Negatieve DNA-test pleit de Reus niet vrij

Dat een DNA-test van Christiaan Bonkoffsky in 2000 niks opleverde, pleit hem niet vrij. Het enige bruikbare DNA-spoor van de Bende zat op een sigarettenpeuk in een taxi in januari 1983. ‘Wij weten niet of die peuk echt van een Bendelid is.’

Het is toch niet zo dat er helemaal niks is gebeurd met de aangifte van Marc Van Damme, de jeugdvriend van Christiaan Bonkoffsky. Hij belde eind 1998 naar het nummer dat hij zag op de gele opsporingsfoto’s met robotfoto’s.

Marc Van Damme: “Ik werkte in die tijd in Brakel, en op de weg naar Dendermonde stopte ik aan een rood licht aan de rijkswachtkazerne van Haaltert. Ik zag die affiche en besefte: ik heb altijd gelijk gehad. Een paar dagen laten heb ik gebeld.”

Van Damme kende Bonkoffsky van in café Tijl op de Grote Markt in Dendermonde. Bonkoffsky was een zuipschuit en viel weleens in slaap aan de toog. “Dan was het van: ‘Wie gaat hem wakker maken? Ik niet!’ Je wist: als je hem een tikt geeft, schiet hij overeind met een karategreep.”

‘Onleesbaar’

Van Damme zegt dat hij al heel lang vermoedens had. Op basis van het verleden van Bonkoffsky bij de Groep Diane, zijn gestalte, de verhalen waar hij mee kwam tijdens hun bordeelbezoeken rond de Aarschotstraat in Brussel. “We zijn elkaar in 1983 wat uit het oog verloren. Ik ben pas in de jaren na de Bende-aanslagen aan hem beginnen te denken. Ik probeerde mezelf ervan te overtuigen dat ik spoken zag, maar het bleef altijd aan me knagen.”

“En toen zag ik die foto.”

Maar met zijn tip lijkt dus erg weinig te zijn gebeurd. Gisteren raakte bekend dat Bonkoffsky wel degelijk door de cel Waals-Brabant (CWB) is verhoord in 2000, maar dus minstens een jaar na de tip.

“Ik meen me te herinneren dat de tip van mijnheer Van Damme pas in 2000 is binnen gekomen”, reageert de Luikse procureur-generaal Christian De Valkeneer. “Er is niet nodeloos lang gewacht.”

Van Damme spreekt dat tegen. Na de herlancering van de piste Bonkoffsky, begin dit jaar, werd hij ondervraagd. “De politieman die mij ondervroeg, liet me de fiche zien van de tiplijn. Elke tip werd genoteerd op een A4’tje. En daarop stond duidelijk: 1998. Ik vond het wel heel raar. Op de affiche stond ‘anonimiteit verzekerd’, maar het eerste wat ik bovenaan die fiche zag, waren mijn naam en mijn adres, die ik geen van beide had genoemd. Ik had gebeld vanuit een rusthuis in Brakel, waar ik toen werkte. Die hebben dus allereerst mij zitten checken.”

“Verder zag ik één lijntje tekst in een minuscuul, onleesbaar handschrift. Ik kon het niet ontcijferen, maar wat me opviel, was dat geen van de kerngegevens die ik had doorgebeld, was genoteerd: de naam Bonkoffsky, de Groep Diane, wapenfreak. Als men nu zegt dat zijn naam al twintig jaar in het dossier zat, dan in elk geval toch niet op de fiche van mijn oproep.” En toch, laattijdig of niet: Bonkoffsky werd ondervraagd.

Hij ontkende iets met de Bende te maken te hebben en stond vrijwillig speeksel af en liet zijn vingerafdrukken nemen. Opvallend. Hoewel geboren en getogen in Dendermonde, eiste Bonkoffsky volgens bronnen bij het toenmalige CWB om in het Frans te worden ondervraagd.

Franstalig kamp

De CWB was in die jaren opgedeeld in twee kampen. Het Nederlandstalige, onder leiding van Eddy Vos, onderzocht ‘politieke pistes’, zoals de mogelijke betrokkenheid van ex-leden van de Groep Diane. Het Franstalige kamp stond onder leiding van oud-BOB’er Lionel Ruth. Hij hoonde bij herhaling publiekelijk het idee van een inside job weg.

De DNA-test was negatief, en ook de vingerafdrukken gaven geen match. Maar dat pleit Bonkoffsky helemaal niet vrij.

De CWB beschikt over twee DNA-sporen van de Bende. Het eerste, met een volledig DNA-profiel, is onttrokken aan rode Marlboro-sigarettenpeuken in de auto van Constantin Angelou, een van de prilste slachtoffers. De Griekse taxichauffeur pikte in de avond van 9 januari 1983 een klant op aan het Flageyplein in Elsene. Drie dagen later werd zijn taxi aangetroffen in Bergen.

Angelou was achter het stuur geliquideerd met meerdere nekschoten. In de asbak zaten peuken die de speurders toeschrijven aan Angelous laatste klant, de moordenaar dus. “Wij gaan ervan uit dat de peuk van de dader is”, zegt De Valkeneer. “Maar helemaal zeker weten we het niet.”

Tweede spoor

Er is nog een tweede DNA-spoor, aangetroffen op een stuk van een kogelvrij vest dat in 1986 werd opgevist uit het kanaal in Ronquières. Na hun laatste raid, in Aalst, op 9 november 1985, dumpten de daders daar bewijsstukken. “Maar ook hier weten wij niet zeker of dat DNA van een lid van de Bende is”, zegt een ex-CWB-speurder. Het profiel is trouwens onvolledig.”

Van de bloedige raids op supermarkten waar in 1983 en 1985, waar de Reus in beeld kwam, is er geen enkel DNA-spoor.

De CWB beschikt over vijf (onvolledige) vingerafdrukken. Drie ervan werden gevonden op de donkere Saab 900, gebruikt bij de raid op de Colruyt in Nijvel op 17 september 1983. Bij die aanslag deed de Reus niet mee. Twee andere afdrukken zaten op een vuilniszak na de aanval op de Delhaize in Beersel op 7 oktober 1983. Dit was de eerste raid waarbij melding werd gemaakt van een man van 1,90 meter.

De Valkeneer: “Maar ook daar had je drie daders. Dat DNA en vingerafdrukken niet matchen hoeft dus niets te betekenen. Men mag niet vergeten dat er na de oproep aan het publiek in 1998 honderden tips binnenkwamen. Er is aan zo’n driehonderd mensen, ook de huidige verdachte, gevraagd om speeksel en vingerafdrukken af te staan. Dat was een methodologie, met het idee van: stél.”

Marc Van Damme denkt dat hij de speurders zo ook wel had kunnen vertellen dat het DNA nooit kon matchen met zijn jeugdvriend: “Christiaan rookte geen Marlboro, maar blauwe Gauloises filter.”

Doorbraak

Het zit hem trouwens hoog hoe hij steeds maar weer moet horen dat de doorbraak er kwam nadat de broer van Bonkoffsky met zijn sterfbed-verhaal kwam.

Marc Van Damme: “Pas nadat ik David Van de Steen ontmoette en wij gingen pushen bij de speurders is het onderzoek in februari geactiveerd. Toen pas is de broer ondervraagd en heeft die na lang tegenpruttelen bekend wat zijn broer hem kort voor zijn dood had opgebiecht. Was hij niet ontboden bij de politie, dan had die broer dat gewoon voor zich gehouden, zoals hij al twee jaar deed.”

Speurders van de CWB blijven intussen graven in het verleden van Bonkoffsky. Vorige week vroegen ze in de stadsbibliotheek van Aalst zijn leeskaart op, om te zien wat voor boeken hij in de jaren voor zijn dood las.

“Ja, we willen alles weten over hem”, zegt De Valkeneer. “Voor ons is en blijft dit een hoogst interessante piste.”

Bron » De Morgen

Een monumentale schande. Hoe kan het verder met de Bende?

Soms keert het verleden op heel ironische wijze terug. De zogenaamde reus van de Bende van Nijvel zou in Aalst gewoond hebben en gestorven zijn, de stad van de laatste en meest moorddadige overval die acht mensenlevens kostte. Hoe kan het dat we pas na 35 jaar, misschien, een eerste dader kennen? En hoe zou het nu verder kunnen?

Over die Bende van Nijvel maakte ik een dubbele Panoramareportage (1995) die aanleiding was voor een tweede parlementaire onderzoekscommissie, alsook minstens vijf Terzake reportages; ik schreef er een boek over en het grootste hoofdstuk in het ‘Het land van de 1000 schandalen. Encyclopedie van een kwarteeuw Belgische affaires’. Daarna hield ik het journalistiek grotendeels voor bekeken. Je wil geen leven lang met schandalen doorbrengen en vooral, dat onderzoek is zelf een bende. Je kan als journalist die knoeiboel wel in kaart brengen en zelfs aanklagen, maar ook niet meer dan dat.

Maar alles komt terug… en niet omdat het onderzoek zelf voor een doorbraak zorgt. Laten we hopen dat er straks officieel bevestiging komt dat we eindelijk toch één dader kennen. Meer dan 35 jaar na de eerste feiten is dat niets te vroeg en nog altijd ridicuul weinig voor, tot de aanslagen van 22 maart vorig jaar, de zwaarste moordreeks in ons land.

Hoe kon het zover komen?

Het blijft ook vandaag een cruciale vraag waarom deze moordreeks zolang onopgehelderd blijft. Om te beginnen is het onderzoek ontzettend slecht gevoerd. Jaren gaan verloren omdat men in Nijvel koppig het doodlopende spoor van de Borains volgt, zelfs met het acht maanden achterhouden van het materiële bewijs dat hen vrijpleit. Uiteindelijk verhuis het dossier.

Dendermonde vond wapens en andere Bende-stukken, en vroeg toegang tot enkele gerechtelijke dossiers. Ondanks de geboekte vooruitgang kreeg het die informatie niet, wel werd het onderzoek plots afgepakt. Volksvertegenwoordiger Tony Van Parys zag dit als de ‘definitieve doodsteek’.

In de decennia die verstrijken is het een komen en gaan van onderzoeksrechters en speurders, elke continuïteit raakt zoek. Geregeld is er nog rook, maar nooit vuur, er komen maar geen resultaten.

Opvallend is hoeveel mogelijke sporen en hypotheses dit onderzoek wel telt: banditisme, afpersing, extreemrechts, voorbereiding van een staatsgreep, (ex-) rijkswachters, schietclubs, inlichtingendiensten, wapenhandel… Nog opvallender is hoe het onderzoek in al die richtingen onvoldoende is gevoerd met als vervelende gevolg dat geen enkele hypothese echt kan worden afgevinkt. Ook vallen er veel beslissingen die minstens de schijn van tegenwerking oproepen; zo wordt het bovenop een kweekvijver voor complottheorieën, bijna onafwendbaar is dat als er geen klaarheid komt.

Zou het dan nu anders kunnen verlopen?

Zullen gerecht en politie deze maal die klaarheid scheppen, liefst volledig? Alvast geeft men de indruk er nu echt werk te willen van maken. Maar het is niet voor het eerst dat men daadkracht verkondigt nadat de Bende het nieuws haalt, er zijn vroeger zelfs al resultaten aangekondigd inclusief deadlines die inmiddels ook al vele jaren verjaard zijn.

Zal men dan nu mogelijke betrokkenen stevig op de rooster leggen? En niet zoals vroeger een rogatoire commissies sturen naar het verre buitenland waar een ondervraagde als vrij man met de voeten kan spelen van speurders in tijdsnood en zonder veel overtuigingsmiddelen?

Zal men niet langer wachten tot mensen dood zijn om ‘nog eens’ in gang te schieten? Dat gebeurde vroeger al met onder andere Martial Lekeu, overleden in de VS, en Madani Bouhouche, overleden in Frankrijk? Ook nu kan de vermoedelijke dader niet meer antwoorden: wie waren zijn kompanen? Had hij een bijverdienste als crimineel? Of andere motieven? Of handelde hij in opdracht, en van wie dan wel?

Zal men het onderzoek echt op volle kracht voeren, met inzet van alle middelen en technieken? Zal men na 35 jaar ook snel een regeling voor kroongetuigen uitwerken? Zodat we nu eindelijk te weten zouden komen wat er al dan niet aan de hand was met leden en ex-leden van de groep Diane en de ruimere rijkswacht?

Zullen we dus eindelijk helemaal weten wie de daders waren, waarom ze het deden en wie de opdrachtgevers waren?

Een monument van de schande

Het is goed om niet te cynisch te zijn en te hopen op een echte doorbraak in deze permanente schandvlek op de Belgische justitie. Iedereen die enigszins verantwoordelijk en betrokken is in politiek, politie of gerecht zou dit moeten eisen en zich daarvoor te pletter ijveren. Maar men kan niet al te naïef zijn. Na 35 jaar van onuitstaanbare onkunde en onwil zou het verbazen als we ooit het fijne ervan te weten zullen komen.

Wat zeker kan, hoe het onderzoek verder ook evolueert, is dat dit land de middelen vrijmaakt voor een monument ter nagedachtenis van de slachtoffers. Minstens dat is deze staat hen verschuldigd. Zij, en alle burgers, hebben recht op dit monument waarmee de schande van een rechtsstaat die schuldig verzuim pleegt, onuitwisbaar aanwezig blijft. Voor de opname van de Panorama-reportages in 1995 verzamelden we alle door de Bende gebruikte wapens in het Brusselse justitiepaleis, misschien kan dat inspireren. Want zolang de Bende-moorden onopgelost zijn, blijven de slachtoffers met volledig lege handen achter en regeert geweld.

Bron » Pala.be | Dirk Barrez

De rijkswacht als ‘duistere macht’?

De parlementaire bendeonderzoeken konden het niet ontkennen: uit de onderzoeken bleek dat er ‘een duistere macht’ achter de feiten zat. Maar noch de parlementaire noch het gerechtelijk onderzoek konden tijdens de dertig voorbije jaren ontdekken wie die duistere macht uitoefende.

In andere soortgelijke moorddossiers is dat intussen wél gebeurd: de moorden op Julien Lahaut en op Patrice Lumumba werden ‘gecommanditeerd’ door hetzelfde ‘establishment’ en uitgevoerd door gelijkaardige parallelle netwerken.

Bovendien kwam de waarheid in deze dossiers niet door één of ander officieel onderzoek naar boven: zonder wetenschappelijk onderzoek en onderzoeksjournalistiek was het ook daarin bij ‘een duistere macht’ gebleven. Dat onze justitie de laagste score haalt in een bevraging naar de geloofwaardigheid van onze instellingen hoeft dus niemand te verwonderen. Er moet ook een andere les uit getrokken worden: laat ons niet naïef zijn.

Mededelingen

In zijn interpellatie in het parlement verklaarde de justitieminister dat hij enkel kan ter kennis brengen wat de procureurs-generaal hem voorschrijven. Daardoor weten wij nu dat de identificatie van de reus en de mogelijke piste van de ontwrichting van de staat ‘een interessante piste is’.

De parlementairen luisterden er naar alsof het een begrafenistoespraak was. Zijn er dan geen vragen waarop kan worden geantwoord zonder het onderzoek te schaden of de rechten van de betrokkenen in het gedrang te brengen? De piste van Chris(tiaan) B. uit Dendermonde, alias Bonno, is reeds heel wat langer gekend dan vandaag. Tien jaar na de feiten kwam Bozidar Junior ermee naar buiten. Hij werd opnieuw ondervraagd en haalde de foto van de man uit een line-up. De man op de foto was een rijkswachter. Maar Bozidar Junior werd afgewimpeld.

“De speurders die zich ontfermden over de Bende van Nijvel hebben er onderzoek naar gedaan en zeiden mij dat hij niets met die feiten te maken had”, zegt hij. Sindsdien heeft hij niets meer gehoord (VRT-nieuws, 23 okt 2017).

Volgens Het Nieuwsblad dook de naam van de intussen overleden ex-rijkswachter al in 1999 op in het onderzoek, nadat de speurders een jaar eerder een tweede reeks affiches hadden verspreid met robotfoto’s van de Bendeleden.

Enkele van de 1.300 tips die toen binnenkwamen, zouden gewezen hebben op de sterke gelijkenis tussen robotfoto nummer 19 en C.B. Bovendien matchte zijn profiel, onder meer als voormalig lid van de elite-eenheid van de Groep Diane.

Twee vragen

Het is de opdracht van het parket en de onderzoeksrechter om de bewijzen te verzamelen en de daders te vatten. Daarover gaat de geheimhouding van het gerechtelijk onderzoek. Er is evenwel nog een andere opdracht: er voor te zorgen dat er geen ‘disfuncties’ ontstaan of voortbestaan in de werking van de openbare diensten.

Dat is ook de verantwoordelijkheid van de justitieminister. Het is nu niet alleen de vraag wie de moorden heeft begaan of wat er de bewijzen van zijn. Het is ook de opdracht van de parlementairen om de justitieminister te interpelleren over zijn bevoegdheid: wat hebben de speurders gedaan met de informatie die zij reeds langer hadden over ‘de reus’? Welke gevolg is daaraan gegeven, welke onderzoeksopdrachten werden uitgevoerd?

Onderzoeksrechter

De verantwoordelijkheid voor het gerechtelijk onderzoek ligt bij de onderzoeksrechter. In de andere moorddossiers, de zaak Lahaut en het Lumumba-dossier is gebleken dat de onderzoeksrechter niet alle informatie kreeg waarover de enquêteurs beschikten, wat grotendeels verklaart waarom er in de onderzoeken geen vooruitgang werd gemaakt.

Het maakte zelfs de kern van de problematiek uit in het Dutrouxonderzoek: het comité P paste zijn verslag aan om de bekentenissen van de rijkswachters over het achterhouden van de operaties Othello en Décimes voor onderzoeksrechter Doutrèwe verborgen te houden.

Er zijn overigens ook nog heel wat andere dossiers waarin ‘disfuncties’ van de rijkswacht voor de onderzoeksrechter werden verborgen of onderzoek daarover werd onmogelijk gemaakt: de operaties Antwerp Tower en Rebel en het geheim politiesamenwerkingsakkoord tussen de rijkswacht en de Turkse overheden.

Vraag is dus wat aan onderzoeksrechter Martine Michel over de piste van de reus werd ter kennis gebracht. Reden te meer dat deze onderzoeksrechter van bij het begin aandacht had voor de piste van de ontwrichting en zij het lastig heeft gehad om niet van het dossier te worden gezet.

Radicale Maatregelen

Het is alsof wij nu plots wakker worden: wat was de rol van de rijkswacht in een mogelijke ontwrichting van de staat? Zijn wij dan al die tijd doof en blind gebleven voor wat dit korps zelfs openlijk heeft verklaard? Dat werd zeer duidelijk in de toespraak die de Luitenant-generaal-korpsoverste Willy De Ridder hield op een colloquium dat op 7 en 8 oktober 1994 op het hof van cassatie werd gehouden met als titel ‘Een eigentijds Openbaar Ministerie.’

De generaal zei toen: ”De procureur des konings is niet bij machte om de leiding van de opsporing als dusdanig op zich te nemen. Hij is daar niet geschikt voor. Hij kan, benevens op de wettelijkheid, alleen maar toezicht uitoefenen op de volledigheid en de degelijkheid van de opsporingen.”

”Welke richting men hier ook uitgaat, het principe volgens hetwelk de onderzoeksrechter het onderzoek leidt en controleert, heeft in de praktijk niet alleen onvoldoende uitwerking, maar vernauwt ook het onderzoekspotentieel van een politiedienst in die mate dat de onderzoeksrechter slechts met bepaalde onderzoekers wenst te werken.”

“Als zou blijken dat er na de geschetste ingrepen die alle te realiseren zijn binnen de vigerende wetgeving, er toch geen beterschap komt inzake de opsporing en vervolging, dan zal naar meer radicale ingrepen moeten worden uitgezien.”

Hadden zijne koninklijke hoogheid de kroonprins en de andere hoogwaardigheidsbekleders die op het colloquium aanwezig waren dan niet begrepen wat de generaal voorhield?

Dat indien de procureur zijn bevoegdheden in de opsporing en de onderzoeksrechter de leiding van het onderzoek zouden behouden er moest worden uitgezien naar andere ‘radicale maatregelen’? Zoveel als de overname door de rijkswacht van de grondwettelijke opdrachten en bevoegdheden van de rechterlijke macht in het vooronderzoek.

En zijn die intussen niet reeds in uitvoering? Is de rijkswacht intussen niet de federale politie geworden die alle andere diensten, de lokale uitgezonderd, heeft opgeslorpt? Heeft de rijkswacht intussen door de wet op het politieambt niet de mogelijkheid gekregen om zijn eigen verzelfstandigde en geheime opsporing uit te bouwen en toe te passen? Was de rijkswachtoperatie al of niet met bijzondere methoden niet onder eigen bevel en buiten het gezag van de onderzoeksmagistratuur gegroeid?

Niet zo duister

Als je naast elkaar zet wat wij aan informatie hebben over ‘de duistere macht’ is deze heel wat minder duister dan wordt voorgehouden. Dat de waarheid kan komen van een wetenschappelijke benadering is duidelijk aangetoond door het voortreffelijke werk door het Studie- en Documentatiecentrum Oorlog en Hedendaagse Maatschappij (CEGESOMA) naar de moord op de communistenleider Julien Lahaut.

Wie de waarheid wil kennen over wat toen mogelijk was en is kunnen gebeuren moet absoluut de boeken over de moord lezen. In het laatste deel van Emmanuel Gerard, Widukind De Ridder en Françoise Muller wordt het verpletterende geheim van ‘la Belgique à papa’, zoals Knack- redacteur Walter Pauli het noemde, toegelicht.

Deze revelatie over de moord is veel meer dan een spannende politieroman. Het is de weergave van wetenschappelijk onderzoek naar een politieke moord die gepleegd werd door een uit het verzet tegen het nazi-regime voortkomende organisatie, minstens met medeweten van de hoogste gezagsdragers, en gefinancierd door de haute finance, waarbij het gerechtelijk onderzoek, door de werking van de organisatie, vakkundig kon worden belemmerd.

Dat ook de goede onderzoeksjournalistiek de waarheid dient werd o.m. bewezen door het volgehouden onderzoek van wijlen Walter De Bock over de moord op André Cools. Het heeft heel lang geduurd vooraleer zijn piste over de betrokkenheid van politiekers door het gerechtelijk onderzoek werd aanvaard.

En ook in de bendedossiers leverde Walter De Bock belangrijke bijdragen die allen de piste van de ontwrichting van de staat dienden. Reden waarom zijn verhoor, zoals dat van de wetenschappers in de Gladio-commissie die het naoorlogse verzetsnetwerk Stay Behind onderzocht, hoewel die reeds op de agenda stonden, nooit is doorgegaan.

Dat is ook in het bendeonderzoek gebeurd. Manipulatie die door onderzoeksrechter Martine Michel werd ontdekt over de in Ronquières gevonden overtuigingstukken is niet de enige poging tot destabilisering. Deze was reeds van bij het begin van het onderzoek aanwezig. Het eerste parlementair onderzoek stelde vast dat het parket een overmatige druk had gehad op de onderzoekspistes en de onderzoeksstrategie van de onderzoeksrechter.

Wat nu?

Hebben ook de andere parlementaire onderzoeken niet te maken met dezelfde ‘duistere macht’? Zowel het Panamaschandaal als de Kazachgate vertonen dezelfde gemene kenmerken.

In de Kazachgate gaat het over het grote geld dat werd verdiend met de verkoop van gevechtshelikopters of de megafraude in de diamant, waaronder ook bloeddiamant, het betaalmiddel voor al wat onheus is.

Onder het grote geld dat in Panama werd verscholen is er ook heel wat van verdachte afkomst. Of wij het niet konden geweten hebben? Je moet geen overjaarse communist zijn om het te beweren.

Eisenhouwer in zijn afscheidsrede: ”In the councils of government, we must guard against the acquisition of unwarranted influence, whether sought or unsought, by the military-industrial complex. The potential for the disastrous rise of misplaced power exists and will persist”.

Wat gaat er gebeuren indien na de strafrechter (afkoopwet) ook de onderzoeksrechter (hervomingsplan) moet verdwijnen? Laat ons niet naïef zijn: zolang ‘de duistere macht’ mag voortbestaan, zal die blijven voortwerken.

Als diegene die er de uitspattingen moet van onderzoeken, de onderzoeksrechter, en diegene die het moet bestraffen, de strafrechter, vervangen worden door diegenen die onder het gezag van het systeem werken, het openbaar ministerie, kan het enkel nog erger worden.

En het gaat heus niet alleen over justitie: welk vliegtuig wordt de vervanger van de F16? Wordt dat de F-35 bommenwerper van het Amerikaanse Lockheed-Martin of het Rafale multirole-gevechtsvliegtuig van het Franse Dassault?

Wat hebben wij nodig? Een multirole jager of een vliegtuig dat enkel de atoombom kan vervoeren? Is ook daarin duistere macht, ‘the disastrous rise of misplaced power’, niet doorslaggevend?

Bron » Apache | Walter De Smedt