De rijkswacht verdween, toen verscheen de Bende van Nijvel. ‘Dat niemand zich afvroeg: ‘Zitten wij hier met een mol?‘’

Op 30 september 1982 pleegde de Bende van Nijvel haar eerste roofmoord in Waver. In deze zesdelige reeks gaat De Morgen op zoek naar nieuwe puzzelstukjes in het grootste Belgische criminele enigma ooit. Vandaag: Marc Geeroms uit Aalst woonde aan de Delhaize. Zesendertig dagen lang was daar elke dag politiebewaking. Op zaterdag 9 november 1985 vanaf 19.30 uur een kwartier lang niet meer. Exact 3 minuten later kwam de Bende van Nijvel.

“Wij woonden in de Parklaan, met zicht op de Delhaize”, zegt Marc Geeroms (52). “Toen we de schoten hoorden zijn we op de grond gaan liggen. Mijn pa kwam overeind en rende naar beneden. Ik ben gevolgd. Daar was Albert, onze buurman. Hij hield een revolvertje in zijn hand en van boven hoorde ik zijn vrouw, tante Mietje, roepen: ‘Ons kinderen zijn dood!’ Ik vond dat wel raar. Albert wou met zijn revolver van in de Congo de straat oversteken. Aan café The Fox, aan het kruispunt, heeft men hem kunnen tegenhouden.”

Marc Geeroms was in 1985 de 15-jarige buurjongen van de in de film Niet schieten (2018) door Jan Decleir vertolkte Albert Van den Abiel, de opa van David Van de Steen. De 9-jarige David werd die avond van dichtbij beschoten, maar overleefde. Vader Gilbert (43), moeder Thérèse (39) en zus Rebecca (14) werden net als vijf andere klanten geëxecuteerd.

“Ik kende David niet zo goed”, zegt Geeroms, 37 jaar later bij een koffie in The Fox. “Ik had meer oog voor Rebecca. Van de overval zelf heb ik niets gezien, wel van wat daarvoor gebeurde. Onlangs, in maart, ben ik gaan getuigen bij het federaal parket.”

Eigenbrakel-Overijse

Marc Geeroms staat op de plek waar toen de ingang van de Delhaize was. “Het is moeilijk uit te leggen aan mensen die die tijd niet hebben beleefd”, zegt hij. “Hoe de sfeer was in de weken na 27 september 1985.”

Na bijna twee jaar stilte heeft de bende op vrijdagavond 27 september 1985 opnieuw toegeslagen. In en rond de Delhaize in Eigenbrakel zijn drie mensen neergeknald. De daders verlaten de supermarkt met een Golf GTI met open achterklep van waaruit de reus achterwaarts schiet op wat beweegt. Nog geen halfuur later overvalt de bende 20 kilometer verder de Delhaize van Overijse. Vijf doden.

In 1985 kan je in de winkel nog niet pinnen. Belgen betalen cash of met cheques. De supermarkt is een goede gelegenheid om van grote biljetten verlost te geraken: in die tijd van 1.000 en 5.000 frank (25 en 125 euro). De daders graaien in Overijse bankbiljetten uit de kassa’s en proppen die in een vuilniszak. Een rijkswachtverslag meldt kort na de feiten: “De biljetten van 1.000 en 5.000 frank worden niet meegenomen.”

In theorie bedraagt de buit 2.511.103 frank, waaronder voor 1.520.000 frank aan cheques. Kassiersters hebben die cheques afgestempeld, wat ze waardeloos maakt. Blijft over: een buit van 1 miljoen frank of 25.000 euro.

Geeroms: “Wij konden er na 28 september onze klok op gelijk zetten. Elke avond stond waar ik nu sta een anoniem beige R4’tje met drie rijkswachters in. Om kwart voor acht werd dat afgelost door de stadspolitie. De ene wagen ging, de andere kwam.”

Marc Geeroms zag, net als meerdere andere getuigen, op zijn 15de een verdachte op de plaats van de misdaad. “Die avond komen wij om kwart over zeven thuis. Wij parkeren. Het R4’tje staat daar, zoals gewoonlijk, en aan het huisnummer 207 zie ik twee mannen met een soort oorlogswapen met een grote lader. Er staat nog een tweede R4’tje, wit met oranje streep. Rijkswacht. Daarnaast staat een lange man met een walkietalkie. Ik breng boodschappen naar boven en ga terug naar beneden voor de volgende. Daar zie ik een beige Ford Taunus komen aanrijden. Een opvallende auto, met op de bumper gemonteerde mistlichten. Er stapt een man uit in een groene lange jas die bovenaan is dichtgeknoopt en met een pruik. Hij heeft zijn gezicht bruin geschminkt. Net als die uitstapt, zie ik het beige R4’tje wegrijden. Het is dan halfacht, een kwartier vroeger dan altijd. Alsof de man met de pruik het signaal is om te vertrekken. Die vent keek naar mij.”

Zoals Marc Geeroms het vertelt zou minstens één dader niet per Golf GTI zijn gekomen, maar onder de ogen van rijkswachters – of mensen die er uitzagen als rijkswachters – tot daar zijn gebracht.

Witte map

Een na de moordpartij opgesteld opsporingsbericht toont schetsen, gemaakt op basis van getuigenissen van overlevenden. Een man met een pruik staat er niet tussen, maar komt wel ter sprake in de eerste verklaring die de 9-jarige David op 20 november 1985 vanuit zijn ziekbed aflegt over de man die hem beschoot: “Zijn gelaat was donkerbruin, naar mijn gevoel geverfd, geschminkt. Hij had een grijze sjaal voor de mond en hij droeg een zwarte pruik met krulhaar.”

Geeroms: “Ik ben niet de enige die de rijkswachters, de R4’tjes en die man hebben gezien. Mijn ouders en onze buren ook, maar in die dagen deed men geen buurtonderzoek.”

Enkele jaren voor zijn dood in 2011 overhandigt Albert Van den Abiel ons een ringmap met achter plastic de doodsprentjes van Gilbert, Thérèse en Rebecca. Het is het archief van zijn jarenlange strijd om opheldering over het R4’tje. Ook Albert zag het wegrijden om 19.30 uur. Drie minuten later vielen de eerste schoten.

Rond zevenen kreeg de Aalsterse vrije radio Mi Amigo tijdens het verzoekplatenprogramma een telefoontje: “Ik zou een plaatje willen aanvragen voor de bende van Hofstade in naam van de bende van Nijvel. De Marlets met ‘Te voet naar Scherpenheuvel’. Liefst draaien voor kwart over zeven of om kwart over zeven, zeker niet later. Anders is het te laat.”

Wie belde? Van waar? Het zoveelste enigma. “Ik geloof er niet meer in”, zei Albert Van den Abiel bij het overhandigen van de map. “Ze willen het niet ophelderen, mijnheer.”

Vooraan in de map zit een op zijn schrijfmachine verwerkte tekst over ‘De zwaarste dag’. Van den Abiel beschrijft hoe hij en tante Mietje de tafel dekten met het oog op Sint-Maarten en hij door het raam keek: “De rijkswacht is voorzichtig geworden. Ik heb met eigen ogen gezien dat er op de parking achteraan 2 rijkswachters staan met een automatisch wapen in de hand.”

Dat lijken de twee te zijn die ook Marc Geeroms heeft opgemerkt, maar die aanname gaat voorbij aan de vraag waarom zij niet in actie kwamen. De enige agent die de Golf achterna rende en onder vuur nam, was agent Eddy Nevens van de Aalsterse stadspolitie.

Perfecte synchronie

Dossierstukken uit 1985 brengen partieel opheldering over het R4’tje. In een die nacht opgesteld proces-verbaal 5337 melden rijkswachters Cornelis, Arijs en De Vlieger dat ze met ‘toezichtsdienst warenhuizen’ belast zijn. Het pv verduidelijkt niet waarom ze van de kwart-voor-acht-gewoonte afwijken. Ze ontvangen de eerste oproep over de overval als ze zich 2 kilometer verder bevinden. Als in een perfecte synchronie met de bende zijn ze weggereden van de Delhaize die ze hoorden te bewaken. Na de overval is er in het parlement discussie over het R4’tje en de in eerste instantie door de rijkswachttop gegeven uitleg, dat er meerdere warenhuizen dienden te worden bewaakt. In 1985 telt Aalst naast de Delhaize twee warenhuizen: een Colruyt en een Aldi. De Colruyt sluit om zeven uur, de Aldi om zes.

David Van de Steen: “Die timing is niet te geloven, en wat ik helemaal niet kan begrijpen is dat men zich daar binnen de rijkswacht zelf geen vragen over stelde. Dat niemand zich afvroeg: ‘Zitten wij hier met een mol?’”

Christiaan Bonkoffsky

Eind 2017 raakt bekend dat de drie jaar eerder overleden Aalsterse oud-rijkswachter Christiaan Bonkoffsky op zijn sterfbed opbiechtte dat hij deel uitmaakte van de bende. Het nieuws leidde tot de grootste reactivering van het Bende-onderzoek in twintig jaar. Onder leiding van federaal magistrate Marianne Capelle kwam er een nieuw onderzoeksteam. Na een jaar meldde het federaal parket: “Christiaan Bonkoffsky is niet de Reus van de Bende van Nijvel.”

Geert Lenssens, advocaat van de familie Bonkoffsky, heeft het lastig met de toen getrokken conclusies: “Mijn cliënten hebben nooit beweerd dat Bonkoffsky de reus was, zij stellen alleen dat hij lid was van de bende. Hij was groot, zeker, maar over zijn precieze rol hebben zij zich nooit uitgelaten. Omdat de man dat zelf ook nooit deed. Ze hebben getuigd dat hij bij elk bericht op tv over opgravingen of huiszoekingen in verband met de bende altijd zei: ‘Dààr gaan ze zeker niks vinden.’ En dat hij op het laatst tegen zijn broer tot tweemaal toe bekende dat hij deel uitmaakte van de bende.”

N.A., twee jaar lang de partner van Bonkoffsky, vroeg het hem een keer op de man af: “Ik zag die affiche met die robotfoto in een café. Ik zeg: ‘Maar dat zijde gij!’ Hij reageerde furieus: ‘Ik zat die dag met mijn voet in het gips.’ Daarna heb ik er nooit meer naar durven vragen.”

Wat N.A. zich vooral herinnert, is Bonkoffsky’s devote trouw aan het instituut rijkswacht, dat wat hem betrof niet de waardering kreeg die het verdiende. “Hij klaagde over gebrekkig materieel. Hun wagenpark, hun wapens. In zijn hal stond zo’n glazen kast met zijn uniform, zijn insignes en het horloge dat hij bij zijn pensioen kreeg. Dat was een heiligdom, je mocht dat niet aanraken.”

Rijkswachtbudget

De Bonkoffsky-periode werd ingeleid door Jef Vermassen, advocaat van David, die op 15 oktober 2017 op TV-Oost zei: “Ik weet wie achter de Bende van Nijvel zit.” Hij kreeg diezelfde avond telefoon van Patrick De Schutter, destijds brigadecommandant van de rijkswacht in Aalst, tweede hoogste in bevel. Later noemde Vermassen deze conversatie de “gouden tip”. Hij zei: “De rijkswachters mochten die avond niet op de parking van de Delhaize komen. Ik weet niet van wie het bevel kwam, misschien uit Brussel?”

David Van de Steen: “Volgens wat de commandant ons toen vertelde, was er wel degelijk een bevel om de bewaking om halfzeven te stoppen, maar herinnerde hij zich niet of dat per telefoon was gekomen of per telex. Toen hij daar eind 2017 over werd verhoord, zei hij dat hij zich niet herinnerde of er een bevel was geweest.”

De ex-commandant: “Mijn woorden zijn uit hun context getrokken. Ik heb tegen mijnheer Vermassen gezegd dat we moesten kijken naar het dienstbulletin van die avond. Was dat een statische of een mobiele bewaking? Ik weet dat onze mannen enkele minuten voor de komst van de bende zijn weggereden, maar is daar een bevel toe gegeven? Stel dat ik echt zo’n bevel had gekregen, dan zou ik de avond zelf toch zijn gaan rondvragen van wie? Normaal wordt zoiets door de dispatching omgeroepen op de boordradio en dan horen alle operationele leden van de brigade dat.”

Opnames zijn er niet. Het was 1985.

In 1990 verschijnt bij de inhuldiging van de nieuwe kazerne in de Denderstraat het boek Gendarmen en rijkswachters te Aalst. De nieuwe kazerne is een van de antwoorden van de Wetstraat op de terreur van 1985. Die leidde tot een verhoging van het rijkswachtbudget met meer dan 25 miljoen euro. In het boek staat een foto van vier rijkswachters bij de oplevering van nieuw materieel: een VW combi en twee Golf GTI’s. De vier kunnen nu, oktober 1989, ook pronken met nieuwe uzi-machinegeweren. De rijkswachter rechts is Bonkoffsky.

Het boek staat op pagina 137 stil bij “de dramatische gebeurtenissen te Aalst op 10 november 1985 waarbij 10 mensen werden vermoord”. Vreemd: elke Aalstenaar kan je zo zeggen dat de raid op 9 november plaatsvond en er 8 doden vielen. De aanslag wordt in het boek beschreven als een gebeurtenis die “… de regering ertoe heeft genoopt om de rijkswacht aanvullende kredieten toe te kennen voor de transmissie, de bewapening en de algemene uitrusting, zodat de onvoldoende uitrusting waarvan de nefaste gevolgen op de operationele doeltreffendheid duidelijk merkbaar werden, zou worden verholpen”.

In de witte map van Albert Van den Abiel zitten kopietjes van brieven die hij naar diverse instanties schreef: om parkeerboetes aan te vechten voor een BMW die kennelijk met een kopie van zijn nummerplaat rondreed, of takelfacturen. Alsof een onbekende vijandige macht hem na november 1985 specifiek begon te viseren. Marc Geeroms zegt gelijkaardige ervaringen te hebben.

“Ik werd op de dag van mijn achttiende verjaardag opgeroepen bij de rijkswacht in Aalst, waar ze me betichtten van een nagemaakte handtekening voor een lening”, zegt hij. “Wat later werd mijn auto gestolen door de bende van Kapllan Murat (beruchte gangster uit die tijd, DDC). Een paar dagen later visten ze die op uit het kanaal in Neder-over-Heembeek, met achter het stuur het lijk van een voortvluchtige gangster. Dertig jaar later is dat bijna exact de plek waar het federaal parket op aanwijzing van Robert Beijer begint te graven naar het lichaam van geldkoerier Francis Zwarts.”

Het lichaam werd niet gevonden, zoals op aanwijzing van Beijer nooit wat dan ook is gevonden. “Je blijft wel achter met dat akelige gevoel”, zegt Geeroms. “Alsof 9 november 1985 ons altijd blijft achtervolgen.”

Bron: De Morgen | Douglas De Coninck