Guy Bouten over de Bende van Nijvel

België in de jaren 1970 en 1980: het land is in de ban van een blinde terreur. Uiterst linkse en extreem rechtse terroristen gaan ongestoord hun gang met de hulp van geheim agenten en met medeweten van politiemensen en hoge militairen.

De Bende van Nijvel was de top van de ijsberg. Tijdens de moordende raids van de Bende, vooral op Delhaize-warenhuizen, vielen er 28 doden. Het dossier werd nooit opgehelderd en we zijn nu meer dan twintig jaar na de feiten. Het onderzoek werd een symbool voor alles wat fout loopt bij politie en justitie.

Oud VRT-journalist Guy Bouten heeft zich vijf jaar lang vastgebeten in het dossier, dit boek vertelt zijn zoektocht in de Brusselse criminele onderwereld. Hij ging belangrijke getuigen en betrokkenen opzoeken en legde zo een uitgekiend netwerk bloot waarin leden van de militaire inlichtingendienst SDRA en de Staatsveiligheid een obscure rol speelden en criminelen en extreem rechtse groeperingen manipuleerden.

In Bangkok ontmoet hij Bob Beijer, in Palermo gaat hij op de koffie bij de maffia, in Brussel trekt hij op met de clan-De Staerke. Stap voor stap de puzzelstukken die hem naar het mogelijke brein van de Bende leiden … Het boek leest als een thriller, de realiteit is bloedstollend.

Wie maakte deel uit van de Bende van Nijvel? Wie dacht het complot uit? Er zijn heel wat aanwijzingen dat rijkswachters en militairen aansluiting vonden bij een internationaal vertakt netwerk actief in het inlichtingenwerk, de drugs- en wapenhandel en covert operations. Wie was de uiteindelijke opdrachtgever?

Het boek is uitgegeven bij Van Halewyck en telt 552 pagina’s, de prijs bedraagt 25 euro en het boek is uitgekomen op 2 oktober 2008 uit. Guy Bouten is eveneens de auteur van het boek Mijn naam is Nina.

Bron » De Morgen

Versnippering geheime diensten kost handenvol geld

Op het ritme van de terreuraanslagen in het buitenland en de terreuralarmen in eigen land zijn de budgetten voor alle Belgische inlichtingendiensten schoksgewijs gestegen. In totaal besteedt de overheid dit jaar meer dan 130 miljoen euro aan de geheime diensten, zo berekende VUB-professor Herman Matthijs.

Geen apart budget

Vooral de Staatsveiligheid kon de voorbije jaren profiteren van een budgettaire inhaalbeweging. In de periode 1999 tot 2008 stegen de kredieten voor deze inlichtingendienst met 178 procent.

Er werden niet alleen tientallen universitaire analisten aangeworven, maar ook de lonen van de agenten werden opgetrokken om ze meer in overeenstemming te brengen met de salarissen van de politie. “Vooral met het aantreden van de nieuwe administrateur-generaal van de Staatsveiligheid, Alain Winants, heeft de politieke wereld werk gemaakt van de budgettaire toename van de middelen ten voordele van deze dienst”, schrijft professor Matthijs in een artikel dat volgende week verschijnt in het criminologisch tijdschrift De orde van de dag.

Een correcte berekening van de globale kostprijs van de geheime diensten wordt bemoeilijkt doordat er geen apart budget wordt vrijgegeven voor de militaire inlichtingendienst ADIV. “Dat berust slechts op een gewoonteregel”, weet Matthijs.

“De politieke wereld heeft blijkbaar altijd als argument aangevoerd dat die dienst een specifieke eigenheid heeft. De huidige situatie is echter niet conform de budgettaire regelgeving en maakt er de begroting niet transparanter op. Bovendien moet men hier een situatie van een gebrek aan openheid onderkennen. Waarom het begrotingsbeginsel van de specialiteit en dat van de openbaarheid wel worden nageleefd door de Staatsveiligheid en niet door de militaire inlichtingendienst is nooit geargumenteerd.”

Dreigingsanalyse

In een gesprek met de redactie schat Matthijs dat het budget van de ADIV wellicht lager ligt dan dat van de Staatsveiligheid, onder meer vanwege de lagere weddeschalen in het leger en omdat de dienst gebruik kan maken van de logistiek en infrastructuur van defensie.

Het budget van de onderdelen van de federale politie die zich toeleggen op inlichtingenwerk en antiterrorisme raamt Matthijs dan weer hoger dan het budget van de Staatsveiligheid. Het globale budget voor de politie is overigens de voorbije tien jaar verdubbeld: van 745 miljoen euro in 1998 naar 1,4 miljard euro in 2007. Dat is grotendeels een gevolg van de politiehervorming die na de affaire-Dutroux op gang werd gebracht.

“Men moet er wel op wijzen dat er momenteel overlappingen zitten in de werking van de Staatsveiligheid, de federale politie, het ADIV en het OCAD, het orgaan voor de dreigingsanalyse”, preciseert Matthijs. “Een transparantere werking van die diensten kan de rijksbegroting geld opbrengen.”

Het landschap van de inlichtingendiensten in België blijft zeer versnipperd met vele actoren, zoals de douane, de federale politie, het federale parket, het OCAD, de ADIV en de Staatsveiligheid, met bovendien nog een crisiscentrum. Daarnaast zijn er ook nog het Comité P en Comité I, die namens het parlement toezicht houden op de werking van respectievelijk de politiediensten en de inlichtingendiensten.

Het Comité P beschikt voor dit jaar over een dotatie van het parlement van 11,2 miljoen euro, het Comité I moet het stellen met 2,7 miljoen euro. “Een samenvoeging van beide controlecomités zou zeker positief zijn voor het beheer van de dotaties”, meent Matthijs, “omdat diverse taken gezamenlijk kunnen gebeuren, zoals personeelsdienst, informatie en aankopen.”

Bron » De Morgen

Belgische Staatsveiligheid: ‘Onze relatie met de CIA is uitstekend’

Alain Winants, de chef van de Staatsveiligheid, heeft een perscommuniqué verstuurd om duidelijk te maken dat de samenwerking tussen zijn dienst en de Amerikaanse geheime dienst CIA prima verloopt. Met die ongebruikelijke demarche reageert Winants op uitspraken van Claude Moniquet, directeur van het European Strategic Intelligence & Security Center (ESISC) in Brussel.

Moniquet gaf commentaar op de recente arrestatie van de Belgisch-Marokkaanse Abdellatif Benali, die ervan verdacht wordt de leider te zijn van een terreurnetwerk. Hij vond het niet toevallig dat Benali, net als eerder dit jaar de eveneens Belgisch-Marokkaanse Abdelkader Belliraj, die van gelijkaardige feiten wordt verdacht, in Marokko en niet in ons land werd gearresteerd.

“De CIA, die nauw samenwerkt met Marokko, beschouwt de Belgische veiligheidsdiensten als één groot blunderboek”, zei Moniquet. “De relatie tussen de CIA en haar dichtste bondgenoot Marokko enerzijds en de Belgische veiligheidsdiensten anderzijds, zit daardoor op een absoluut dieptepunt.”

De Staatsveiligheid reageert gepikeerd: “Deze zelf uitgeroepen terrorisme-expert beweert dat er een open oorlog heerst tussen de Staatsveiligheid en haar Amerikaanse collega’s van de CIA”, stelt het communiqué. “Eens te meer worden de Staatsveiligheid zware professionele blunders, manifest gebrek aan leiding en informatielekken verweten.”

Het persbericht benadrukt dat de inlichtingendienst perfect samenwerkt met zijn buitenlandse zusterdiensten. “Buitenlandse inlichtingendiensten, waaronder niet de kleinste, zullen toegeven dat inlichtingen die aangeleverd worden door de Staatsveiligheid in niet onaanzienlijke mate bijdragen tot de successen die zij op hun beurt boeken in de bestrijding van het terrorisme”, stelt Winants.

De volgens Winants “onbezonnen” uitspraken van Moniquet verschenen op 21 mei jongstleden in Het Laatste Nieuws. “Op het moment dat dit artikel verscheen, was er trouwens een werkvergadering aan de gang tussen de Staatsveiligheid en een delegatie van een buitenlandse dienst”, wordt fijntjes vermeld in het persbericht. “Het artikel heeft de verdienste gehad dat het deze vergadering met enige verrassing en onbegrip heeft kunnen opvrolijken.”

Bron » De Morgen

Paul Wille: ‘Nieuwe audit Staatsveiligheid overbodig’

Minister van Justitie Jo Vandeurzen (CD&V) bestelde naar aanleiding van de affaire-Belliraj een audit van de Staatsveiligheid. Maar volgens Paul Wille, Open Vld-fractieleider in de Senaat, is zo’n nieuwe audit ‘overbodig’.

De problemen bij de inlichtingendienst zijn voldoende bekend, meent Wille. “En de audit door het Comité I van enkele jaren geleden, kan nog steeds als leidraad dienen.”

Het nieuws dat de Belgisch-Marokkaanse Abdelkader Belliraj, die door de Marokkaanse autoriteiten beschouwd wordt als een gevaarlijke terroristenleider die zijn opdrachten kreeg van Al Qaida, tegelijkertijd ook informant was van de Staatsveiligheid, raakte de Belgische geheime dienst als een potentieel dodelijke torpedo.

“Omdat het goed functioneren van de inlichtingendiensten essentieel is in de strijd tegen het internationaal terrorisme, zal de regering op basis van een audit nagaan of en hoe de werking verbeterd kan worden”, zo reageerde de nieuwe regering-Leterme vorige week in haar regeerverklaring op het schandaal rond Belliraj.

“Logisch dat een audit kan aantonen wat er moet verbeteren aan de werking van de Staatsveiligheid”, repliceert Paul Wille. “Een nieuwe audit is echter overbodig. De audit die enkele jaren geleden door het Comité I werd uitgevoerd, kan immers nog steeds als leidraad gebruikt worden. Toen was de bevinding dat de voornaamste werkingsmoeilijkheid lag in een slechte informatiestroom en het ontbreken van een strategie ter zake. Het is dus nuttig, vooraleer een nieuwe audit uit te voeren, de aanbevelingen van de senatoriële begeleidingscommissie te hernemen en te evalueren of een nieuwe audit een meerwaarde kan bieden.”

De externe audit waar Wille naar verwijst, werd besteld door de begeleidingscommissie na de aanslagen van 11 september 2001 in de VS en uitgevoerd door experts van Advies Bureau Conseil (ABC). De audit moest onder andere nagaan of de Staatsveiligheid overbelast en onder- bemand was, zoals de dienst zelf beweerde. Het uitlekken van de eerste ramp- zalige resultaten van die audit veroorzaakte in 2002 het ontslag van Godelieve Timmermans, de toenmalige chef van de Staatsveiligheid.

Ook haar opvolger Koen Dassen, die in 2006 op zijn beurt maar om andere redenen moest opstappen, had grote moeite met de tweede en derde fase van de audit, die de operationele werking en het beheer van de informatiestromen onderzocht. Het Comité I preciseerde destijds dat de audit werd besteld uit noodzaak, “gelet op het klimaat van ontevredenheid en malaise in de Staatsveiligheid”.

Omdat ook de parlementaire controle op de werking van de Staatsveiligheid de laatste jaren volkomen vierkant draait (DM 14/3), stelt Wille voor om niet langer het Comité I te laten beslissen over de inhoud van zijn rapporten, maar de senatoriële begeleidingscommissie zelf. Sinds de publicatie van zijn jongste jaarverslag blijkt het Comité I een soort zelfcensuur te hanteren, blijkbaar uit schrik om al te gevoelige informatie aan de openbaarheid prijs te geven.

“Het is de opdracht en de verantwoordelijkheid van het Comité I om de inhoud en de bewoordingen van een verslag te bepalen”, stelt Wille. “Het is de opdracht en de verantwoordelijkheid van de Senaat om daaraan het gevolg te geven dat gepast is. Aan deze basisbeginselen wordt niets gewijzigd indien bepaald wordt dat het enkel de bevoegdheid is van de Senaat om te beslissen of en wat in een publiek debat kan gebracht worden. Die wijziging ontslaat het Comité I van de soms netelige opdracht om zelf te bepalen wat van een verslag in een publiek debat vrijgegeven mag worden.”

Bron » De Morgen

Belliraj: “Geen informant en niet betrokken bij moorden”

Abdelkader Belliraj, de vermoedelijke terroristenleider die in Marokko gevangenzit, heeft voor de onderzoeksrechter ontkend dat hij informant was van de Belgische inlichtingendiensten. Ook zijn betrokkenheid bij de moorden in België ontkent hij, zegt zijn advocaat.

Bin Laden

Hij zou ook verklaard hebben dat de wapens die in Marokko in beslag zijn genomen niet bedoeld waren voor terroristische acties in het koninkrijk. Hij erkende wel dat hij contact had met islamisten zoals Osama Bin Laden, wat volgens hem nog steeds niet wil zeggen dat hij een terrorist is.

Leider

De 50-jarige Belliraj werd op 18 februari aangehouden in Marokko. Hij was op dat moment in het bezit van het een groot arsenaal aan vuurwapens. Marokko verdenkt er hem van de leider te zijn van een netwerk van islamisten. Hij wordt ook verdacht van zes moorden in België, op het einde van de jaren ’80 en aan het begin van de jaren ’90.

Bron » De Morgen