Justitieminister Geens hoopt dat slachtoffers Bende van Nijvel zich kenbaar maken: “Helpen om hen te begeleiden naar betere toekomst”

Slachtoffers, rechtstreeks of onrechtstreeks, van de Bende van Nijvel kunnen zich nog steeds kenbaar maken en contact opnemen met de Commissie voor Financiële Hulp aan Slachtoffers van Opzettelijke Gewelddaden. Deze oproep lanceert minister van Justitie Koen Geens dinsdag. Hij zal dit verder toelichten op de vergadering met slachtoffers, nabestaanden en parket maandag.

Geens heeft begrip voor de roep om erkenning van de slachtoffers van de Bende van Nijvel. In de jaren 80 ging men anders om met slachtoffers dan vandaag. Dat doet de vraag rijzen of alle slachtoffers zich wel gemeld hebben. Het is duidelijk dat sommige mensen met trauma’s zijn blijven zitten, die nu na de nieuwe onthullingen oude wonden kunnen openrijten.

Misschien voelen bepaalde slachtoffers die destijds rechtstreeks of onrechtstreeks betrokken waren, zich vandaag klaar om te praten over wat er gebeurd is. Daarom wil de minister benadrukken dat slachtoffers die zich nog niet zouden kenbaar gemaakt hebben, dit nog steeds kunnen doen. Zij kunnen hiertoe contact opnemen met de Commissie voor Financiële Hulp aan Slachtoffers van Opzettelijke Gewelddaden.

“Het verleden doet voor verschillende slachtoffers zoveel pijn dat ze al die jaren de woorden niet vonden om over de verschrikkelijke gebeurtenissen te praten. Daarom rijken we hen vandaag de hand om alsnog hun verhaal te doen. De Commissie Financiële Hulp kan hen helpen in de verwerking van het verleden en hen zo ook begeleiden naar een betere toekomst”, aldus de minister, die bereid is de wetgeving aan te passen zodat zij die zich nu pas melden ook geholpen kunnen worden. De huidige wetgeving bepaalt dat een aanvraag ten laatste tien jaar na de feiten moet gedaan worden.

Bron » Gazet van Antwerpen

Geens: “Slachtoffers van Bende van Nijvel kunnen zich nog altijd melden”

Minister van Justitie Koen Geens (CD&V) roept slachtoffers van de Bende van Nijvel die zich nooit kenbaar hebben gemaakt, op om dat alsnog te doen. Na de nieuwe onthullingen kunnen oude wonden weer zijn opengereten, stelt Geens. “In de jaren tachtig werd anders omgegaan met slachtoffers dan vandaag.”

Vanavond getuigen in Pano slachtoffers die tot nog toe nooit eerder gesproken hadden over de bloedige overval van de Bende op de Delhaize van Aalst. Al 32 jaar leven zij met een groot trauma. De onthulling dat de mogelijke reus van de Bende van Nijvel in Aalst zou hebben gewoon, rijt oude wonden mogelijk weer open.

Geens roept slachtoffers die zich nooit gemeld hebben op om dat nu wel te doen. “Misschien voelen zij zich vandaag klaar om te praten”, zegt hij aan de VRT. Slachtofferhulp bestond in de jaren tachtig amper.

Maandag is er op het kabinet van de minister een vergadering waarbij het gerecht de slachtoffers zal informeren. Ook mensen die zich nu pas kenbaar maken, zijn daar welkom. “We moeten proberen om zoveel mogelijk mensen opnieuw te informeren, en kijken of we niemand vergeten zijn”, zegt Geens.

De minister wil ook nagaan of de slachtoffers destijds voldoende vergoed geweest zijn voor de schade die ze hebben geleden. Slachtoffers kunnen zich nog steeds melden bij de Commissie voor Financiële Hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden, aldus Geens, die bereid is de wetgeving aan te passen zodat zij die zich nu pas melden ook geholpen kunnen worden. De huidige wetgeving bepaalt dat een aanvraag ten laatste tien jaar na de feiten moet gedaan worden.

Bron » Het Laatste Nieuws

David was getuige van de Bende van Nijvel: “De gruwel die ik gezien heb, kan je niet in een film steken. Dan gaan de mensen ziek naar buiten”

Volgend jaar komt ‘Niet schieten’ in de zalen, een film van regisseur Stijn Coninx over de Bende van Nijvel. Hij werkte zeven jaar aan de prent, waarbij hij nauw samenwerkte met ooggetuige David Van de Steen. Hij overleefde op zijn negende de bloedige overval op de Delhaize in Aalst. Zijn ouders en zus overleefden het niet. “De gruwel die ik gezien heb, kan je niet in een film steken”, vertelt hij in HUMO. “Dan gaan de mensen ziek buiten.”

De twee zijn intussen goede vrienden geworden. Zo goed dat David zijn gevoelens durft tonen aan Stijn. “omdat ik weet dat het mag. Als kind mocht ik bij mijn grootouders nooit mijn verdriet tonen, want er was al verdriet genoeg. Mijn grootmoeder kon dat niet aan, en dus hield ik alles binnen. De ergste periode kwam een goed jaar na de overval. Ik was uit de kliniek, ik kon alweer stappen met krukken, de zware maanden waren achter de rug… En dan komt het besef dat alles weg is, ondanks het feit dat je nog zo je best hebt gedaan. Ik wil nooit meer terug naar die momenten.”

De overval werd in de film ook nagespeeld, waar David per se wilde bij zijn. “Het was in Turnhout, waar ze een oude Delhaize hebben nagebouwd. De mensen van de filmploeg waren verbaasd dat ik de overval per se wilde zien. Zelfs mijn vrouw Nathalie was een beetje bang hoe ik erop zou reageren.”

“Maar niks is zo erg als de beelden die ik al dertig jaar in mijn hoofd heb zitten. Mensen zonder hoofd of met een groot gat in hun buik, een man met een half weggeschoten gezicht, bloed dat tegen de muren spat en plassen maakt op de vloer… Dat is de film waarmee ik ga slapen en waarmee ik opsta, en ik denk dat ik hem tot in de laatste minuut van mijn leven zal blijven zien. De overval in de film is nog altijd een gekuiste versie van hoe het er echt aan toeging. Maar de gruwel die ik gezien heb, kan je niet zomaar kopiëren, of de mensen gaan ziek buiten.”

Geweten schoppen

“Er is één moment geweest dat ik ingehaald werd door het verleden. Toen er werd geilmd in de woonwijk waar ik ben opgegroeid, toen mijn ouders en mijn zus nog leefden. Ik sta op het pleintje van mijn kindertijd en kijk naar ons huis, waar de bovenste ramen open staan en Zita Wauters, die mijn zus Rebecca speelt, zich in de badkamer staat te schminken. Een jeugdig tienermeisje dat staat te dansen en gek te doen voor de spiegel. Een paar seconden zie ik mijn zus en zit ik helemaal terug in het verleden. Het is een herinnering die opnieuw realiteit wordt, en die ik wil vasthouden.”

Veel mensen denken dat de nieuwe verwikkelingen in de zaak een probleem geven voor de film, maar Conincx denkt daar anders over. “Ik denk dat niet, integendeel. Het is juist goed, want nu krijgen we weer heel even de indruk dat het onderzoek opnieuw ernstig wordt genomen. De vraag is hoelang het zal duren. Er hoeft maar één afaire-Bart De Pauw te passeren en alle aandacht gaat alweer een totaal andere richting uit.”

Bron » Het Laatste Nieuws

Na de nieuwe Bende-verhalen: “Ik vind de daders geen monsters”

De loden jaren tachtig werden niet alleen getekend door de drieste terreur die de Bende van Nijvel zaaide, maar ook door het extreem gewelddadige banditisme van de bende van Patrick Haemers en de politieke terreur van de CCC. Knack sprak met slachtoffers en nabestaanden van toen. Katapulteren de nieuwe feiten van nu hen terug in de tijd? “Als je je broer zo verliest, laat je je door niets nog uit het lood slaan.”

Franky Croes

De tweelingbroer van de door de bende Haemers vermoorde geldkoerier Ronny Croes

“Ik ben leerkracht geschiedenis. Deze week heb ik tijdens mijn les actualiteit nog de vergelijking gemaakt tussen de loden jaren tachtig en de aanslagen door de IS nu. Ik heb alle organisaties opgesomd die destijds met terreur te maken hadden. Het was veel erger dan nu. De jaren tachtig waren héél donkere jaren.”

“Mijn tweelingbroer is omgekomen bij een zeer gewelddadige overval van de bende-Haemers op een geldtransport in Groot-Bijgaarden op 31 januari 1989. Ik had het bericht op het nieuws gehoord, maar ik wist niet dat mijn broer het slachtoffer was. Normaal zat zijn dienst er al op, maar hij is die dag gebeld met de vraag of hij nóg een rit kon maken.”

“Mensen van het koerierbedrijf GMIC hebben me toen opgehaald en ingelicht. De politie hebben wij niet gezien of gehoord. Als er nu iets gebeurt, word je meteen omringd door psychologen, en dat is goed. Wij hebben destijds geen psychologische of juridische bijstand gekregen. Ik heb dat aangeklaagd bij politici. Dat heeft er mee voor gezorgd dat er een fonds voor slachtofferhulp is gekomen.”

“De nieuwe berichten over de Bende van Nijvel rakelen dat niet opnieuw op: ik leef al dertig jaar met dat verdriet. Na zoiets slaat niets je nog uit het lood. Ook al heeft Haemers zelfmoord gepleegd en hebben de andere daders achter de tralies gezeten, er blijven veel vragen onbeantwoord. Er is van alles wat niet klopt. Hoe is het mogelijk dat Haemers zonder enig probleem naar Brazilië kon reizen en weer terug naar ons land kon keren om wat overvallen te plegen? Hoe kán het dat een van de meest gezochte misdadigers zomaar het land in en uit kon als hij dat wilde? Sommige speurders wilden hem zeker pakken, maar ik heb altijd de indruk gehad dat er ook obstructie was van binnenuit.”

“Ik heb destijds ook allerlei aanwijzingen gegeven waar weinig mee is gebeurd. Ooit heeft een vroegere collega van me getuigd dat de familie Vanden Boeynants en de familie Haemers elkaar kenden. Mijn collega was opgegroeid in de buurt van de Louisalaan. Volgens haar kwam de familie Vanden Boeynants in de bar van de vader van Haemers. Zulke elementen zijn nooit ernstig genomen.”

“Na al die jaren heb ik er afstand van genomen. Mededader Philippe Lacroix is intussen vrij. Op zich heb ik daar geen probleem mee, al klopt het niet dat wij daar enige inspraak in hadden. Ik vind die daders geen monsters, voor mij zijn ze veeleer het product van de maatschappij van toen.”

Peter Bultynck

Kreeg kogels in het been bij de overval op het GMIC-geldtransport in 1989

“Door al dit nieuws zie ik de beelden van de overval weer voor me – ze tonen het slechtste waartoe de mens in staat is -, maar ze halen me niet meer onderuit. Volgens mijn vrouw ben ik een harde. Ik heb het er twee jaar heel moeilijk mee gehad, ik kon niet meer slapen. Daarna heb ik geprobeerd om er niet meer aan te denken, zodat ik verder kon met mijn leven. Het is bijna dertig jaar geleden, het is voorbij. Het helpt niet om eraan te blijven denken. Het brengt Ronny (Croes, nvdr.) ook niet terug.”

“Ik heb Ronny één rit gekend, een heel fijne kerel. Hij was nieuw in het vak. Hij reed, ik zat in een aparte kooi naast hem. Ik zag niet wat er gebeurde tot de wagen heen en weer begon te slingeren. Toen zag ik hoe twee mensen ons vanuit een auto onder vuur namen. Ik herkende het merk meteen: een BMW 525.”

“Ze bleven maar vuren, het leek wel oorlog op de snelweg. Ronny is naar achteren gekropen. Ik kon niet weg en bleef zitten. Enkele gangsters zijn naar de achterdeur gelopen, eentje kwam naast mijn deur staan. Ik bloedde hevig uit mijn been. Ik hield me voor dood. Dat is mijn geluk geweest.”

“Toen ze de achterdeur niet open kregen, hebben ze dynamiet geplaatst. De ravage was enorm. Ronny heeft het niet overleefd. Ik heb een paar weken in het ziekenhuis gelegen, zijn begrafenis heb ik niet kunnen bijwonen. Zodra ik weer kon stappen, heb ik Ronny’s graf bezocht. Dat heb ik jarenlang gedaan.”

“Na mijn herstel wilde ik eerst gewoon weer aan de slag als geldkoerier, om het een volgende keer beter aan te pakken. Maar mijn moeder heeft me gevraagd om een andere job te zoeken. Waarom zou ik mijn leven riskeren voor geld dat toch verzekerd is?

“Mijn werkgever heeft me destijds goed opgevangen, de politie en de BOB hebben mij uitgebreid verhoord. Er kwam zelfs een psycholoog langs. Ik wilde dat niet, ze moeten niet met mijn hoofd rommelen. Maar van enige tegemoetkoming aan de slachtoffers was toen geen sprake. Hopelijk is dat vandaag beter.”

“Ik had het gevoel dat ik er als slachtoffer alleen voor stond. Toen ik werd opgeroepen om de daders in het Justitiepaleis aan te wijzen, was er niemand om me te begeleiden. Toen flitste door mijn hoofd: wat als ze vrijkomen en mij komen zoeken?”

“Toen Philippe Lacroix vrijkwam, ben ik wel op de hoogte gebracht. Ik heb mij er niet mee verzoend, maar ik leid mijn leven en hij het zijne. Iedereen kan stommiteiten begaan, hem blijven opsluiten helpt niet. Ik kan ermee om dat hij vrij is, zolang hij maar niet te veel in de belangstelling staat.”

Hugo Van Gompel

Was de overste van de twee brandweerlui die omkwamen bij de CCC-autobom aan het VBO-gebouw in 1985.

“De Bende van Nijvel was toch van een zwaarder kaliber dan de CCC. Ik heb altijd geloofd dat de Bende van Nijvel terreur zaaide om de roep naar een autoritaire leider te versterken. De CCC had het gemunt op banken en wilde een linkser beleid, maar ik had toch de indruk dat het niet de bedoeling was om menselijke slachtoffers te maken. Ze waarschuwden de mensen doorgaans voor ze een aanslag pleegden. Al kon dat dramatisch fout lopen. Het heeft het leven gekost aan twee van mijn beste brandweermannen.”

“Op 1 mei 1985 werden wij opgeroepen voor een defect voertuig in de Stuiverstraat in Brussel. Vijf brandweerlui hebben de rokende auto gecontroleerd. Er lag een gasfles in. Toen de brandweerchef dat aan de radio wilde melden, zag hij vlak voor het voertuig pamfletten liggen: een waarschuwing van de CCC dat het een autobom was. Hij riep meteen alle manschappen op om dekking te zoeken.”

“Net op dat ogenblik kwam een politiepatrouille de straat ingereden. Met gevaar voor eigen leven is één brandweerman naar hen toegesneld om hen te waarschuwen. Toen hij ter hoogte van de auto kwam, is die ontploft. Voor hem kwam alle hulp te laat.”

“Een andere collega kreeg een kleine schrapnel in zijn bil. Een ambulance die in de buurt was hoorde de melding op de radio en maakte rechtsomkeer. Met de juiste verzorging zou mijn collega het zeker redden, maar om een onverklaarbare reden hebben ze in het ziekenhuis lang getalmd. Hij verloor veel bloed, en het was te laat. Daardoor hebben we iemand verloren die perfect gered had kunnen worden. Sindsdien weiger ik om daar een voet binnen te zetten.”

“Die dag heeft de CCC ook een waarschuwing verstuurd, maar door een misverstand bij de politie heeft die ons niet bereikt. Later heeft Pierre Carette, de leider van de CCC, de schuld voor de doden op de werking van de politiediensten afgeschoven. Maar híj blijft verantwoordelijk, hè. Híj heeft die bom geplaatst.”

“Psychische bijstand bestond toen nog niet. Wij zorgden ervoor dat onze manschappen er met elkaar over konden praten. We hebben lange tijd ook elk jaar de slachtoffers herdacht. Tot enkele jaren geleden gingen we samen met de familie bloemen neerleggen in de Stuiverstraat.”

Bron » Knack

Nieuw meldpunt rond Bende van Nijvel start wellicht vandaag

Binnenkort kunnen getuigen die informatie of tips hebben over de Bende van Nijvel terecht bij een nieuw Vlaams meldpunt. Dat heeft advocaat Jef Vermassen gezegd in “De afspraak” en het nieuws wordt bevestigd door de procureur-generaal. Het meldpunt zou vrijdag al van start gaan.

Slachtoffers en nabestaanden hadden eerder vandaag al opgeroepen om zo’n meldpunt in het leven te roepen, omdat er de laatste weken weer heel veel tips binnenlopen. Advocaat Jef Vermassen legde in “De afspraak” uit dat hij iemand in dienst heeft die full-time bezig is met het verwerken van tips. Vermassen zei vervolgens dat donderdag het meldpunt besproken is en dat het vanaf morgen operationeel zal zijn. Het is nog niet duidelijk of het om een telefoonnummer gaat.

Vermassen kwam ook nog eens terug op zijn zogenoemde “gouden tip”. Dat zou gaan om een patrouille rijkswachters die op de avond van de overval zou zijn weggeroepen van de Delhaize in Aalst. De procureur-generaal sprak van “non-informatie”.

Vermassen en slachtoffer David Van de Steen blijven erbij dat het een heel belangrijke tip kan blijken. “Ik weet niet of de procureur dat nu nog zou zeggen”, zegt Vermassen. “Ik was sterk verbaasd door die reactie van de procureur”, vult Van de Steen aan. “De volgende dagen zal duidelijk worden dat dat geen non-informatie was.”

Bron » VRT Nieuws