Staatsveiligheid mag uw gegevens nog ‘maar’ vijftig jaar bewaren

Voor de eerste keer in haar 185-jarige bestaan mag de Staatsveiligheid uw gegevens niet meer eindeloos bijhouden. Dat schrijft De Tijd vandaag. De inlichtingendienst zal alle persoonsgegevens die hij bewaart na 50 jaar moeten vernietigen. Gegevens die al sneller nutteloos blijken voor de opdracht van de dienst moeten al sneller verdwijnen.

Dat staat in een koninklijk besluit dat al jaren op zich laat wachten en morgen in het Staatsblad verschijnt. De nieuwe regels zijn ondertekend door minister van Justitie Koen Geens (CD&V), bevoegd voor de Staatsveiligheid, en minister van Defensie Steven Vandeput (N-VA), bevoegd voor de militaire inlichtingendienst die de nieuwe privacyregels ook moet naleven.

Uitzonderlijke gevallen

Slechts in zeer uitzonderlijke gevallen zullen onze geheime diensten welbepaalde persoonsgegevens langer dan 50 jaar mogen bijhouden. Maar dan wordt elke vijf jaar geëvalueerd of die gegevens nog langer nuttig zijn. Een ‘raadgever bescherming van de persoonlijke levenssfeer’ zal bij de Staatsveiligheid toezien op de vernietiging van de gegevens.

Bron » De Morgen

Kabeltap stuit op hevige kritiek

De privacycommissie verzet zich tegen het massaal onderscheppen van communicatie die via de kabel verloopt. ‘Dit begint op massasurveillance te lijken.’

De regering heeft in maart een voorstel goedgekeurd over de herziening van de wet op de Bijzondere Inlichtingenmethoden. Die moet de inlichtingendiensten – de Staatsveiligheid en de militaire ADIV – meer armslag geven in de strijd tegen terreur.

Voor het merendeel van deze ‘afluisterwet’ geeft de privacycommissie groen licht. Maar haar specialisten verzetten zich tegen het aftappen van communicatie via (glasvezel)kabels. ADIV zou daar binnen twee jaar mee starten. Het gaat om buitenlandse berichten, of om berichten vanuit het buitenland naar België.

Alle providers die in ons land diensten aanbieden over de kabel (ook de online berichtendiensten zoals WhatsApp) kunnen dan verplicht worden om de militaire inlichtingendienst toegang te geven tot conversaties. Volgens de privacycommissie is deze vorm van kabeltap echter niet proportioneel.

“Deze werkwijze zou ADIV toelaten een gegevensstroom te onderscheppen die buitensporig is in het licht van het beoogde doeleinde.” Het advies van de commissie is niet bindend. De kans dat defensieminister Steven Vandeput (N-VA) zijn plannen weer intrekt lijkt dan ook klein.

Bron » De Morgen

Privacycommissie keurt kabeltap af

In een advies aan de regering spreekt de Privacycommissie zich nadrukkelijk uit tegen het massaal onderscheppen van communicatie die via de kabel verloopt, zo schreef weekblad Knack gisteravond op zijn website.

De ministerraad keurde midden maart een voorstel goed over de herziening van de wet op de Bijzondere Inlichtingenmethoden. Daarmee werd de toolbox van de Staatsveiligheid en de militaire inlichtingendienst ADIV uitgebreid. De Privacycommissie moest wel nog haar advies geven over de wet, wat ze gisteren overmaakte aan de regering.

Voor het gros van de privacygevoelige elementen uit de nieuwe “afluisterwet” geeft de Privacycommissie groen licht. Op zes punten geeft de Privacycommissie echter een negatief advies, onder meer over het massaal aftappen van communicatie die via (glasvezel)kabels verloopt.

De militaire inlichtingendienst ADIV wil binnen twee jaar met de kabeltap van start te gaan. Alle providers die in België diensten aanbieden over de kabel (zoals bijvoorbeeld WhatsApp) kunnen verplicht worden tot medewerking.

“De Commissie staat afkerig tegen een dergelijke werkwijze die de ADIV zou toelaten een gegevensstroom te onderscheppen die buitensporig is in het licht van het beoogde doeleinde en sterk begint te lijken op massasurveillance”, klinkt het in het advies aan de regering, dat Knack kon inkijken. “In tegenstelling tot wat in de toelichting vermeld staat laat de wettekst op zich wel degelijk toe dat aan massacaptatie wordt gedaan.”

Het advies van de Privacycommissie is niet bindend.

Bron » De Morgen

‘Na Dutroux’ lijkt nog hard op ‘voor Dutroux’

Na Dutroux ging alles veranderen, maar door de aanslagen blijkt dat er gaten zitten in de communicatie tussen de veiligheidsdiensten. ‘De argwaan speelt nu minder, maar het systeem is te complex en versnipperd om de dreiging doeltreffend aan te pakken.’

In binnen- en buitenland is ons land de risee door ‘blunders’ die zijn gemaakt bij het insluiten van de terroristen Salah Abdeslam en de broers El-Bakraoui. Nochtans zouden politie en justitie in ons land veel beter moeten werken sinds de affaire-Dutroux, die leidde tot grondige hervormingen. Maar nu steekt het idee opnieuw de kop op dat een en ander vierkant draait door naijver en argwaan tussen de verschillende diensten.

“Zeker in de tijd van Dutroux was het zo dat diensten info van elkaar pikten of voor elkaar achterhielden, deels door concurrentiegedrag en deels omdat die mensen zo getraind zijn. Maar die typische ‘guerre de police’ stamt uit vervlogen tijden”, zegt veiligheidsexpert Brice De Ruyver (UGent). “Wie info heeft, heeft altijd wel een beetje de neiging dat voor zich te houden, maar het parket zit veel directer op het onderzoek dat op lagere niveaus gebeurt, waardoor die gaten minder vallen.”

Ook Cyrille Fijnaut, hoogleraar criminologie (Universiteit Tilburg) en nauw betrokken met onderzoek naar en organisatie van Belgische veiligheidsdiensten zegt: “Dat van die info bewust achterhouden, is ouwe koek en zeker in tijden van terreuraanslagen kan ik me niet voorstellen dat de medewerkers zich dat soort gedrag zouden veroorloven.”

Het blijft mensenwerk

Maar wat loopt dan wel mis? “Er is in ieder geval wél heel wat verbeterd sinds de hervormingen”, zegt De Ruyver. “Maar het blijft zo dat je niet kunt verwachten dat de lokale politie het volledige plaatje heeft, dat is aan de federale politie, die ook de relais met het buitenland maakt.” In verband met terreurbestrijding is er sinds begin jaren 2000 veel verbeterd, zegt De Ruyver.

“Dat doordat het federale parket terreurbestrijding in handen nam, doordat er gespecialiseerde terreureenheden kwamen in Brussel, Luik, Charleroi en Antwerpen en in grote en middelgrote steden diensten gespecialiseerd in radicalisme en in 2006 het overkoepelende terreurorgaan OCAD. Ook werd het toen voor Staatsveiligheid mogelijk voortaan bijzondere inlichtingenmethodes in te zetten en er is een gespecialiseerde ’terrorcel’ gekomen. Dat heeft de armslag zeker vergroot.”

Maar het aantal dossiers is zo sterk gestegen, dat het soms lastig bij te houden is. Bovendien komen er zeker in deze tijden van overal erg veel tips en info toe, waardoor het allemaal niet makkelijk bij te houden is. “Je kunt niet zomaar alles doorsturen naar het overkoepelende terreurorgaan OCAD.” Dat in Mechelen info over het verblijfsadres van Salah Abdeslam lang zou zijn tegengehouden, is volgens de expert wellicht dan ook niet zo eenvoudig als het lijkt.

“Je moet op lokaal niveau al info filteren. Onderzoek zal moeten uitwijzen of daar nu echt iets misliep. En het blijft mensenwerk, uitmaken welk spoor je volgt en welk niet.” De Ruyver wijst er ook op dat net omdat België een internationaal kruispunt is, de samenwerking met het buitenland intens en vlot is, ondanks recente Amerikaanse kritiek daarop. “Maar wat zeker een probleem is, is dat er te weinig middelen zijn.”

Die analyse maakt ook Fijnaut. “Wanneer ik zie hoe weinig middelen de speciale eenheden in België hebben, dan kan ik alleen maar groot respect en ontzag hebben voor hun grote uithoudingsvermogen de laatste tijd. De sneren in buitenlandse media zijn gratuit”, zegt Fijnaut, die samen met Brice de Ruyver voor de ministers Koen Geens (CD&V, Justitie) en Jan Jambon (N-VA) de laatste hand legt aan de Kadernota Integrale Veiligheid en het Nationaal Veiligheidsplan.

Niet langer te verantwoorden

Hij wijst vooral de zware bezuinigingen die in de voorbije jaren zijn doorgevoerd bij de federale politie aan als probleem. “In dit land, het hart van de EU, en in deze tijden van terreur is dat niet te verantwoorden. De Belgische speciale eenheden hebben in Europa nog altijd een goeie naam, maar zijn materieel verwaarloosd en dat brengt, in combinatie met de mogelijke uitputting van mensen, risico’s met zich mee.”

Maar Fijnaut wijst er ook op dat ons land de typisch Belgische versnippering tegen zich heeft. “De politiewet heeft het wel over geïntegreerde politie, maar dat wil niet zeggen dat de federale politie en de politiezones ook werkelijk geïntegreerd werken in de praktijk.”

Dat zou volgens de expert grondig moeten worden onderzocht. “Zeker in de Brusselse agglomeratie, want internationale terreur kun je alleen opvangen met een politieapparaat dat is gebouwd met eenheid van bevel, eenheid van organisatie en eenheid van territorium. Gelukkig zorgt het federaal parket op dit moment voor eenheid in de opsporing in het land. Maar om aanslagen te voorkomen, biedt het bestaande verdeelde politiewezen niet voldoende garanties voor een zo deugdelijk mogelijke werking. Er is, zeker in de hoofdstad van de EU, veel meer eenheid nodig, zoals in Londen en New York.”

Bron » De Morgen

Louis Tobback hoopt op efficiënte reorganisatie inlichtingendiensten

In een reactie op de aanslagen van dinsdagochtend in Zaventem en Brussel stelt ex-minister van Binnenlandse Zaken Louis Tobback te hopen dat deze aanslagen voor wat betreft de organisatie van de inlichtingendiensten in ons land een identiek shockeffect zal hebben als de ontsnapping van Dutroux in de jaren ’90 en met name zal leiden tot een efficiëntere organisatie van deze diensten.

“Het gaat hier om aanslagen gepleegd door een goed georganiseerde, internationale bende. De betrokken diensten moeten zich derhalve de vraag stellen hoe het komt dat men vooraf niets wist, terwijl men nu toch een hele tijd op gefocust is op deze problematiek en de ene huiszoeking na de andere verricht.”

“De enige methode om dergelijke dingen te weten te komen is dagdagelijks informatie inwinnen zowel door de wijkagent als via de staatsveiligheid. Dat veronderstelt echter dat deze diensten goed georganiseerd en gecoördineerd zijn, maar dat is op dit ogenblik niet het geval”, aldus Tobback.

Wat de organisatorische aspecten betreft, herhaalt Louis Tobback vooreerst zijn kritiek op het bestaan van 6 verschillende politiezones in Brussel. “Hierdoor verliezen we ongelooflijk veel capaciteit. Daarnaast is het van alle westerse democratieën alleen in België zo dat een inlichtingendienst als de staatsveiligheid onder Justitie valt en niet onder Binnenlandse Zaken”, aldus Tobback die hoopt “dat men na deze aanslagen eindelijk bereid zal zijn om door een aantal zure appels te bijten”.

Tobback hoopt dat er eindelijk werk zal worden gemaakt van een efficiëntere organisatie van onze inlichtingendiensten met inbegrip van staatsveiligheid en militaire inlichtingendienst.

“Aanslagen zoals vanmorgen kan men enkel verhinderen als men erin slaagt in deze internationale netwerken te infiltreren. We zitten op dat vlak echter zo slecht dat de meest gezochte man in België een maand ongestoord in Brussel kon vertoeven”, aldus Tobback die er hierbij tevens op wijst “dat het sturen van het leger op straat misschien gerustellend is voor de bevolking maar dergelijke aanslagen geenszins kan verhinderen”.

Bron » De Morgen