Meer dan ooit is oud-rijkswachter Bouhouche verdachte nummer één

De avond van de laatste aanslag van de Bende van Nijvel, op de Delhaize in Aalst, werd oud-rijkswachter Madani Bouhouche herkend in een cafeetje daar vlakbij. Dossierstukken daarover werden vernietigd en nu wil het federaal parket achterhalen hoe. Meer dan ooit rust de verdenking op Bouhouche.

‘Ik dacht we in deze zaak echt wel alles hadden gezien”, zegt de Aalsterse advocaat Peter Callebaut. “Blijkbaar niet.” Hij is al 35 jaar de advocaat van Marie-Jeanne Callebaut. Zij is de weduwe van Jan Palsterman, een van de acht doden bij de laatste raid van de Bende van Nijvel, op 9 november 1985 op de Delhaize in Aalst. Vorige week meldde zich een team van de federale politie met een huiszoekingsbevel bij de 73-jarige dame.

Callebaut beheerde jarenlang samen met de Brusselse advocaat Xavier Magnée de kopie van het strafdossier die de nabestaanden van de 28 dodelijke Bende-slachtoffers in 1995 ontvingen. Een papieren toren van een meter of tien. “Ze hebben álles in beslag genomen”, zegt haar advocaat.

Verbrande dossierstukken

“Er was ons gezegd dat daar mogelijk interessante informatie te vinden was”, zegt Wenke Roggen van het federaal parket. Haar collega-woordvoerder Eric Van Duysse sprak eerder over “documenten die mogelijk niet of niet meer in het dossier zitten, maar er wel in thuishoren”.

Dat dossierstukken verdwijnen uit een strafzaak kan normaal niet. In de zaak van de Bende van Nijvel kan helaas alles. “Het interne wantrouwen onder speurders is enorm”, zegt een ex-speurder. “Ik heb vaak discussies weten eindigen waarbij de ene politieman tegen de andere riep: ‘En trouwens, waar waart gij in de avond van 9 november 1985?!’”

Een van de vele interne oorlogen leidde in 2012 tot het vertrek van commissaris Eddy Vos. Net voor zijn exit beklaagde hij zich in een rapport: “De archieven van de onderzoekscel, met daarin listings en kopieën van processen-verbaal, maken het voorwerp uit van een ‘opruiming’. Een groot deel van deze archieven is verbrand.”

Guy Bouten, ex-VRT-journalist en auteur van het begin dit jaar verschenen boek Bouhouche, Beijer, Beuckels, zijn vierde Bende-boek intussen, zegt te weten welke stukken het federaal parket bij mevrouw Callebaut hoopte te recupereren: “Het draait om café ’t Christoffelken. Toen ik laatst werd ondervraagd, bleken ze daar bij het federaal parket nog nooit van te hebben gehoord.”

Pierre S.

24 februari 1988. De dan 49-jarige marktkramer Pierre S. meldt zich bij de speurders in Dendermonde. Hij vertelt hoe hij op 9 november 1985 om 19 uur een pintje ging drinken in zijn stamcafé ’t Christoffelken, op een paar honderd meter van de Delhaize. Na een kwartier kwamen twee Franstalige mannen binnen. Ze posteerden zich zo dat ze een perfect zicht hadden op de supermarkt. “Ze bestelden een consumptie”, verklaart S. “De ene een trappist, de andere een watertje. De aanwezigheid van deze twee mensen viel mij op, om reden dat het zeker geen habitués waren.”

In die tijd val je op als je als man, en zeker in Aalst, in een volks cafeetje water bestelt. Later die avond bekijkt S. de weekendfilm op BRT1. Daarna volgt een extra journaal. Over het bloedbad in Aalst. “Ik legde onmiddellijk het verband met de twee vreemden”, zegt S. “Ik trok mijn kleren weer aan en ging terug naar de herberg.”

Daar smeken de uitbaters S. om de politie vooral níét te contacteren. Uitbater Rony V.C. heeft “schrik voor represailles”. In 1988, twee jaar later, merkt S. in de krant een foto op van een verdachte in het Bende-onderzoek, Michel Cocu. Hij herkent er een van die twee mannen in en gaat daarom naar de politie. Cocu was in 1985 al een Bende-verdachte. Van zodra na Aalst het landelijke alarm afging, was de politie bij hem komen aanbellen. Hij zat gewoon thuis en had dus een alibi.

De agenten laten S. foto’s van andere verdachten bekijken. “Die daar”, zegt S., met grote overtuiging. Dat was degene die water dronk. De foto die hij aanwijst, is er een van oud-rijkswachter Madani Bouhouche. Hij is in 1983 met zijn kompaan Robert Beijer uit de rijkswacht gestapt. Samen zijn ze daarna met een detectivebureau gestart.

Een dag na S. wordt ook Rony V.C. ondervraagd. Hij beaamt het verhaal over de twee mannen. Hij zegt: “Ze stonden op een plaats waar zicht is op de Leo de Bethunelaan.” Met zicht op Delhaize, kortom. Als Rony V.C. met foto’s van verdachten wordt geconfronteerd, haalt ook hij er Bouhouche uit.

Bouhouche-Beijer

Twee Franstaligen in een Aalsters café, vlak bij de Delhaize en exact 20 minuten voor dat het doelwit wordt van de Bende van Nijvel: de speurders vinden het in 1988 op z’n minst de moeite om erover te rapporteren. Van Bouhouche is geweten dat hij zijn hele leven geen druppel alcohol dronk.

De namen van Bouhouche en Beijer worden al jaren in één adem genoemd met de Bende. Vanaf 1981 huurde het duo op meerdere plaatsen in Brussel geheime garageboxen waar ze wapens en gestolen auto’s stalden. In 1981 beschoten ze het huis van hun eigen majoor Herman Vernaillen. Ze bestalen het wapendepot van de groep-Dyane, de anti-banditisme-eenheid van de rijkswacht. Ze beroofden geldkoerier Francis Zwarts van een partij goud en vermoordden hem.

Een van de garageboxen van Bouhouche-Beijer werd door Bruno Vandeuren, een jonge autodief, aangewezen als bergplaats voor de buit na de eerste grote raid: de overval bij wapenhandelaar Daniel Dekaise in Waver in 1982. Kort nadat Vandeuren een afspraak maakte met de politie werd hij geliquideerd. De moord werd nooit opgehelderd.

Beijer en Bouhouche zagen zich in 1995 veroordeeld tot 14 en 20 jaar cel voor enkele van hun misdaden. Beijer kwam vrij in 1999 en emigreerde naar Pattaya, Bouhouche volgde in 2000 en trok zich terug in Fougax-et-Barrineuf, een gehucht aan de voet van de Franse Pyreneeën.

Het dagboek

Madani Bouhouche is officieel dood, al lijkt federaal procureur Capelle niet helemaal overtuigd. Zij reisde begin 2019 met onderzoeksrechter Martine Michel naar Fougax-et-Barrineuf, waar de man in november 2005 zou zijn omgekomen bij het omhakken van een boom. Journalist Guy Bouten kreeg daar destijds als eerste lucht van en reisde lang voor de speurders naar Fougax-et-Barrineuf. Het lichaam was al gecremeerd en zo ging de deur open voor speculaties. “Het gezicht van de man die is gecremeerd als zijnde Bouhouche was in elk geval totaal onherkenbaar”, merkt Bouten op.

In zijn laatste boek publiceert hij fragmenten uit een dagboek dat Bouhouche ten tijde van zijn proces in 1994-1995 bijhield. Hij schrijft dat hij het terugvond “in een postzak, volgepropt met wapentijdschriften, achtergelaten in de kelder van een buur in Fougax-et-Barrineuf”.

In zijn dagboek schrijft Bouhouche: “Leopoldsburg. De T121. Mijn favoriete club, omdat we er schieten met oorlogswapens. Instinctief vuren. Er is een foto gepubliceerd in NEM van onze favoriete oefening. Ik loop op kop, gevolgd door Tonio, Alain… (…)” NEM staat voor het extreemrechtse tijdschrift ‘Nouvelle Europe Magazine’. Tonio is de in 1986 vermoorde FN-wapeningenieur Juan Mendez. Alain is Alain Weykamp, een wapenhandelaar en goede vriend van Bouhouche, die begin jaren 2000 iets huurde in de buurt van Fougax-et-Barrineuf en tot het laatst contact met hem had.

Toen Capelle dat las, wou ze meteen een huiszoeking laten uitvoeren bij Bouten. Ze wou dat dagboek, het origineel. Op 26 mei belegde Pol Deltour van journalistenbond AVBB een bijeenkomst met Bouten en Capelle in Brugge. “Guy zei dat het dagboek met het huisvuil was meegegeven”, zegt Pol Deltour. “Dat verraste ons wel een beetje.”

Nochtans is het dagboek echt. Vanuit Pattaya bevestigt Robert Beijer per mail het bestaan ervan, en volgens hem is Bouten ermee “in zijn gebruikelijke stijl aan het borduren geslagen”. Beijer zegt dat Bende-speurders hem ooit wilden confronteren met het na de dood van zijn kompaan gevonden dagboek, maar dat hij “geen interesse” had.

‘Stom, heel stom’

Dat is dan een tweede keer in korte tijd dat de Bendespeurders op zoek moeten naar dossierstukken die ze waren verondersteld al te hebben. En telkens handelen ze over Bouhouche.

Guy Bouten: “In de zomer van 2006 ben ik teruggekeerd naar Fougax-et-Barrineuf. Ik heb toen de buur- en klusjesman van Bouhouche ontmoet. Hij wees me die postzak aan. Die zat vol wapentijdschriften, en die heb ik meegenomen als trofee. Drie jaar geleden verhuisden wij. Bij het opruimen maakte ik die zak leeg en ontdekte ik helemaal onderaan die notities. Veertig pagina’s. Ik kon me voor m’n kop slaan. Ik had mijn echtgenote beloofd dat ik na dit laatste boek die hele Bende van Nijvel zou laten rusten. Zij heeft nadien een deel van mijn archief weggedaan. Stom, heel stom, maar zo is het gegaan.”

In het dagboek schrijft Bouhouche: “Box 179, Louise genaamd, Beau Sitestraat in Elsene. Des armes chaudes? Geen commentaar.” Dit is de box waarover Bruno Vandeuren zei dat hij daar een auto met daarin de gestolen Dekaise-wapens naartoe moest brengen.

Bouhouche schrijft over schietclubs: “Leopoldsburg. De T121. Mijn favoriete club, omdat we er schieten met oorlogswapens. Instinctief vuren. Er is een foto gepubliceerd in NEM van onze favoriete oefening. Ik loop op kop, gevolgd door Tonio, Alain… Dat waren nog eens tijden!!!”

NEM staat voor het extreemrechtse tijdschrift Nouvelle Europe Magazine. Tonio is de in 1986 vermoorde FN-wapeningenieur Juan Mendez. Alain is Alain Weykamp, een wapenhandelaar en goede vriend van Bouhouche, die begin jaren 2000 iets huurde in de buurt van Fougax-et-Barrineuf en tot het laatst contact met hem had.

Opsporingsfoto

Begin vorige week verspreidde het federaal parket een foto van een man met een machinegeweer van het Italiaanse merk Franchi. Ze hopen dat iemand de man herkent. De foto werd aan de Dendermondse procureur Willy Acke overhandigd door Michel Libert, een van de kopstukken van het extreemrechtse Westland New Post. Acke zou later van het onderzoek worden verwijderd en zelfmoord plegen. Hij liet wel schriftjes achter, waarin hij op 11 mei 1989 noteerde: “Michel Libert overhandigt foto. Zou dader Aalst zijn.”

Gevraagd om uitleg, mailde Libert vorige week aan journalisten: “Vergeef me dat ik me een halve eeuw later niet kan herinneren aan wie ik die of die foto heb bezorgd.”

Wat hij vergat, was dat hij op 12 april 2018 al eens over dezelfde passage in de schriftjes van Acke werd aangesproken door mijnheer J., die dagelijks theorieën uitwisselt op internetfora rond de Bende. Libert had toen geen last van een haperend geheugen. Hij mailde: “Deze is genomen door een vriend tijdens een aanvankelijk ongepland bezoek aan wapenhandelaar Alain Weykamp.”

Het lijkt helder in welke richting het federaal parket aan het zoeken is, al wou woordvoerster Wenke Roggen dat gisteren niet bevestigen.

Bron » De Morgen | Douglas De Coninck

Onthuld na meer dan 100 jaar: hoe Staatsveiligheid anarchisten bestreed, met behulp van de tsaar

In het grootste geheim werkte de Staatsveiligheid eind negentiende eeuw nauw samen met de Ochrana, de beruchte spionagedienst van de tsaren. Dat brengt professor Kenneth Lasoen aan het licht in zijn nieuwe boek Geheim België: een geschiedenis van de inlichtingendiensten. Het doel dat de middelen moest heiligen: de terreur van de anarchisten stoppen.

Februari 1883. In het park van Ganshoren blaast een jonge Fransman zich per ongeluk op. De 19-jarige Paul Métayer is, samen met zijn landgenoot Antoine Cyvoct, vanuit Brussel op pad met een zelfgemaakte bom. Hij struikelt en vliegt de lucht in. Cyvoct haalt snel een dokter voor zijn gewonde kompaan en haast zich terug naar Brussel, om zijn medestanders te waarschuwen dat ze al het bewijsmateriaal moeten vernietigen. Als Cyvoct terugkeert in Ganshoren, om nieuws over de onfortuinlijke Métayer te vernemen, wordt hij opgepakt.

Cyvoct en Métayer – die ’s anderendaags in het ziekenhuis overlijdt – blijken anarchisten uit Lyon. In de groep van het duo zitten nog een Fransman en twee Russische studenten. Het incident met de studenten leidt het onderzoek van de Staatsveiligheid naar Odessa in Oekraïne, naar een aftakking van de Narodnaja Volja. Die beweging zat twee jaar eerder achter de geslaagde bomaanslag op tsaar Alexander II. In België speculeren de kranten over een mislukte aanslag op koning Leopold II.

Door de zaak legt de Staatsveiligheid voor het eerst rechtstreeks contact met de Russische Ochrana, de omstreden politieke politie van de tsaren. “Die dienst was berucht om zijn macht, reikwijdte, brutaliteit en totale gebrek aan scrupules”, vertelt professor Kenneth Lasoen (UAntwerpen), die in Geheim België als eerste deze twijfelachtige bladzijde uit de geschiedenis van de Staatsveiligheid bij elkaar puzzelt. Hij baseert zich daarvoor op archiefmateriaal van de Ochrana dat na de Eerste Wereldoorlog in de Verenigde Staten verzeild is geraakt.

Lasoen: “Russische dissidenten die aan de klauwen van de Ochrana konden ontsnappen, emigreerden vaak naar het buitenland om daar de oppositie in stand te houden. Om die reden besliste de Ochrana om een bureau te openen in Parijs.” Het is via dit bureau dat de Staatsveiligheid begin 1883 om informatie vraagt. Het duurt niet lang voordat Brussel en Sint-Petersburg uitvoerig communiceren over Russische vluchtelingen. Het gaat vaak over standaardinlichtingen over de achtergrond van de inwijkeling, zoals een crimineel of politiek verleden.

Revolutie

Eind 19de eeuw zijn ‘de revolutionairen’ vijand nummer een van de Staatsveiligheid. Het is de periode waarin de arbeidersbeweging versplintert in het marxisme, communisme, anarchisme en nihilisme. Een aantal van die stromingen staat een totaal nieuwe orde voor. En daarom moet de oude desnoods met geweld worden omvergeworpen. Gezagsdragers, koningen en regeringsleiders moeten worden gedood vanwege hun misdaden tegen hun onderdrukte onderdanen. Vooral vanuit Italië en Rusland wordt de gewelddadige revolutie gepredikt. In Rusland drukken de tsaren elke tegenstem hardhandig de kop in.

Ook in België brengen de aanslagen van de anarchisten een psychose teweeg onder de machthebbers. “De overheid zag overal radicale spoken: in alles wat ook maar enigszins met de arbeidersbeweging te maken had, zag ze een samenzwering”, zegt Lasoen. “De gematigde socialisten distantieerden zich wel van de gewelddaden en veroordeelden die, maar niemand geloofde hen. De oprichting van de Belgische Werklieden Partij in 1885 werd alleen maar op argwaan onthaald.”

Luik is in die tijd een broeihaard van het anarchisme. In de industriestad bevindt zich een grote kolonie Russische inwijkelingen die gevlucht zijn voor de Ochrana. In maart 1892, wanneer Parijs geteisterd wordt door een reeks explosies uit wraak voor de harde bestraffing van anarchisten, knettert het ook in Luik. Nadat drie beklaagden berecht worden voor een poging tot diefstal van een grote hoeveelheid dynamiet, vinden er aanslagen plaats op de huizen van rechters, de openbare aanklager en andere Luikse prominenten. De explosies veroorzaken schade maar geen slachtoffers. Twee jaar later, in 1894, is dat anders. Dan ontploft op 1 mei een bom aan de voordeur van een dokter die dezelfde achternaam heeft als de openbare aanklager van het proces twee jaar eerder en per ongeluk met hem verward wordt.

In het onderzoek naar de aanslagen volgt de Staatsveiligheid een financieel spoor dat via ene Arkadi Harting, een medewerker van de Russische ambassade in Parijs, naar de Ochrana leidt. Wat blijkt? De spionnendienst van de tsaren heeft via Harting een agent-provocateur ingehuurd – iemand die undercover is geïnfiltreerd in de Luikse anarchistische milieus om mee aanslagen te organiseren. In die tijd is provocatie een veelgebruikte truc van de Ochrana om revolutionairen op heterdaad te kunnen betrappen. De Staatsveiligheid maakt er echter geen punt van. Integendeel: de contacten met de Ochrana worden rond de eeuwwisseling alleen intenser, als de terreur in heel Europa oplaait.

Leugen

In België vuurt in 1902 een Italiaanse anarchist met een pistool op koning Leopold II. In 1904 worden twee politieagenten in Luik geviseerd bij een bomaanslag. In 1906 wordt in de Gentse Vooruit een heuse wapenopslagplaats ontdekt, vol geweren en munitie, bedoeld voor een opstand in Rusland. In 1909 ontploft een bom op de Square Marguerite in Brussel. Datzelfde jaar worden in Gent explosieven gevonden voor een aanslag op de minister van Justitie, Jules Renkin. Twee agenten raken dodelijk gewond bij de arrestatie van een Russische bommenmaker. Als de Britse kroonprins Edward België bezoekt, wordt hij in het station Brussel-Noord beschoten.

Telkens vraagt de Staatsveiligheid de Ochrana om hulp, aangezien er bijna altijd Russen mee in het complot zitten. Er worden gezamenlijke acties op touw gezet, met mensen van de Staatsveiligheid, Ochrana en de Brusselse politie. De toplui van de Russische politieke politie bezoeken het hoofdkwartier van de Staatsveiligheid.

“Er was een broederschap ontstaan van mensen die er oprecht om bekommerd waren de orde en hun landgenoten te beschermen”, zegt Lasoen. “De terroristen vormden een gezamenlijke vijand. Van een dienst als de Ochrana was zeker geweten op welke manier die opereerde, maar als de samenwerking onschuldige levens kon redden, werden de filosofische verschillen over concepten als de rechtsstaat en de individuele vrijheden terzijde gelaten. Het was wel problematisch dat de uitvoerende macht niets wist van dat alles.”

Meer zelfs: de Staatsveiligheid liegt – flagrant – tegen de politiek over de nauwe banden met de Ochrana. Als in 1909 uitkomt dat Arkadi Harting, die intussen gepromoveerd is tot het hoofd van de Ochrana in Parijs, zelf terreuraanslagen heeft laten uitlokken door agents-provocateurs in België en Frankrijk, barst een internationaal schandaal los. De minister van Justitie wordt in het parlement gevraagd naar eventuele contacten tussen de Staatsveiligheid, de Ochrana en Harting. De top van de Staatsveiligheid laat daarop weten dat die zeer zeldzaam en oppervlakkig waren. Er was bovendien “nooit rechtstreeks contact” met Ochrana-spionnen, luidt het.

In werkelijkheid is Harting op dat eigenste moment ondergedoken in Brussel, met behulp van de Staatsveiligheid. Zijn adres wordt verborgen uit vrees voor wraakacties van de anarchisten. Er wordt een agent van de Staatsveiligheid afgevaardigd om hem te beschermen. Later helpt de dienst hem ontkomen naar het buitenland.

Uiteindelijk zullen Brussel en Sint-Petersburg tot aan het einde van de Eerste Wereldoorlog, inlichtingen blijven uitwisselen. De lijn wordt pas verbroken door de Oktoberrevolutie eind 1917, wanneer het tsarenrijk implodeert. Op de dubieuze praktijken van de Ochrana wordt daarna voortgebouwd door de Tsjeka, NKVD en KGB van de Sovjet-Unie.

“De Staatsveiligheid zelf toonde zich eerst heel bereidwillig om mijn boek vooruit te helpen door toegang te verlenen tot haar dossiers. Maar daar kwam finaal weinig tot niets van in huis”, vertelt Lasoen. “Dat roept vragen op over de geheimhouding en het overdreven classificatiebeleid in België. Om meer te weten moet je vaak op zoek gaan in buitenlandse archieven, die wel openbaar toegankelijk zijn, zoals dat van de Ochrana. Vermoedelijk is er zo op nog veel andere plaatsen materiaal terug te vinden dat wij niet kennen.”

Kenneth Lasoen, ‘Geheim België: een geschiedenis van de inlichtingendiensten’, Lannoo, 24,99 euro.

Bron » De Morgen

Ultieme hervormingsplannen Geens stuiten op verzet

Met de hulp van CD&V-Kamerleden en de coronacrisis wilde minister van Justitie Koen Geens alsnog enkele grote hervormingen doorduwen. Maar na een clash met de magistratuur en de oppositie trekt hij zich terug.

Sinds zijn aantreden als minister van Justitie in 2014 liet Koen Geens (CD&V) een lawine hervormingen op de gerechtelijke wereld los. Maar lang niet alle projecten haalden de eindstreep, onder meer door de lopende zaken waarin zijn departement sinds de val van de regering-Michel, eind 2018, verkeert.

Geens wil, met de mogelijke komst van een nieuwe regering, zijn erfenis nog zo veel mogelijk veiligstellen. In de Kamer liggen twee baanbrekende wetsvoorstellen voor die formeel zijn ingediend door twee CD&V-Kamerleden, maar in de praktijk teksten zijn die het kabinet-Geens opstelde.

Geens had een eerste reeks verregaande hervormingen slim vastgehaakt aan noodmaatregelen om justitie in deze coronatijden goed te laten functioneren. Samen met tal van andere kleine wijzigingen zijn die gebundeld in een vergaarwet – een beproefde methode van Geens.

Videoconferentie voor gedetineerden

Door de koppeling besliste de Kamer op 28 mei het wetsvoorstel, ingediend op 27 mei, een spoedbehandeling te gunnen. Onder meer de Raad van State en diverse adviesorganen moesten zich in ijltempo uitspreken. Maar na hevig protest laat het kabinet-Geens vandaag aan De Standaard weten dat de heetste hangijzers uit het voorstel worden gehaald.

De tekst bepaalde dat bij de hele strafprocedure – van voorlopige hechtenis tot een mogelijk strafproces zelf – videoconferentie kan gebruikt worden, zodat gedetineerden niet verplaatst moeten worden uit de gevangenis. De enige uitzondering was het hof van assisen.

Als een rechter belangen kon inroepen als de volksgezondheid, de openbare orde en veiligheid of de verkorting van de procedure, kan de behandeling op afstand zelfs opgelegd worden tegen de wil van de verdachte en de advocaat in.

Schriftelijke behandeling rechtszaken

Daarnaast promootte het voorstel ook sterk de schriftelijke behandeling van rechtszaken. Die bestaande procedure wordt door partijen niet vaak verkozen, omdat het vaak geen tijdswinst oplevert. Nu zouden schriftelijke behandelingen voorrang krijgen.

Maar de voorstellen stuitten op collectief verzet van de magistratuur en advocatuur. De Adviesraad van de Magistratuur, het College van Procureurs-Generaal, de Hoge Raad voor Justitie, de advocatenordes: alle schreeuwden ze moord en brand, onder meer omdat de rechten van verdediging en het principe van openbaarheid van rechtspraak op de helling zouden staan.

‘Basisprincipes justitie in gevaar’

In Franstalig België werd de afgelopen week gesproken van een vermarkting van justitie. ‘Deze heimelijke hervorming onder het mom van urgentie bevestigt de groeiende kloof tussen de rechterlijke en de uitvoerende macht’, zei Jean De Codt, tweede in rang bij het Hof van Cassatie, vandaag in Le Soir. ‘De rechterlijke macht verdedigt een humane justitie, de uitvoerende denkt alleen aan de cijfers.’

Ook bij oppositiepartijen PS en Groen/Ecolo was het verzet groot. ‘Deze verzamelwet brengt, onder het mom van rationalisering, efficiëntie en modernisering, bepaalde basisprincipes van onze justitie in gevaar’, zei Groen-Kamerlid Stefaan Van Hecke aan Belga. De Raad van State veegde intussen de ingeroepen hoogdringendheid van tafel.

Bij het kabinet-Geens klonk aanvankelijk dat de voorstellen nog besproken en aangepast konden worden in het parlement. In de vooravond volgde dan het bericht dat een groot deel van de wet geschrapt wordt, waaronder de artikels rond videoconferentie en de schriftelijke procedure.

Hof van assisen

Er is nog een tweede tekst van Geens die in mei door CD&V-Kamerleden als wetsvoorstel is ingediend. Het gaat om een document van liefst 729 bladzijden: de nieuwe versie van het Wetboek van strafvordering die Geens al lang in de pijplijn heeft zitten. Daarin staat onder meer een grondige inperking van het hof van assisen en een hervorming van de functie van onderzoeksrechter.

Bij Geens leeft de hoop dat het nog kan worden goedgekeurd. ‘De tekst is het gevolg van het regeerakkoord van 2014’, zei Geens vorige week donderdag in de Kamer. ‘Dit is de derde poging om de strafprocedure te hervormen, de twee vorige mislukten. Wees open van geest om er kennis van te nemen: het is een solide product, vol gezond verstand. Ooit zullen we een akkoord moeten vinden.’

Bron » De Standaard | Matthias Verbergt

Speurders Bende van Nijvel nemen archief van slachtoffer in beslag: “Documenten die parket mogelijk zelf niet meer terugvindt in eigen dossier”

Speurders hebben donderdag een huiszoeking uitgevoerd bij de weduwe van Jan Palsterman, die vermoord werd bij de overval van de Bende van Nijvel op de Delhaize van Aalst, in 1985. “De weduwe heeft destijds een kopie van het dossier gekregen, en die kopie bevat oude pv’s en documenten die het federaal parket mogelijk niet meer terugvindt in zijn eigen dossier”, aldus de advocaat van de weduwe in Het Nieuwsblad.

Marie-Jeanne Callebaut en andere slachtoffers hadden in 1995 van de toenmalige justitieminister een eigen kopie van het dossier gekregen. Dat telde toen al meer dan een miljoen bladzijden en was anderhalve meter dik. De weduwe vulde het dossier aan met krantenknipsels, briefwisseling en eigen documenten over het lot van haar man. De stukken zitten bij een voorlopige bewindvoerster, want Marie-Jeanne verblijft in een rusthuis en sukkelt met de gezondheid, zo vertelt haar advocaat Peter Callebaut.

Enig probleem: Marie-Jeanne wou haar dossier niet aan het parket geven. “Ze heeft totaal geen vertrouwen in het gerecht. Je zou voor minder. Ze zoeken al 35 jaar op foute sporen, en een oplossing lijkt niet in zicht”, zegt haar advocaat.

Omdat Marie-Jeanne niet meewerkte, kwamen de speurders donderdag terug met een huiszoekingsbevel. “De onderzoeksrechter was er ook bij. En iemand van het federaal parket én nog wat speurders”, aldus de advocaat.

Het federaal parket wil enkel kwijt dat er inderdaad een huiszoeking geweest is. “Niet bij een verdachte, maar bij iemand die interessante documenten zou kunnen bezitten die mogelijk niet of niet meer in het dossier zitten, maar er wel in thuishoren”, zegt Eric Van Duysse, woordvoerder van het federaal parket.

Het onderzoek naar de Bende van Nijvel lijkt sinds deze week weer in een stroomversnelling te zitten. Eerder was er een opsporingsbericht vanwege het federaal parket van een man met groot geweer. Volgens het federaal parket staat dat opsporingsbericht los van de huiszoeking nu.

Bron » Het Laatste Nieuws

Huiszoeking bij weduwe van slachtoffer Bende van Nijvel

Donderdag is een huiszoeking uitgevoerd bij de weduwe van Jan Palsterman, die vermoord werd bij de overval van de Bende van Nijvel op de Delhaize van Aalst, in 1985.

Marie-Jeanne Callebaut en andere slachtoffers hadden in 1995 van de toenmalige minister van Justitie een eigen, kosteloze kopie van het dossier van het onderzoek naar de Bende van Nijvel gekregen. Dat telde toen al meer dan een miljoen bladzijden en was anderhalve meter dik. De weduwe vulde het dossier aan met krantenknipsels, briefwisseling en eigen documenten over het lot van haar man. De stukken zitten bij een voorlopige bewindvoerster, want Callebaut verblijft sinds enige tijd in een rusthuis, vertelt haar advocaat Peter Callebaut.

Het gerecht wou haar archief graag inkijken omdat het vermoedt dat het dossier van de weduwe – voor zover het haar man betreft – vollediger is dan de eigen map waarmee de onderzoekers vandaag aan de slag zijn in het onderzoek. ‘Dat is inderdaad wat ik van mijn cliënte en van de bewindvoerster vernomen heb’, zegt advocaat Callebaut.

Foute sporen

Enig probleem: de weduwe wilde haar dossier niet aan het parket geven. ‘Ze heeft totaal geen vertrouwen in het gerecht. Je zou voor minder. Ze zoeken al 35 jaar op foute sporen, en een oplossing van het raadsel lijkt niet in zicht’, zegt haar advocaat. ‘Bovendien zijn er nog andere advocaten die een volledige kopie hebben. Dat ze daar hun gerief gaan zoeken in plaats van bij een oud mensje op de sukkel.’

Omdat de weduwe niet meewerkte, kwamen de speurders donderdag terug met een huiszoekingsbevel. ‘De onderzoeksrechter was er ook bij. En iemand van het federaal parket én nog wat speurders’, zegt haar advocaat.

Het gerecht heeft daarop het hele dossier van Marie-Jeanne Callebaut in beslag genomen. ‘Maar wij gaan niet akkoord. Maandag zal ik een brief sturen dat ze de hele zaak meteen moeten teruggeven. Dat ze snel een kopie maken en het ons terugbezorgen.’

Het federaal parket wou vrijdag alleen kwijt dat er inderdaad een huiszoeking geweest is. ‘Niet bij een verdachte, maar bij iemand die interessante documenten zou kunnen bezitten die mogelijk niet of niet meer in het dossier zitten, maar er wel in thuishoren’, zegt Eric Van Duysse, woordvoerder van het federaal parket.‘In dat geval zullen we ook onderzoeken hoe het komt dat die documenten uit het Bendedossier verdwenen zijn.’

Het onderzoek naar de Bende van Nijvel lijkt sinds deze week weer in een stroomversnelling te zitten. Eerder was er een opsporingsbericht vanwege het federaal parket van een man met een groot geweer. Volgens het federaal parket staat dat opsporingsbericht los van de huiszoeking nu.

Bron » De Standaard | Dirk Coosemans, Yves Barbieux