10,2 miljoen euro extra middelen voor Justitie

Bij de nieuwe uitgaven gaat 10,2 miljoen euro naar Justitie. Het grootste deel daarvan dient voor het verlenen van juridische bijstand, terwijl 1,1 miljoen euro is uitgetrokken om de uitvoering van korte straffen te verbeteren. Op veiligheidsvlak wordt 2 miljoen euro vrijgemaakt voor het betalen van overuren bij de federale politie. Volgend jaar neemt het aantal inspecteurs met 500 toe.

Minister van Justitie Annemie Turtelboom (Open Vld) had eerder aangekondigd dat ze meer geld voor strafuitvoering zou vragen. De extra middelen die ze tijdens het begrotingsconclaaf kreeg, zullen volledig naar het verhogen van het aantal mensen onder elektronisch toezicht en het aantal werkstraffen en de oprichting van snelrechtkamers gaan.

Concreet komen er 43 voltijdse werkkrachten bij voor de opvolging van personen onder elektronisch toezicht en voor de coördinatie van de plaatsen en uitvoering van de werkstraffen. Het extra personeel gaat in de eerste plaats naar de justitiehuizen met de meeste achterstand: Antwerpen, Brussel, Brugge, Luik en Oudenaarde. Turtelboom herinnerde eraan dat de regering dit jaar 200.000 euro investeert in enkelbanden met spraakherkenning. Dat bedrag moet volgend jaar verdubbelen.

Daarnaast komen er in heel het land snelrechtkamers. Die zullen snel uitspraak kunnen doen in zaken die juridisch-technisch eerder eenvoudig in mekaar zitten, zoals winkeldiefstallen, vechtpartijen, kleine oplichting en afzetterij.

Het kader van de penitentiaire beambten blijft behouden. Ook het contract met de gevangenis van Tilburg wordt met een jaar verlengd. De regering besliste ook eenmalig 9 miljoen euro extra te investeren in de kosteloze rechtsbijstand (pro deo). Wel plant de minister een grondige hervorming van het systeem.

Ze herinnerde in een adem aan een Europese richtlijn die daarover trouwens op komst is. Minister van Binnenlandse Zaken Joëlle Milquet verkreeg dat de jaarlijkse aanwerving van politie-inspecteurs vanaf volgend jaar verhoogt van 1.000 naar 1.400. Tegen 2013 is ook sprake van nog eens 100 extra aanwervingen bij de federale politie.

Nog dit jaar, vanaf 1 augustus, gaat 2 miljoen euro naar het betalen van overuren bij de federale politie. Milquet rekende voor dat het gaat om 70.000 uren, ofwel 122 eenheden voor de vijf laatste maanden van het jaar. Boven de 45 calltakers voor de noodoproepdiensten die een maand geleden werden aangeworven, zullen er bovendien nog eens 51 worden aangetrokken.

Bron » De Morgen

CSI-misdaadlab rijdt nu ook in België rond

Forensisch experts van het NICC werken sinds kort met een mobiel lab waarmee ze op de plaats van een misdaad de eerste analyses kunnen doen. Wie de Amerikaanse crimireeks CSI Miami al heeft gezien, kent ongetwijfeld de Hummer waarmee de speurders naar de ‘crimescene’ trekken en die ze als mobiel lab gebruiken om een moordzaak bijna ter plekke op te lossen. De Belgische experts van het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie (NICC) hebben nu ook hun eigen laboratorium op vier wielen.

Geen Hummer, maar een Volkswagen Transporter. De bestelwagen zit vol met technische apparatuur, zoals een microscoop en een infraroodtoestel (waarmee poeders kunnen worden gedetecteerd) en spooropnamekits. Hightech allemaal, maar een moord wordt daarmee nog niet even snel als op de televisie opgelost.

“Het mobiele lab maakt het mogelijk om op de plaats van een misdaad de eerste analyses te doen, van vlekken – gaat het om bloed of niet – drugs en textielvezels. Maar de meeste analyses zullen nog altijd in ons centrale lab gebeuren”, zegt Gert De Boeck, operationeel directeur criminalistiek bij het NICC.

“Het voertuig biedt ons vooral het voordeel dat we er snel mee kunnen uitrukken en dat er minder tijd verloren gaat om de eerste vaststellingen te doen en om sporen te bewaren. Als er een lichaam wordt opgegraven of uit het water wordt gehaald, is het van belang om er snel bij te zijn. Nu rukken de experten van het NICC ook al uit, maar moeten ze het bewijsmateriaal in de koffer van hun auto laden en daarmee naar het centrale lab rijden.”

Het mobiel lab werd het voorbije jaar al dertien keer ingezet, altijd op vraag van de onderzoeksrechter. “Normaal doen experts van de technische laboratoria van de politie sporenonderzoek, zoals vingerafdrukken nemen. Alleen bij heel complexe zaken rukken wij uit, ter ondersteuning”, zegt operationeel directeur De Boeck.

Bron » De Standaard

Graven in de tuin van een druïde

De speurders van de cel Bende van Nijvel groeven een hele week lang in zijn tuin naar de wapens van de Bende van Nijvel en –misschien – het lijk van de killer. Maar echt druk maakt de extreem-rechtse druïde Herman Wachtelaer (78) zich daarover niet. Hij geniet rustig verder van zijn pensioen.

“Het is toch niet waar zeker! Zijn ze daar nu weer met hun onzin? Eind jaren tachtig hebben ze me 144 uur lang ondervraagd over de Bende van Nijvel. En nu zegt u me dat ze ook alweer een hele week in Tildonk aan het graven zijn. In mijn tuin van vroeger. Dat ze maar doen. Vinden zullen ze toch niks. Er valt nu eenmaal niks te vinden.” Druïde Herman Wachtelaer (78), alias Godi Forseti, leest nog maar zelden de kranten. Dat de speurders die de misdaden van de Bende van Nijvel afgelopen week dagenlang aan het zoeken zijn geweest in zijn vroegere tuin in Haacht, is hem dan ook helemaal ontgaan.

Maar hij vindt er wel zijn plezier in. “Ik had hen kunnen gezegd dat er niks ligt. Maar ja, zouden ze me dan geloofd hebben? En ik hoop voor hen dat ze niet te diep gaan, want op veertig centimeter, zitten ze in het water. Het is daar een moeras. Zoeken ze echt naar wapens? Ikzelf heb in elk geval zelfs nog nooit met een geweer geschoten.”

Eén ding is zeker. De reus van de Bende van Nijvel kan de kwieke Wachtelaer met zijn 1,65 meter alvast niet zijn. Maar een heel duister kantje heeft hij zeker wel. Wachtelaer leeft de jongste jaren alleen in zijn Brusselse appartementje, omringd door boeken en symbolen uit de Keltische en Germaanse mythologie en een reeks naziboeken en -memorabilia, waaronder een afbeelding van de Führer Adolf Hitler, een mes van de Hitlerjugend en een embleem van de Vlaamse afdeling van de Waffen SS. Op zijn 78ste kent hij alle naziliederen nog uit het hoofd en – zo laat hij ons zien – hij speelt ze ook foutloos na op zijn elektrische piano.

“Ik ben een nazi. Een echte nationaal-socialist. Het heeft geen zin om dat te ontkennen want het is de waarheid. Mijn vader was een Duitser. Hij was tijdens de oorlog bij de Waffen SS. Zelf was ik als klein jongetje bij de Hitlerjugend. Na de oorlog ben ik met mijn moeder naar België gekomen. Zij was Belgische. Ik ben tijdens mijn jeugd een overtuigde nazi geworden. Het is niet omdat de nazi’s de oorlog verloren hebben en iedereen tegen ons is, dat ik mijn overtuiging heb afgezworen. Zo zit ik niet in mekaar.”

Maar behalve een nazi is Wachtelaer in de eerste plaats naar eigen zeggen al sinds vele jaren een paganist, een nieuwe heiden. De goden die hij vereert, zijn de sombere Noorse en Germaanse goden Odin en Wodan. Omdat ze zo oorlogszuchtig werden voorgesteld, waren de heidense Goden populair bij de nazi’s ten tijde van Hitler en zijn ze dat ook vandaag nog bij extreem-rechtse organisaties die dwepen met alles wat krachtig is. Wachtelaer geeft vandaag nog altijd lezingen over het heidendom. “Maar u mag de dingen niet verwarren: niet alle mensen die geïnteresseerd zijn in het heidendom, zijn nazi’s.”

Nadat hij eerst in de jaren zeventig met weinig succes de Nationaal Socialistische Unie (NSU) had opgericht, richtte Wachtelaer in 1980 de heidense vereniging Yggdrasil-Levensboom-Arbre de Vie-Irmingur op. Voor Yggdrassil was en is de joods-christelijke beschaving de grote boeman die vernietigd moet worden. Wachtelaer noemt zichzelf een Brabander. “Ik ben geen Vlaming en flamingant. Ik heb een hekel aan dat Vlaams-christelijke gedoe.”

Wachtelaer huurde het terrein aan de Wilde Heide begin jaren tachtig in Haacht om er met zijn vereniging Yggdrassil bijeen te komen. “Ik ben landbouwingenieur van opleiding. Wij probeerden te leven van wat de natuur aan de Wilde Heide ons bood. Ik woonde in Brussel en werkte er als taxichauffeur, maar in het weekend kwamen we naar Haacht. Eerst stond er alleen een caravan maar uiteindelijk werd het een chalet met mooie tuinen en een vijver ernaast. Wij waren bij Yggdrassil ecologisten avant la lettre. Ik gaf er de leden les in de Keltische en Germaanse mythologie. We hielden er ook onze heidense feesten. Midzomervieringen, midwintervieringen en zo. Ik heb er ook heidense huwelijken ingezegend.”

Wachtelaer was de Godi van de groep. “Druïde is Keltisch. Godi is eigenlijk hetzelfde, maar komt uit de Germaanse cultuur. Mij noemden ze bij Ygdrassil Godi Forseti. Van Forseti is ons latere Nederlandse woord voorzitter afgeleid.” Op het hoogtepunt telde Ygdrassil volgens Wachtelaer in totaal zevenhonderd leden. “Dat aantal moet u natuurlijk een beetje relativeren. Het was op zijn Belgisch. Belgen worden al vaker ergens lid van maar als het erop aankomt iets te doen, zie je hen nooit.”

Hoe komt het dan dat de excentrieke Godi Wachtelaer ooit in verband is gebracht met de Bende van Nijvel? “Dat is allemaal de schuld van journalist René Haquin (wijlen René Haquin van ‘Le Soir’, red.). Hij heeft in de jaren tachtig een boek geschreven over het extreem-rechtse Westland New Post (WNP) met als titel Les Taupes dans l’extrême droite Een aantal van de leden van WNP kwamen ook naar onze Yggdrasil-bijeeenkomsten, schreef Haquin. En dat was juist.”

“Paul Latinus onder meer, een fantastische kerel, wat ze achteraf ook allemaal gezegd en geschreven hebben. Paul heeft later zogezegd zelfmoord gepleegd, maar ik ben er zeker van dat het regime hem gezelfmoord heeft omdat hij te veel wist. Er waren nog WNP’ers bij ons: Michel Libert, Jean-François Calmette. Ik vergeet er nog een paar ongetwijfeld.” Eind jaren tachtig werd Wachtelaer opgepakt door de speurders die onderzoek deden naar de Bende van Nijvel.

“Ze hielden ons in het oog natuurlijk. Er stond af en toe een anonieme camionette van de rijkswacht met twee man met een verrekijker aan de Wilde Heide. Wat wil u? Mijn religie en overtuiging is niet die van hen. En volgens sommigen zijn mijn ideeën nu eenmaal extreem. Ze zijn mij komen halen met de handboeien toen ik in mijn taxi zat. Volgens hen kende ik twee van de slachtoffers van de Bende van Nijvel: Constantin Angelou en José Vanden Eynde, ook twee taxichauffeurs in Brussel. Maar Angelou kende ik alleen van ziens en die andere helemaal niet.”

Enfin, ze hebben mij opnieuw vrijgelaten maar ik ben daarna vele zaterdagen aan een stuk naar het politiekantoor getrokken. Dat was onze afspraak. Ik werd telkens opnieuw ondervraagd over de mensen die naar mij kwamen. In totaal 144 uur lang. Maar ik kon toen alleen maar net hetzelfde zeggen als nu. Ze verliezen hun tijd. In Haacht is nooit niets onwettelijks gebeurd. Wat zouden wij over de Bende van Nijvel weten?” Het leven als druïde van Herman Wachtelaer staat ondertussen ook op een laag pitje. “We zijn sinds 2005 weg uit de Wilde Heide. Het draaide niet meer. Het enige wat we nu nog doen, is een studiereis af en toe naar Stonehenge en naar de Externsteine in het Duitse Teutoburgerwald.”

Bron » De Standaard

Graafwerken Bende van Nijvel noodgedwongen stilgelegd

De graafwerken in Haacht in het onderzoek naar de Bende van Nijvel worden tijdelijk gestaakt om technische redenen. Een tegenslag voor de speurders die na twee dagen zoeken nog niets vonden in de tuin van de extreem-rechtse ‘druïde’ Herman W. “Tien jaar geleden vonden ze er ook niets. Hij is een fantast”, reageert zijn broer.

Het moest een grootschalige zoekactie worden in de tuin van Herman W. (78) aan de Wilde Heide in Haacht. Maar de speurders van de Bende van Nijvel moeten al na twee dagen noodgedwongen stoppen, zonder dat ze ook maar iets vonden.

“De zoekactie is gestaakt vanwege technische redenen, maar we gaan zeker door. Mogelijk over een maand, dat moeten we nu bekijken”, zegt onderzoeksrechter Martine Michel, die belast is met het onderzoek naar de Bende-aanslagen.

Bij die misdaden vielen eind jaren tachtig 28 doden, maar de daders werden nooit gevonden. De speurders zijn er evenwel van overtuigd dat ze de misdadigers in het extreem-rechtse milieu moeten zoeken. In het kader daarvan komt nu Herman W. (78) opnieuw in het vizier. Herman W. is een man die zichzelf ‘een druïde’ noemde, en die door zijn rechts-radicale gedachten al meermaals opdook in het Bende-dossier.

“Onzin”, reageert de broer van Herman W., die verbaasd is dat de speurders in zijn tuin in Haacht graven. “Tien jaar geleden zochten ze daar al, maar ook toen vonden ze niets. Het is een grap”, zegt hij. “Bovendien, wat noemt u extreem-rechts? Iedereen bepaalt zoiets toch voor zichzelf?”

Nochtans richtte Herman W. in de jaren 70 en 80 verschillende schimmige extreem-rechtse organisaties op. Hij kwam daarbij in contact met de kopstukken van Westland New Post , een extreem-rechtse groepering die gelinkt wordt aan de Bende van Nijvel. Daarnaast heeft Herman W. ook contact gehad met twee dodelijke slachtoffers van de Bende.

“Kijk, mijn broer amuseerde zich met organisaties op te richten. Maar hij is nogal een fantast. En ja, hij zat inderdaad in het taximilieu, maar dat is gewoon een apart milieu. Dat wil niets zeggen.” Het gerecht had een tip gekregen dat er wapens – en misschien wel een lijk – in zijn tuin in Haacht liggen. De vraag blijft wat Herman W. daar uiteindelijk mee te maken heeft.

Bron » Het Nieuwsblad

Justitie verzuipt in de vragen

De federale overheidsdienst Justitie kreeg sinds de start van de regering-Di Rupo al 1.040 schriftelijke parlementaire vragen te verwerken. Een record. Na een terugval in het aantal parlementaire vragen vorig jaar, is het sinds het aantreden van de regering-Di Rupo alle hens aan dek bij de cel parlementaire vragen van de federale overheidsdienst (FOD) Justitie. Ze kregen al 1.040 schriftelijke vragen te verwerken en bijna evenveel mondelinge.

“Twee medewerkers en een diensthoofd hebben daar een voltijdse taak aan”, zegt Koen Peumans van de FOD. “Justitie is een breed domein, dus gaan de vragen over van alles en nog wat: de gevangenissen, justitiehuizen, interpretatie van wetgeving, de rechterlijke orde, …” De vragen om uitleg worden gesteld door senatoren en kamerleden aan de minister van Justitie, Annemie Turtelboom (Open VLD).

Peumans: “Alles samen is ze een dag per week bezig met de goedkeuring van de antwoorden en de aflevering ervan.” Justitie krijgt het hoogste aantal schriftelijke vragen te verwerken. Nipt tweede is Sociale Zaken (1.018) en Binnenlandse Zaken volgt op grotere afstand als derde (687). Infrastructuur en Financiën vervolledigen de top vijf. Gemiddeld beantwoordt de minister van Justitie elke week vijf vragen in de plenaire zittingen, 30 in commissies en 20 schriftelijke vragen.

Bron » De Standaard