Een j’accuse van Cassatie

De Eerste Voorzitster van het Hof van Cassatie, Beatrijs Deconinck, trapt het gerechtelijk jaar af met een noodkreet aan de federale onderhandelaars.

Poseren voor de foto is Beatrijs Deconinck niet gewend. Het Hof van Cassatie gooit zelden de deuren open voor de media, maar aan de vooravond van het nieuwe gerechtelijke jaar – dat maandag begint – maakt de even nieuwe korpsleiding een uitzondering.

De Eerste Voorzitster van ’s lands hoogste rechtscollege laat zich meetronen door de fotograaf, al zal de boodschap voor haar altijd het belangrijkste blijven. ‘Het is een cruciaal moment voor justitie’, stelt Deconinck. ‘Er is in korte tijd erg veel veranderd en de omstandigheden waarin we werken, zijn moeilijker dan ooit. Het Hof van Cassatie is de wervelkolom van justitie, maar vandaag balanceren we op een precair evenwicht.’

De voorbije legislatuur trok de gerechtelijke wereld geregeld aan de alarmbel. Magistraten en advocaten kwamen massaal op straat om de jarenlange desinvestering en het moordende hervormingstempo van minister van Justitie Koen Geens (CD&V) aan te klagen. ‘Terecht’, vindt Deconinck. De ‘triestige toestand’ waarin het Brusselse Justitiepaleis zich bevindt – het is zelfs niet veilig genoeg om het ­terreurproces over de 22/3­-aanslagen te huisvesten – is exemplarisch voor het gerecht.

‘Ook wíj bij Cassatie maken ons grote zorgen’, aldus de magistrate. ‘Het besparingsritme is onhoudbaar, maar ook het wetgevings­ritme dreigt grote problemen te veroorzaken. Onder meer door de potpourri-wetten verwachten we een zware bijkomende last. De cohesie is zoek en mensen zitten met vragen over het overgangsrecht.’

Eén grote soep

‘In bepaalde, veeleer technische domeinen, is de wet drie keer veranderd in vier jaar tijd’, valt procureur-generaal André Henkes haar bij. De ‘PG’ is de hoogste parket­magistraat binnen Cassatie, hij spreekt traditiegetrouw maandag zijn openings­rede of mercuriale uit. Henkes deelt de bezorgdheden van zijn collega.

‘De wetgeving is één grote soep geworden’, schetst de procureur-generaal. ‘Terwijl een rechter een zaak trancheert op basis van de bestaande wet, is men ze al aan het veranderen. De snelle doorlooptijden die de minister nastreeft, leiden in de praktijk dus tot een stroom aan vragen om uitleg aan het Hof van Cassatie.’

Geens is meestal geen slechte minister van Justitie, besluit Henkes. ‘Meer nog: hij behoort tot de betere die ik heb gekend. Maar dat hij drie, vier jaar lang doof bleef voor onze noodkreet en vlak voor de verkiezingen plots 750 miljoen euro extra eiste wegens de catastrofale toestand van justitie, is het toppunt.’

Om de kwaliteit van de rechtspraak te kunnen garanderen, moeten er enkele noodzakelijke voorwaarden vervuld worden, stelt de korpsleiding. Ze heeft een memorandum opgesteld voor de (toekomstige) federale formateurs, met concrete aanbevelingen. Nummer één: het ‘menselijk kapitaal’ bij het Hof van Cassatie moet versterkt worden. Vandaag telt de zetel zo’n dertig mensen en het parket veertien – dat is te weinig. Wat het Hof evenwel het meest tegen de borst stuit, is het uitblijven van de beloofde beheersautonomie.

Deconinck: ‘Sinds de wet van 2014 hebben wij ons huiswerk gemaakt, de teksten zijn klaar, maar de beheersautonomie is er nog altijd niet. Terwijl die onze performantie ten goede zou komen. Nu, we gaan verder op de ingeslagen weg. We zijn een relatief kleine entiteit, maar wel een belangrijke. Hopelijk ziet men dat.’

Wereldvreemd?

Alvast wat informatica betreft, werd Cassatie gewoonweg overgeslagen, illustreert de Eerste Voorzitster. De eigen computerapplicatie van het hoogste rechtscollege, dat dient om de dossiers en arresten te beheren, dateert uit 1994. ‘Ooit waren wij pioniers op het vlak van ICT,’ zegt Deconinck, ‘maar vandaag kennen onze jonge informatici de taal van ons 25 jaar oude systeem zelfs niet meer.’

Volgens Henkes zit het Hof ‘op een tikkende tijdbom’.
Er is, kortom, nood aan een forse financiële injectie. Maar zolang er geen nieuwe federale regering is, komt die er níét. Het Hof voelt naar eigen zeggen elke dag de gevolgen van de federale stilstand. ‘Op veel vlakken staat de interne werking on hold, vernieuwingen gaan niet door, personeels- en andere zaken zitten geblokkeerd.’ Qua j’accuse van de rechterlijke macht aan het adres van de andere machten kan dat tellen.

De jongste jaren zijn de spanningen tussen gerecht en politiek trouwens toegenomen. Een en ander staat niet los van de houding van de grootste Vlaamse partij N-VA, die er niet voor terugdeinst rechters of rechtspraak ‘wereldvreemd’ te noemen. Deconinck is daar zichtbaar niet gelukkig mee, maar laat zich er niet over uit. ‘De uitspraken zijn voor hun rekening, de perceptie bij ons is omgekeerd. Wees gerust, wij staan met twee voeten in de maatschappij.’

Ze geeft wel toe dat het ‘evenwicht’ tussen de machten verstoord is. Lees: de rechterlijke macht wil (opnieuw) meer respect voor haar autoriteit en onafhankelijkheid. ‘Het is tijd om na te denken over de onderlinge verhouding’, besluit Deconinck ­diplomatisch. ‘Wij zijn alvast vragende partij voor een diepgaandere dialoog.’

Bron » De Standaard

De schaker in Robert Beijer: wat voert de oud-rijkswachter nu weer in zijn schild?

Robert Beijer (67) kwam even over uit zijn Thaise resort in Pattaya om de locatie aan te wijzen waar 37 jaar geleden veiligheidsagent Francis Zwarts zou moeten zijn begraven. Voor de oud-rijkswachter is het leven één groot schaakspel. Meestal wint hij, maar niet altijd.

Afgelopen dinsdag hing hij aan de lijn. Woedend. “Checkt u dan nooit uw bronnen? Het is een schande, wat u allemaal schrijft.”

We berichtten die dag over de zoekacties in Neder-over-Heembeek naar Francis Zwarts. Zijn kompaan Madani Bouhouche, in 2005 van de aardbol verdwenen, zou hem ooit de locatie hebben opgegeven waar hij het lijk begroef. Beijer pretendeerde nu “een nieuw technisch detail” te hebben gekregen over de exacte plek. Helaas. Na anderhalve dag graven op een terrein nabij de Budabrug hield men er dinsdag al mee op.

Beijer mailt: “Het heeft niets opgeleverd, maar geloof mij dat ik de eerste ben om dat te betreuren.”

Robert Beijer, adoptiezoon van een Brusselse vishandelaar, ging in 1974 bij de rijkswacht, de toenmalige federale politie. Bouhouche en Beijer, de twee B’s, belandden samen bij de drugssectie van de BOB Brussel. Ze waren erg goed in het illegaal plaatsen van afluisterapparatuur en deden dat ook bij hun superieuren, tot die dat ontdekten.

Beijer, in zijn in 2010 verschenen boek, De laatste leugen: ‘Op zoek naar een eenvoudig idee, besluit ik een bom te plaatsen in een voertuig van de BOB.’

Het ding ontploft niet, maar rijkswachtkolonel Herman Vernaillen heeft vermoedens en verwijdert de twee B’s uit de BOB. In de avond van 25 oktober 1981 wordt ten huize van de kolonel in Hekelgem aangebeld. Kogelregen. De kolonel vindt dekking, zijn echtgenote blijft levenslang verwond. Pas 29 jaar later, als de zaak juridisch verjaard is, krijgt de kolonel Beijer op bezoek, die hem doodleuk vertelt dat hij een van de drie schutters was.

Herman Vernaillen, zomer 2018, op een lezing: “Die mannen, Bouhouche en Beijer, hebben na de aanslag meegewerkt aan het onderzoek ernaar. Terwijl ze zelf zijn komen schieten! Ik had ze uit de BOB gezet. Toen ik in de kliniek lag, hebben de generaals ze er weer in gestoken.”

Bende van Nijvel

Nieuwjaarsnacht 1981-1982. Wapenroof bij het Speciaal Interventie Eskadron (SIE), de elitetroepen van de rijkswacht. De daders laden hun auto vol hypermoderne Heckler & Kochs, riotguns en FAL-geweren. Tot hun Mazda het gewicht niet meer kan dragen. Consternatie, de dag erna.

Wéér zijn het de twee B’s. Overdag zijn ze flikken, na de uren topcriminelen. In en rond Brussel hebben ze een netwerk van garageboxen uitgebouwd met wapens, vluchtwagens en radiozenders. Net als na de aanslag op Vernaillen zal het voor de wapenroof nooit tot een rechtszaak komen. Pas als de feiten verjaard zijn, gaat Beijer ze bekennen bij justitie: “Wij wilden de rijkswacht in zijn hart treffen.”

Op 30 september 1982 maakt de Bende van Nijvel bij een raid op wapenhandelaar Dekaise in Waver zijn eerste van uiteindelijk 28 slachtoffers.

In haar boek Beetgenomen volgt ex-Humo-journaliste Hilde Geens het spoor van de jonge crimineel Bruno Vandeuren. Hij regelde via zijn familie een vals alibi voor de dag erna. Vandeuren moest die dag de geroofde wapens afleveren in een garagebox in parking Beau Site aan de Brusselse Louiza­laan. In diezelfde parking huurde Bouhouche boxen 26/28 en 179. Met nakende afspraken in zijn agenda met de Brusselse politie en politicus Hugo Coveliers, om te vertellen over de Bende van Nijvel, werd het lichaam van Vandeuren op 31 december 1988 aangetroffen in Oostende. Doorzeefd.

Een maand na de raid bij Dekaise wordt Sabena-geldkoerier Francis Zwarts in Zaventem beroofd van 2 miljoen euro aan goud, diamanten, twaalf unieke Cartier-horloges en een diplomatieke koffer uit Moskou. De jonge vader krijgt twee kogels in zijn hoofd. In zijn boek beweert Beijer dat hij al die jaren geheim agent was voor de Sovjet-Unie, dat goud en diamanten hem niet interesseerden, wel de diplomatieke koffer: ‘In dit schaakspel was ik een kleine pion.’

Altijd een mol

In april 1983 verlaten de twee B’s de rijkswacht. Ze beginnen hun eigen detectivebureau, eerder een misdaadsyndicaat. In zijn doek beschrijft ­Beijer een onvoltooid project voor bomaanslagen op Quick-fastfoodzaken, om de directie af te persen, om losgeld te laten overhandigen aan een huis in de Washuisstraat in Brussel. De B’s hebben er een tunnel gegraven naar de overwelfde Zenne, om te vluchten met een zodiac.

Eind 1987 kloppen speurders bij hem aan met een huiszoekingsbevel. Hij roept: “Ik heb een gevaarlijke hond, ik sluit die even op.” Als een slotenmaker na drie kwartier de sloten open krijgt, treffen de speurders een cockerspaniël en een open haard waarin Beijer al het bezwarend materiaal heeft opgestookt. Als rijkswachters een van de garageboxen ontdekken, beslist iemand dat het niet nuttig is om ze meteen open te boren. De speurders keren de volgende dag terug. De box is leeg. Nooit is een onderzoek tegen Bouhouche en Beijer normaal verlopen. Altijd weer een mol.

Nadat de twee B’s na hun vrijlating in 1989 in Antwerpen een diamantair vermoorden, vlucht Beijer naar Azië. Hij belandt in de mondiale hoofdstad van het sekstoerisme, Pattaya. In 1991 zal Thailand hem uitleveren aan België. Na acht jaar gevangenis keert hij in 1999 terug, en wordt in elk nieuwsbericht beschreven als ‘ex-rijkswachter die in verband wordt gebracht met de Bende van Nijvel’.

Het maakt hem razend, elke keer weer. Net als afgelopen dinsdag.

Oorzaak is de passage onderaan het stuk waarin we zijn adres in Pattaya vermeldden. Want de realiteit lijkt een beetje anders dan hoe hij in zijn boek De laatste leugen beschreef hoe hij destijds arm en berooid aankwam in Pattaya.

Een paar dagen rondlopen in Pattaya, en wat rondvragen, leert dat Beijer zich binnen de lokale expatgemeenschap jarenlang uitgaf als ‘Alexy’, een zeer vermogende Russische zakenman. Hij bezit er een groot domein vlakbij de zee en liet er jaren geleden al drie kolossale villa’s op bouwen. Die bevinden zich aan de Phra Tam Nak, Soi 5, zowat het duurste deel van de badstad. ­Beijer is er de buurman van de Thaise queen mother Sirikit Kitiyakon. Het domein rond haar paleis wordt afgeschermd met bewakingsposten en militaire politie. De witte villa waar Beijer woont is kolossaal, ziet er eerder uit als een ambassade. Navraag bij lokale autoriteiten leert dat hij de gronden heeft gekocht voor 1991, toen de Thaise eigendomswet voor buitenlanders veranderde.

Hij zegt aan de telefoon: “Ik heb geërfd, toen. Dat is alles.”

Een Belg in Pattaya: “Enkele jaren geleden wou hij een van zijn villa’s aan me verkopen. Hij heeft me er rondgeleid. Binnenzwembad, immense slaapkamers, decadente luxe. Hij vroeg 75 miljoen bath (2,2 miljoen euro, red.) en vond uiteindelijk een koper. Iedereen geloofde in zijn Alexy-alias, tot eind 2017 de Bende van Nijvel in België weer in de belangstelling kwam en Belgen verhalen over Beijer, met foto erbij, met elkaar begonnen te delen in Facebook-groepen. Was dit niet Alexy?”

Waarmee is verklaard waarom hij tijdens de boekvoorstelling in 2010, in een Brussels hotel, dat belachelijke pruikje droeg.

Visitekaartje

Hij zegt nu druk-druk te zijn met de Bende van Nijvel. Met een in 2020 te verschijnen tweede boek en een tv-documentaire. Hij bood justitie eerder al aan “te helpen” bij het al 37 jaar volkomen strop zittende Bende-onderzoek. “Nu ik even in België ben, zie de speurders bijna dagelijks”, zegt hij. “Ik probeer alleen te helpen.”

David Van de Steen, die bij de Bende-aanslag in Aalst vader, moeder en zus verloor en zelf net niet dodelijk werd getroffen, denkt dat Beijer met het lijk van Zwarts een visitekaartje wou afgeven. “Zo van: zie wat ik allemaal weet. Hij wil zich inwerken in het Bende-onderzoek.”

Als je hem leest en hoort praten, lijkt het alsof Beijer vooral het statuut van eerbaar mens nastreeft. Hoe gestoord je moet zijn om al die jaren doof te blijven voor de smeekbedes van Elvire Zwarts, tot haar dood in 2018 met niets anders bezig dan de wens om haar zoon te kunnen begraven? Zijn repliek: “Ik héb haar gecontacteerd, via de dienst Slachtofferhulp. In 2010 al, maar zij wou mij niet zien.”

In een navolgend mailtje schrijft hij: “Mijn actuele demarches hebben een puur humanitair doel, zonder achterliggende gedachte of tegenprestatie.”

Toch denkt iedereen die de zaak een beetje volgt: wat wordt de volgende zet?

Bron » De Morgen | Douglas De Coninck

Dochter van Francis Zwarts: “Teleurgesteld dat gerecht het lichaam van papa niet kon vinden”

“Ik ben teleurgesteld omdat de zoekacties naar het lichaam van mijn vader niets hebben opgeleverd”, zo reageert Jessy Zwarts, de dochter van de veiligheidsagent die in 1982 verdween.

Dinsdagmiddag liet het Brusselse parket aan de weduwe van Francis Zwarts en aan zijn dochter weten dat de zoekacties na twee dagen werden opgeschort. Op de plek die gangster Robert Beijer had aangewezen, was het lichaam van Zwarts niet gevonden.

“Ik had rekening gehouden met de mogelijkheid dat de onderzoekers niets zouden vinden. Ik wilde mezelf beschermen. Had Beijer wel de juiste plek aangeduid? Maar toch was ik teleurgesteld toen het bericht kwam. Ik had graag een antwoord gekregen op mijn vragen – al was het maar om die mensen die zeggen dat mijn vader mee bij de roof betrokken was en nog leeft, van antwoord te kunnen dienen.”

“Mijn moeder gelooft rotsvast dat mijn vader dood is. Maar bij mij zal er nu misschien altijd dat éne procentje twijfel in mijn hoofd zitten: Misschien is mijn vader er toch nog.”

Tastbaar bewijs

De nieuwe onthullingen van Beijer, die aan het gerecht de plek toonde waar Zwarts door Madani Bouhouche begraven werd, zijn voor haar weinig waard. Ze wil een tastbaar bewijs. “Ik kan daar niet op verder gaan. Misschien heeft hij gelogen? Wil hij aandacht? Of wil hij iets anders bekomen?”

Bron » Het Nieuwsblad

Hoop op doorbraak in cold case blijkt ijdel: opgravingen naar verdwenen geldkoerier leveren niets op

De opgravingen die gisteren en vandaag zijn uitgevoerd aan de Van Praetbrug in Brussel om het lichaam van de verdwenen geldkoerier Francis Zwarts te vinden, hebben niets opgeleverd. Dat meldt het Brusselse parket.

“Het was voor ons belangrijk om, al was het maar uit respect voor de familie, alle deuren te sluiten maar dat is ditmaal helaas vruchteloos gebleken”, zegt parketwoordvoerder Denis Goeman. “Hopelijk duiken er in de toekomst andere elementen op die wel leiden tot de antwoorden waar de familie al 37 jaar naar zoekt.”

Francis Zwarts verdween op 25 oktober 1982 toen hij als koerier overvallen werd aan de luchthaven van Zaventem. De bestelwagen waarin hij een lading diamanten, dertig goudstaven, twaalf dure Cartier-horloges en tientallen goudmunten vervoerde, werd daags nadien leeg teruggevonden aan een publiek stort in Diegem, maar hijzelf bleef spoorloos.

In 1995 werd Madani Bouhouche, een ex-rijkswachter wiens naam ook regelmatig vernoemd wordt in het dossier rond de Bende van Nijvel, door het hof van assisen veroordeeld tot 20 jaar cel voor roofmoord op Zwarts. Bouhouche was tegen de lamp gelopen nadat zijn ex-vrouw gezien was met één van de gestolen Cartier-horloges. Bouhouche’s vaste kompaan Robert Beijer, ook een ex-rijkswachter, werd vrijgesproken voor de moord maar kreeg 14 jaar cel voor andere feiten en voor de heling van de uurwerken.

Beijer verklaarde dat hij de overval georganiseerd had maar er zelf niet aan had deelgenomen, en dat Bouhouche hem verteld had wat hij met het lichaam had gedaan. In 2007 gaf Beijer ook al aan dat hij wist waar Zwarts begraven lag. Volgens Het Nieuwsblad is het ook Beijer die een tweetal maanden geleden naar Brussel is gekomen om die begraafplaats aan te duiden.

Gisteren zijn de politie en de Civiele Bescherming beginnen graven op een braakliggend terrein in Neder-over-Heembeek, aan de Van Praetbrug, maar die zoekactie is na twee dagen vruchteloos gebleken.

Bron » VRT Nieuws

Ex-flik, ex-gangster, ex-spion en eeuwige Bende van Nijvel-verdachte: de man die politie doet graven naar vermoorde geldkoerier

Er is maar één man die de speurders heeft gezegd waar ze moeten graven om het lichaam van geldkoerier Francis Zwarts dertig jaar na diens dood te vinden: Robert Beijer, Brusselse ex-rijkswachter, ex-privédetective, ex-bajesklant, ex-spion, ex-gangster en nu min of meer respectabele inwoner van Pattaya in Thailand, zijn nieuwe thuis. Hij is de enige die weet waar Zwarts begraven is. Dat zegt hij toch zelf.

De vorige keer dat de naam van Robert Beijer in het nieuws kwam, was twee jaar geleden. Eind 2017 noemde de broer van wijlen Christian Bonkoffsky, heel even de vermeende Reus van de Bende van Nijvel, hem als een van de mannen die hij samen met zijn broer had gezien ten tijde van de aanslagen. Het was de zoveelste keer dat ex-rijkswachter Robert Beijer werd genoemd in het dossier van de Bende van Nijvel. Maar ook deze keer was het een maat voor niets. Bonkoffsky vroeg een confrontatie, Beijer stemde daarin toe, maar die kwam er niet. Volgens het gerecht omdat de kans op succes of een doorbraak nihil zou zijn.

Robert Beijer en de Bende Van Nijvel zijn sinds de jaren tachtig vaak in één adem genoemd. Maar tot vandaag is er geen bewijs gevonden dat hij er iets mee te maken heeft. Zelf heeft hij zijn betrokkenheid altijd ontkend.

Pensionnetje in Pattaya

Robert ‘Bob’ Beijer is nu 67 en laat het breed hangen in zijn nieuwe thuis. In 1999 begon hij in Pattaya een nieuw leven. Tien jaar eerder had hij er een pensionnetje gekocht. Niet veel soeps, maar er stond een dak op en het bracht wat op. Meer kon hij er toen niet van verlangen, want Beijer was een man op de vlucht.

Begin 1989 had hij samen met Madani Bouhouche, zijn collega bij de rijkswacht en daarna zakenpartner van zijn privé-detectivebureau, de Libanese diamantair Ali Suleiman Ahmed in Antwerpen doodgeschoten. Onmiddellijk daarna vluchtte hij naar Spanje. Via Paraguay, Brazilië en Vietnam belandde hij uiteindelijk in Thailand, waar hij zich een nieuwe identiteit aanmat en pensionhouder werd in Pattaya, toen al oord van seks en vertier.

Twee jaar later werd Beijer er opgepakt voor de moord in Antwerpen. Hij werd uitgeleverd aan ons land, maar pas nadat hij in een Thaise cel een straf van zeven maanden had uitgezeten omdat hij een vals paspoort had. Ook in Thailand is dat strafbaar.

Het langste proces

In september 1994 kwam hij voor assisen, samen met zijn compagnon de route Madani Bouhouche. Ze leerden elkaar kennen in 1977 bij de drugssectie van de toenmalige BOB in Brussel. Bouhouche en Beijer waren twee flikken van de ritselende soort, die zich de praktijken eigen maakten die ze hoorden te bestrijden. Toen ze het te gortig maakten, werden ze overgeplaatst en namen ze ontslag. Ze startten een detectivebureau, Agence des Recherches et des Informations (ARI), waarbij ze het niet al te nauw namen met wat mag en niet mag.

Dat kwam allemaal aan het licht tijdens het assisenproces, dat zes maanden duurde , het langste uit de Belgische juridische geschiedenis. Ze stonden niet alleen terecht voor de moord op de diamantair in Antwerpen, maar ook voor die op Francis Zwarts, de geldkoerier die in 1982 werd vermoord in Zaventem en die op Juan Mendez, ingenieur bij de wapenfabrikant FN in Herstal en wapenverzamelaar.

Miljoenenbuit

Bouhouche kreeg twintig jaar voor de moorden op Zwarts en op Ahmed, Beijer kreeg veertien jaar. Niet voor de moorden, daarvoor werd hij vrijgesproken, maar wel voor de heling van het goud en de Cartierhorloges die werden buitgemaakt bij de moord op Zwarts. Die buit is nooit teruggevonden, maar het feit dat de toenmalige vriendin van Beijer met een Cartierhorloge werd gezien na de diefstal, was voldoende.

Beijer kwam in 1999 vervroegd vrij en vertrok naar Thailand, waar het vastgoed intussen zo’n hoge vlucht had genomen dat zijn pensionnetje zoveel waard was geworden dat hij er meteen drie hotels van maakte – twee jaar geleden verkocht hij alles voor een paar miljoen euro, zegt hij zelf, hetgeen de grote sier zou verklaren waarmee hij ginder nu leeft. Anderen vermoeden dat hij zijn luxueuze leven in Thailand bekostigt met de miljoenen die hij buit maakte in de jaren tachtig.

Bob Beijer hield zich gedeisd in Pattaya, probeerde zijn verleden weg te moffelen door zich Alexey te laten noemen, een Russische rijkaard, leerde er een Thaise kennen en werd vader. In 2007 liet hij weer van zich horen. Hij probeerde een deal te ritselen met het Belgische gerecht: in ruil voor een nieuwe identiteit zou hij hen zeggen waar het lichaam van Francis Zwarts ligt. Justitie ging niet in op zijn voorstel.

De laatste leugen

Drie jaar later, in 2010, publiceerde Beijer zijn biografie “La dernière mensonge – De laatste leugen”, volgens sommigen een veelzeggende titel en niet toevallig pas gepubliceerd nadat de feiten verjaard waren. In dat boek beweerde hij dat hij destijds een spion was van de Russen – iets waar weinig mensen geloof aan hechten – en dat zijn misdaden in dat perspectief moeten worden gezien.

Hij kwam er ook terug op de moord op Francis Zwarts. Hij had die overval bedacht, maar niet uitgevoerd. Het was volgens hem nooit de bedoeling dat Zwarts zou worden vermoord. Dat was de schuld van Madani Bouhouche – die dat niet meer kan ontkennen, hij stierf in 2005. Beijer schreef: “Francis Zwarts is met twee kogels in het hoofd afgemaakt. Zijn lichaam is op een diepte van nauwelijks vijftig centimeter begraven in de buurt van een verlaten fabriek langs het kanaal van Willebroek.”

Hij gaf de precieze gps-coördinaten op waar de radio en het dienstpistool van Zwarts werden gedumpt. Maar waar het lichaam lag, liet hij in het midden. Volgens hemzelf heeft hij dat nu wel aan de speurders laten weten. Beijer heeft altijd gezegd dat hij het pas zou zeggen als hij er iets voor in de plaats kreeg: een nieuwe identiteit. Sommigen menen daaruit te kunnen afleiden dat hij zijn deal te pakken heeft.

Bron » Het Nieuwsblad