Onderzoek naar mol bij oud-speurders Bende van Nijvel

Alle speurders die in 1986 betrokken waren bij het onderzoek naar de Bende van Nijvel, worden sinds maandag ondervraagd door nieuwe onderzoekers. Er wordt vermoed dat één van de oorspronkelijke speurders het onderzoek saboteerde. Dat schrijft De Morgen. België werd begin jaren 80 geteisterd door een reeks gewelddadige diefstallen, inbraken en overvallen. De zogeheten Bende van Nijvel maakte in die tijd 28 slachtoffers, van wie er acht vielen tijdens een bloederige overval op supermarkt Delhaize in Aalst.

Van de daders is al jaren geen spoor. De enige stap vooruit in het 30 jaar durende onderzoek was de vondst van zakken met wapens en een deel van de buit, in het kanaal in Ronquières. De nacht na de laatste roof hadden getuigen gezien hoe de zakken in het water werden gegooid in Ronquières. Waalse speurders leken de zakken aanvankelijk niet terug te vinden, maar de cel-Delta van onderzoeksrechter Troch in Dendermonde slaagde daar wel in.

Maar daar wringt het schoentje. Volgens een nieuw team speurders, onder leiding van onderzoeksrechter Martine Michel, was de vondst door de cel-Delta nep. De vondst werd bestudeerd door het nationaal forensisch instituut (NICC), en bleek amper twee maanden in het water te liggen. Niet lang genoeg om door de Bende van Nijvel te zijn weggegooid, oordeelde het NICC. Maar wie gooide de wapens en buit dan wel weg? Iemand bij de cel-Delta, vermoedt Michel, met als doel een dwaalspoor te creëren in het onderzoek.

Alle speurders van toen – zo’n twintig in totaal – worden daarom de hele week ondervraagd. Het gaat om oud-topspeurders als Fons Van Riel en Walter DeMoerloose en ex-rijkswachters Eric Sack, Danny Colewaert, Daniël Pandolfi en Philippe Vermeersch. Ze schreeuwen intussen hun onschuld uit. “Het is waanzin te beweren dat we ze zelf in het water hebben gegooid. Wat voor een gigacomplot moet dat niet zijn geweest?”, klinkt het in De Morgen.

Freddy Troch, de voormalige Dendermondse onderzoeksrechter die de Delta-cel leidde die de Bende van Nijvel onderzocht, beschouwt de verhoren van de ex-speurders door de onderzoeksrechter in Charleroi als een kaakslag. “Niet alleen voor de speurders, maar ook voor de slachtoffers en hun familie”, zegt de gepensioneerde onderzoeksrechter.

“De speurders hebben met hart en ziel gewerkt op dit dossier, dag en nacht, en ten koste van hun gezinsleven. Ik kan formeel stellen dat er van manipulatie geen sprake is. Er zijn twee getuigen die gezien hebben dat er zaken in het water gegooid zijn. De dag nadien is er men er oppervlakkig gaan zoeken. Wij zijn een jaar later opnieuw gaan zoeken en hebben de zaken die daar lagen aangetroffen. We stellen ons de vraag of de conclusies van het NICC wel zo formeel zijn. Er zouden zelf stukken overgemaakt zijn aan het NICC die niet afkomstig zijn uit van Ronquières.”

Bron » Het Nieuwsblad

Onderzoek naar mol bij speurders Bende van Nijvel

Bijna alle Vlaamse speurders die in 1986 de wapens van de Bende van Nijvel vonden, worden vanaf vandaag op het matje geroepen bij de onderzoeksrechter in Charleroi. Ze verwachten te worden beschuldigd van ‘onderzoeksmanipulatie’.

De vondst van zakken met wapens en delen van de buit in het kanaal in Ronquieres op 6 november 1986 was de enige stap vooruit in 30 jaar onderzoek naar de Bende. Die liquideerde tussen 1983 en ’85 bij wilde raids 28 mensen. De nacht na de laatste roof van de Bende, met 8 doden in Aalst, zagen getuigen hoe in Ronquieres zakken in het water werden gegooid. Nadat Waalse speurders ernaast hadden gevist, deed de cel-Delta van onderzoeksrechter Troch in Dendermonde dat nog eens over, en met succes.

Maar dat, zegt een nieuw team onder leiding van onderzoeksrechter Martine Michel nu, was nep. Zij liet de vondst heronderzoeken door het nationaal forensisch instituut NICC. Dat oordeelde dat de zakken hooguit een a twee maanden in het water kunnen hebben gelegen. Iemand bij de cel-Delta, denkt Michel, had banden met de Bende van Nijvel en legde een dwaalspoor.

Vanaf vandaag, en daarna de hele week, worden zo’n twintig leden van de toenmalige cel bij haar geconvoceerd. Het gaat om oud-topspeurders als Fons Van Riel en Walter DeMoerloose. Ook ex-rijkswachters Eric Sack, Danny Colewaert, Daniel Pandolfi en Philippe Vermeersch kregen een aangetekende brief. “Er is een feestje gebouwd toen de eerste zak boven kwam”, zegt een van hen. “Het is waanzin te beweren dat we ze zelf in het water hebben gegooid. Wat voor een gigacomplot moet dat niet zijn geweest?”

Vlaamse speurders voelden zich al eerder geintimideerd door het nieuwe team. Nadat eerst teamleider Eddy Vos werd weggestuurd, zag Collewaert zich voorgeleid met een bevel tot medebrenging voor ‘feiten van diefstal met geweld en moord’. De speurders, sommigen gepensioneerd, verwachten dat ze deze week collectief van hetzelfde worden beschuldigd. “Wij waren de Bende van Nijvel, kortom”, zucht een van hen. “Hoeveel zotter kan het nog worden?”

Volgens de speurders slaat het NICC-rapport op niets: “Ze hebben euro’s in het water gegooid om roest te meten. Er zaten Belgische franken in die zakken. Die roesten anders.”

Advocaat Michel Graindorge, die nabestaanden van slachtoffers verdedigt, juicht de ondervragingen toe. Hij roept al sinds 1984 dat de Bende deel uitmaakte van “de strategie van de spanning, opgezet door Amerikaanse inlichtingendiensten” en zegt eindelijk gelijk te krijgen: “Telkens als er vroeger sporen naar CIA of extreemrechts opdoken, gebeurde er iets spectaculairs dat de aandacht afleidde. Zoals met die zakken. Dat was manipulatie. Het wordt tijd dat de verantwoordelijken zich verantwoorden.”

Bron » De Morgen

De onzichtbare hand in het Bendedossier

In september 1983 was er ineens sprake van de Bende van Nijvel. Dertig jaar en 28 roofmoorden later geraakt het ontspoorde onderzoeksdossier van nagenoeg een miljoen bladzijden begraven onder onverschilligheid, onkunde en valse beschuldigingen.

Alleen een parlementaire waarheidscommissie kan nog aan het licht brengen hoe het zwaarste criminele dossier in de geschiedenis van de Belgische justitie werd verknoeid.

“Iemand moet Danny C. hebben belasterd”, want zonder dat hij iets kwaads had gedaan, werd hij op 15 mei 2012 thuis opgepakt door leden van de Onderzoekscel Waals-Brabant en voor verhoor meegenomen naar Charleroi. En daar trad Danny C. binnen in de wereld van Kafka.

Het bevel tot medebrenging van onderzoeksrechter Martine Michel vermeldde dat er, “vu le réquisitoire du Procureur du Roi”, tegen C. ernstige aanwijzingen bestaan voor “culpabilité relatif aux faits de vol avec violences et meurtres”.

Opmerkelijk: in Charleroi werd C. niet gehoord als mededader van de roofovervallen van de Bende van Nijvel, maar als getuige. Toch blijft het bevel tot medebrenging met de verbijsterende beschuldiging tegen C. in het Bendedossier zitten.

C., die intussen een klacht wegens machtsmisbruik indiende tegen onderzoeksrechter Michel, is een gepensioneerde politieofficier met een onberispelijke staat van dienst. Als hoofd van de Deltagroep verrichtte hij destijds voortreffelijk onderzoek naar onder meer overvallen gepleegd door de bende van Philippe De Staerke. Die werd door getuigen in verband gebracht met de moorddadige overval op 9 november 1985 op een Delhaizevestiging in Aalst, de laatste raid van de Bende van Nijvel waarbij acht dodelijke slachtoffers vielen. Het onderzoek naar De Staerke, geleid door de Dendermondse onderzoeksrechter Freddy Troch, werd naderhand tot ieders verwondering overgeheveld naar Charleroi.

Dwaalsporen

Het Bendedossier, waarvan sommige stukken onlangs nog vernietigd werden, beslaat ongeveer een miljoen bladzijden en vormt een doolhof van aanwijzingen, denksporen, theorieën en evenveel dwaalsporen waar slechts enkele veteranen van het onderzoek hun weg in vinden. “Geregeld had je, zoals nu, de indruk dat een onzichtbare hand het Bendeonderzoek de verkeerde kant uit duwde”, zegt een oudgediende onder de speurders.

Het volledige onderzoeksdossier vangt aan op 13 maart 1982 in Dinant, met de winkeldiefstal van een jachtgeweer, en eindigt met de overval op de Delhaize in Aalst. En het enige wat gewezen onderzoekers met enige stelligheid durven te beweren, daarin bijgetreden door onderzoeksmagistraten en profilers van de Amerikaanse politiedienst FBI, is dat er wellicht sprake is van twee Bendes van Nijvel.

Een eerste bende zou hebben geopereerd van 1982 tot eind 1983. Op 27 september 1985 trad de tweede bende naar buiten met twee opeenvolgende roofovervallen in Eigenbrakel en Overijse, en enkele maanden later met de laatste en meteen moorddadigste aanslag, die in Aalst, telkens op Delhaize-vestigingen.

Militair opgeleid

Vooral de eerste overvallenreeks werd gelinkt met extreemrechts. De werkwijze liet vermoeden dat de daders militair opgeleid waren of rijkswachtersscholing hadden genoten. Zo lokten ze na de overval op de Colruyt in Nijvel op 17 september 1983 de gealarmeerde gendarmes in een vakkundig aangelegde hinderlaag en openden ze een kruisvuur. Voor de tweede reeks werd gedacht aan pogingen tot afpersing van Delhaize, al bestaat daar geen bewijs voor.

Het vermoeden dat bepaalde groepen in België en in Europa een klimaat van terreur wilden creëren, leefde in die dagen sterk. Gewezen premier Wilfried Martens beschreef die periode in zijn memoires. Begin augustus 1980 was er de bomaanslag op het station van Bologna, door twee extreemrechtse militanten die evenwel hun terreuropleiding in de Sovjet-Unie en in Libië hadden genoten. In West-Duitsland was de derde generatie van de Rote Armee actief. Abou Nidal pleegde moordende bomaanvallen op de luchthavens van Wenen en Rome. En in België organiseerde de CCC van Pierre Carette tussen 1984 en 1985 een tiental aanslagen.

In het Bendeonderzoek doken verdachten op van allerlei slag. Sommigen, onder wie gewezen rijkswachters, hadden banden met extreemrechts en paramilitaire organisaties, anderen bleken als informanten gelinkt aan binnen- en buitenlandse inlichtingendiensten.

Niettemin spitste een eerste onderzoek zich toe op leden van de zogenaamde bende van de Borinage, die finaal door het assisenhof van Henegouwen werden vrijgesproken.

De Staerke

In Dendermonde werd in die dagen geënquêteerd naar een reeks overvallen toegeschreven aan de bende van Philippe De Staerke. Dat onderzoek bracht begin 1986 een link met de Bende van Nijvel aan het licht. Want De Staerke zou enkele uren voor de overval in de Delhaize van Aalst zijn geweest.

In het Bendedossier zaten ook twee verklaringen van getuigen die na de overval in Aalst mannen hadden opgemerkt die in Ronquières, ter hoogte van de Large de Fauquez, zakken in het water gooiden. Er was met peilstokken vruchteloos naar die zakken gezocht. In november 1986 liet onderzoeksrechter Troch duikers aanrukken. Die haalden zakken boven met onder meer een geldkoffer en cheques afkomstig uit de Delhaize van Aalst en stukken van munitiedozen. Een jaar eerder waren langs de kanaaloever, ter hoogte van de vindplaats in het kanaal, flarden van gelijkaardige dozen gevonden van het soort munitie dat door de bende was gebruikt.

In een nota van amper elf bladzijden maken de huidige onderzoekers van Cel Waals-Brabant het Dendermondse onderzoek echter met de grond gelijk. Volgende krakkemikkig gestelde maar opmerkelijke passage komt letterlijk uit dat rapport:

“In fine: iedereen heeft zich blijkbaar ernstig vergist. Dat is trouwens niet de eerste keer, na de bende van de Borains (marginalen) de bende van Baasrode of DS [De Staerke], en laat ons eerlijk zijn, de strafmaat van 20 jaar gevangenisstraf voor de gepleegde feiten toegekend aan de ‘Bende van Baasrode”, dit eveneens voor DS [De Staerke] dewelke reeds half september vertrokken was uit de bende, en also de andere helft van de feiten niet heeft gepleegd… mag trouwens worden beschouwd als straffe tabak, nooit eerder gezien… Sorry voor de veroordeelden, maar er is geen beroep mogelijk tegen deze uitspraak, en waar zitten trouwens hun advocaten?”

Manipulatie

Het laat zich raden dat de intussen gepensioneerde Freddy Troch met verbijstering kennis nam van deze analyse die hem in januari 2012 werd voorgelegd. De Onderzoekscel Waals-Brabant veegt vandaag Trochs onderzoek naar De Staerke van tafel als een afleidingsmanoeuvre, een manipulatie om de politieke, extreemrechtse piste toe te dekken. Want uit onderzoek zou zijn gebleken dat de voorwerpen die de Delta-groep in Ronquières had bovengehaald nooit langer dan een of twee maanden in het water hebben gelegen. Voor de hand liggende conclusie: onderzoekers van de Deltagroep hebben de spullen zelf in het water gegooid.

Hoewel is gebleken dat de enquêteurs verkeerde voorwerpen lieten onderzoeken, staat de bewering nog steeds op de website van de onderzoekscel en blijft er een onterechte verdenking rusten op onbesproken politiemensen en onderzoekers.

In het verleden hebben twee parlementaire commissies zich over het onderzoek naar de Bende van Nijvel gebogen. Zonder veel resultaat, tenzij een nog grotere verwarring. Het Bendedossier verjaart in november 2015. Met hun nieuwste theorie hopen de huidige enquêteurs de verlenging van de verjaringstermijn te forceren.

Maar dit dossier is de afgelopen maanden definitief begraven onder politieke onverschilligheid, onkunde en valse beschuldigingen en dreigt zelfs te ontaarden in een communautair geschil. Alle pogingen van enkele betrokkenen om de politieke verantwoordelijken op die ontsporing te attenderen, bleven zonder gevolg.

Alleen een parlementaire waarheidscommissie kan nog aan het licht brengen hoe het zwaarste criminele dossier in de geschiedenis van de Belgische justitie werd verknoeid. Die klaarheid scheppen is wel het minste wat de overheid de nabestaanden van de 28 slachtoffers is verschuldigd.

Bron » De Tijd | Rik Van Cauwelaert

“Brussel is schaakbord voor spionnen en dubbelagenten”

Brussel is sinds de Koude Oorlog een schaakbord voor spionnen en dubbelagenten. Dat zegt onderzoeksjournalist Kristof Clerix in zijn nieuwe boek ‘Spionage Doelwit: Brussel’. Het boek bundelt negen waargebeurde 007-verhalen uit de jaren zeventig en tachtig en volgens Clerix is de waarheid over spionage “straffer dan James Bond”.

Om zijn informatie te verzamelen trok Clerix naar de inlichtingendiensten van Praag, Berlijn, Boekarest, Boedapest, Sofia en Warschau. “Ik vroeg hen of ze mij alle informatie konden doorspelen over België en de Europese instellingen in Brussel. Van één dienst kreeg ik liefst 26.000 bladzijden.”

Spionagenest

Clerix onderzocht de informatie en kwam tot enkele opmerkelijke vaststellingen: zo zouden in de jaren tachtig meer dan 180 Oost-Duitse spionnen aanwezig geweest zijn in ons land, bleek de haven van Antwerpen een waar spionagenest en onderhielden Oostblokspionnen contacten met mensen uit de Belgische vredesbeweging.

Nog: een Stasi-agent opereerde onder tien valse aliassen en probeerde een Belgische student te rekruteren, twee Belgische politici kregen geld van de Tsjecho-Slowaakse geheime dienst en een belangrijke figuur uit de Europese beweging werd het doelwit van Hongaarse spionnen.

Brussel kreeg tijdens de Koude Oorlog honderden spionnen over de vloer, zegt Clerix. En dat is er sindsdien niet op verbeterd. “Anno 2013 is Brussel de diplomatieke hoofdstad van de wereld. Met 288 diplomatieke vertegenwoordigingen laat Brussel zelfs Washington en Geneve achter zich. De Europese Unie is doorheen de jaren steeds verder uitgebreid.”

“Tel daarbij nog de honderden internationale ngo’s, lobbyorganisaties, advocatenkantoren, media en bedrijfskoepels met hoofdzetel in Brussel. Nogal logisch dat inlichtingendiensten uit alle continenten vandaag – meer dan ooit tevoren – in Brussel geïnteresseerd zijn.”

Staatsveiligheid

Volgens Alain Winants, administrateur-generaal van Staatsveiligheid, telt Brussel anno 2013 ongeveer 150 Russische diplomaten en is “niet minder dan dertig procent van hen een inlichtingenofficier”. “Dat is meer dan tijdens de Koude Oorlog”, zegt Clerix.

Bron » De Morgen

Leugendetector vorig jaar 461 keer gebruikt

Het Belgisch gerecht heeft in 2012 in 461 dossiers gebruik gemaakt van de leugendetector. Dat blijkt uit het antwoord van minister van Justitie Annemie Turtelboom op een schriftelijke vraag van Inge Faes (N-VA). Daarmee komt een einde aan een continue stijging de afgelopen jaren. In 2001 werden 60 testen uitgevoerd, een aantal dat de voorbije jaren toenam tot het recordaantal van 508 in 2011.

Op de 461 testen die in 2012 werden uitgevoerd, bleek volgens de leugendetector dat 66 personen de waarheid niet spraken. Hierop volgden in 32 gevallen een bekentenis. In 191 testen bleek de betrokkene niet leugenachtig en in 26 was het resultaat onbeslist. 84 keer werd de uitvoering van de test onderbroken, bijvoorbeeld om medische redenen, en 94 keer kon de test niet doorgaan omdat de persoon die moest worden verhoogd niet kwam opdagen.

Bron » De Standaard