Geens over Bende van Nijvel: “Gevoel dat stukje vertrouwen hersteld is, maar nog hele weg te gaan”

De slachtoffers van de Bende van Nijvel zijn tijdens hun jaarlijkse bijeenkomst voor het eerst ontvangen op het kabinet van de minister van Justitie Koen Geens (CD&V). Achteraf was er bij hen vooral ontgoocheling te bespeuren. Maar volgens minister Geens is het vertrouwen toch een stukje hersteld.

Tijdens de jaarlijkse bijeenkomst krijgen de slachtoffers en hun nabestaanden een update van het onderzoek. Vandaag kregen zij van de procureur-generaal van Bergen te horen dat er de voorbije weken 600 nieuwe tips zijn binnengekomen, waarvan 450 het onderzoeken waard zijn. Maar een doorbraak is er nog altijd niet en veel meer nieuws kregen de slachtoffers niet.

Minister Geens begrijpt hun ontgoocheling, maar denkt dat het vertrouwen toch een beetje hersteld is. “Ik heb vandaag gastheer gespeeld omdat ik het belangrijk vond dat het vertrouwen tussen het gerecht en de slachtoffers stilaan hersteld wordt, want er is een vertrouwensbreuk geweest. Ik heb het gevoel dat er een stukje van dat vertrouwen hersteld is, maar er is nog een hele lange weg te gaan”, zei Geens in Terzake.

Geens heeft als minister geen kennis van de inhoud van de tips die bij het gerecht zijn binnengekomen. Desalniettemin heeft hij naar eigen zeggen iets willen duidelijk maken aan de slachtoffers vanmiddag: “Men zegt dat er geen nieuw element meer is sedert de onthulling van de broer van de zogenaamde reus. Maar die onthulling heeft op alle pistes die er waren een nieuw licht geworpen. Daardoor wordt er vanalles dat men misschien nog niet begreep vandaag veel duidelijker. Al begrijp ik hun ontgoocheling.”

“Vermassen heeft een zweepfunctie te vervullen”

Ook Jef Vermassen – de advocaat van een van de slachtoffers van de Bende – uitte die ontgoocheling. “De slachtoffers geloven er wel in. Maar het moet allemaal onderzocht worden en dat gaat zo traag. De sneeuw aan onze schoenen is gesmolten, soms smelt onze hoop ook”, verwoordde hij het.

Minister Geens reageert daarop: “Meester Vermassen heeft een zweepfunctie te vervullen. Laat hem die maar vervullen, dat zal het onderzoek misschien wel ten goede komen. Die tegenspraak is uitermate goed voor een rechtsstaat.”

“Heb geen angst”

Vorige week liet de advocaat van de vermoedelijke Reus van de Bende nog verstaan dat er een angstcultuur heerst rond het dossier. “We gaan ervan uit dat er nog leden van de Bende rondlopen. Schrik heb ik niet, maar als ik morgen een ongeval heb, dan zal het géén ongeval zijn”, zei meester Geert Lenssens toen in De Afspraak.

“Heb geen angst, zou ik zeggen”, reageert minister Geens daarop. “We mogen dat niet overschatten. Ik zou het in de plaats van meester Lenssens niet gezegd hebben.”

Bron » VRT

Broer van Reus niet welkom op bijeenkomst slachtoffers

De slachtoffers van de Bende Van Nijvel komen vandaag samen met het speurdersteam voor een stand van zaken van het onderzoek. De broer van Chris B., de vermoedelijke Reus, mag daar niet bij zijn. “Terwijl ook hij in zekere zin slachtoffer is”, zegt zijn advocaat Geert Lenssens.

Op de bijeenkomst met de slachtoffers, vandaag op het kabinet van justitieminister Koen Geens (CD&V), zullen de speurders toelichting geven bij hun onderzoek. En dat draait volop, zegt procureur Christian De Valkeneer. Volgens hem zijn er al vijfhonderd bruikbare tips binnengekomen over de Bende. Hij denkt dat niet alleen getuigen, maar ook bendeleden zelf wellicht eindelijk klaar zijn om dingen te onthullen. “Wie dat wil, zal beschermd worden”, aldus De Valkeneer.

Vandaag nieuwe info

Donderdag kreeg de speurderscel nog “opmerkelijke informatie” binnen. En vandaag zullen slachtoffer David Van De Steen en zijn advocaat Jef Vermassen nieuwe informatie overmaken aan De Valkeneer “over personen, feiten en toestanden”. Vermassen zal ook vragen welke andere, nieuwe informatie de speurders nog hebben binnengekregen.

Gemiste kans

Op de samenkomst zal de broer van Chris B. niét aanwezig zijn. Chris B. bekende op zijn sterfbed aan zijn broer dat hij de Reus was. Dat de broer niet is uitgenodigd, noemt advocaat Geert Lenssens een gemiste kans. “Mijn cliënt is niet erkend als slachtoffer, enkel als getuige omdat hij familie is van een verdachte. Nochtans kan hij een meerwaarde zijn voor het onderzoek.” Lenssens verwerkt naar eigen zeggen momenteel talrijke tips over de Bende.

Bron » Het Laatste Nieuws

Bende-speurders hebben opnieuw ‘opmerkelijke informatie’ gekregen

Christian De Valkeneer, procureur van Luik, zegt in La Libre Belgique en La Dernière Heure dat hij ervan overtuigd is dat er ‘mensen zijn die de waarheid kennen en dat enkelen bereid zijn te praten’ in het dossier van de Bende van Nijvel.

De laatste zes weken hebben de speurders meer dan 500 nieuwe tips gekregen en ‘donderdag kregen we nog opmerkelijke informatie binnen’, aldus nog De Valkeneer.

De procureur van Luik erkent dat er fouten zijn gemaakt tijdens het onderzoek, al was dat niet het gevolg van interne tegenwerking. ‘Maar zoals in elk onderzoek heb je een portie geluk nodig. En dat hebben we nog niet gehad. Bovendien waren de onderzoeksmethodes vroeger beperkt.’

De Valkeneer spreekt eerder van invloeden van buitenaf die het onderzoek hebben gehinderd. ‘Men heeft geprobeerd de onderzoekers verkeerde pistes te laten bewandelen.’ De procureur verwijst onder meer naar de vondst van verdachte voorwerpen in het kanaal in Ronquières die dateerden van de eerste (1982-1983) en tweede (1985) golf van geweld van de Bende. ‘Dat was duidelijk in scène gezet.’

Van een complot wil de procureur echter niet spreken. ‘Niets staat ons toe om te spreken van een complot. Het is goed mogelijk dat er rijkswachters betrokken waren, maar ervan uitgaan dat de rijkswacht en de hiërarchie achter dit alles zaten, is fantasie’, zegt De Valkeneer.

Bron » De Standaard

“Slachtoffers van de Bende van Nijvel waren niet meer dan hinderlijke elementen”

32 jaar na de overval van de Bende van Nijvel op de Delhaize in Aalst zocht Pano slachtoffers op. Hun verdriet grijpt naar de keel, hun noodkreet zindert na. Ook bij Dina De Cremer, politieagente op rust. Zij ligt er nog steeds wakker van: ze wilde wel, maar mocht niet helpen.

Het waren heftige weken voor vele Aalstenaars. Dat zijn het elk jaar, wanneer de stad rond 9 november de gruwel herdenkt die de overval op de Delhaize in 1985 aanrichtte. Het staat nog zovelen in het geheugen gegrift: rond half acht ’s avonds kwamen de overvallers met veel lawaai en machtsvertoon toe, amper tien minuten en acht moorden later reden ze met gierende banden de parking weer af en verdwenen ze de duisternis in. Voorgoed, want nadien bleef het stil rond de bende: er volgden geen nieuwe overvallen meer, maar ook het onderzoek bleef lang zonder resultaat.

Schuldgevoel

Tot eind oktober dit jaar, wanneer een nieuwe doorbraak in de zoektocht naar de identiteit van de bendeleden alles weer naar boven haalde. De mogelijke onthulling van de zogenoemde reus als Christian Bonkoffsky, een politieman uit het lokale korps van Aalst, leidde tot verwarring en ongeloof bij de vele Aalstenaars die hem persoonlijk kenden. Onder hen ook Dina De Cremer, toenmalig hoofdinspecteur van de sociale dienst van de lokale politie. Ze was ten tijde van de overval in 1985 bevoegd voor het tussenkomen en bemiddelen bij jongeren en gezinnen met problemen, maar net als in heel het land stond ook in Aalst de uitbouw en precieze taakomschrijving van slachtofferhulp in zijn kinderschoenen.

Het zou kunnen verklaren waarom haar collega’s haar de avond van de overval vergaten op te roepen. Nochtans hadden ze hun handen vol aan de slachtoffers, want terwijl de parking en de Delhaize werden afgespannen voor het onderzoek, verplaatsten tientallen slachtoffers zich in shock en vol vragen naar het politiebureau een paar honderd meter verderop. Terwijl Dina nietsvermoedend op een feestje was, sloegen haar collega’s ondertussen letterlijk de deur voor de neus van de slachtoffers dicht. Woedend en met al hun vragen en verdriet werden ze zonder enig antwoord of opvang naar huis gestuurd.

Toen Dina pas een dag later vernam wat er gebeurd was, was ze kwaad en verdrietig tegelijk. Het was het begin van een knagend schuldgevoel, dat ze vandaag nog steeds met zich meedraagt.

Braakliggend terrein

Opvang hebben de slachtoffers niet of nauwelijks gehad. Naar hen luisteren, hen te woord staan: het is te weinig gebeurd. De slachtoffers schetsen een onthutsend beeld van een tijdsgeest waarin vragen uitspreken en verdriet tonen taboe was. Maar niet bij Dina, die er alles aan deed om haar afwezigheid op de avond van de overval zelf goed te maken. Ze maakte van haar nadeel haar voordeel en gebruikte het braakliggende terrein van de slachtofferhulp om zelf de lijnen uit te zetten.

Ze zocht slachtoffers en nabestaanden op, organiseerde gesprekken en probeerde een veilige omgeving te creëren waar verdriet wél getoond en vragen wél gesteld konden worden. Ook voor politieagenten die erbij waren de avond van de overval, en van wie al te vaak vergeten werd dat ook zij slachtoffer waren en de gebeurtenissen niet zomaar van zich af konden schudden. Maar Dina kreeg het deksel op de neus: het organiseren van therapeutische gesprekken was niet naar de zin van haar oversten.

Ondanks de tegenwind zette Dina haar missie stiekem voort. Via via kwamen slachtoffers te weten dat ze bij haar terecht konden en spraken ze in het geheim af. Dina ging ook zelf op zoek bij wie ze nog kon gaan aankloppen om te proberen te helpen. En ook de agenten in het politiekorps liet ze niet los. Ze kon niet anders, overal rondom haar zag ze te veel leed: sommigen zag ze dichtklappen en pas na lange tijd door een kleine aanleiding plots uitbarsten. Anderen vertrouwden haar stiekem aan het koffieapparaat toe hoe hun huwelijk eronder leed of dat werken zo moeilijk ging. Maar één ding kwam altijd en overal terug: de gebeurtenis had diepe wonden geslagen, die Dina te laat kon beginnen te helen.

Buiten de lijntjes

Ondanks haar moeilijke positie als eerste vrouw in het politiekorps, die bovendien al buiten de lijntjes kleurde door stiekem (informele) therapeutische gesprekken te voeren, trok ze in een vlaag van opstandigheid haar stoute schoenen aan. Ze stuurde een nota naar de hoofdcommissaris en het schepencollege om hen om meer aandacht voor slachtofferhulp te vragen. En meteen eiste ze ook om haar bij een gelijkaardige gebeurtenis in de toekomst niet meer te passeren. Ondertussen schakelde ze ook zelf een tandje hoger. Zonder een toegepaste opleiding om op terug te vallen maar wel vanuit haar buikgevoel stelde ze actieplannen op om slachtoffers vooruit te helpen.

Dina haalde alles uit de kast om te helpen wie en waar ze maar kon. Ze besefte goed dat ze streed tegen de tijd waarin posttraumatische stoornissen zich in de hoofden van de slachtoffers nestelden. Maar ze besefte te laat dat de verantwoordelijkheid die ze zichzelf oplegde ook voor haarzelf een tol eiste. Ook zij kon het niet meer van zich afschudden, ook haar tekenden de verhalen en emoties. Toen, maar ook nu na 32 jaar weer alles bovenkomt.

Als een van de grondlegsters van slachtofferhulp vanuit de politie heeft Dina recht van spreken wanneer ze pleit voor blijvende aandacht voor de uitbouw van de sociale diensten in ons land. En net als zovele andere slachtoffers die in de Pano-reportage hun verhaal deden, hamert ze op het belang van transparantie en communicatie. Zelfs als politieagente moest Dina informatie over het onderzoek uit de krant halen en waren pv’s over de zaak niet beschikbaar voor inzage. Erkenning kreeg ze nog steeds maar mondjesmaat, elk nieuw bericht over de zaak zorgt ook nu nog voor onrustige nachten. Of hoe ook Dina, samen met zovele andere slachtoffers, ook vandaag nog gebaat zou zijn bij erkenning of opvang.

Bron » VRT Nieuws

De Bende van Nijvel zit in de ziel van de stad Aalst

Het is blijkbaar een ongeschreven irrationele wet in Aalst: tegen het sluitingsuur ga je beter niet naar Delhaize. 32 jaar geleden raakte de overval van de Bende van Nijvel de ziel van de stad, mijn stad. Nooit ging die pijn echt weg. Bij elk bezoek aan de Delhaize dwalen ook mijn gedachten af naar die noodlottige uren op een donkere zaterdagavond in november 1985. Iedereen weet nog goed waar hij was of hoe hij de momenten en dagen erna beleefde. Bij mij op school zat een meisje die haar vader verloor. Bij een vriendin werd een klasgenootje vermoord. Een jeugdvriend stond oog in oog met de overvallers.

Jo, die jeugdvriend, lag 32 jaar geleden naast David Van de Steen, in het vuur van de strijd, tijdens de overval van de Bende van Nijvel op de Delhaize in Aalst. David verloor zijn hele gezin. Jo kwam er ongeschonden uit. “Ik heb het kunnen plaatsen. Een heel leven lang kon ik het wegduwen maar nu komen de vragen toch prangend naar boven.”

Want enkele weken geleden raakte bekend dat de vermoedelijke reus van de bende Christiaan Bonkoffky is. Een man die vlakbij Jo woonde. Ze gingen naar hetzelfde café. Jo ziet hem zo voor zich: aan de toog, met zijn hond. Op een gegeven moment bleef Chris B. weg. “Kwam hij toen te weten wie ik was?”, vraagt Jo zich nu af. “Of heeft hij al die tijd dat hij met mij aan de toog zat, geweten dat ik het kind was waarop hij zijn loop richtte die zaterdag in 1985?” Het laat hem niet meer los.

Over emotionele schade wordt niet gesproken

Zoals Jo zijn er veel Aalstenaars. Het nieuws dat de reus van de Bende van Nijvel in Aalst zou gewoond hebben en er wijkagent was, ging als een schokgolf door de stad. Is hij dan in onze huizen binnen geweest? Lag hij op het dak van de Delhaize om de winkel te beveiligen de dag na de overval? Kwam hij in ons wijkcafé en dronken we pinten met hem?

In elk gesprek, in elke ontmoeting, kwamen de vragen naar boven. Ik ging naar de herdenking op het kerkhof in Aalst en hoorde er harde woorden. Veel vragen ook en vertwijfeling. Mijn hart ging uit naar de slachtoffers: het is onmogelijk in alle sereniteit afscheid te nemen van je vader of je zus. Omringd door hoogwaardigheidsbekleders en pers.

Verstoken van enige zinnige uitleg voor je verlies. Over die emotionele schade hadden de slachtoffers nog niet gesproken. Wel over wat fout liep in het dossier en hoe kwaad hen dat maakte. Maar wat het met hen doet als mens? Dat niet. Dus gingen we praten met mijn stadsgenoten. Voor sommigen een opluchting om voor het eerst gehoord te worden, voor anderen ook deels een overwinning van hun angst. Zij getuigen onherkenbaar.

Aalst is in het hart geraakt

Overal komt hetzelfde terug: de dag na de overval gingen we gewoon terug aan het werk, terug naar school. Thuis  werd er niet over gesproken. Een tijdsgeest en een volksaard: als we er niet over praten, gaat het vanzelf weg. Maar zo een trauma’s verdwijnen niet. Ze nestelen zich in ons brein en worden losgemaakt telkens er “nieuws” komt over het dossier. De herbeleving is dan levensecht en beangstigend. Dat emotionele leed is nooit erkend.

Aalst heeft een groot hart en dat hart is geraakt op 9 november 1985. Maar het draagt de littekens tot vandaag. Antwoorden en transparantie over de verantwoordelijken van dit onmenselijke leed. De stad schreeuwt erom. Met haar alle slachtoffers ook van andere aanslagen van de Bende.

“Elke verwerking begint met erkenning”, zegt psychiater Mark Van Bellinghen in onze Pano. Het is hoog tijd voor erkenning zodat de verwerking en het rouwen eindelijk kan beginnen. Wanneer krijgen deze slachtoffers waar ze recht op hebben? En de ziel van Aalst een pleister op een open wonde?

Bron » VRT Nieuws | Sara Van Boxstael