Wie probeert het onderzoek naar de Bende van Nijvel te ondermijnen?

Nieuwe Reus, nieuwe wending in het onderzoek naar de Bende van Nijvel? Eén ding lijkt zeker: iemand is momenteel druk bezig de media te bestoken met verzinsels en valse sporen.

“De televisie stond nog aan. Hun kelen waren over­gesneden en hun hoofden waren getroffen door geweer­schoten. Zij lijken geknield tegenover elkaar te zijn geëxecuteerd.”

Zo stond de vondst van de twee lichamen beschreven in het politie­dossier. Het was een donderdag­avond, 18 februari 1982 in Anderlecht, Herderslied­straat 97. Een flatgebouw met vier verdiepingen. De daders hadden eerst aangebeld bij de eigenaars, een gepensioneerd Vlaams bakkers­koppel op de benedenverdieping. Een van hen vroeg: “Vandermeulen?”

Nee, Vandermeulen, dat was de andere bel. Het koppel zag twee mannen. Het gestommel daarboven duurde maar een paar minuten.

Nadat z’n keel was doorgesneden, kreeg Alfons Vandermeulen (31) twee kogels in z’n achterhoofd, Francesca Arcoulin (44) kreeg er drie. Ze waren een koppel zonder geschiedenis. Ze waren allebei getrouwd geweest en hadden elkaar pas een jaar of drie eerder leren kennen. Alfons was die avond rond tienen thuis­gekomen met een zak aardappelen. De laatste pagina van de akte van beschuldiging op het latere assisen­proces zegt: “Alfons leek zich enkel te interesseren voor voetbal. Hij zou nooit lid zijn geweest van de KGB.”

De KGB, de Russische geheime dienst.

De verdachten in de beklaagdenbank van het Brusselse assisenhof, begin 1987, waren Marcel Barbier en Eric Lammers, ten tijde van de dubbele rituele moord 21 en 20 jaar oud. De een was militair, de ander student aan de militaire school. Ze waren aangesloten bij Westland New Post (WNP). De neo­nazistische groepering was in 1981 opgericht door Paul Latinus, een vroegere medewerker van de Brusselse minister Cécile Goor. Latinus was in 1980 naar Chili getrokken, zou daar banden hebben gesmeed met de CIA. Zou zijn teruggekeerd met een missie.

WNP, zo was het idee, moest KGB-spionnen opsporen. Info vergaren over afwijkende seksuele voorkeuren van politici. Jongelui als Barbier en Lammers opleiden in close combat, en het schaduwen en doden van opponenten. Michel Libert, chef inlichtingen bij WNP, ging op vraag van Latinus telexen en toegangs­pasjes stelen op het hoofdkwartier van de NAVO in Evere. Sommige telexen vermeldden geheime locaties van Britse schepen tijdens de Falkland­oorlog.

Het was de bedoeling dat de diefstal zou worden ontdekt en grote ophef veroorzaken. Libert plaatste zakken vol telexen in een huis, stak dat in brand, wachtte tot de brandweer en de politie zou komen, maar niemand schonk aandacht aan de telexen.

Tot 16 augustus 1983, anderhalf jaar na de rituele moord, had niemand ooit gehoord over WNP. Dat veranderde toen een dronken Marcel Barbier tijdens een ruzie met zijn broer een schot loste en werd ingerekend. De politie van Vorst trof bij een huiszoeking wapens, bivakmutsen, telexen en blanco NAVO-toegangspassen. Barbier werd aangehouden en kreeg van Latinus het bevel om alles te bekennen. Alles wat hij wist over WNP en de moord in de Herderslied­straat. Latinus had daderkennis en bracht die over op Barbier, die zo commissaris Georges Marnette van de Brusselse gerechtelijke politie kon overtuigen.

Michel Libert: “Bij WNP waren wij er allemaal van overtuigd dat wij voor de Staatsveiligheid werkten. Na Barbier ben ik in de zomer van 1983 zelf ook aangehouden. Vanwege die telexen. Hoogverraad, heette dat. Ik heb viereneenhalve maand in voorarrest gezeten. Ik begreep er niks van.”

Niets dan raadsels

De WNP’ers hadden redenen om zich gedekt te voelen. Een van hun leiders was Christian Smets, een agent van de Staatsveiligheid. Officieel was hij belast met het infiltreren van extreemrechtse clubjes, maar binnen WNP zagen ze hem als hun kolonel, een van de auxiliaires van WNP. Contacten bij leger en rijkswacht, zoals ook Martial Lekeu, Madani Bouhouche en Robert Beijer.

Michel Libert: “Er waren in die tijd ook bedrijven die giften stortten aan ons. Veel mensen maakten zich zorgen over de Russische dreiging, en vonden dat er zoiets moest zijn als een geheim ondergronds leger voor als de Sovjets zouden binnenvallen.”

Overtuigd dat hij moest doen wat Latinus hem opdroeg, bekende Barbier de moorden en wees hij zijn maat Eric Lammers aan als tweede dader. Die schreeuwde op het proces zijn onschuld uit. Lammers had een stevig alibi en werd in 1987 vrijgesproken. Barbier kreeg levenslang.

Minstens een van de twee rituele doders is dus nooit ontmaskerd, en dat is maar één van de talloze raadsels rond WNP. De rol van Smets is tot op vandaag een enigma, en dat geldt ook voor de ‘zelfmoord’ van Paul Latinus. Zijn lichaam werd in de avond van 24 april 1984 ontdekt in de kelder van zijn vriendin in Court-Saint-Etienne. Volgens de officiële versie hing Latinus zich daar op met een telefoonsnoer. Latere tegenonderzoeken lieten zien dat het snoer zijn gewicht niet kon dragen en dat als je zijn lengte optelde bij die van het snoer, je meer centimeters bekwam dan tussen vloer en plafond.

Over Latinus en zijn WNP is een halve bibliotheek volgeschreven. Het hield nooit op.

Anonieme brief

Donderdag 13 juli 1989. Journalist René Haquin van Le Soir vindt een brief tussen zijn ochtendpost van Christian Elnikoff, een vroegere Franse huurling uit de harde kern van WNP. Tegen de tijd dat u dit leest, schrijft Elnikoff, ben ik dood. Hij bekent in de brief dat hij en een andere WNP’er de dubbele moord in de Herdersliedstraat hebben gepleegd, en dat Barbier onschuldig is.

De suïcide mislukt. Haquin treft Elnikoff diezelfde ochtend op de spoed in een ziekenhuis in Etterbeek. Elnikoff herhaalt zijn bekentenis, komt daar na een dag bij de politie alweer op terug en mag beschikken.

Nadat Eric Lammers is vrijgesproken, pleegt hij in 1988 een bijna identieke dubbele moord in Antwerpen. Nadat hij daarvoor z’n straf van 11 jaar heeft uitgezeten, gaat hij jaren later de moorden in de Herdersliedstraat bekennen bij de cel Waals-Brabant (CWB), die onderzoek voert naar de Bende van Nijvel. In België kun je, eens vrijgesproken voor een assisenhof, voor dezelfde feiten niet opnieuw worden berecht.

Al zo lang als er wordt gezocht naar de Bende, is WNP een hondstrouw monster van Loch Ness. Het komt altijd terug.

Ex-CWB-speurder: “Om de zoveel jaren gebeurde hetzelfde. Een nieuwe jonge speurder kwam het dossier doorlezen, begon met fonkelende ogen over WNP. ‘Waarom hebben jullie dit nooit onderzocht, en waarom dat niet?’ En dan zei je: kijk eens in de volgende farde.”

In 2012 kondigde de toen nieuwe onderzoeksrechter Martine Michel aan dat WNP voor­taan dé nieuwe piste was. Er werd gegraven in de tuin van een oude druïde die ooit had aangeleund bij WNP. In 2014 werd Michel Libert, de telexdief, 48 uur lang aangehouden op verdenking de ‘Reus’ te zijn van de Bende. Hij meet 1,91 meter.

Michel Libert: “Ze vroegen me waar ik was op 7 oktober 1983, de dag van de aanslag op de Delhaize in Beersel. Wel, dat wist ik toevallig nog: in de gevangenis van Vorst. Vanwege die zaak van de NAVO-telexen. Ik heb toen gezegd dat ik misschien via de schoorsteen was buiten geraakt (lacht).”

Drie politiemensen die twee jaar verwoed hadden zitten werken op de WNP-piste, stapten na de vrijlating van Libert boos op bij de CWB. Hun woede werd in april 2015 geventileerd in een zes pagina’s lange anonieme brief aan advocaat Jef Vermassen, die een aantal Bende-slachtoffers vertegenwoordigt. Letterlijk: ‘De Bende van Nijvel is al lang geen onopgelost mysterie meer! Er zijn alleen magistraten die boven alles en iedereen staan en die zelfs de vuilste streken niet schuwen om de waarheid binnenskamers te houden.’

Volgens de brief bestond de Bende uit 1/ Michel Libert, 2/ Christian Elnikoff en 3/ Jean-Paul Dauphin. Drie oudgedienden van WNP. De laatste, Dauphin, is een mindervalide ex-werknemer van de Dienst Inschrijvingen van Voertuigen (DIV), toen die nog gehuisvest zat boven het centraal station in Brussel. Volgens toenmalige collega’s was de man 1,50 meter groot en heel erg gebocheld, en kon hij niet zelfstandig stappen. Volgens de auteurs van de anonieme brief zat het anders in elkaar: ‘Jean-Paul Dauphin is heel slecht te been, wellicht door een schotwond in de rug. Dit is op heden nog niet onderzocht mogen worden.’

In de brief worden magistraten Michel en De Valkeneer ervan beticht zich te verzetten tegen een simpel medisch onderzoek dat uitsluitsel zou kunnen geven over de verwonding en dus de Bende van Nijvel. Over Jean-Paul Dauphin ging parallel met de brief nog een ander hardnekkig gerucht. De man werd in 1998 beheersonbekwaam verklaard en leeft in een home, maar zou enkele jaren geleden op een geluidsopname hebben bekend dat hij de vaste chauffeur was van de Bende.

Procureur-generaal De Valkeneer werd daar op 21 november 2017 in Humo op aangesproken. Hij antwoordde: “Die bekentenis staat nergens in het dossier. Ze staat niet in een proces-verbaal.”

Exit Bonkoffsky?

Eind vorig jaar raakte bekend dat de vroegere Aalsterse rijkswachter Christiaan Bonkoffsky kort voor zijn dood tegenover zijn broer opbiechtte dat hij actief was bij de Bende. Zijn medisch dossier bij de rijkswacht, getuigenissen van zijn exen en zijn beste vriend, een ooggetuige van de Bende-raid in Overijse: alles leek de postume zelfbeschuldiging te bevestigen. Na 35 jaar leek de doorbraak dan toch een feit.

Maar die Bonkoffsky, die is het dus blijkbaar toch ook weer niet. Tenminste, zo viel twee weken geleden op te maken uit de uitlatingen van een speurder in een perslek aan Het Laatste Nieuws: “We zijn 99 procent zeker dat hij het niet is.”

Vorige week berichtte Het Nieuwsblad over een nieuwe wending in het onderzoek. De speurders zouden plots erg veel waarde hechten aan de getuigenis van een Vlaamse militair die zich in 1981 wilde aansluiten bij WNP. Hij zegt de ‘Reus’ te hebben herkend op de 20 jaar geleden vrijgegeven robotfoto 17, dezelfde waarin eerder Bonkoffsky was herkend. De nieuwe ‘Reus’ is, nog maar eens een keer, Michel Libert.

Michel Libert: “Deze week groette iedereen mij op straat. ‘Ha, daar hebben we hem, de reus!’ Ik begin het zowaar grappig te vinden.” Het idee dat de gebochelde Dauphin, die hij goed heeft gekend bij WNP, de chauffeur zou zijn geweest bij de Bende van Nijvel, vindt Libert al net zo vermakelijk: “Jean-Paul werd in alles wat hij deed gehinderd door zijn handicap, en zijn erg frequente epilepsie-aanvallen. Ik kan erover meepraten, ik zat tweemaal naast hem in de auto toen hij zo’n aanval kreeg en we uit de bocht vlogen. Ik zie hem niet zo direct als een betrouwbare chauffeur.”

Het is een bruine envelop. Ze is op vrijdag 11 mei, daags voor de onthulling in Het Nieuwsblad, afgestempeld in een postkantoor in Gent. Er zit een cd in. Later blijkt dat nagenoeg alle Vlaamse nieuwsredacties er een hebben ontvangen.

Op de cd is de anonieme brief van de WNP-speurders uit 2014 gebrand en er zit ook een powerpointpresentatie bij van een 1 uur en 46 minuten. De presentatie, waar een hoop tijd in is gestoken, wijst opnieuw Libert, Elnikoff en Dauphin met de vinger. Hun motief? Simpel: wraak op de Belgische staat omdat die straffeloosheid had beloofd voor de dubbele moord in de Herdersliedstraat en z’n afspraak niet nakwam. De powerpoint somt op hoe WNP bij elke Bende-aanslag symbolen achterliet die leiden naar één man en één man alleen. Adolf Hitler.

In 1982 en 1983 slaat de Bende onder meer toe in Ohain, Beersel en Anderlues. Als je de eerste letters van deze gemeenten (O + B + A) in het alfabet afzet tegen cijfers, aldus de Powerpoint, krijg je 15 + 2 + 1 = 18. En welke letters krijg je in het alfabet op 1 en 8? A en H. Waar sloeg de Bende bij de tweede golf in 1985 toe? In Overijse, Braine-l’Alleud en Aalst. Weer O + B + A. Waarom vielen er in Overijse en Braine-l’Alleud 8 en in Aalst nog eens 8 doden? 8 en 8 = H en H = Heil Hitler. Wat gebeurde er ook ooit op 9 november, de dag van de aanslag in Aalst? Kristallnacht. En waarom gebruikte de Bende altijd een Golf GTI van het merk Volkswagen?

Rose-Marie D.

Op fragment 00:36:42 van de powerpoint verschijnt een foto van een dame van middelbare leeftijd en haar kat. De foto blijkt geplukt van haar (inactieve) Facebook-profiel. Ze heet Rose-Marie D., zij is de ex van de enkele jaren geleden overleden Christian Elnikoff. Volgens de powerpoint ligt D. aan de basis van de geluidsopname: ‘Er werd een list opgezet waar mevrouw D. aan heeft meegewerkt. Er werd in de instelling waar Jean-Paul Dauphin vandaag verblijft tussen deze twee personen een gesprek gevoerd over de Bende van Nijvel. Uit de details die Dauphin aanhaalde blijkt dat het amper anders kan dan dat hij betrokken is geweest bij meerdere aanslagen. Dit gesprek is van op korte afstand opgenomen.’

Je adem gaat even stokken. De tape bestaat dan toch? En we weten nu ook wie Dauphin op zijn oude dag zijn mond voorbij deed praten?

Rose-Marie D. bewoont een huisje met een tuintje op het Vlaams-Brabantse platteland. Ze vraagt ons allereerst of we een beetje ernstig willen blijven. Rose-Marie D.: “Als ik iets wist over de Bende van Nijvel, had ik het al lang aan de politie verteld. Ik ben op dit moment (woensdagnamiddag, DDC) een kwaaie brief aan het schrijven aan de politie. Ik wil graag weten waar dit vandaan komt. Of dat zomaar mag, je foto van Facebook plukken, daar van alles bij fantaseren en naar alle kranten sturen. Ja, mijn ex was goed bevriend met Dauphin, ik ben die man enkele jaren geleden nog eens gaan bezoeken. Het gaat niet goed met hem, hij kan amper nog praten. Lopen kan hij al heel lang niet meer. Een geluidsopname met een bekentenis? Mijnheer toch.” (zucht)

“Ik ben de tel kwijt van hoe vaak ik al door de Bende-speurders ben ondervraagd. Er hangt nog altijd een beloning van 250.000 euro in de lucht voor de gouden tip. Denkt u echt dat ik die zou laten liggen? Die zelfmoordpoging in 1989, dat was een triest verhaal. Christian was 100 procent zeker dat de jongen die de dubbele moord had bekend, dat niet had gedaan. Hij dacht die te kunnen helpen. Hij had een ernstig drankprobleem, toen. Meer valt er niet te vertellen, vrees ik.”

Waarom steekt iemand zo veel energie in het bestoken van de media met manifest verzonnen informatie? En is het wel zo zeker dat de Bonkoffsky-piste begraven is ten gunste van WNP?

Ondervraagd over het lek in Het Laatste Nieuws zei justitieminister Koen Geens (CD&V) vorige week in de bevoegde Kamercommissie: “Het onderzoeksteam is ervan overtuigd dat het lek niet uit zijn midden komt. Indien het dus een lek zou zijn dat op waarheid zou berusten, wat ik niet weet, is dat in elk geval niet gebeurd vanuit het onderzoeksteam dat op dit ogenblik met de zaak bezig is.”

Bron » De Morgen | Douglas De Coninck

Extreemrechtse organisatie Westland New Post verdeelt speurders Bende van Nijvel

Westland New Post, de extreemrechtse organisatie die nu door een ex-lid opnieuw aan de Bende van Nijvel wordt gekoppeld, zorgt al jaren voor discussie onder de Bende-speurders. Eén groep rechercheurs is er zeker van dat dáár de antwoorden gezocht moeten worden. Toen de speurders in 2014 van hogerhand de opdracht kregen om WNP te laten rusten en nu eens andere sporen te onderzoeken, zorgde dat voor een tweespalt.

Een banale ruzie op straat tussen twee dronken broers. Daardoor kwam het gerecht in 1983 het bestaan van Westland New Post op het spoor. Een politiepatrouille moest op een avond in augustus in de Brusselse gemeente Vorst tussenbeide komen, omdat ex-paracommando Marcel Barbier het op straat aan de stok had gekregen met zijn broer Robert. Barbier was dronken, en trok een colt. Toen hij de politie opmerkte, probeerde hij nog een voorbijrijdende auto te kapen.

Redenen genoeg om eens bij die Barbier thuis te gaan kijken, dacht de politie. Daar trokken ze grote ogen: ze vonden er wapens, bivakmutsen, en een pakket ultrageheime, gestolen NAVO-documenten. En ze ontdekten het bestaan van Westland New Post. Een extreemrechtse organisatie met een tiental leden, een militaire structuur en internationale contacten.

Allicht werd WNP al in 1979 opgericht, als een afsplitsing van het al even rechtse Front de la Jeunesse. Leider van WNP was Paul Latinus, een werkloze ingenieur. Zijn rechterhand was Michel Libert, de man die nu door de nieuwe getuige als ‘de Reus’ van de bende wordt herkend.

Het doel van WNP, zeiden de leden, was een Sovjetinvasie tegen te houden. De organisatie hield officieel op te bestaan in 1984, met de dood van leider Latinus. Of hij zelf uit het leven stapte dan wel vermoord werd, is nog steeds voer voor discussie.

Ruzie onder speurders

Al in de jaren tachtig raakten speurders van de onderzoekscel in Charleroi ervan overtuigd dat binnen het militaristische WNP de sleutel van het mysterie over de Bende van Nijvel zit. Ook de parlementaire onderzoekscommissie boog zich over de groep.

Over de reden waarom WNP de aanslagen gepleegd zou hebben, bestaan verschillende theorieën. Sommigen menen dat ze een angstklimaat wilden creëren, om een rechts beleid ingang te doen vinden. Anderen denken dat de aanslagen een wraakactie waren, omdat een WNP-lid tot een celstraf veroordeeld werd. “Maar we konden nooit materiële bewijzen vinden”, zo zei het gerecht.

Dat duurde tot 2014, tot het gerecht een laatste keer een grote operatie op poten zette. Er volgden opnieuw huiszoekingen bij de ex-WNP-leden. Michel Libert werd opnieuw opgepakt. Het leverde andermaal geen bewijzen op, en onderzoeksrechter Martine Michel besloot dat voortaan op andere sporen gezocht moest worden. Dat zorgde voor een tweespalt binnen het speurdersteam, omdat een deel zich op WNP wou blijven concentreren. Een aantal speurders stapte op.

In 2015 werden ook anonieme brieven rondgestuurd naar de autoriteiten, waarbij de afzender beweerde dat het onderzoek werd geboycot. De brief belandde bij Justitieminister Koen Geens (CD&V), maar ook bij advocaten zoals Jef Vermassen.

Procureur-generaal Christiaan De Valkeneer, die toen het onderzoek leidde, reageerde in oktober vorig jaar: “Die briefschrijvers beweerden dat ik de piste-WNP in de doofpot wilde steken, en dat wij mensen van de vroegere Staatsveiligheid beschermden. Ik ben het met hen eens dat het spoor WNP zeer interessant is en blijft. Maar nogmaals: er waren geen aanwijzingen genoeg om Libert en co. aan te houden.”

Slachtoffers blij

Verschillende slachtoffers van de Bende zijn blij dat de speurders zich opnieuw over de rol van WNP buigen. “Ik zie geen enkele andere theorie waarin alles blijkt te kloppen”, zegt Diederik Palsterman. Hij was 11 jaar oud toen de Bende zijn vader Jan doodde.

“Al vijf jaar ben ik ervan overtuigd dat WNP de juiste piste is”, zegt David Van de Steen, die in de Delhaize in Aalst zag hoe zijn ouders en zus werden doodgeschoten.

Michel Libert: “Klacht indienen”

Michel Libert, de man die door het anonieme WNP-lid als de Reus wordt herkend, wil deze week een klacht indienen. “Tegen iedereen die me in het verleden al de Reus heeft genoemd”, zo zegt Libert. Hij verwijst ook naar het gerecht. “Het is genoeg geweest. Ik heb niets te maken met de Bende van Nijvel. Wie het tegendeel beweert, die heeft een klacht aan zijn broek.”

De advocaat van de getuige reageert afwachtend. “Iedereen heeft het recht om iemand te herkennen in een robotfoto. Wil hij mijn cliënt berichten van laster, dan zal hij moeten aantonen dat hij de Reus níét is.”

Bron » Gazet van Antwerpen

Opnieuw wijst getuige in dossier Bende van Nijvel in de richting van extreemrechtse organisatie Westland New Post

Speurders in het dossier over de Bende van Nijvel hebben vorige week een getuige gehoord. Dat schrijft Het Nieuwsblad. Volgens de man heeft de extreemrechtse organisatie Westland New Post iets te maken met de bloederige overvallen die de bende in de jaren 80 pleegde. Die piste werd vroeger ook al onderzocht.

DDe extreemrechtse organisatie Westland New Post (WNP) recruteerde leden – waaronder veel militairen – om zich voor te bereiden op een mogelijke invasie van de Sovjetunie. De leden kregen bijvoorbeeld allerlei gevechts- en camouflagetechnieken.

De man, die vorige week als getuige gehoord werd door de speurders, verklaarde dat hij gerecruteerd werd door WNP, waarna hij verschillende opdrachten moest uitvoeren. “De opdrachten waren veelzijdig”, zo zegt zijn advocaat Kristiaan Vandenbussche, “Inbreken in militaire kazernes, personen te schaden, toegangssleutels voor wapenarsenalen stelen…”. In 1981 – dus voor de eerste overval van de Bende van Nijvel – stapte hij uit de organisatie. De piste van WNP werd eerder ook al onderzocht.

Hij wijst ook naar een vroeger kopstuk van Westland New Post, Michel Libert, die volgens de getuige erg lijkt op een van de robotfoto’s van de Bende. “We kunnen niet om de fysieke gelijkenis met de zogenoemde Reus heen. En hij herkent vooral de modus operandi, zijnde de technieken die hem aangeleerd zijn tijdens die trainingen en opdrachten. Die herkent hij in het latere optreden van de Bende van Nijvel”, benadrukt Vandenbussche. Libert werd enkele jaren geleden al eens opgepakt als verdachte in het Bendedossier, maar werd zonder gevolg opnieuw vrijgelaten.

Het federaal parket laat weten dat “de piste onderzocht wordt, net als andere pistes”.

Ondertussen laat Libert weten dat hij een klacht gaat indienen wegens laster. “Ik ben razend”, zegt hij aan De Morgen. Volgens hem is hij al meermaals verhoord over zijn mogelijke rol bij de Bende, maar hij benadrukt dat hij er niets mee te maken heeft.

Bron » VRT Nieuws

40 jaar na de moord op Aldo Moro, de Italiaanse politicus die moest sterven

De lente van 1978 is warm in meer dan één betekenis in Italië. Het land beleeft zijn loden jaren, de anni di piombo, waarin zowel extreem-rechts als extreem-links terreur zaaien. Italië zwalpt al sinds de Tweede Wereldoorlog van de ene crisis naar de andere, met nauwelijks een regering die erin slaagt het een volle legislatuur uit te houden.

Op 16 maart 1978 ontvoert de linkse terreurgroep Rode Brigades op klaarlichte dag Aldo Moro, de voorzitter van de grootste Italiaanse partij, de christen-democraten. 13.000 agenten kammen Rome uit, zelfs de Siciliaanse maffia zou haar diensten aanbieden om Moro terug te vinden, maar uiteindelijk wordt hij pas 55 dagen later, op 9 mei, dood teruggevonden in de koffer van een auto, op een bijzonder symbolische plek.

De christen-democraten waren toen de onbetwiste machtspartij, ze zaten al sinds de oorlog onafgebroken in de regering. Aldo Moro was zelf ook zes jaar premier geweest, maar ging vooral de geschiedenis in als de man die voor een zeer controversieel, maar historisch compromis gezorgd had in de Italiaanse politiek.

Voor het eerst sloegen de twee grootste partijen – de christen-democraten en de communisten – de handen in elkaar, in de hoop stabiliteit in het land te brengen. De communisten zouden een minderheidsregering van christen-democraten vanuit de oppositie steunen, in ruil voor allerlei toegevingen. De communisten van hun kant beloofden met Moskou te breken. Maar Moro zou een zware prijs betalen voor dat “historische compromis”.

De ontvoering

Donderdag 16 maart 1978 is een warme lentedag. Om 9 uur ‘s ochtends verlaat Aldo Moro zoals elke dag zijn huis in de Via Fani in Rome. Zoals altijd staan zijn dienstwagen en die van zijn lijfwachten voor de deur. Moro stapt in en neemt op de achterbank wat documenten door, terwijl de auto’s vertrekken. Maar even verderop moeten ze plots de remmen dichtgooien, omdat een auto met diplomatieke nummerplaat achterwaarts op hen af komt gereden.

De auto met Moro’s lijfwachten kan niet meer stoppen, en botst op die van Moro zelf. Op dat moment springen een man en een vrouw uit de diplomatieke wagen, richten hun machinegeweer op Moro’s chauffeur en lijfwachten, en openen het vuur, twee lijfwachten komen daarbij om. Twee andere mannen sleuren Moro uit de auto, duwen hem in een Fiat 132 en scheuren weg.

Moro wordt naar een appartement gebracht in de Via Montalcini, en opgesloten in een krappe strook achter een valse wand in de woonkamer. In de ruimte staan een veldbed, een tafeltje en een ladekast. De volgende dag krijgt een journalist van de Romeinse krant Il Messagero een envelop met een foto van Moro erin, en een briefje van de Rode Brigades, die de ontvoering opeisen.

Ze kondigen aan dat hij voor een “Volksrechtbank” zal worden berecht. Vanaf dan verschijnt er elke dag een foto in de kranten: Moro zit voor een vlag met de vijfpuntige ster van de Rode Brigades, en houdt een krant vast waarop de datum van die dag staat, als bewijs dat hij nog leeft. Miljoenen Italianen, en ook Belgen, volgen de ontvoering op de voet.

De zoektocht

Vanaf dag 13 krijgt Moro van zijn ontvoerders de toestemming om brieven te schrijven aan zijn familie en zijn politieke vrienden. Moro gebruikt die brieven om de politici over te halen over zijn vrijlating te onderhandelen. Maar de Italiaanse premier Andreotti houdt voet bij stuk en weigert “te onderhandelen met terroristen”.

Naarmate Moro’s ontvoering vordert, worden de brieven steeds wanhopiger, en ook dreigender van toon. “Ik ben bij mijn volle verstand en breng mijn meningen zonder dwang tot uiting”, schrijft Moro, “eerlijk gezegd voel ik mij danig in de steek gelaten door u allemaal”. Moro suggereert ook dat hij onfrisse geheimen over de partij zou kunnen prijsgeven.

De Italiaanse politie en pers krijgen intussen allerlei tips die moeten leiden naar de plek waar Moro vastgehouden wordt. Maar ondanks het feit dat 13.000 politieagenten op de zaak zitten en de tips napluizen, wordt Moro niet gevonden. Naar verluidt zou zelfs de Siciliaanse maffia aangeboden hebben om in de gevangenissen contact te zoeken met veroordeelde Rode Brigade-leden, om zo Moro te vinden.

Maar dat zou de Italiaanse regering van de hand gewezen hebben. Intussen gaat het zogenaamde proces van de “Volksrechtbank” van de Rode Brigades door. Moro wordt “ter dood veroordeeld”, maar nog niet meteen terechtgesteld. De ontvoerders ondernemen nog verschillende pogingen om de Italiaanse regering onder druk te zetten om toch te onderhandelen. Uiteindelijk proberen ze het zelfs via een telefoontje aan Moro’s vrouw. Maar de regering zwicht niet.

De moord

Op dag 55, 9 mei 1978, dwingen de ontvoerders Moro om zich in de kofferbak van een rode R4 te wurmen. De leider van Rode Brigade-cel die de ontvoering uitvoert, Mario Moretti, trekt zijn wapen en schiet Moro met verschillende kogels dood. Later vindt de politie de R4 met het lichaam van Moro in de koffer terug in de Via Caetani, precies halverwege het hoofdkwartier van de christen-democraten en dat van de communisten. De boodschap is duidelijk.

Moro’s vrouw Eleonora is woest omdat de politiek ondanks alle smeekbedes, tot bij de Paus toe, niets heeft ondernomen om haar man te redden. Ze weigert een staatsbegrafenis en wil geen enkele politicus in de kerk toelaten. Ook veel Italianen – en heel wat onderzoekers – vragen zich nog altijd af of de politiek, en met name premier Andreotti, niet meer hadden kunnen doen, en bovenal: waarom ze dat niet deden.

De nasleep

In de jaren na Moro’s dood worden de meeste daders opgepakt en veroordeeld tot jarenlange gevangenisstraffen. De legendarische generaal van de carabinieri die erin slaagde om de Rode Brigades te ontmantelen, generaal Dalla Chiesa, is daarna naar Sicilië gestuurd, en werd daar kort na zijn aankomst vermoord door de maffia. Velen denken dat zijn overplaatsing naar Palermo een valstrik was, omdat hij te veel wist over de zaak-Aldo Moro.

Het ‘historische compromis’ is nooit uitgevoerd. In 1991 – enkele jaren na de val van de Berlijnse Muur – werd de communistische partij opgeheven. Een jaar later implodeerde ook de Democrazia Cristiana, de partij van Moro zelf, net als de derde grote Italiaanse partij, de socialisten, na het grote corruptieschandaal van de Mani Pulite, de Schone Handen.

Giulio Andreotti, de onwrikbare premier die geweigerd had te onderhandelen over Moro’s vrijlating, werd naderhand vervolgd vanwege zijn banden met de Siciliaanse maffia, en voor de moord op een journalist die had gesuggereerd dat Andreotti meer wist over de ontvoering van Moro.

De dood van Aldo Moro is nog altijd voer voor onderzoek en ook voor allerlei samenzweringstheorieën in Italië. Het is één van die vele donkere dossiers in een land waarover een boutade zegt: Italië is het land waar samenzweringstheorieën vaak gewoon waar zijn.

Bron » VRT Nieuws | Mieke Strynckx

“Ik hoop dat ze de slachtoffers van 22 maart beter zullen begeleiden dan mij”

David Van De Steen was negen toen hij geconfronteerd werd met De Bende van Nijvel in de Delhaize van Aalst. Zijn ouders en zus werden voor zijn ogen doodgeschoten. De aanslagen van 22 maart waren een stukje herbeleving voor hem, ondanks dat het allemaal anders was. “Ik wist al waar deze mensen voorstonden,” zegt hij.

David Van De Steen vreest voor de administratieve rompslomp en het gebrek aan begeleiding waar de slachtoffers van de aanslagen van 22 maart mee geconfronteerd zullen worden. Die mensen zijn onschuldig en verwachten niet dat hun leven er van de ene op de andere moment zal veranderen. Het minste dat er zou kunnen zijn, is dat die mensen begeleid worden in heel het proces dat nadien komt. “Dat is juist waar er geen begeleiding is en men alleen komt te staan,” zegt David. Het is een heel groot doolhof waarin je verloren loop. Je wordt van het kastje naar de muur gestuurd.

David hoopt voor deze mensen dat zij anders behandeld zullen worden dan hij. “Voor ons was er niks, zelfs tot op de dag van vandaag,” zegt David. Het volstaat niet om een mooie uitleg te doen in het parlement of de krant, er moet ook effectief iets gedaan worden. Dat is er tot op de dag van vandaag nog steeds niet.

Financiële krater

Als je in zo’n situatie terechtkomt, maak je je in de eerste plaats zorgen over verwondingen, overleven of in het slechtste geval een begrafenis. Nadien begint het gevecht waarvoor je een advocaat nodig hebt. Dat kost handenvol geld. Het is een straatje zonder einde. David ging bij zijn grootouders wonen nadat hij zijn ouders verloor. Zijn grootouders kregen niets, geen enkele begeleiding want er was geen schuldige en geen verzekering. Delhaize heeft enkel de kosten van de begrafenis terugbetaald.

Bij de aanslagen van 22 maart is er wel een schuldige. Toch beleven die mensen hetzelfde als David. “Daar sta ik verstomd van, dat er zoveel jaren later eigenlijk nog niets veranderd is,” zegt hij.

Er zijn veel slachtoffers die in een financiële krater terechtkomen door wat hen is overkomen, terwijl het totaal hun fout niet is. “Ik ijver er constant voor om dat te veranderen,” zegt David.

Persoonlijk vecht David nog steeds om het statuut van terreurslachtoffer te bekomen, voorlopig zonder succes. Dat statuut geeft bepaalde voordelen, zoals een financiële dekking.

Bron » Radio 1