Malversation dans l’enquête des Tueries du Brabant

Des indices matériels analysés par l’Institut National de Criminalistique et de Criminologie, dans l’enquête sur les tueries du Brabant, ne provenaient pas du canal de Ronquières. Les conclusions rendues par l’INCC sont basées sur des pièces dont certaines provenant d’un autre dépôt, d’une autre saisie que celle du canal de Ronquières, et qui n’ont pas séjourné dans l’eau.

C’est pourtant parce que les pièces à conviction étaient censées avoir séjourné un an dans le canal Charleroi-Bruxelles, que des accusations de “manipulation d’enquête par des enquêteurs” furent lancées par le parquet de Charleroi.

Selon l’INCC, il était impossible que ces indices aient séjourné douze mois dans l’eau. Selon les résultats obtenus, ils avaient séjourné au maximum deux mois. C’est donc que les enquêteurs de l’époque avaient menti. Voilà ce qui était annoncé le 21 mai dernier à Charleroi lors de la réunion des familles des victimes des tueries : “La manipulation est la seule hypothèse retenue.” Selon des sources et nos infos, une instance judiciaire supérieure a diligenté une enquête sur ce rapport de l’INCC.

Cette enquête de contrôle a consisté à vérifier quels étaient exactement les objets qui avaient été confiés à l’INCC pour que celui-ci procède à l’expertise. Les résultats sont sidérants. Ont été remises à l’INCC des pièces qui ne provenaient pas du canal de Ronquières, qui n’ont pas séjourné un an dans le canal ni même deux mois. Qui n’ont jamais séjourné dans l’eau.

Et s’agissant de pièces ayant par contre bel et bien séjourné dans le canal, les conditions d’emballage dans des sacs en plastique n’avaient pas été spécifiées à l’INCC, qui dès lors ne les a pas prises en compte dans son expertise, dont les résultats ont par conséquent pu être faussés.

L’INCC aurait été trompée. Les nouveaux enquêteurs croyant remettre des indices matériels trouvés à Ronquières, ont remis aux experts des indices provenant d’un autre site de découverte. Dans l’enquête sur les tueries, des indices matériels ont en effet été trouvés ailleurs qu’à Ronquières, dans les bois de la Houssière ou en forêt de Soignes.

La question de savoir comment cela a été possible est clairement posée. Il en a résulté que des enquêteurs de l’époque furent publiquement accusés de manipulation pour avoir, dans un scénario, peut-être voulu protéger un informateur. Sur le plan judiciaire , ces policiers furent inquiétés, certains interpellés rudement, jusqu’à être menacés de mandat d’arrêt comme complices des tueurs du Brabant dans vingt-huit assassinats.

Bron » La Dernière Heure

Bende-speurders ontmoeten nabestaanden slachtoffers

Het onderzoek naar de Bende van Nijvel is in de jaren ’80 bewust op een dwaalspoor gebracht. Daar is de nieuwe onderzoeksploeg van overtuigd. “Wij beweren niet dat de onderzoekers die het Bende-onderzoek vroeger hebben onderzocht, oneerlijk waren. We zijn er wel van overtuigd dat iemand hen op een dwaalspoor heeft gebracht.”

Onderzoeksrechter Martine Michel, geflankeerd door de procureur van Charleroi, Pierre Magnien, en een reeks onderzoekers ontving gisteren naar jaarlijkse gewoonte de nabestaanden van de 28 slachtoffers van de dodelijke aanslagen van de Bende van Nijvel in de jaren ’80. Zij werden op de hoogte gehouden van de vorderingen van het dossier.

Daarna sprak Michel de pers toe. “De commissie die in 1997 in het parlement de misdaden van de Bende onderzocht, heeft de conclusie getrokken dat er iets vreemds aan de hand was met de wapenvondst van november 1986 in het kanaal van Ronquières. Wij hebben met de hulp van het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie (NICC) ontdekt dat ze gelijk hadden.”

De speurders van de Dendermondse onderzoeksrechter Freddy Troch – de cel Delta – vonden toen in Ronquières zakken in het water met ondermeer wapens erin. De cel Delta ging er op basis van getuigenverklaringen van uit dat die wapens er al een jaar lagen. Volgens het NICC kan dat hooguit een paar maanden zijn geweest. Volgens Martine Michel heeft “iemand” de cel Delta in 1986 op een dwaalspoor gezet en hen verbanden tussen overvallen doen leggen die er niet waren.

“Dat wij dat ontdekt hebben, betekent niet dat wij een oorlog willen tussen de ‘oude’ en de ‘nieuwe’ speurders in het onderzoek. Wij zeggen niet dat de vroegere onderzoekers oneerlijk of incompetent zijn.” Ondertussen heeft één van de speurders van de cel Delta wel een klacht ingediend tegen Michel wegens machtsmisbruik. Ook ex-speurder Eddy Vos heeft een klacht ingediend.

Los van het gehakketak tussen de speurders zei Michel dat er ook in de speurtocht naar de daders vorderingen zijn gemaakt. “We hebben namen. We hebben groepen van interessante mensen samengesteld. We hebben hypotheses over motieven. Maar we hebben geen bewijzen genoeg om arrestaties te verrichten.” Nochtans dringt de tijd want het onderzoek naar de Bendemisdaden verjaart in november 2015.

De meningen over of de verjaringstermijn bij wet verlengd moet worden, zijn verdeeld. Een medewerker van de minister van Justitie, Annemie Turtelboom (Open VLD), die gisteren op de ontmoeting aanwezig was, hield zich daarover op de vlakte. De meeste slachtoffers toonden zich gisteren ondanks alles hoopvol. “Ik had niet verwacht dat ze zo concreet gingen zijn”, zei Nathalie Palsterman, dochter van Jan die in 1985 doodgeschoten werd aan de Delhaize van Aalst. “Ik hoop nog altijd dat we ooit zullen weten door wie en waarom”.

Bron » De Standaard

“Onderzoek naar Bende van Nijvel werd verkeerde richting uitgestuurd”

Er zijn wetenschappelijke bewijzen dat het onderzoek naar de Bende van Nijvel op een bepaald moment gemanipuleerd werd. De nieuwe speurders die recent op de zaak werden gezet proberen nu te achterhalen wie daar baat bij had. Dat heeft de onderzoeksrechter woensdag bekendgemaakt.

Op 6 november 1986 haalden duikers van de onderzoekscel naar de Bende van Nijvel onder meer wapens en een kogelvrij vest uit het kanaal Brussel-Charleroi. De vondst legde een link tussen de eerste golf van overvallen, van september 1982 tot december 1983, en de tweede golf, in de herfst van 1985. Getuigen hadden individuen zakken in het water zien gooien, maar een eerste zoektocht in 1985 leverde niets op.

Onderzoeksrechter Martine Michel liet recentelijk een deel van de opgeviste bewijsstukken opnieuw onderzoeken door het nationaal instituut voor criminalistiek en criminologie (NICC). Uit het onderzoek van het NICC bleek dat de objecten maar vier tot acht weken in het water lagen. Dat wijst er dus op dat iemand op die manier het onderzoek naar de Bende in de verkeerde richting heeft gestuurd.

De onderzoeksrechter zie woensdag niet dat de speurders destijds bewust dingen gemanipuleerd hebben. “We stellen enkel vast dat het onderzoek de verkeerde richting is uitgestuurd”, klinkt het. Bij de overvallen van de Bende Van Nijvel vielen in de jaren tachtig 28 dodelijke slachtoffers. De feiten dreigen op 10 november 2015 te verjaren.

Bron » De Standaard

“Geen manipulaties in onderzoek Bende Van Nijvel”

Het klopt niet dat het onderzoek naar de Bende Van Nijvel werd gemanipuleerd. Daar was recent sprake van omdat uit een rapport van het nationaal instituut voor criminalistiek en criminologie (NICC) was gebleken dat een aantal bewijsstukken die in november 1986 werden opgevist uit het kanaal Brussel-Charleroi, minder dan een jaar in het water lagen.

Nu schrijft de krant La Dernière Heure echter dat die conclusie fout was. De stukken zaten in hermetisch gesloten zakken, maar daar zou het NICC niet van op de hoogte geweest zijn.

Op 6 november 1986 haalden duikers van de onderzoekscel rond de Bende Van Nijvel onder meer wapens en een kogelvrije vest uit het water. Getuigen hadden individuen zakken in het water zien gooien. De vondst legde een link tussen de eerste golf van overvallen, in september 1982 tot december 1983, en de tweede golf, in de herfst van 1985. Een eerste zoektocht in 1985 had niets opgeleverd.

De bewijsstukken werden recent opnieuw onderzocht door het NICC. Het weekblad Moustique schreef in februari dat het instituut vaststelde dat de objecten minder dan een jaar in het water lagen. “De bewijsstukken zouden door elkaar zijn gehaald, om een artificiële link te creëren met eerdere moorden”, luidde het.

Volgens sommigen was er mogelijk sprake van manipulatie in het onderzoek. Volgens La Dernière Heureis er geen sprake van manipulatie, maar wel van een slechte dossierkennis. De bewijsstukken die werden gevonden in het kanaal, zaten immers in hermetisch gesloten zakken. Dat kreeg het NICC echter niet te horen, wat tot foute conclusies leidde.

Bron » De Morgen

Tueurs du Brabant: pas de manipulation mais une méconnaissance du dossier

Les pièces à conviction trouvées dans le canal se trouvaient en effet dans des sacs hermétiquement fermés et cette précision n’aurait pas été fournie à l’INCC. L’affaire des pièces à conviction repêchées dans le canal dans le cadre de l’enquête sur les tueries du Brabant, qui auraient été manipulées, résulterait en réalité d’une méconnaissance du dossier.

Ces pièces à conviction se trouvaient en effet dans des sacs fermés hermétiquement, ce dont n’aurait pas été informé l’Institut national de criminalistique et de criminologie (INCC).

Cela aurait entraîné de fausses conclusions, indique samedi le journal La Dernière Heure. Des armes et autres pièces à conviction ont été sorties du canal à Ronquières en 1986 dans le cadre de l’enquête sur les tueurs du Brabant.

En février dernier, on apprenait toutefois, sur base d’analyses effectuées par l’INCC, que ces pièces à conviction étaient restées moins d’un an dans les eaux du canal, ce qui ne colle pas avec le dossier sur les tueries du Brabant. Certains ont alors évoqué une possible manipulation de l’enquête.

Or, selon le quotidien La Dernière Heure, il ne serait pas ici question de manipulation mais d’une méconnaissance du dossier. Les pièces à conviction trouvées dans le canal se trouvaient en effet dans des sacs hermétiquement fermés et, selon le journal, cette précision n’aurait pas été fournie à l’INCC.

Cet oubli a entraîné des conclusions fausses selon lesquelles ces pièces n’avaient pas séjourné un an dans le canal mais de un à deux mois, conclusions qui ont poussé certains à parler alors de manipulation de la part des enquêteurs de 1985.

La Dernière Heure indique avoir demandé fin février à l’INCC s’il était exact qu’il n’avait pas été informé que les sacs étaient fermés hermétiquement, mais n’avoir toujours obtenu aucune réponse.

Bron » La Libre