Mogelijk nieuw proces over moord op Cools

Het lijkt erop dat er een nieuw assisenproces komt over de moord op PS-kopstuk André Cools. Vorige week werd Domenico Castellino opgepakt tijdens een verkeerscontrole in Duitsland. Daar zit hij nu in de cel. Twee jaar geleden was Castellino op het assisenproces-Cools bij verstek veroordeeld tot twintig jaar cel voor zijn aandeel in het moordcomplot.

Zijn advocaat zegt nu dat Castellino verzet heeft aangetekend tegen zijn veroordeling en om een nieuw proces vraagt. Mogelijk moet dus de hele assisenprocedure weer worden overgedaan voor een andere jury, zelfs als alleen Castellino zou terechtstaan. PS-kopstuk André Cools werd vijftien jaar geleden vermoord door twee Tunesische huurmoordenaars.

Bron » VRT Nieuws

Medewerker aan moord op André Cools al op vrije voeten

Luigi Contrino, in januari 2004 veroordeeld tot vijf jaar cel voor de moord op André Cools en poging tot moord op Marie-Hélène Joiret, is maandag om 11.30 uur vrijgelaten uit de gevangenis van Lantin. De man is onder voorwaarden vrij.

De commissie van voorwaardelijke invrijheidstelling besliste vorige week dinsdag Contrino onder voorwaarden vrij te laten. Hij zat van 21 oktober 1996 tot 30 juli 1997 in voorhechtenis. Het gerecht verdacht hem ervan contact te hebben opgenomen met de Tunesische moordenaars.

De Tunesiërs verklaarden op hun beurt dat Contrino dienst deed als tolk, hetgeen hijzelf ontkende. Contrino geeft wel toe dat hij beide mannen ontmoette in een café in Grâce-Hollogne, maar ontkent alle betrokkenheid bij de moord op André Cools. Contrino, die vrijdag 44 jaar werd, werd in oktober 2003 opgesloten. Hij heeft uiteindelijk 25 maanden in de gevangenis doorgebracht.

Bron » Gazet van Antwerpen

Proces-Cools was nuttige “algemene repetitie”

Zeven jaar en zeven maanden na de arrestatie van Marc Dutroux begint op 1 maart voor het hof van assisen in Aarlen het langverwachte proces-Dutroux. Nooit eerder in de Belgische gerechtelijke geschiedenis heeft een misdaad zulke sterke emoties losgeweekt. Zelfs het wijdverbreide gevoel van verontwaardiging over de nooit opgeloste moorden van de Bende van Nijvel leidde er niet toe dat in de straten van Brussel 300.000 mensen opstapten tegen het falen van politie en justitie’.

Met de zaak-Dutroux was van in het begin alles anders. Belgïe werd op 16 augustus 1996 wakker met het gevoel dat er schoon schip moest worden gemaakt met het geknoei van de gerechtelijke wereld. Aan de gevoelens van woede en verontwaardiging gaven mensen op verschillende manieren uiting. Een hele week lang: de Grote Momenten van de zaak-Dutroux.

De magistraten van het rechtsgebied Luik (provincies Luik, Namen en Luxemburg) rekenen dit gerechtelijk jaar af met twee demonen die hen al jaren achtervolgen. In het najaar van 2003 kreeg voor het assisenhof van Luik het proces-Cools zijn beslag. En vóór de zomervakantie zou ook het proces-Dutroux in Aarlen achter de rug moeten zijn. 

Het proces-Cools was in elk geval een nuttige “algemene repetitie” voor het proces tegen Dutroux en zijn drie medebeschuldigden. Het lokte een wetswijziging uit waardoor het voor fantasten à la Benito Francesconi of Georges Frisque onmogelijk wordt het proces met een wrakingsprocedure stil te leggen. 

Een voorzitter van een assisenhof kan nog altijd gewraakt worden als hij zich bevooroordeeld tegenover een van de verdachten zou uitlaten. Maar zo’n wrakingsverzoek moet door een advocaat met tien jaar balie-ervaring zijn ondertekend. En elke pleiter zal er zich wel voor hoeden om kwaadwillige personen hierbij bij te staan. 

Bovendien legt een wrakingsprocedure een proces niet meer gedurende dagen stil, wat meerdere keren gebeurd is bij het proces-Cools. Dat is alvast één dreigend gevaar dat voor het proces-Dutroux is afgewend. 

Over de noodzaak van de vervanging van assisenvoorzitter Henry-Paul Godin, op het proces-Cools, blijft twijfel bestaan. Godin werd naar huis gestuurd nadat hij tegen een advocaat van een verdachte had geschreeuwd dat hij moest ophouden “de aap uit te hangen”. 

Na het spaghetti-arrest van het Hof van Cassatie in oktober 1996 volgde het aap-arrest in november 2003. “Persoonlijk vond ik de vervanging van Godin niet echt noodzakelijk, en ook niet evident”, zegt de Gentse strafrechtspecialist Philip Traest, die ook advocaat is.”Het was natuurlijk niet gepast dat de voorzitter een advocaat in dergelijke bewoordingen toespreekt. Maar was daardoor zijn onpartijdigheid in het gedrang gebracht? Ik ben daar niet van overtuigd, zeker nadat de voorzitter publiekelijk zijn verontschuldigingen had aangeboden en het incident voor de advocaat was gesloten.” 

“Er vallen in een rechtszaal wel vaker harde woorden. De uitval was ook niet rechtstreeks tegen een verdachte gericht, maar tegen diens advocaat. Hoewel dat onderscheid in de rechtspraak over wraking niet wordt gemaakt, vind ik dit een belangrijke nuance.” 

Volgens Traest speelde het hoogste rechtscollege op veilig met de verwijdering van assisenvoorzitter Godin. “Er hadden zich al enkele incidenten met die voorzitter voorgedaan en er stond een vervanger in de coulissen klaar, dus dat was geen probleem. Het Hof van Cassatie heeft het zekere voor het onzekere willen nemen. Dat belet niet dat het voor de betrokken magistraat een pijnlijke gebeurtenis moet zijn geweest, zo op het einde van zijn carrière.” 

Bron » De Standaard

Jury veroordeelt zes van de acht beschuldigden in zaak-Cools

Richard Taxquet, privé-secretaris, en Pino Di Mauro, chauffeur van wijlen Alain Van der Biest, zijn gisteren in Luik veroordeeld als opdrachtgevers van de moord op minister van Staat André Cools. De jury had na twaalf jaar onderzoek slechts vijf uur nodig om tot die uitspraak te komen.

Het was gisteren drie uur in de namiddag toen de Luikse volksjury zes van de acht beschuldigden in de zaak-Cools veroordeelde wegens de moord op André Cools en de moordpoging op zijn toenmalige levensgezellin Marie-Hélène Joiret.

Na amper vijf uur beraadslaging hadden de juryleden al een uitspraak klaar. Dat wijst er in elk geval op dat er weinig meningsverschillen waren en dat het oordeel van de 12 juryleden over het aandeel van elk van de betrokkenen gelijklopend was.

De jury in de zaak-Cools heeft geoordeeld op grond van de feiten. Ze oordeelde niet vanuit de buik, maar rationeel, met het dossier in het achterhoofd. Voor Richard Taxquet, Pino Di Mauro, Ioachino Contrino, Carlo Todarello en de afwezige beschuldigden Domenico Castellino en Carlo Todarello oordeelde de jury dat ze een onmisbare rol hadden gespeeld in het moordcomplot tegen André Cools. De jury erkende hiermee dat de moord op Cools geregeld werd op het kabinet van PS-minister Alain Van der Biest.

De laatste dagen van het proces was voor de juryleden echter ook duidelijk geworden dat de directe medewerking van twee verdachten niet vast stond. Daarom ontsnapten Mauro De Santis en Silvio De Benedictis de dans. Beiden hebben in een eerste fase aan het moordplan meegewerkt, maar het is onvoldoende duidelijk of ze dat tot het einde hebben gedaan.

De Santis en De Benedictis werden vrijgesproken en verlieten als vrije mannen de assisenzaal. Meester Jean-Philippe Mayence, de advocaat van De Santis, liet zijn tranen de vrije loop net als zijn collega Jean Mignon, de advocaat van Silvio De Benedictis. Mauro De Santis kon alleen nog uitbrengen “dat hij helemaal kapot was.”

Openbaar aanklaagster, Marianne Lejeune, vroeg daarna tijdens de debatten over de strafmaat een levenslange gevangenisstraf voor de veroordeelden Richard Taxquet en Pino Di Mauro. De oud-kabinetsmedewerkers van Alain Van Der Biest kunnen volgens haar op geen enkele verzachtende omstandigheid rekenen. Taxquet was volgens de aanklaagster “het brein achter de twee Tunesische moordenaars”, Di Mauro was hun “gewapende hand”.

“Beide veroordeelden zijn in elk stadium van het moordplan tussenbeide gekomen. Zonder hen zou André Cools niet zijn vermoord.” Pino Di Mauro was de enige van de zes aanwezige beschuldigden die elke dag na afloop van de zitting naar huis mocht.

De aanklaagster riep de juryleden op Taxquet en Di Mauro in elk geval een straf te geven die hoger is dan twintig jaar, indien zij toch enige verzachtende omstandigheden zien. “De Tunesische uitvoerders hebben twintig jaar gekregen. De bedenkers van het moordplan op Cools kunnen toch niet minder krijgen.”

Advocate-generaal Lejeune verwierp ook krachtig het argument van de verdediging dat de feiten te lang geleden zijn en dat de redelijke termijn voor een veroordeling is verstreken. “Stel dat morgen de doders van de Bende van Nijvel alsnog voor het assisenhof zouden terechtstaan, zou een jury hen dan een lage straf geven omdat de feiten zich twintig jaar geleden hebben voorgedaan”, vroeg ze retorisch.

Voor de 43-jarige Luigi Contrino vroeg Lejeune verrassend genoeg een zeer zware straf: tenminste 30 jaar. “Zijn rol was essentieel”, aldus Lejeune. Contrino legde in Sicilië de contacten voor de rekrutering van de Tunesische doders en heeft hen ook bij hun aankomst in Luik opgevangen.

Contrino’s advocaat, meester Swennen noemde die eis buitensporig. Volgens hem zat Contrino in het moordplan aan het einde van de ketting en heeft hij bovendien een blanco-strafblad, wat allerminst kan gezegd worden van de andere veroordeelden.

Voor de afwezige beschuldigden die ook schuldig werden bevonden, Domenico Castellino en Cosimo Solazzo, eiste de openbaar aanklaagster 25 jaar. Beiden houden zich in Italië schuil voor de Belgische justitie.

De enige die op clementie kon rekenen van de openbaar aanklager was spijtoptant Carlo Todarello. Voor hem vroeg de aanklaagster een gevangenisstraf van 15 jaar. “In tegenstelling tot de overige veroordeelden heeft hij zijn aandeel in de moord bekend. Hij is volgens jullie verdict een moordenaar, zeker, maar hij werkte met het gerecht mee en heeft zijn leven gebeterd.”

Bron » De Standaard

‘Dit is het proces van de leugens’

De familie en de vriendin van de vermoorde PS-leider André Cools geven de hoop op dat tijdens het assisenproces in Luik de namen boven water kunnen komen van mogelijk nog onbekende opdrachtgevers van de moord. Ze leggen zich neer bij de ‘juridische waarheid’ en vragen dat ten minste de acht beschuldigden uit de entourage van wijlen PS-minister Alain Van der Biest zouden worden veroordeeld, zo niet als opdrachtgevers dan toch als organisatoren van de moordaanslag.

Hadden José Happart, Guy Spitaels, Guy Mathot of andere (vroegere) kopstukken van de PS iets te maken met de moord op Cools? Na een gerechtelijk onderzoek dat twaalf jaar heeft aangesleept en de vreemdste kronkels heeft gemaakt, is er op die vraag nog geen begin van een antwoord. Het Luikse gerecht beschouwde het assisenproces tegen de acht beklaagden, afkomstig uit het Italiaans-Luikse misdaadmilieu, als de laatste kans om de waarheid alsnog aan het licht te brengen. De onuitgesproken redenering was dat de beklaagden tijdens de debatten zodanig in het nauw gedreven zouden worden dat ze eindelijk de omerta zouden doorbreken en namen zouden noemen.

Maar zelfs de nabestaanden van de vermoorde socialistische voorman geloven niet meer in dat scenario. “De familie Cools wacht al meer dan twaalf jaar op de juridische waarheid of in elk geval op een juridische oplossing”, zo begon advocaat Georges Dehousse, raadsman van de familie, gisteren zijn pleidooi.

“Voor ons is hier geen sprake van een afrekening. We willen dat een aantal mensen rekenschap wordt gevraagd voor een verschrikkelijke en bedroevende daad: de moord op een minister van staat en een groot staatsman, een man die de Luikse regio, Wallonië en zelfs België in zijn geheel wilde optillen in de Europese context.” Tijdens de soms chaotische debatten van de afgelopen maanden, gekenmerkt door opeenvolgende incidenten, werd volgens meester Dehousse lang niet alles gezegd, sterker nog: “er kon niet alles gezegd worden”.

“We kunnen er nog vijftig jaar over debatteren”, verzuchtte Dehousse, die zijn teleurstelling niet onder stoelen of banken stak. “Ik heb nooit zoveel mensen zoveel horen liegen als in dit dossier.” De advocaat pleitte voor de oprichting van een parlementaire onderzoekscommissie die een onderzoek zou moeten voeren naar de manier waarop het onderzoek naar de moord op Cools werd gevoerd. “Hopelijk komt zo’n commissie er sneller dan die voor Patrice Lumumba, waar men vijftig jaar op heeft moeten wachten.”

Dehousse deed een scherpe uitval naar José Happart, momenteel Waals PS-minister van Landbouw, en wees de jury op de perfide rol die hij heeft gespeeld. Dehousse bracht in herinnering hoe Happart in de maanden voorafgaand aan de moord contact zocht met in financiële zaken gespecialiseerde speurders, bij wie hij materiaal zocht om Cools politiek te destabiliseren en zo mogelijk met een of ander schandaaldossier politiek te elimineren.

Dehousse legde uit hoe Happart eind 1995, vier jaar na de moord, samen met de Duitse oplichter Horst Hermann vervalste documenten fabriceerde, in een poging om de overleden Cools af te schilderen als een gecorrumpeerde en een fraudeur en zo het strafonderzoek naar een vals spoor te leiden. “De Luikse procureur-generaal Anne Thily, een goede vriendin van Happart, kreeg op een bepaald moment een brief van de staatsveiligheid waaruit moest blijken dat Cools betrokken was bij een enorme geldzwendel”, zei Dehousse. “De staatsveiligheid had dat zogenaamd vernomen uit een gevoelige bron. Die bron bleek Happart himself te zijn.”

De advocaat wees erop dat Hermann voor zijn kuiperijen correctioneel werd vervolgd maar door de rechtbank werd vrijgesproken omdat de vervalsingen “al te grof” waren. Happart werd nooit vervolgd, want hij genoot parlementaire onschendbaarheid. “Die parlementaire onschendbaarheid moet volgens mij worden afgeschaft”, poneerde Dehousse.

“Ze dient enkel om de oneerlijken te beschermen, de anderen hebben die bescherming niet nodig. Ik weet zeker dat André Cools er precies hetzelfde over dacht.” Advocaat Jean-Louis Berwart, die pleitte namens Marie-Hélène Joiret (de toenmalige levensgezellin van Cools, die tijdens de aanslag levensgevaarlijk gewond werd), gaf de juryleden de raad om zich straks, bij hun beraad over de schuldvraag, te concentreren op de hoofdlijnen en niet te zeer op de vele verwarrende details te letten. “Vergeet Mathot en al de rest”, bezwoer Berwart hen. “Het gaat enkel om de acht beschuldigden die hier terechtstaan.”

Bron » De Morgen