Ex-speurder die meewerkte aan onderzoek naar Bende van Nijvel schrijft misdaadroman: “Met ferme knipoog naar zaken die ik meemaakte”

Zelenaar Luc Boeve (70) heeft een misdaadroman geschreven. Hij was jarenlang speurder bij de BOB en was onder meer betrokken bij de dossiers rond de Bende van Nijvel en de ontvoering van Anthony De Clerck. “Ik heb geprobeerd de frustraties uit mijn beroepsleven van me af te schrijven”, zegt hij.

Luc Boeve is een voormalig rijkswachter. Hij werkte mee aan tv-programma’s Heterdaad en Witse en heeft nu zijn eerste misdaadroman klaar. “Ik werkte als onderzoeker bij de Bijzondere Opsporingsbrigade van de Rijkswacht of BOB, in het wereldje van de prostitutie”, zegt Luc Boeve. “Ik behoorde tot de Deltagroep, die het onderzoek naar de Bende van Nijvel voerde, nadat ik in 1985 in Aalst als eerste op de parking stond bij de slachtoffers van de overval in de Delhaize”, zegt hij. “Ik leidde ook het onderzoeksteam in de zaak van de ontvoering van Anthony De Clerck.”

Frustraties

Heel wat ervaringen die sporen nalieten en die geregeld opnieuw op het netvlies van de ex-speurder kwamen. “Ik heb geprobeerd de frustraties van mij af te schrijven in een verhaal”, zegt de auteur. “Zonder het te beseffen is dit een stuk autobiografischer geworden dan ik dacht. Uiteindelijk kwam ik aan 1.500 pagina’s. Ik heb me goed bevraagd en men vertelde mij dat het best was om tabula rasa te maken en te schrappen.”

Positieve feedback

Uiteindelijk kwam hij tot het manuscript van de politieroman Teetaert… drie maanden, die Luc op 6 oktober in CC De Wiek in Zele aan het grote publiek voorstelt. “Mijn zoon mocht het als eerste lezen en hij vroeg me daarna meteen wanneer het volgende boek uitkwam. Nadien lazen nog tien anderen het en kreeg ik opnieuw positieve feedback. Dat sterkte me om het in eigen beheer uit te geven.”

Het boek bestaat uit drie delen met een jonge rechercheur in de hoofdrol. “Het boek speelt zich vandaag af, maar het bevat zeker een ferme knipoog naar de zaken die ik heb meegemaakt”, zegt Luc. “Ik heb vier jaar research gedaan, want in mijn tijd bestond DNA-onderzoek bijvoorbeeld niet. Het moet uiteraard kloppen tot in het kleinste detail. En er zitten veel dialogen in, waardoor het vlot leest.”

Bron » Het Nieuwsblad

Blijft moord op rijkswachter Peter De Vleeschauwer uit 1996 voor altijd onopgelost? Onderzoek na 28 jaar afgesloten

Het onderzoek naar de moord op rijkswachter Peter De Vleeschauwer in 1996 zal vermoedelijk voor altijd onopgelost blijven. De Gentse Kamer van Inbeschuldigingstelling heeft beslist om het onderzoek af te sluiten. Een dader werd nooit gevonden.

Voor het begin van het verhaal moeten we terugkeren naar 14 november 1996. Eerste wachtmeester Peter De Vleeschauwer had eigenlijk dienst tot 21 uur, maar verdwijnt uit de kazerne van de rijkswacht van Sint-Niklaas. Alles wijst daar op een gevecht: zijn stoel ligt omver, en er is een kom soep gemorst. Volgens getuigen reed een BMW met gierende banden weg.

Het is voor de familie het begin van een lange onzekere periode. Meteen vreest ze het ergste. De 37-jarige De Vleeschauwer zou een gevoelig milieudelict op het spoor zijn, en had niet lang voor zijn verdwijning doodsbedreigingen ontvangen.

Na enkele dagen richten de vrouw en de broer van De Vleeschauwer zich in een videoboodschap naar de ontvoerders. “Zijn drie kinderen en zijn vrouw Ginda hebben hem nu al tien dagen niet gezien. Zijn kinderen en onze hele familie missen Peter. We vragen de ontvoerders of de personen die weten waar Peter is, om dringend contact op te nemen”, klinkt het.

Aan zijn familie zegt de toenmalige districtscommandant van de rijkswacht dat hij vertrokken is naar het buitenland. Hij kan er niet meer naast zitten: 6 weken na de ontvoering, op tweede Kerstdag, wordt zijn lichaam gevonden op de oever van de Schelde in Hamme.

Uit de autopsie komt naar voren dat hij de dag van zijn ontvoering nog afgemaakt is met een nekschot. Een koelbloedige afrekening.

Nooit een dader gevonden

Járenlang is er gezocht naar een dader (of daders). Er worden verschillende verdachten opgepakt, maar een voor een worden ze telkens ook vrijgelaten.

Het onderzoek zat eerst bij Dendermonde, maar op vraag van de familie verhuisde het dossier naar Gent. Daar werden onder meer tientallen mogelijke betrokkenen onderworpen aan een test met de leugendetector, en werd een misdaadanalyse gehouden. Ook daar kwam het niet tot een doorbraak, en in 2021 klonk het al dat het in een eindfase zat.

“Mijn hoop op een ontknoping in een deze zaak is al lang verdwenen”, vertelde broer Chris De Vleeschauwer enkele jaren geleden nog aan VRT NWS. In één adem deed hij wel nog een ultieme oproep naar getuigen.

Die hoop is nu nog wat kleiner geworden, want de Kamer van Inbeschuldigingstelling oordeelde dat het onderzoek afgesloten wordt en dat er dus geen onderzoeksdaden meer moeten volgen.

De Vleeschauwer oppert zelf wel al jaren om het onderzoek af te sluiten: “Bij mijn laatste inzage heb ik vastgesteld dat er sinds 2014 geen enkele onderzoeksopdracht meer werd uitgevoerd. Dan is het weinig zinvol dat het nog gevoerd wordt, het is beter dat het dossier dan afgesloten wordt. Nu is dat een signaal: het is een cold case, niemand is nog geïnteresseerd, dus we sluiten het af.”

Het gevoel dat achterblijft? “Wrang”. “We hebben ons niet verzet tegen de afsluiting van het onderzoek omdat het al jaren stil lag, maar we zijn natuurlijk ontgoocheld in het resultaat. De echte daders heeft men niet willen vinden en de betrokkenheid van het rijkswachtmilieu probeerde men te verdoezelen. Een echt onderzoek is er niet gevoerd.” Hij doelt daarmee op een interne afrekening, een piste waar hij al jaren van overtuigd is.

Wat als er nog nieuwe sporen opduiken?

Het gerechtelijk onderzoek is dan wel definitief afgesloten, maar als er nog belangrijke informatie opduikt kan er wel een nieuw opsporingsonderzoek gestart worden.”Het speelt ook geen rol. Wanneer er nieuwe elementen opduiken, kan het nog altijd worden heropgestart”, klinkt het bij De Vleeschauwer.

“Als er nog sporen naar boven komen, kan dat nog leiden tot een schuldigverklaring”, zegt ook Walter Van Steenbrugge, advocaat van de familie. “Vandaag valt er symbolisch een doek over de zaak, maar er is niks definitief.” Een kanttekening hierbij: juridisch gezien verjaart de zaak normaal gezien over twee jaar.

Bron » VRT Nieuws | Caroline Van den Berghe, Hanne Decré

Peter De Vleeschauwer, de politieman die werd ontvoerd op het werk en meteen erna geliquideerd

Op een dag in 1996 werd politieman Peter De Vleeschauwer van achter zijn tafeltje gesleurd in een politiegebouw in het centrum van Sint-Niklaas. Hij werd in een BMW geduwd en kort daarna met een nekschot geëxecuteerd. De zaak is nooit opgehelderd, en zal dat ook nooit worden.

Nooit transformeerden zo veel Belgen simultaan tot vegetariër of veganist als in de dagen na 20 februari 1995. Die avond werd in het Kempense Wechelderzande het lichaam ontdekt van veearts Karel Van Noppen (42). Hij voerde namens het Instituut voor Veterinaire Keuring (IVK) controles uit op illegaal toegediende hormonen in de veeteelt. Hij werd niet ver van zijn woning opgewacht door huurdoder Albert Barrez. Die handelde in opdracht van topcrimineel Carl De Schutter, die op zijn beurt was ingehuurd door de hormonenmaffia.

“Kunnen ze die mens niet gewoon omkopen?”, had Barrez eerst nog gevraagd. Nee, dat ging niet. Er was geen andere manier om de 100 procent onkreukbare Karel Van Noppen te stoppen.

Barrez was gekomen met een gestolen BMW 753i. Hij loste meerdere schoten met een Norinco .45, een in België zeldzaam Chinees pistool. Het waren de kogels uit dat pistool die de speurders op het spoor van De Schutter zetten.

Goed anderhalf jaar na de moord op Van Noppen werd opnieuw een wetshandhaver vermoord. Op een veeleer atypische manier.

“De soep is lauw”

Rijkswachter Peter De Vleeschauwer (37) wordt in de avond van 14 november 1996 ergens tussen 20.30 uur en 20.40 uur meegenomen uit de rijkswachtkazerne in de Vermorgenstraat in Sint-Niklaas. Zes buurtbewoners en een man die daar net parkeert horen of zien het gebeuren. Een buurtbewoner ziet een blonde man die een andere man, Peter De Vleeschauwer, achteraan in een BMW5 duwt, zelf mee instapt en de deuren dichtgooit. “Ze vlamden weg”, getuigt een buurman. “De auto is met enorme snelheid en gierende banden weggeschoten.”

De parkeerder zegt dat hij niet anders kon dan zich versmallen. “De auto is op een meter gepasseerd en bleef de snelheid opvoeren. Ik diende dicht tegen mijn wagen te blijven om een aanrijding te vermijden. De auto is het Stationsplein opgedraaid zonder te remmen.”

Op dat plein komen drie straten samen. De BMW neemt hierna zo goed als zeker de snelste weg richting de dichtstbijzijnde oever van de Schelde.

Wie bedenkt dit? Een politieman meenemen uit een politiekantoor waarvan je van buitenaf enkel de poort kan zien? Hoe kan je erop vertrouwen dat enkel die politieman aanwezig zal zijn?

Tot 19.30 uur zijn behalve De Vleeschauwer zelf zes rijkswachters in de kazerne aanwezig, allemaal gewapend: Danny D., Mario V., Peter V., Tony D., Erik M. en Koen D. De eerste vier rijden rond halfacht naar buiten om te patrouilleren in de straten van Sint-Niklaas. Kort na hen verlaat ook Erik M. de kazerne, en om 19.50 uur doet Koen D. dat.

De hele dag door zijn er meerdere rijkswachters aanwezig in het gebouw, behalve tussen 19.50 en 20.40 uur. In die 50 minuten zit Peter De Vleeschauwer daar alleen als zogenaamde ‘planton’. Dat is rijkswachtjargon voor onthaal. Hij bedient vanop die plek de knop waarmee de op de straatkant uitgevende garagepoort wordt geopend of gesloten.

De Vleeschauwers dienst zou aflopen om 21 uur. Om 20.40 uur komt zijn vervanger Eric C. aangefietst. Hij ziet dat de ’s avonds in regel gesloten poort van de kazerne wagenwijd openstaat. Naast de werkplek van de planton ziet hij de rijkswachtjas van zijn collega op de grond liggen, een afgescheurd epaulet, een omgevallen stoel en een soepkom. “Er is soep gemorst op de printer”, meldt Eric C. nog. En: “De soep is nog lauw.”

“Peter nu dood”

Als ze zijn omkleedkastje doorzoeken, vinden zijn collega’s daar de kwitantie van iets wat Peter De Vleeschauwer twee dagen voor zijn dood in Dendermonde is gaan doen. Hij heeft er onderzoeksrechter Walter Van De Sijpe officieel akte laten nemen van een burgerlijke partijstelling wegens “doodsbedreigingen via herhaalde telefonische oproepen”, zowel bij hem thuis als op zijn vaste lijn bij de rijkswacht.

Daar sprak op 7 november iemand deze woorden in: “Peter nu dood.” Over een ander telefoontje beschreef hij tegenover vrienden hoe er was gezegd: “Als ge nog een schoon leven wilt, dan moet ge zwijgen.” Een burgerlijke partijstelling kost in die tijd 3.000 Belgische frank, 75 euro. In het geval van De Vleeschauwer komt dat neer op 5 procent van zijn maandloon.

Peter De Vleeschauwer is in Lokeren lid van Agalev, het toenmalige Groen. De combinatie van milieuactivisme en het rijkswachtuniform is in 1996 al net zo absurd als het zou zijn geweest in de tv-reeks 1985. De Vleeschauwer gaat door het leven als eenzame en onvoermoeibare whistleblower. Omdat zijn collega’s hun ogen dichtknijpen voor illegale lozingen in de Durme, voor een pedofiele pastoor, voor de gratis Duvels waarmee een garagist zich heeft verzekerd van een monopolie op takelopdrachten.

Ook hijzelf kleurde volgens zijn collega’s buiten de lijntjes. Nadat een automobilist een fietser had aangereden en De Vleeschauwer de verklaring van het slachtoffer opnam, heeft hij in het proces-verbaal (pv) het tijdstip van het verhoor vervalst. De man zou overlijden in het ziekenhuis. Door het gewijzigde tijdstip hoopte De Vleeschauwer de rechten van zijn nabestaanden tegenover de verzekeringsmaatschappij te vrijwaren. Zijn oversten lijken maar wat blij dat ze iets in handen hebben tegen hem en leggen een tuchtsanctie op.

Maar die wordt niet meteen concreet en op 21 september 1996 dringen elf leden van de brigade Lokeren in een petitie aan de rijkswachtvakbond NSRP aan op de onmiddellijke mutatie van De Vleeschauwer. “Niettegenstaande een meerderheid van de brigade besliste niet meer met De Vleeschauwer te willen werken, stellen wij vast dat er geen enkel initiatief genomen wordt.” Het lijkt deze petitie te zijn die aanleiding gaf tot zijn mutatie naar Sint-Niklaas, enkele dagen later.

In wat voor sferen het conflict zich situeert valt op te maken uit de verhoren van zijn weduwe. “Het ging zo ver dat een vergadering werd bijeengeroepen in de brigade Lokeren, waar bij handopsteking werd gestemd wie nog met Peter wilde samenwerken. Hierbij zou volgens Peter door S. en P. druk zijn uitgeoefend op andere leden van de brigade. Men zou onomwonden aan wie niet tegenstemde gevraagd hebben ‘of zij misschien de volgende wilden zijn’. Leden van de brigade verweten Peter zijn omgang met mensen van lagere klasse en vreemdelingen.”

De weduwe beschrijft hoe haar man reageerde op zijn mutatie. “Peter heeft gezegd dat als dat zo zat, er verschillenden gingen moeten bloeden.”

Perfect nekschot

Als rijkswachter P. op 13 december 1996 wordt verhoord door het Comité P is Peter De Vleeschauwer exact een maand spoorloos. P., een van de initiatiefnemers voor de petitie, suggereert dat zijn collega helemaal niet is ontvoerd en dat die na kennisname van zijn mutatie naar Sint-Niklaas is gaan flippen. “Wij zaten op dat ogenblik met een aantal mensen samen en toen hij ons passeerde, trok hij met een enorme smak de deur dicht. Hij had een blik in zijn ogen van ‘een wild dier’. Toen ik dat zag, dacht ik dat hij tot alles in staat was. Opgezet spel van hem is volgens mij, rekening houdend met zijn complexe persoonlijkheid, niet uit te sluiten. Ik heb echter geen enkel idee waar of bij wie hij zich in dat geval zou schuilhouden.”

Het is wat nagenoeg alle op de zaak zittende journalisten in de weken na de verdwijning dagelijks off the record zal worden toegefluisterd. Dat niet mag worden uitgesloten dat De Vleeschauwer zich rond deze tijd aan de zijde van een blondine te goed zit te doen aan mojito’s op een ver en tropisch eiland.

Een week na zijn verhoor, op 21 december 1996, schuift P. mee aan voor de glühwijn op een buurtfeestje. De gesprekken gaan over de ontvoerde rijkswachter. De overbuurman van P. hoort hem zeggen: “Indien ze Peter De Vleeschauwer vinden, dat ze hem dan maar niet vinden met een kogel in zijn hoofd.”

Vijf dagen later vaart plezierboot MPS Jadran op de Schelde ter hoogte van Hamme voorbij het standbeeld van Filip de Pillecyn. Het is laag water en op een laag stenen merkt de schipper een lichaam in een blauw uniform. Het is Peter De Vleeschauwer. Hij is om het leven gebracht met een in de nek opwaarts afgevuurde kogel. De kogel heeft het hoofd vooraan verlaten, perfect in het midden van de twee ogen. Dat lijkt te wijzen op het werk van iemand die dit vaker heeft gedaan. Er is geen munitie waar het lab mee aan de slag kan.

“De waterligtijd wordt op zes weken geschat”, zegt het autopsieverslag. “Het slachtoffer was meer dan vermoedelijk overleden op het ogenblik dat het in het water terechtkwam.”

Peter De Vleeschauwer is meteen na zijn ontvoering geliquideerd en als alles volgens plan was verlopen, was zijn lichaam nooit meer teruggezien. Dat valt op te maken uit een verklaring van Marc Wouters, maritiem technicus bij de Vlaamse Gemeenschap, afdeling Schelde. Hij legt in een verhoor uit dat het op 14 december 1996 om 18.44 uur hoog water was. “Zodat het water omstreeks 21 uur aan het afgaan was. De gemiddelde stroomsnelheid bedroeg tussen de 0,9 en de 1 meter per seconde. Gezien de tijd tussen het verdwijnen en het vinden is het onwaarschijnlijk dat hij altijd gedreven heeft.”

IVK-piste

Eric C., de rijkswachter die hem die avond zou aflossen voor de plantondienst, zegt in een verhoor op 7 januari 1997: “Mijn indruk is dat Peter niet verontrust geweest is toen er iemand in het plantonlokaal kwam. Hij moet zonder wantrouwen achter zijn klavier zijn blijven zitten en uiteindelijk toch verrast geweest. Ik sluit bijgevolg niet uit dat de daders binnen de rijkswacht moeten worden gezocht. Een buitenstaander kan de gebruiken in het gebouw niet kennen.”

Als je rijkswachters de moord op een rijkswachter laat onderzoeken, staat het vervolg in het België van de jaren 90 in de sterren geschreven. Tot vier keer toe worden onschuldige zielen op grond van cafépraat weken- of maandenlang in voorarrest geplaatst. Ex-profwielrenner Johnny Van der Veken overkwam het zelfs twee keer. “Een keer ben ik zeventien uur lang ondervraagd. ‘Als je bekent, stoppen we’, zeiden ze.”

Bron » De Morgen | Douglas De Coninck

Justitie zet punt achter moordonderzoek Peter De Vleeschauwer: ‘We moeten aanvaarden dat de waarheid nooit aan het licht mag komen’

Na bijna 27 jaar zet justitie definitief een punt achter het onopgeloste onderzoek naar de moord op rijkswachter Peter De Vleeschauwer. De agent werd tijdens zijn dienst overmeesterd en kort daarna geëxecuteerd met een nekschot.

Rijkswachter Peter De Vleeschauwer (37) werd in de avond van 14 ­november 1996 ontvoerd tijdens zijn wachtdienst in de kazerne van Sint-Niklaas. Dat een politieagent – de rijkswacht was de voorloper van de huidige federale politie – was geschaakt in een politiekantoor leek volkomen absurd, al gold De Vleeschauwer als milieuactivist binnen het korps als een buitenbeentje. Hij was net vanuit de brigade van ­Lokeren per petitie weggestemd en verbannen naar die van Sint-Niklaas.

Wekenlang gingen speurders uit van een enscenering, waarbij de rijkswachter in het buitenland een nieuw leven zou zijn begonnen. Tot op 26 december 1996 het levenloze lichaam van De Vleeschauwer werd teruggevonden langs de Schelde in Hamme. De man bleek al vrij kort na de ontvoering te zijn geëxecuteerd met een nekschot. De Vleeschauwer liet een echtgenote en een zoon van 7 achter.

Tijdens het strafonderzoek werden in totaal vijf mensen van hun vrijheid beroofd. Het ging telkens om verdachten uit eerder marginale criminele milieus. Voor broer Chris De Vleeschauwer stond het vast dat de moord enkel kon zijn gepleegd door collega-rijkswachters. De speurders – ook rijkswachters – ­lieten volgens hem na om in eigen rangen te zoeken.

In mei 2009 trok het Gentse hof van beroep het dossier naar zich toe. Het stelde een raadsheer-onderzoeksrechter aan die met een vernieuwd speurdersteam aan de slag ging. Na diens pensionering in 2014 lijkt het onderzoek helemaal te zijn stilgevallen.

BOM-controle

Deze week ontvingen alle partijen, ook de vijf ten onrechte opgesloten ex-verdachten, een oproepingsbrief om op maandag 26 juni te verschijnen voor de Gentse Kamer van ­Inbeschuldingstelling (KI). Die gaat over tot een zogenaamde BOM-controle, een toetsing aan de wet op de bijzondere opsporingsmethoden.

“Dat is de voorlaatste stap naar het afsluiten van het onderzoek en het ontlasten van de onderzoeksrechter”, zegt Walter Van Steenbrugge, advocaat van Chris De Vleeschauwer. “Wij verwachten dat dat laatste na de zomer zal gebeuren op een volgende KI-zitting. Nu, het onderzoek was de facto al stilgelegd. We zagen dit al een hele tijd aankomen.”

Peter De Vleeschauwer stond ­bekend als buitengewoon integer en botste bijna dagelijks met collega-­rijkswachters. “Wie anders dan een rijkswachter zou een in theorie toch goed bewaakte rijkswachtkazerne binnengaan?”, argumenteerde Chris De Vleeschauwer de afgelopen 25 jaar in talloze interviews.

Hij schreef twee (fictie)boeken over de zaak, wees in een daarvan ook enkele collega-rijkswachters aan die hij als daders beschouwde. “Dit is waar ik al lang op zat te wachten”, reageert hij nu. “Het is nu klaar en duidelijk dat de piste van de interne afrekening nooit kon en nooit zal ­worden onderzocht . We moeten aanvaarden dat de waarheid nooit aan het licht mag komen.”

Ex-profwielrenner Johnny Vanderveken (69) uit Beveren had de ­twijfelachtige eer om twee keer te worden aangehouden op beschuldiging van de moord op Peter De Vleeschauwer. Hij bracht in totaal drie maanden onschuldig in voorarrest door.

“Bij elke ondervraging, uren aan een stuk en tot laat in de avond, ­bleven ze mij toeroepen dat ik de moord op De Vleeschauwer moest bekennen”, zegt Vanderveken. “Waarop ik dan terugriep: ‘Zijde gullie zot?’ Ik heb nooit goed begrepen hoe ze bij mij uitgekomen zijn, tenzij door dronkenmanspraat in Beverse cafés.”

Het parket-generaal in Gent ­bevestigt de agendering van de BOM-zitting op 26 juni, maar wenst geen verdere toelichting te geven.

Bron » De Morgen | Douglas De Coninck

De tragiek van de echte Goffinard uit ‘1985’: adjudant Guy Goffinon was er zeker van dat hij de Bende bij de lurven had

Twee jaar na de laatste moordpartij van de Bende van Nijvel was rijkswachtadjudant Guy Goffinon er rotsvast van overtuigd dat hij – en hij alleen – ze had ontmaskerd. Achter het personage Goffinard uit de tv-serie 1985 schuilt een hoop tragiek.

“Wacht, niet binnenkomen, ik heb een gevaarlijke hond, ik zal hem eerst opsluiten”, zo beschrijft oud-rijkswachter Robert Beijer in zijn boek De laatste leugen zijn list bij de huiszoeking in zijn appartement, oktober 1987. “Ik glip binnen en sla de deur dicht. Dan begin ik met de grote opruimoperatie. Alle documenten die ik niet in handen van de flikken wil zien vallen, gooi ik in de open haard.”

Beijer runt in die tijd met kompaan Madani Bouhouche een detectivebureau. Hij wordt verdacht van illegale telefoontap en (later ook) betrokkenheid bij de moord op FN-wapeningenieur Juan Mendez-Blaya in Waver, begin 1986. Die was er zeker van dat bij hem afkomstige wapens waren gebruikt bij de achtvoudige moord in de Delhaize in Aalst op 9 november 1985, de laatste raid van de Bende met de grote B. Mendez zou zijn geliquideerd als hinderlijke getuige.

Het onderzoek werd geleid door Guy Goffinon, adjudant bij de Brusselse BOB, de recherche van de toenmalige rijkswacht. “Hij werkte dertien, veertien uur per dag, en soms de nacht door”, zegt een ex-BOB’er. “Hij was bezeten door zijn dossiers.”

Floppydisk

De echte Goffinon verschilde op veel vlakken van de in 1985 door Tom Vermeir neergezette cynicus met het sappige Brusselse accent. Goffinon, bijgenaamd ‘de Gof’ of ‘de vos met de zilveren slapen’ was louter Franstalig. En hij had een enorm netwerk van boeven en prostituees doordat hij als agent in de jaren zeventig was begonnen in de rosse buurt rond de Naamse Poort in Brussel. “Hij had iets aristocratisch”, zegt de ex-BOB’er. “Een woord was voor hem een woord. Heel letterlijk.”

Beijer, die bij de BOB ooit nog onder hem had gediend, kreeg tijdens de huiszoeking niet alles verbrand. Op zijn kantoor vonden de speurders enkele floppydisks – de verre voorloper van de USB-stick. Tijdens een ondervraging haalde Beijer er stiekem eentje uit de stapel en probeerde ze te breken tussen zijn knieën. Dat lukte niet. De floppy ging in de pc en op het scherm verscheen codetaal.

Goffinon kreeg er een papieren uitdraai van en ging aan de slag. Dagen, nachten. In de late namiddag van vrijdag 6 november 1987 veerde hij met een wilde kreet recht. Hij had de code gekraakt. Er kwamen adressen te voorschijn van garageboxen die Beijer en Bouhouche sinds 1981 onder valse namen huurden.

“De jackpot”

Een van de boxen was nummer 179 in parkeergarage Beau Site langs de Brusselse Louizalaan. Die locatie is verbonden met de Bende. Na de eerste raid, bij wapenhandel Dekaise in Waver in september 1982, was de buit volgens zelfverklaard mededader Bruno Vandeuren daar naartoe gebracht. Goffinon wist dat, hij had Vandeuren zelf ondervraagd.

Goffinon en zijn mannen trokken meteen naar de garage. Ze haalden er een ladder bij, want bovenaan de poort was een spleet. Ze keken binnen. Wat ze zagen, deed hun harten nog sneller kloppen: een witte Toyota Hiace-bestelwagen die in 1980 was gestolen en waarvan de inhoud was gedumpt op exact dezelfde plek in het Ter Kamerenbos als de bij Dekaise gebruikte overvalwagen.

Doordat Beijer de speurders al eens te grazen had genomen, zou elke andere politieman de box hebben laten bewaken in afwachting van het huiszoekingsbevel. Goffinon niet. Hij ging Beijer op zaterdag bezoeken in de cel en vroeg hem wat hij in de box zou vinden. Volgens ‘de Gof’ antwoordde Beijer: “De jackpot.”

Toen hij op zaterdagnamiddag rond 15 uur terugkeerde naar de box, stond de deur van de Toyota open en was de hele binnenkant bewerkt met een brandblusser. De auto was leeg. Christian Amory, een andere rijkswachter uit de entourage van Bouhouche en Beijer, zei later: “In die box lagen de wapens van de Bende van Nijvel.”

Goffinon heeft het geklungel nooit kunnen verklaren. “Wat vooral speelde, was dat ‘de Gof’ het zo graag allemaal zelf wou doen”, zegt de ex-collega. “De box is tweeëntwintig uur onbewaakt gebleven. Al die tijd waande hij zich de man die – eindelijk – de Bende had ontmaskerd.”

In haar boek Het complot van de stilte suggereert Humo-journaliste Hilde Geens dat Goffinon bewust de boel saboteerde. Omdat Bouhouche en Beijer hem chanteerden. Ze citeert ook een ooggetuige, die zaterdag: “Toen heb ik Goffinon zien huilen.”

De adjudant werd het mikpunt van verdenkingen en hoorzittingen in een parlementaire onderzoekscommissie. Begin 1990 liet onderzoeksrechter Luc Hennart een huiszoeking uitvoeren in zijn kantoor en zijn woning in Jette. Want intussen waren er andere onbegrijpelijke verhalen. Over zijn in 1985 erg realistisch nagespeelde rol in de zaak-François (drugs) en de mislukte moordaanslag op majoor Herman Vernaillen.

In een zes pagina’s lange brief aan de commissie schrijft Goffinon op 1 maart 1990: “Het is een man, gekneusd in zijn eerlijkheid, die het zich veroorlooft zich tot u te richten.” In de brief betwist hij elke band met Beijer, en eindigt hij met: “Had men schrik dat ik de waarheid zou ontdekken?”

Volgens een ex-collega is de adjudant de huiszoeking nooit te boven gekomen. “Hij heeft drie jaar later zijn vervroegd pensioen aangevraagd. En gekregen.”

Guy Goffinon (58) overleed op 11 mei 1995. We zullen nooit weten hoe het zou zijn gelopen als hij de code op maandag had gekraakt, en er diezelfde dag nog een huiszoekingsbevel was afgeleverd.

Bron » De Morgen | Douglas De Coninck