Jambon: “Bende van Nijvel met huidig politiewerk linken is te kort door de bocht”

De Bende van Nijvel mag niet worden gekoppeld aan de hedendaagse politie. Dat stelt minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA). “Ik begrijp absoluut dat er vragen zijn. En als maatschappij hebben we het recht, niet in het minst de slachtoffers en nabestaanden, dat er antwoorden op komen. Maar om dat te linken met het huidige politiewerk, vind ik een beetje kort door de bocht”, zei de minister in De Ochtend op Radio 1.

Een voormalige rijkswachter, die lid was van Groep Diane, zou op zijn sterfbed hebben opgebiecht dat hij de beruchte ‘Reus’ van de Bende van Nijvel was. Minister Jambon is als minister van Binnenlandse Zaken bevoegd voor de politie, maar vindt dat de vergelijking mank loopt.

“Sedert 1999-2000 bestaat de rijkswacht niet meer. Die is opgegaan in de eengemaakte politie en er heerst vandaag een totaal andere cultuur bij de politie dan vroeger bij de rijkswacht”, aldus Jambon. “Ik zie weinig linken met het huidige politiewerk”.

Hij wil geen uitspraken doen over waar het Bende-onderzoek moet worden voortgezet. Het is volgens Jambon aan zijn collega, minister van Justitie Koen Geens, en de actoren binnen Justitie om te kijken waar dat onderzoek best gebeurt, “maar vooral het resultaat is belangrijk”. Hij merkt daarbij op dat “het voor de slachtoffers telkens opnieuw het openrijten van een wonde is. Ik hoop dat er nu eindelijk een punt achter gezet kan worden”.

Bron » De Morgen

Politiemensen zijn gedrild om onder alle denkbare omstandigheden de rangen te sluiten. Ook in Vlaanderen

Het is een interessante gedachte: hevel het onderzoek naar de Bende van Nijvel terug over naar Vlaanderen. Jef Vermassen is pro, de Aalsterse burgemeester Christophe D’Haese (N-VA) is pro. Sociale media zijn pro. Ik niet.

Ik volg dit dossier sinds een jaar of twintig en hoor altijd weer die stem van Franz Balfroid, ooit een jonge rijkswachter uit Waver. Hij kwam in 1983 (!) samen met zijn collega Gérard Bihay als allereerste met de these van de inside job. Mensen van de rijkswacht zelf. Balfroid en Bihay ontdekten als eersten de Groep G, een geheim leger binnen het leger dat de rijkswacht in die tijd was. Het werd niet hun beste dag. “Wij mochten daarna alleen nog gazetten lezen en enveloppes dichtlikken.”

De rijkswacht was een extreem hiërarchisch gestructureerde organisatie. Jonge mannen gingen er op hun achttiende in, zwoeren trouw aan hun officier en voerden blindelings bevelen uit. Opperen, zelfs heel voorzichtig, dat de Bende van Nijvel misschien-misschien in eigen huis diende gezocht was vloeken in de kerk, in het kwadraat. Dat was zoals een Amerikaanse GI die ergens aan het front in Afghanistan de andere GI ervan betichtte bij al-Qaida te horen.

We hebben in dit land nog een paar oude enigma’s: de moord op Peter De Vleeschauwer, of die op Simon Poncelet. Allebei politiemensen, meer dan waarschijnlijk geëlimineerd door eigen collega’s. Ook die twee zaken zitten al 20 jaar muurvast. Toeval?

Nee. Politiemensen, en zeker oud-rijkswachters, zijn gedrild om onder alle denkbare omstandigheden de rangen te sluiten. Ze vormen daardoor de allerslechtst geplaatste mensengroep om een onderzoek te voeren dat zich eventueel tegen het eigen korps zou kunnen keren.

Hoe valt te verklaren dat de tip van David Van de Steen na acht maanden nog altijd in de fase van het geduldige natrekken zit? Waarom verschenen vorige week pas, na de voorzet van Jef Vermassen, opeens agenten uit Charleroi met een foto van de “reus” in Aalsterse cafés? Doodeenvoudig: binnen de cel Waals-Brabant is de operationele leiding nog altijd in handen van politiemensen met een rijkswachtverleden. Hoe bekwaam, integer en empathisch ook: deze mensen zullen altijd de neiging hebben om weg te kijken. En door ze nu te vervangen door Nederlandstalige oud-rijkswachters heb je het probleem hooguit verplaatst.

Er zijn voorbeelden van criminele enigma’s die op een dag opeens toch opgehelderd raakten. Denk aan de moorden op Julien Lahaut (1950) en Patrice Lumumba (1961). Het was in beide gevallen niet het werk van de politie. De onoplosbaar gewaande vraagstukken werden opgehelderd door historici en criminologen.

Liever dan van de Bende een communautaire kwestie te maken, zouden we er ook een wetenschappelijke van kunnen maken. Gelooft iemand echt dat er ooit nog een proces komt tegen de Bende? Waarom dan nog een strafrechtelijk onderzoek? De doorbraak van het afgelopen weekend is er gekomen door de speurijver van de destijds 9-jarige en door de reus in de Delhaize voor dood achtergelaten David Van de Steen.

Het was hij, de kleine jongen die z’n papa, z’n mama en z’n zusje die avond zag neergemaaid worden. Die z’n opa, de in 2011 overleden Albert Van den Abiel, op z’n sterfbed had beloofd dat hij zou blijven zoeken. Altijd blijven zoeken. Het was niet de speurijver van de politie die de doorbraak forceerde, het was het kind. Laat ons dat beeld nog even vasthouden.

Bron » De Morgen | Douglas De Coninck

De architect van de politie

Zonder Brice De Ruyver zag het veiligheidsbeleid in ons land er compleet anders uit. Met de ene voet in de academische en de andere in de politieke wereld loodste hij de politie weg van stammentwisten. De Ruyver overleed vanochtend onverwacht.

In de tweede helft van de jaren negentig zat het vertrouwen in politie en justitie op een dieptepunt. Tijdens de affaire-Dutroux, die draaide rond een verdwijningszaak van minderjarige meisjes, was gebleken dat politiediensten naast elkaar werkten. Tussen de Gerechtelijke Politie bij de Parketten en de opsporingsdiensten van de Rijkswacht zat er bijzonder veel ruis op de lijn. Het geloof in magistraten, politie én politici was compleet zoek.

Een parlementaire onderzoekscommissie moest de pijnpunten binnen het veiligheidsapparaat blootleggen. Even belangrijk was de symbolische ‘zuiverende’ functie van de commissie, die alleen maar kon slagen als politici loskwamen van vingerwijzingen naar elkaar en elkanders politieke benoemingen in het veiligheidsapparaat. Brice De Ruyver was één van de experts die de commissie moest bijstaan in die opdracht. Mede door zijn academische onderbouwde, open aanpak – die zich volgens collega’s in elk aspect van zijn werk toonde – bracht de commissie het tot een goed einde.

Essentieel was een grondige politiehervorming, met één federale politie in de plaats van diensten naast elkaar. Een structuur die werd uitgetekend door onder anderen De Ruyver, maar daar hield het voor hem niet op. ‘Hij zag niet alleen problemen, zoals professoren soms neigen te doen, maar werkte ook actief mee aan de beleidsvorming’, zegt Willy Bruggeman, voorzitter van de Federale Politieraad. Samen met De Ruyver gaf hij vorm aan de geïntegreerde politie. ‘Brice was altijd bereid om zijn nek uit te steken en slaagde er ook in om een draagvlak te hebben voor zijn ideeën. Er werd naar hem geluisterd.’ Na de start van de hervorming begin jaren 2000 zag De Ruyver er als veiligheidsadviseur van Guy Verhofstadt op toe dat die in de praktijk werd voortgezet.

Bruggeman noemt het nieuws over het plotse overlijden van De Ruyver ‘verschrikkelijk’. De prof criminologie moest vanmorgen college geven aan de eerstejaarsstudenten rechten van de Universiteit Gent. Toen hij niet opdaagde, bleek dat hij thuis was overleden aan de gevolgen van een hartstilstand.

Rondtrekkende dadergroepen

‘We zijn allemaal geschokt’, zegt Tom Vander Beken, een naaste collega van De Ruyver. Samen stonden ze met nog enkele andere academici begin jaren negentig aan de wieg van het IRCP, het criminologisch onderzoeksinstituut van de UGent. ‘Hij hamerde erop dat de groep van onderzoekers veel belangrijker was dan de delen ervan. Dat heeft hij enorm vaak gezegd. Brice was een enorm warme collega, eerder een vriend zelf. Telkens opnieuw leerde hij ons om te durven antwoorden op de vragen die de maatschappij ons stelde. In die zin heeft hij ook heel veel betekend voor de universiteit.’

Criminologie zit op het snijpunt van onder meer strafrecht, psychologie en sociologie, waardoor critici het al eens afdoen als een wetenschappelijk afkooksel. De praktisch gerichte invulling van De Ruyver kon hen lik op stuk geven. Al in de jaren tachtig verrichte hij onderzoek naar fenomenen zoals rondtrekkende dadergroepen, waardoor ook meer politieke aandacht voor de problematiek ontstond.

‘Law & Order’

Na de commissie-Dutroux groeide De Ruyver als veiligheidsadviseur van de paarsgroene regering definitief uit tot een household name. De premier en de criminoloog kenden elkaar uit Gentse logekringen, al zou het niet correct zijn De Ruyver exclusief onder te brengen bij de liberalen. ‘Hij heeft gewerkt voor verschillende ministers en regeringen’, zegt Bruggeman. ‘Ongeacht hun kleur. Ook aan Milquet heeft hij recent nog advies geleverd voor de optimalisatie van de federale politie.’ Bruggeman werkte daar ook aan mee.

Drugsaanpak, grenscriminaliteit, motorbendes, terreurbestrijding: er is amper een crimineel fenomeen waar De Ruyver zijn licht niet over liet schijnen, en waar hij dus geen vorm gaf aan het beleid. Ook media vonden vlot de weg naar De Ruyver. Al begin jaren 2000 had hij bijvoorbeeld een maandelijkse column in De Standaard, getiteld ‘Law & Order’.

De Ruyver, die zijn privé-leven uit de schijnwerpers hield, was volgens collega Gert Vermeulen ‘altijd een vroege vogel’ op de universiteit. ‘Zijn engagement was erg aanstekelijk’, vindt Vermeulen.

Veel tijd voor zaken buiten de criminologie bleef daardoor niet over. Die momenten bracht hij liefst door met familie. ‘Om een roman of een biografie te lezen heb ik op dit ogenblik te weinig tijd’, zei De Ruyver twee jaar geleden in een interview met Het Belang van Limburg. ‘Ik troost me met de gedachte dat ik ooit wel tijd zal hebben om alles te lezen wat ik altijd heb willen lezen.’ Die tijd is hem niet gegund geweest. De Ruyver werd 62.

Bron » De Standaard

Criminoloog Brice De Ruyver overleden

Criminoloog Brice De Ruyver is overleden op 62-jarige leeftijd. Hij was verbonden aan de UGent, die het overlijden meldde. De Ruyver werd als veiligheidsexpert vaak geraadpleegd door politici en media.

‘Brice De Ruyver was veel meer dan alleen een academicus. Hij maakte ons telkens duidelijk om buiten de muren van de universiteit te kijken en open te staan voor de vragen die de maatschappij stelt’, reageert Tom Vander Beken, een naaste collega van De Ruyver aan de UGent. Samen met enkele andere criminologen stonden ze begin jaren negentig aan de wieg van een onderzoeksgroep aan de universiteit die zich toelegde op criminologie. Door die sterke academische basis vonden ook beleidsmakers hun weg naar de vakgroep, en zeker naar De Ruyver zelf.

‘Professor De Ruyver kende een rijk gevulde loopbaan aan de UGent en doceerde strafrecht, strafrechtelijk beleid en drugsbeleid aan de faculteit Recht en Criminologie in Gent’, klinkt het in een persbericht van de UGent, die het nieuws bekend maakte. ‘Hij was promotor van tientallen veiligheids- en drugsgerelateerde wetenschappelijke onderzoeken en publiceerde ook talrijke artikelen en boekbijdragen over deze en andere materies. Jarenlang fungeerde hij in de Wetstraat in Brussel als adviseur veiligheid en binnenlandse zaken. Zo was hij één van de architecten van de politiehervorming.’

Rector Rik Van de Walle spreekt over het verlies van ‘een groot academicus en leermeester voor velen’: ‘Brice De Ruyver is cruciaal geweest voor het veiligheidsbeleid in ons land. We zullen hem heel hard missen, als collega en als mens.’ Ook minister van Justitie Koen Geens (CD&V) en zijn collega van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA) tonen zich op Twitter ‘diep getroffen’.

Bron » De Standaard

Gesloten wegens schimmel

Als de Brusselse politie wapens, munitie of ander bewijsmateriaal vindt, moet ze die voortaan zelf bewaren. De opslagplek is gesloten om veiligheidsredenen.

‘Ik denk dat men de ernst van de situatie niet inziet. De veiligheid van onze mensen staat op het spel.’ Het zit diep bij Anouk Devenyns, de persrechter van de Nederlandstalige rechtbank in Brussel. De ruimtes in het Brusselse Justitiepaleis waar de politie bewijsmateriaal voor strafzaken in bewaring geeft, zijn er zo slecht aan toe dat de rechtbank geen andere mogelijkheid meer ziet dan de deuren vanaf vandaag gesloten te houden. Het materiaal dat er al ligt opgestapeld – van munitie, explosieven en wapens over computers tot lichaamsdelen op sterk water – kan nog worden opgehaald indien nodig, maar nieuwe stukken die de politie meeneemt bij huiszoekingen, mogen er niet meer bij.

Begin deze week nam de Franstalige rechtbank dezelfde beslissing, wat betekent dat de politie van Brussel en de Vlaamse Rand nergens meer terechtkan met nieuw bewijsmateriaal. Dat is knap vervelend voor de politie (zie inzet).

‘We kunnen niet anders. De maat is vol, voor iedereen’, licht Devenyns de beslissing toe. ‘Sinds januari hebben we last van schimmel. In een van de lokalen, dat oorspronkelijk deel uitmaakte van de conciërgewoning bij het Justitiepaleis, is het hout helemaal verrot en is een stuk van het plafond ingestort. De kartonnen dozen met overtuigingsstukken zijn er opgestapeld tot aan het plafond. Ze vallen net niet om.’

Masker en handschoenen

In september hebben een preventieadviseur en arbeidsgeneesheer een ronde gedaan in de lokalen om de problemen vast te stellen. Gevaarlijke stoffen kunnen niet meer reglementair geborgen worden, vloeren en plafonds verzakken, er is waterschade, de luchtvochtigheid is ongezond hoog en dan is er dus nog de ‘exponentiële’ schimmelgroei. Het gevolg is dat bepaalde plekken alleen nog toegankelijk zijn met beschermingskledij, masker en handschoenen.

Geen snelle oplossing

Het Brusselse gerecht kampt al langer met problemen door de staat van het gebouw waarin het verblijft. Daar komt nog bij dat het al een tijdje niet meer botert tussen de Franstalige voorzitter, Luc Hennart, en minister van Justitie Koen Geens (CD&V).
De dag nadat Hennart had beslist de deuren van zijn griffie te sluiten, deed de Nederlandstalige rechtbank hetzelfde. Devenyns ontkent met klem dat het de bedoeling is om Geens onder druk te zetten.

‘Dit is voor ons enkel en alleen een kwestie van veiligheid. Er is al regelmatig overleg geweest met de bevoegde instanties, zelfs maandagnamiddag nog, maar een snelle oplossing komt maar niet uit de bus. Er is bijvoorbeeld sprake van een depot bij de politie waar alles zou terechtkunnen, maar die piste wordt al jaren overwogen. Wij kunnen de gezondheid van de mensen niet blijven in gevaar brengen.’

‘Voor een definitieve oplossing kijken wij uit naar een nieuwe opslagplaats die beloofd werd door de Regie der Gebouwen’, laat Edward Landtsheere, de woordvoerder van de Federale Overheidsdienst Justitie, weten. ‘Hiervoor werd een budget vastgelegd voor 2018.’

Om te voorkomen dat de schimmel nog meer schade aanricht, worden de aangetaste stukken in plastic zakken voorlopig overgebracht naar een andere ruimte.

‘Niet zo plezant’

De politie van Brussel-Hoofdstad en Elsene moest de beide sluitingen via de pers vernemen. ‘Op geen enkel moment is daarover met ons overleg geweest’, zegt woordvoerster Ilse Van de Keere. ‘Uiteraard is deze situatie niet zo plezant. Het is voor ons totaal onmogelijk om zelf in middelen of ruimtes te voorzien voor de opslag van overtuigingsstukken. Dat is ook onze taak niet. We wachten af en hopen dat er snel een oplossing uit de bus komt.’

Bron » De Standaard