Waakhond voor politiediensten krijgt na half jaar zonder voorzitter nieuwe baas

De Kamer heeft Bart Van Lijsebeth (53) benoemd tot voorzitter van het Comité P, het orgaan dat de politiediensten controleert. Na het vertrek van André Vandoren, die directeur werd van de centrale antiterreurdienst OCAD, functioneerde het Comité P meer dan een half jaar zonder voorzitter. Door de politieke impasse sleepte de topbenoeming abnormaal lang aan.

Voor de functie waren er twee kandidaten: Bart Van Lijsebeth en Walter Peeters (56), een magistraat uit Dendermonde die raadsheer is van het Comité P. Maar het was al maanden duidelijk dat Van Lijsebeth de beste kaarten op tafel kon leggen.

Net als zijn voorganger André Vandoren is Van Lijsebeth een magistraat met een CD&V-etiket. Men zocht een Nederlandstalige met de juiste politieke kleur die over voldoende autoriteit en ervaring beschikt om zich staande te houden in de slangenkuil van de politiediensten.

Van Lijsebeth beantwoordde perfect aan dat profiel. “Gedurende mijn hele loopbaan als lid van het Openbaar Ministerie en als mandaathouder bij de Staatsveiligheid heb ik op intensieve wijze samengewerkt met de politiediensten”, schreef hij in zijn sollicitatiebrief aan voormalig Kamervoorzitter Herman Van Rompuy (CD&V).

Zijn benoeming tot chef van de waakhond van de politie werd vorige donderdag in de Kamer goedgekeurd met een verpletterende meerderheid van 109 op de 122 stemmen. Formeel benoemt het parlement de baas van het Comité P, maar de facto gaat het om een politieke beslissing van de regering-Van Rompuy.

Bende van Haemers

Bartholomeus Van Lijsebeth begon zijn carrière in 1979 in Leuven als stagiair-advocaat. Drie jaar later ging hij aan de slag bij het parket van Brussel. Daar maakte hij naam als substituut met het oprollen van de bende van Patrick Haemers, die verantwoordelijk was voor de ontvoering van politicus Paul Vanden Boeynants.

Hij ging zelfs persoonlijk naar Brazilië om de uitlevering van Haemers te regelen. Als parketmagistraat in Brussel werkte Van Lijsebeth nauw samen met nationaal magistraat Vandoren en coördineerde hij de vervolging van wapenhandelaars, terroristen, extremisten en de georganiseerde misdaad.

Van 1993 tot 1999 stond Van Lijsebeth aan het hoofd van de Staatsveiligheid, waar hij een frisse wind liet waaien door de inlichtingendienst en zich ontpopte als een uitstekende communicator. De geheime dienst kwam getraumatiseerd uit de jaren tachtig: in de eindfase van de Koude Oorlog raakte de Staatsveiligheid verstrikt in talloze politiek-criminele affaires, met de onopgehelderde misdaden van de Bende van Nijvel als orgelpunt.

Van Lijsebeth wist een groot stuk van het wantrouwen tegenover de Staatsveiligheid weg te werken en verdedigde ‘zijn’ dienst met hand en tand, ook in de media. Het bleek een krachttoer die geen enkele van zijn opvolgers kon evenaren.

Onverwacht nam Van Lijsebeth ontslag als administrateur-generaal van de Staatsveiligheid om in 1999 procureur des Konings te worden in Antwerpen. In die functie verdween hij de voorbije negen jaar grotendeels uit beeld en werd hij opnieuw een discrete achtergrondfiguur. Toch heeft hij ook daar baanbrekend werk verricht, onder meer op de financiële sectie van het parket, waar tientallen fraudedossiers van de verjaring werden gered.

De traditioneel gedoogde fraude en zwarte handel in de Antwerpse diamantsector werden hard aangepakt en over de Russische maffia, die vroeger in de Scheldestad aanwezig was, valt de laatste jaren vrijwel niets meer te vernemen. Enkele jaren geleden werd Van Lijsebeth nog genoemd als kandidaat voor de functie van federaal procureur en chef van het federaal parket, maar hij moest toen de duimen leggen voor Johan Delmulle.

Oorlogje zonder winnaars

Als topman van het Comité P komt Van Lijsebeth opnieuw in woelig vaarwater terecht. Het controlecomité koos in september met een stevig onderbouwd rapport positie in het oorlogje tussen de toenmalige minister van Binnenlandse Zaken Patrick Dewael (Open Vld) en politiebaas Fernand Koekelberg over de omstreden superpromoties van secretaressen aan de top van de federale politie.

Een oorlogje dat voorlopig zonder winnaars blijft, maar dat de nieuwe binnenlandminister Guido De Padt (Open Vld) zo snel mogelijk van zijn werktafel wil krijgen. Daarnaast is er een reeks andere dossiers waarin het Comité P zelf het mikpunt werd van kritiek, omdat bleek dat het controlecomité vaak wantoestanden bij de politie toedekt in plaats van opspoort.

Bron » De Morgen