Belliraj pleit schuldig

De advocaat van de Belgisch-Marokkaanse terreurverdachte Abdelkader Belliraj is niet van plan de vrijspraak te pleiten voor zijn cliënt. ‘Hij riskeert de doodstraf en ik wil zijn hachje redden’, verklaart Mohamed Ziane, zo schrijft Het Laatste Nieuws maandag.

Volgens de raadsman geeft Belliraj toe dat hij wapens smokkelde, maar blijft hij de zes Belgische moorden ontkennen. Op de vraag of Belliraj contact had met de terreurgroep die de executies opeiste, antwoordt Ziane: ‘Die kent hij zeer goed’.

Ziane deed zijn uitspraken tegenover de Marokkaanse bladen ‘TelQuel’ en ‘Le Reporter’. Dat laatste blad achterhaalde dat Belliraj in Brussel actief was bij een vzw voor Arabische arbeiders in de schoot van de Franstalige christelijke vakbond CSC. De voorzitter hiervan speelde volgens bronnen een sleutelrol bij de vrijlating van de Vlaamse dokter Jan Cools nadat die in 1988 in Libanon was ontvoerd door Abou Nidal, opeiser van de Belliraj-moorden.

Bron » Het Nieuwsblad

Belgische geheim agent smokkelde twintig jaar ongestoord wapens

De Belg Jacques Monsieur, een topagent van de Belgische militaire inlichtingendienst die tientallen jaren op grote schaal actief was als internationale wapensmokkelaar, staat sinds begin deze week voor de correctionele rechtbank in het Franse Bourges op beschuldiging van illegale wapenhandel. Monsieur werd voor gelijkaardige feiten eerder al in ons land veroordeeld.

Monsieur (54), bijgenaamd Le Renard of Le Maréchal, heeft een onwaarschijnlijk parcours achter de rug. Gedurende meer dan twintig jaar, van eind jaren zeventig tot eind jaren negentig, kon hij eigenaardig genoeg ongestoord grote partijen wapens en munitie leveren aan landen waartegen nochtans een wapenembargo bestond.

Hij dreef handel met Iran tijdens de oorlog met Irak, met Bosnië en Kroatië tijdens de Joegoslavische oorlog, Congo, Congo-Brazzaville, Ecuador, Ivoorkust, Burkina Faso, Togo en Qatar. Naar eigen zeggen was dit enkel mogelijk omdat hij werkte in opdracht van de militaire inlichtingendienst ADIV, onder supervisie van bevriende buitenlandse geheime diensten, met name de Amerikaanse CIA, de Israëlische Mossad en de Direction de la surveillance du territoire (DST), de Franse staatsveiligheid. Zijn activiteit als wapensmokkelaar zou enkel gediend hebben als cover voor zijn spionagewerk, onder meer in Iran, waar Monsieur de wapenindustrie en de nucleaire sector moest infiltreren.

Samen met vier medeverdachten staat Monsieur nu terecht in het Franse Bourges. Omdat de grond in België te heet werd onder zijn voeten (op een bepaald moment liepen er niet minder dan zeven gerechtelijke onderzoeken tegen hem), installeerde de wapenhandelaar zich in 1993 in La Celle-Condé, een gehucht van Lignières, nabij Bourges. Hij kocht er een landgoed van honderd hectare met de lieflijke benaming Les Amourettes, waar hij zich officieel bezighield met de kweek van Portugese dressuurpaarden.

Niet toevallig is de streek ook de bakermat van de Franse wapenindustrie, waar onder meer Exocetraketten en gevechtsvliegtuigen worden gefabriceerd. Voor zijn clandestiene wapendeals maakte Monsieur trouwens gebruik van het vroegere NAVO-vliegveld in Bourges, eigendom van de Franse defensiefirma Matra.

Tot aan zijn nek in de schandalen

Vanaf 1996 ging het echter grondig fout met Monsieur. Toen de Franse gendarmes in samenwerking met Belgische speurders een huiszoeking deden in zijn domein vonden ze het volledige archief van zijn professionele loopbaan als wapensmokkelaar, bijna drieduizend documenten die momenteel als bewijsmateriaal tegen hem worden gebruikt.

Een jaar later bleek Monsieur tot aan zijn nek verwikkeld te zijn in het omvangrijke schandaal rond de Franse petroleumgroep Elf, die schimmige wapenleveranties had geregeld in Congo-Brazzaville. Eind 2000 sloeg Monsieur, voorzien van een Ivoriaans paspoort, op de vlucht naar Teheran. Maar zijn vroegere vrienden in Iran bleken niet in staat hem te beschermen.

Monsieur werd aangehouden en veroordeeld tot tien jaar cel wegens illegale wapenhandel, samenzwering en spionage voor rekening van België en de VS. Ruim anderhalf jaar zat hij in een Iraanse militaire gevangenis, vooraleer hij zich kon vrijkopen. “Dat was niet de meest aangename periode van mijn leven”, vertelde hij achteraf. In een cel naast de zijne werd een andere gevangene doodgemarteld, om Monsieur duidelijk te maken dat hij er goed aan deed om te bekennen.

Nog terwijl Monsieur in Iran in de bajes zat, werd hij in Brussel door de correctionele rechtbank bij verstek veroordeeld tot vijf jaar effectieve gevangenisstraf wegens wapentrafiek naar landen onder embargo, oplichting, misbruik van vertrouwen, valsheid in geschrifte en witwaspraktijken. Toen de Belg zich in mei 2002 eindelijk kon vrijkopen in Iran, werd hij op de luchthaven van Istanboel opnieuw aangehouden omdat er een internationaal aanhoudingsmandaat tegen hem was uitgevaardigd, zowel door België als door Frankrijk.

Een half jaar later werd Monsieur door Turkije uitgeleverd aan ons land en kreeg hij een nieuw proces in Brussel, waar de rechter zijn straf terugschroefde tot veertig maanden voorwaardelijk. Lang genoot hij niet van de vrijheid, want in april 2005 werd Monsieur nogmaals uitgeleverd, ditmaal aan Frankrijk, waar hij de voorbije twee jaar in de voorhechtenis zat. Zijn prachtige domein in Lignières heeft hij inmiddels moeten verkopen.

Net als in Brussel vroeg de advocaat van Monsieur ook in Bourges om het proces achter gesloten deuren te laten verlopen, ter bescherming van bepaalde “defensiegeheimen”. In Brussel werd dat verzoek destijds ingewilligd omdat “de goede diplomatieke relaties tussen meerdere landen in het gedrang zouden kunnen komen”. Maar de Franse rechter besloot het proces openbaar te voeren.

Naast Monsieur zitten op de beklaagdenbank vier leden van zijn netwerk: Patrice Bourges (gewezen kaderlid van Aérospatiale), Jean-Claude Uthurry-Borde (Monsieurs rechterhand), luchtvaartspecialist Yves-Michel Deloche en Pierre Ferrario. Openbaar aanklager Philippe Ker vordert een celstraf van twee jaar tegen Monsieur, waarvan tien maanden voorwaardelijk, en een boete van 45.700 euro. De andere beklaagden riskeren hooguit een geldboete.

Bron » De Morgen