Dan toch, de finale doorbraak in Bende van Nijvel-mysterie?

Is het na 32 jaar dan toch gebeurd? Speurders in Charleroi denken een naam en een gezicht te kunnen plakken op de ’reus’ van de Bende van Nijvel en enkele andere daders. Het zijn allemaal leden van de vroegere Groep Diane, de ex-rijkswacht dus. Dat bevestigt procureur-generaal Christian De Valkeneer.

De gouden tip – daar lijkt het toch wel sterk op – kwam een jaar geleden via David Van de Steen. Hij was 9 toen hij op 9 november 1985 zijn ouders zag geëxecuteerd worden op de parking van de Delhaize in Aalst en zelf een kogelregen in zijn buik kreeg. Van de Steen, nog dag en nacht bezig met de zaak, werd gecontacteerd door een vriend van de in 2015 overleden K.B.

Die werkte eind jaren 70 en begin jaren 80 bij de Groep Diane, de speciale gevechtseenheid van de toenmalige rijkswacht. B. stond bekend als een stevige drinker, was kind aan huis in een aantal Brusselse bordelen. Hij was ook erg groot, ongeveer 1 meter 90. En lid van een practical shooting club, een in die tijd slechts door enkelingen beoefende schiettechniek die leek te zijn toegepast tijdens de raids van de Bende.

Medische dossiers

Volgens de vriend kwamen na zijn dood binnen de familie van B. de tongen los. Hij was de legendarische reus van de Bende van Nijvel, die verantwoordelijk wordt gehouden voor 28 doden tussen 1982 en 1985.

Van de Steen trok met zijn gegevens naar de cel Waals-Brabant in Charleroi. Het leek een zoveelste tip van dertien in een dozijn. Speurders vroegen allereerst de medische dossiers op van B. Ze stelden vast dat de man tijdens de tweede golf van Bende-aanslagen, op vrijdag 27 september en vrijdag 9 november 1985, telkens verlof had opgenomen. Opmerkelijk: op maandag 30 september meldde hij zich ziek vanwege een verwonding aan zijn voet.

De dubbele raid, met een interval van minder dan een halfuur op de Delhaize-warenhuizen in Eigenbrakel en Overijse, was de meest drieste van de Bende tot dan toe. In Eigenbrakel werden 3 mensen gedood, in Overijse vijf, onder wie bankier en rijkswachtinformant Léon Finné.

Opmerkelijk was de zeer schamele buit in Eigenbrakel en Overijse, telkens 200.000 frank, zo’n 5.000 euro. Wat erop leek te wijzen dat de Bende, telkens bestaande uit drie mannen, uit was op terreur, eerder dan op geld. “Deze piste is nieuw en ze is credibel”, zo bevestigde procureur-generaal Christian De Valkeneer gisteravond aan de redactie. “Het is aannemelijk dat de feiten zijn gepleegd door mensen die daar een opleiding voor hadden gekregen, zoals bij de speciale eenheden. De Groep Diane dus.”

Hulp van familie B.

Na de dubbele aanslag bleef B. zich wekenlang ziek melden, om daarna terug aan het werk te gaan en op de dag van de aanslag in Aalst opnieuw verlof te nemen. Ook verder teruggaand in de tijd blijkt B. bij nagenoeg elke Bende-raid verlof te hebben genomen.

De “reus” was eind 1985 een constante in alle getuigenissen van overlevenden. Met dat verschil dat in Aalst enkele ooggetuigen melding maakten van het feit dat hij mankte. Nu wordt aangenomen dat hij zich in Overijse heeft verwond aan zijn voet.

Meer nog dan de vele toevalligheden valt de attitude van familieleden van B. op. Zij werken actief mee aan het onderzoek, vooral de broer en de ex-echtgenote. Zij zeggen jarenlang te hebben rondgelopen met hun geheim en lijken opgelucht. Zij beweren dat K.B. in de jaren voor de Bende-aanslagen deelnam aan extreemrechtse trainingskampen in de Ardennen en optrad als schietinstructeur.

“Deze mensen zijn nu erg ongerust”, zegt De Valkeneer. “Ze zijn zeer eerlijk en oprecht geweest tegen ons en hebben verklaringen afgelegd, maar vrezen natuurlijk wel reacties.”

Na de laatste Bende-raid verliet B. de Groep Diane en ging aan de slag bij de rijkswacht van Dendermonde. Na zijn pensioen ging het bergaf met hem. Hij geraakte verwikkeld in een scheiding, ging nog meer drinken, raakte sociaal geïsoleerd en stierf eenzaam.

Nog levende daders

Volgens De Valkeneer viseert het onderzoek meerdere leden van de toenmalige Groep Diane van eind jaren 70. “De meesten zijn overleden”, zegt hij. “Maar sommigen leven nog.”

Opgravingen van lichamen voor een DNA-test is volgens de magistraat niet aan de orde. “De lichamen zullen ons niets vertellen. Wij gebruiken andere methoden.”

David Van de Steen en zijn advocaat Jef Vermassen weigerden gisteren elke toelichting. Zij leven allebei al een jaar in de overtuiging dat de speurders eindelijk op het goede spoor zitten. Naar hun gevoel nam het enthousiasme bij de speurders in Charleroi, onder wie enkele oud-rijkswachters, af naarmate het nieuwe spoor het goede leek te worden. En daar ligt de verklaring voor de verrassende uitspraak van Jef Vermassen, vorige week tegenover TV Oost: “Ik weet wie achter de bende van Nijvel zit.”

Mogelijk is het die uitspraak die de speurders heeft wakker geschud. Deze week trokken politiemensen uit Charleroi met een foto van B. naar cafés in en rond Aalst, zo berichten collega’s van Het Laatste Nieuws. De speurders hopen via herkenningen na 32 jaar het leven van K.B. te kunnen reconstrueren.

In 2015 keurde de Kamer nog een wetsontwerp goed waardoor de verjaringstermijn van de zaak op veertig jaar in plaats van dertig jaar kwam te liggen. Wat betekende dat de speurders tien jaar extra kregen om de zaak uit te zoeken.

Bron » De Morgen

Nieuw spoor onderzocht naar “de Reus” in de Bende van Nijvel

Speurders onderzoeken enkele nieuwe sporen in het dossier van de Bende van Nijvel. Eén daarvan gaat over de mogelijke identiteit van een van de daders, in politiekringen omschreven als “De Reus”. Dat schrijven Het Laatste Nieuws en De Morgen. “Er zijn aanwijzingen, maar een definitieve conclusie is voorbarig”, zegt procureur-generaal Christian De Valkeneer in De ochtend.

Sinds de zomer werkte het speurdersteam rond de bende van Nijvel rond verschillende nieuwe sporen. Zo werden er zowel in juli als in september nieuwe zoekacties georganiseerd naar de wapens van de bende, in de vijvers van Adinkerke. Tot nu toe hadden die zoekacties niets opgeleverd, maar het onderzoek daar wordt dit najaar nog hervat, zegt Christian De Valkeneer, procureur-generaal van Luik en hoofd van het onderzoek.

Volgens De Valkeneer waren er ook “nog andere nieuwe en interessante pistes” opgedoken. Eén van die sporen dat momenteel wordt onderzocht, draait rond de identiteit van een van de daders. Een voormalige rijkswachter, die destijds onder meer lid was van de groep Diane, de vroegere speciale eenheid van de Rijkswacht, zou twee jaar geleden op zijn sterfbed aan een familielid hebben opgebiecht dat hij de zogenoemde “Reus” uit de Bende van Nijvel was. Bij die reeks overvallen was één van de daders een grote man, die door de politiediensten werd omschreven als “De Reus”.

De familie van de man is met die bekentenis naar het gerecht gestapt. Nu wordt onderzocht of die informatie kan kloppen. Voorlopig houdt het gerecht het erop “dat er aanwijzingen zijn maar nog geen harde bewijzen”. In juridische kringen wordt de bekentenis van de man beschouwd als een interessant spoor. Het kan echter nog maanden duren voor de speurders definitief zullen weten of de identiteit van “De Reus” hiermee bekend is. Als dat het geval is, hoopt het gerecht dat dit spoor misschien ook naar de identiteit van de andere daders zal leiden.

Neen, “De Reus” is door het nieuwe spoor nog niet ontmaskerd, zegt De Valkeneer in De ochtend. “We onderzoeken wel sporen naar leden van de groep Diane, de eerste speciale eenheid van de Rijkswacht in de jaren 70. We verzamelen verschillende elementen, en we moeten nog even afwachten wat deze piste concreet oplevert. De man in kwestie heeft géén bekentenis gedaan. Hij heeft enkele maanden voor zijn overlijden wel laten verstaan dat hij zou hebben deelgenomen aan enkele feiten van de bende van Nijvel”, legt hij uit.

“Dat is het begin van een interessante piste waar we al enkele maanden op werken. Maar het zijn nog geen harde bewijzen, al is dit na verschillende valse pistes in het dossier wel iets anders. Er zijn voorlopig geen elementen die deze informatie hard tegenspreken. Dit is de eerste keer dat er elementen in de richting van de Rijkswacht wijzen. We koesteren hoop dat we deze zaak ooit zullen kunnen oplossen. Maar er is nog veel werk, zo veel jaren na de feiten.”

De Bende van Nijvel pleegde tussen 1982 en 1985 zeventien bloedige overvallen op warenhuizen. Daarbij zijn 28 mensen om het leven gekomen. Meer dan 30 jaar na de feiten hangt er nog altijd een waas van mysterie rond de identiteit van de daders. Tot op vandaag is geen enkel lid van de Bende van Nijvel definitief ontmaskerd.

Bron » VRT Nieuws

De architect van de politie

Zonder Brice De Ruyver zag het veiligheidsbeleid in ons land er compleet anders uit. Met de ene voet in de academische en de andere in de politieke wereld loodste hij de politie weg van stammentwisten. De Ruyver overleed vanochtend onverwacht.

In de tweede helft van de jaren negentig zat het vertrouwen in politie en justitie op een dieptepunt. Tijdens de affaire-Dutroux, die draaide rond een verdwijningszaak van minderjarige meisjes, was gebleken dat politiediensten naast elkaar werkten. Tussen de Gerechtelijke Politie bij de Parketten en de opsporingsdiensten van de Rijkswacht zat er bijzonder veel ruis op de lijn. Het geloof in magistraten, politie én politici was compleet zoek.

Een parlementaire onderzoekscommissie moest de pijnpunten binnen het veiligheidsapparaat blootleggen. Even belangrijk was de symbolische ‘zuiverende’ functie van de commissie, die alleen maar kon slagen als politici loskwamen van vingerwijzingen naar elkaar en elkanders politieke benoemingen in het veiligheidsapparaat. Brice De Ruyver was één van de experts die de commissie moest bijstaan in die opdracht. Mede door zijn academische onderbouwde, open aanpak – die zich volgens collega’s in elk aspect van zijn werk toonde – bracht de commissie het tot een goed einde.

Essentieel was een grondige politiehervorming, met één federale politie in de plaats van diensten naast elkaar. Een structuur die werd uitgetekend door onder anderen De Ruyver, maar daar hield het voor hem niet op. ‘Hij zag niet alleen problemen, zoals professoren soms neigen te doen, maar werkte ook actief mee aan de beleidsvorming’, zegt Willy Bruggeman, voorzitter van de Federale Politieraad. Samen met De Ruyver gaf hij vorm aan de geïntegreerde politie. ‘Brice was altijd bereid om zijn nek uit te steken en slaagde er ook in om een draagvlak te hebben voor zijn ideeën. Er werd naar hem geluisterd.’ Na de start van de hervorming begin jaren 2000 zag De Ruyver er als veiligheidsadviseur van Guy Verhofstadt op toe dat die in de praktijk werd voortgezet.

Bruggeman noemt het nieuws over het plotse overlijden van De Ruyver ‘verschrikkelijk’. De prof criminologie moest vanmorgen college geven aan de eerstejaarsstudenten rechten van de Universiteit Gent. Toen hij niet opdaagde, bleek dat hij thuis was overleden aan de gevolgen van een hartstilstand.

Rondtrekkende dadergroepen

‘We zijn allemaal geschokt’, zegt Tom Vander Beken, een naaste collega van De Ruyver. Samen stonden ze met nog enkele andere academici begin jaren negentig aan de wieg van het IRCP, het criminologisch onderzoeksinstituut van de UGent. ‘Hij hamerde erop dat de groep van onderzoekers veel belangrijker was dan de delen ervan. Dat heeft hij enorm vaak gezegd. Brice was een enorm warme collega, eerder een vriend zelf. Telkens opnieuw leerde hij ons om te durven antwoorden op de vragen die de maatschappij ons stelde. In die zin heeft hij ook heel veel betekend voor de universiteit.’

Criminologie zit op het snijpunt van onder meer strafrecht, psychologie en sociologie, waardoor critici het al eens afdoen als een wetenschappelijk afkooksel. De praktisch gerichte invulling van De Ruyver kon hen lik op stuk geven. Al in de jaren tachtig verrichte hij onderzoek naar fenomenen zoals rondtrekkende dadergroepen, waardoor ook meer politieke aandacht voor de problematiek ontstond.

‘Law & Order’

Na de commissie-Dutroux groeide De Ruyver als veiligheidsadviseur van de paarsgroene regering definitief uit tot een household name. De premier en de criminoloog kenden elkaar uit Gentse logekringen, al zou het niet correct zijn De Ruyver exclusief onder te brengen bij de liberalen. ‘Hij heeft gewerkt voor verschillende ministers en regeringen’, zegt Bruggeman. ‘Ongeacht hun kleur. Ook aan Milquet heeft hij recent nog advies geleverd voor de optimalisatie van de federale politie.’ Bruggeman werkte daar ook aan mee.

Drugsaanpak, grenscriminaliteit, motorbendes, terreurbestrijding: er is amper een crimineel fenomeen waar De Ruyver zijn licht niet over liet schijnen, en waar hij dus geen vorm gaf aan het beleid. Ook media vonden vlot de weg naar De Ruyver. Al begin jaren 2000 had hij bijvoorbeeld een maandelijkse column in De Standaard, getiteld ‘Law & Order’.

De Ruyver, die zijn privé-leven uit de schijnwerpers hield, was volgens collega Gert Vermeulen ‘altijd een vroege vogel’ op de universiteit. ‘Zijn engagement was erg aanstekelijk’, vindt Vermeulen.

Veel tijd voor zaken buiten de criminologie bleef daardoor niet over. Die momenten bracht hij liefst door met familie. ‘Om een roman of een biografie te lezen heb ik op dit ogenblik te weinig tijd’, zei De Ruyver twee jaar geleden in een interview met Het Belang van Limburg. ‘Ik troost me met de gedachte dat ik ooit wel tijd zal hebben om alles te lezen wat ik altijd heb willen lezen.’ Die tijd is hem niet gegund geweest. De Ruyver werd 62.

Bron » De Standaard

Een hypothese zo oud als de Bende zelf: het was een inside job

“Ik denk dat ik weet wie er achter de Bende van Nijvel zit.” In een gesprek met TV-Oost legde Jef Vermassen zondagavond een verband met de Staatsveiligheid en de vroegere groep Diane, de speciale eenheden van de rijkswacht. Maar hij is niet de eerste die in die richting wijst.

Volgens Vermassen rust er een taboe op de hypothese van de inside job: de Bende van Nijvel die 28 mensen doodde bij vooral overvallen op grootwarenhuizen tussen 1982 en 1985. Om te doden, en in volle Koude Oorlog het land te destabiliseren, zoals in die jaren ook in Italië en Luxemburg gebeurde. Maar de hypothese is zo oud als de Bende zelf, zo leert een kleine rondvraag.

Hugo Coveliers, oud-politicus

“Dit was ook een van onze hypothesen”, zegt Hugo Coveliers, destijds voor de Volksunie lid van de eerste parlementaire commissie rond de Bende van Nijvel (1988-1989). “Men sprak van degenerated agents. Mensen die een opleiding hadden genoten bij de speciale eenheden, zich hadden aangesloten bij een of andere obscure club die zich als onderdeel van een ondergronds burgerleger voorbereidde op een inval van de Russen.”

De commissie wijdde 187 vergaderingen aan de Bende, hoorde 118 getuigen en maakte in zijn eindverslag melding van “duistere machten” die het onderzoek tegenwerkten.

“Men reageerde daar vanuit de rijkswachttop en de politiek furieus op. Wij waren gevaarlijke gekken, om zoiets zelfs maar te durven denken. (pathetisch) Zoiets schaadde het vertrouwen in onze instellingen! In de eindversie van het rapport zijn onze bevindingen afgezwakt, vooral onder invloed van de minst actieve commissieleden. Wat Jef Vermassen nu zegt, zeiden wij dertig jaar geleden al. Toen was het vloeken in de kerk.”

Franz Balfroid, speurder van het eerste uur

Van 1982 tot 1985 behoorde Franz Balfroid bij de BOB van Waver met zijn collega Gérard Bihay tot de allereerste Bende-speurders. De Bende heette toen nog niet zo. Er was enkel een bizarre roofoverval bij wapenhandelaar Dekaise in Waver, waar in 1982 het eerste slachtoffer viel.

Franz Balfroid: “Bihay en ik stelden in 1983 als rijkswachter het eerste proces-verbaal op over de Groep G, een geheime extreemrechtse groep binnen de rijkswacht. Ik zeg niet dat wij de waarheid in pacht hadden, maar zoals deze bende te werk ging, kon je moeilijk anders dan wegkijken van het klassieke gangstermilieu. Overvallers proberen zoveel mogelijk geld mee te graaien en zo weinig mogelijk slachtoffers te maken. Deze lui deden precies het omgekeerde. Dus gingen wij zoeken bij het Front de la Jeunesse of Westland New Post – een creatuur van de Staatsveiligheid, zoals achteraf bleek. Wij leefden in een wereld waarin velen in Brussel als NAVO-hoofdzetel een potentieel doelwit zagen van een Russische aanval.”

Het speurwerk van Bihay en Balfroid werd achteraf overladen met lof in tientallen Bende-boeken. Balfroid leeft nu teruggetrokken, diep in de Ardennen.

“Wij zijn van de ene dag op de andere van de zaak gehaald. De Nijvelse procureur Jean Deprêtre riep: ‘Het zijn klassieke gangsters, basta!’ Gérard hebben ze naar de brigade Gembloux gestuurd, mij naar Oudergem. Daar moesten we ons bezighouden met burenruzies. Op mijn vijftigste ben ik gepensioneerd. Er was iemand bij de rijkswacht die zei: ‘Denk goed na, gij hebt kinderen.’ Ik heb dat pensioen aanvaard en heb me dat nog geen moment beklaagd. Een van de mensen die ons buiten werkten zit nog altijd in het huidige onderzoeksteam. Ik probeer eigenlijk het nieuws over de Bende niet meer te volgen.”

David Van de Steen, overlevende

Normaal had de teller van de Bende op 29 moeten staan. Nadat hij zijn papa en mama op 9 november 1985 neergekogeld zag worden op de parking van de Delhaize in Aalst, rende de toen 9-jarige David Van de Steen de winkel binnen, verstopte zich en zag een van de daders boven zich. Hij schoot zijn machinegeweer leeg op de onderbuik van het kind. Van de Steen dankt zijn leven aan een medisch wonder.

Nu brengt hij veel tijd door op de filmset. Stijn Coninx verfilmt het boek Niet schieten, dat is mijn papa! van journaliste Annemie Bulté.

“Tot zijn dood in 2011 was het vooral mijn opa die de zaak bleef opvolgen. Hij heeft het zien gebeuren vanuit zijn raam, tegenover Delhaize. Hij vertelde mij hoe een rijkswachtofficier die avond in paniek uitriep: ‘Het zullen er toch geen van ons zijn?!’ Ik bedoel: ook in die tijd zelf was het een evident denkspoor. Waar anders dan bij de speciale eenheden konden mensen voor dit soort killeroperaties zijn opgeleid? Jef Vermassen verwoordt wat alle nabestaanden nog altijd hopen. Dat de tijdgeest eindelijk rijp is.”

Bron » De Morgen

Tueries du Brabant: ce commissaire liégeois a été mis au placard parce qu’il en savait trop

Les déclarations d’un commissaire de police écarté au moment où il pistait des gendarmes d’extrême droite. Son témoignage a relancé l’enquête sur les Tueries du Brabant. Un enjeu central: retrouver qui a dynamité l’enquête.

C’est l’histoire d’un commissaire mis au placard, car il en savait trop. Hubert Delmotte était le patron de la brigade criminelle de Liège au moment des Tueries du Brabant, qui laissent inexpliqués 28 meurtres commis de 1982 à 1985. En 1989, surtout, ce commissaire avait des infos relatives à la volonté d’un groupe de gendarmes de déstabiliser l’État.

Un lien avec les Tueries était imaginable. Et Delmotte pouvait brancher les enquêteurs sur un témoin, connaissant bien les milieux d’extrême droite et ayant recueilli les propos d’un sénateur et d’un colonel de gendarmerie dont la mort accidentelle était douteuse. On ne l’a pas écouté. On l’a prié de se taire. Ce qu’il a fait pendant 25 ans.

Bron » La Capitale