.

Eind februari 2023 werd Michèle Coninsx aangesteld als tijdelijk procureur. Michèle Coninsx heeft er al een lange en bepaald indrukwekkende carrière opzitten. Ze werkte o.a. op het parket in Brussel, bij Eurojust en stond aan het hoofd van de directie contraterrorisme bij de Verenigde Naties.

De reden waarom haar benoeming tijdelijk is, heeft te maken met haar leeftijd. In principe geldt zo’n benoeming voor een periode van vijf jaar, maar die periode kan Michèle Coninsx niet meer volledig invullen. Hoe lang ze dan wel aan de slag kan blijven, is onduidelijk. In het Belgisch Staatsblad (van 14 februari) staat dat “zolang er geen procureur voor de verkeersveiligheid is aangewezen, neemt zij de opdrachten van de procureur voor de verkeersveiligheid waar.”

Overigens gebeurde de benoeming van Michele Coninsx door het college van het openbaar ministerie en niet, zoals gebruikelijk zou zijn, door de Hoge Raad voor Justitie (precies omdat er geen kandidaten waren en er dus ook niet geselecteerd moest worden).

Voor de functie van substituut procureur bij het federaal verkeersparket loopt er momenteel wel een officiële selectieprocedure.

Staatsveiligheid

In mei 2022 liet Jaak Raes weten om medische redenen niet langer nog aan het hoofd te kunnen staan van de Veiligheid van de Staat. Om die reden nam hij ziekteverlof. Officieel loopt het mandaat van Jaak Raes nog tot 1 april 2024.

Francisca Bostyn nam tijdelijk zijn functie over. Bostyn werkte al bij Staatsveiligheid als directeur van de dienst internationale relaties. Ruim een jaar vervult ze dus al ‘tijdelijk’ de functie van administrateur-generaal.

De verwachting is dat pas na het mandaat van Jaak Raes er officieel een selectieprocedure start. Tot dan is hij officieel nog altijd de baas van de inlichtingendienst. Hoe dan ook is er in brede kringen een consensus dat Bostyn haar tijdelijke rol invult op een wijze die haar tot de meest geschikte kandidaat maakt.

OCAD

Paul Van Tighelt vertrok in oktober 2020 als directeur bij Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse (OCAD). Hij werd adjunct kabinetschef bij Minister van Justitie Vincent Van Quickenborne. Van Tighelt nam hiervoor ontslag bij het OCAD. Hij kan dus, bv. bij het einde van de regering, niet zondermeer terugkeren naar het OCAD. Hij behoudt wel zijn statuut van magistraat.

De leiding van het OCAD werd ad interim overgenomen door Gert Vercauteren, destijds de adjunct van Van Tighelt. Gert Vercauteren is tot op de dag van vandaag tijdelijk directeur. Zijn tijdelijke benoeming is geregeld bij Koninklijk Besluit, een KB dat op zijn beurt al eens verlengd werd.

Parket Halle Vilvoorde

Ine Van Wymersch was procureur des konings van het parket Halle Vilvoorde. Maar in februari van dit jaar werd ze benoemd als nationaal drugscommissaris. Vanaf dan wordt het parket Halle Vilvoorde ad interim geleid door Carol Vercarre.

In Halle Vilvoorde gaat het wel sneller. Op 5 mei verscheen in het Belgisch Staatsblad al een nieuwe vacature. De selectieprocedure loopt nog steeds. Volgens onze informatie heeft Carol Vercarre zich kandidaat gesteld. De kans is dus reëel dat in dit geval tijdelijk ook definitief wordt al is ze niet de enige kandidaat.

Een grote benoemingsgolf op komst

Tien jaar geleden werd de organisatie van hoven en rechtbanken grondig gereorganiseerd. Veel van de mandaten die toen werden ingevuld hadden een periode van 5 jaar die één keer kon verlengd worden. Vandaar de grote benoemingsgolf die ons te wachten staat voor begin 2024.

Het zijn niet de minste functies die opnieuw moeten ingevuld worden. Zo is er een vacature uitgeschreven voor o.a. de functie van eerste voorzitter van het Hof van Cassatie, procureur-generaal bij het Hof van Cassatie, eerste voorzitter van het hof van beroep te Brussel, voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg Antwerpen en Oost-Vlaanderen, voorzitter van de arbeidsrechtbank Antwerpen, voorzitter van de ondernemingsrechtbank Antwerpen, procureur-generaal bij het hof van beroep te Antwerpen en Brussel, federaal procureur en procureur des Konings bij het parket Limburg.

Ook het mandaat van de voorzitter van de Federale Overheidsdienst Justitie, Jean-Paul Janssens, loopt eind dit jaar af.

Die vacatures werden recent allemaal gepubliceerd. Het valt af te wachten wie de nieuwe topfuncties zal invullen.

Bron » VRT Nieuws | Dirk Leestmans

Geef haar een team en wat tijd, en ze lost cold case na cold case op: “Het zal zijn vruchten afwerpen”

Een team vol specialisten dat zich voltijds op de vele honderden onopgeloste misdaadverhalen stort. Dat is de wensdroom van Karolien Van Dijck, forensisch adviseur bij het NICC en verbindingsadviseur bij het Antwerpse parket. “Hoog tijd om cold cases echt gestructureerd te gaan uitpluizen.”

486 dossiers van zware zedenfeiten werden in Engeland door zo’n gespecialiseerd cold case-team opnieuw onder de loep genomen. ‘Oude’ verhalen van verkrachtingen en misbruik gepleegd door een dader op vrije voeten, door iemand die hoopte voorgoed buiten schot te blijven en daar ook wonderwel in leek te slagen. Zo’n ‘review’ van dossiers leverde over het Kanaal spectaculaire resultaten op: 340 doorbraken kwamen er al uit voort. Met dank aan een team van speurders, magistraten en DNA-specialisten, dat zich uitsluitend bezighoudt met het opnieuw onder de loep nemen van dossiers die om tal van redenen stof lagen te vergaren.

Genekt door twee haartjes

“Slachtoffers na al die jaren van wanhoop alsnog gerechtigheid kunnen bieden, is zo belangrijk”, zegt Karolien Van Dijck. Ze werkt als forensisch adviseur voor het NICC, het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie, en biedt al tien jaar ondersteuning aan magistraten van het Antwerps parket bij het wetenschappelijk luik van hun dossiers. Zo vaak zo cruciaal als bewijslast.

Weinigen in Vlaanderen die meer afweten van forensische wetenschap in gerechtelijke dossiers. Zonder Van Dijck en haar collega’s geen doorbraak in het dossier van seriedoder Stephaan Du Lion, de glazenwasser uit Deurne die onlangs levenslang kreeg voor de moord op vier vrouwen. Du Lion werd na al die jaren van vruchteloos speuren finaal genekt door de DNA-sporen die hij achterliet bij één van zijn slachtoffers. Door doorgedreven forensisch onderzoek, dus.

Labo en speurders, één strijd

Van Dijck is iemand die in de luwte opereert, als een soort verbindingsofficier tussen wetenschap en Justitie. Ze spreekt de taal van het labo én van de magistraten. Haar grote troef: dossiers vanonder het stof halen en met de fijne kam doorploegen.

Momenteel brengt ze alle oude dossiers in kaart in het Antwerpse, veelal dossiers van moord en doodslag, die nog niet rond zijn. Ze maakte al een eerste selectie van 236 dossiers die ze op termijn minstens wil proberen op te lossen. In de meeste gevallen is er dus geen naam van de dader. Maak die oefening voor heel Vlaanderen en de noodzaak voor een aanpak op z’n Engels lijkt nogal wiedes.

Maar tot verbazing van velen blijkt het in ons land voorlopig allemaal nattevingerwerk, zo’n cold case alsnog proberen op te lossen. Vaak terug te brengen tot die ene overijverige magistraat, het buikgevoel van een ervaren speurder of een toevallige DNA-match.

“Dat moet structureel anders”, stelt Van Dijck. “Het is hoog tijd dat we ook hier een professioneel cold case-team oprichten. Maak een lijst van alle dossiers, zet speurders, forensische wetenschappers én magistraten samen in een bureau en laat ze dag in, dag uit samenwerken. Simpel. Het zal vruchten afwerpen.”

In elke hooiberg zit een speld

Van Dijck verwijst naast Engeland ook naar Nederland, dat elf zulke teams kent. Of naar Frankrijk, waar drie nationale onderzoeksrechters speciaal opgeleid zijn in de materie. Wat kan je wettelijk doen qua DNA-onderzoek met oude en (later) nieuwe verdachten? Dat soort zaken. Ze verwijst naar de revolutie de voorbije jaren in DNA-land.

“Met de huidige technieken kan je als wetenschapper veel gerichter zoeken. Koppel dat aan een gerichte strategie en mijn aanvoelen is dat je veel onopgeloste zaken alsnog kan oplossen. Is er DNA? Hoe is dat bewaard? Zijn er bewijsstukken? Waar kunnen we misschien nog iets vinden? Waar liepen we destijds op vast? Zijn er wettelijk intussen nieuwe opties?”

Haar filosofie is helder als pompwater: op zijn minst professioneel te werk gaan, alles in kaart brengen, de nodige expertise rond de tafel verzamelen en speuren naar dat ene naaldje in de hooiberg. Zoals onder meer de achtergebleven haartjes van seriedoder Du Lion.

Capaciteit en centen

Zoals zo vaak in het land van Vrouwe Justitia wordt het ook een verhaal van capaciteit en centen. Er is al structureel te weinig geld om extra personeel aan te werven, om de kwaliteit in de gevangenissen te verbeteren, om renovatiewerken uit te voeren, om de slabakkende digitalisering van Justitie aan te pakken. De lijst is lang, de ambitie in het Vlinderpaleis desondanks groot.

Haar ultieme wensdroom, naast een eigen team: een cold case-databank waar je, zoals in Amerikaanse films, met enkele magische drukken op de knop alles uit labo’s digitaal aan openstaande dossiers kan linken. Het blijft, klinkt het, voorlopig een verhaal uit fictiereeksen als CSI: Miami.

Van Dijck hoopt binnenkort de minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open VLD) alvast te overtuigen om (een klein beetje) budget vrij te maken. Ze diept een quote van hem op, uit 2022: “Elke onopgehelderde zaak is er één te veel.” Van Dijck: “Ik vraag niet veel: geef me een team van drie specialisten – een bevoegde magistraat, een ervaren speurder die in alle archieven kan en een allround forensisch adviseur –, een lokaal, archiefkasten en wat tijd.”

Bron » Gazet van Antwerpen | Pieter Huyberechts