Opvallend veel topbenoemingen bij politie en justitie blijven uit

Er is een opvallend aantal topfuncties bij politie en justitie ad interim ingevuld. En binnenkort komen er nog tal van plaatsen vrij. Een overzicht van de stoelen die tijdelijk bezet zijn en de te verwachten benoemingen.

Aan de top van minstens vijf belangrijke organisaties bij politie en justitie, staan mensen die tijdelijk benoemd zijn. Dat is erg veel. De leidinggevenden bij het parket van Brussel, het federaal parket voor de verkeersveiligheid, het OCAD, de Staatsveiligheid en de federale politie zijn tijdelijk benoemd. Bovendien moeten nog tal van andere topfuncties tijdelijk ingevuld worden.

De redenen hiervoor verschillen van dienst tot dienst. Soms is er een erg valabele reden, ziekte bv., zoals bij de Staatsveiligheid het geval is.

Veel scherper (en ook pijnlijker) is de toestand bij het parket van Brussel, het grootste en wellicht ook het belangrijkste parket van het land. Op 1 april 2021 vertrok de toenmalige procureur en al die tijd is er een procureur ad interim benoemd. Om tot een volwaardige benoeming te kunnen overgaan is er een wetswijziging nodig. Maar de wetgever laat dat dus al ruim twee jaar na.

In het geval van de federale politie had de ex-commissaris-generaal al in december vorig jaar aangegeven zijn mandaat niet te verlengen. Men had dus in principe voldoende tijd om een nieuwe selectieprocedure op te starten.

Dat een dienst ad interim geleid wordt hoeft op zich niet problematisch te zijn. Er is geen enkele reden om te twijfelen aan de capaciteiten van de mensen die de job tijdelijk invullen.

Maar hoe dan ook geniet iemand die functioneert ad interim niet dezelfde bescherming als iemand die vast benoemd is. Bovendien zit hij of zij op een stoel die misschien iemand anders ook ambieert, maar zich geen kandidaat kan stellen. Politie en justitie zijn ook belangrijk genoeg om te werken met leidinggevenden die volwaardig benoemd zijn. En, niet in het minst: zeker voor magistraten is het wenselijk dat benoemingen gebeuren door de Hoge Raad voor Justitie, met alle waarborgen voor objectivering. Daarvoor werd dat orgaan ook opgericht.

Er zijn uiteenlopende verklaringen voor de huidige situatie, maar sommige waarnemers zien in de aanslepende kwestie van deze topbenoemingen ook een politieke factor. Door de benoemingstaart groter te maken is het ook makkelijker ieder zijn deel te geven.

Hieronder vindt u per korps of organisatie een gedetailleerde beschrijving van de toestand.

Federale politie

Marc De Mesmaeker werkte woensdag 14 juni zijn laatste dag als commissaris-generaal van de federale politie. Hij gaat vanaf september aan de slag bij het Nationaal Drugscommissariaat. Eric Snoeck neemt zijn functie ad interim over.

Eric Snoeck begon zijn carrière in 1997 bij de toenmalige rijkswacht. In mei 2019 startte hij als directeur-generaal van de gerechtelijke zuil van de federale politie zij het dat hij die functie een kleine drie jaar ad interim uitoefende. Pas in januari 2022 werd hij officieel benoemd.

Het is onduidelijk wanneer de selectieprocedure voor de functie van commissaris-generaal officieel start. In afwachting daarvan blijft Eric Snoeck de leiding van het korps nemen. Volgens onze informatie zal Eric Snoeck kandidaat zijn en is hij zelfs een groot kanshebber. Snoeck deed ook al mee bij de vorige selectieprocedure en eindigde toen als tweede kandidaat (na De Mesmaeker dus).

Eric Snoeck wordt als directeur-generaal van de gerechtelijke politie opgevolgd door Laurent Blondiau (die als directeur werkte in Bergen). Maar ook deze benoeming is, u raadt het, ad interim.

Tijdelijk benoemd is ook Wald Thielemans aan het hoofd van de Algemene Directie Bestuurlijke Politie. Hij volgde in de zomer van 2020, toch al drie jaar geleden, ad interim André Desenfants op (die als gevolg van de zaak-Chovanec een stap opzij moest zetten).

Het directiecomité van de federale politie bestaat uit vier mensen. Enkel Dominique Van Rijckeghem, als baas van de Algemene Directie van het Middelenbeheer en de Informatie, is officieel. Zij is officieel benoemd op 21 augustus 2022 (overigens nadat ze de functie al ruim drie jaar, vanaf april 2019, ad interim had gedaan).

Conclusie: het directiecomité van de federale politie is voor drie vierde tijdelijk benoemd.

Parket Brussel

Wellicht het pijnlijkst is de situatie bij het parket van Brussel. Op 1 april 2021 stapte de Brusselse procureur des Konings Jean-Marc Meilleur over naar de privésector. Sinds die periode, dat is dus al ruim twee jaar geleden, is er geen nieuwe benoeming aan het hoofd van het grootste parket van dit land waar al bij al zo’n 500 mensen aan verbonden zijn.

Tim De Wolf nam de functie ad interim over. De Wolf werkte op dat moment als eerste substituut-procureur des Konings en was adjunct van Jean-Marc Meilleur. Hij is nu nog steeds procureur des Konings ad interim.

Deze benoemingskwestie wordt bemoeilijkt door wettelijke beperkingen die betrekking hebben op taalevenwichten. Dat probleem kan opgelost worden door een wetswijziging. Maar die blijft uit.

De aanslepende kwestie werd al herhaaldelijk publiekelijk aangeklaagd, o.a. door de Brusselse procureur-generaal Johan Delmulle. Hij hekelde in zijn mercuriale, dat is de openingsrede die wordt uitgesproken bij het begin van het gerechtelijk jaar, in september 2021 in scherpe bewoordingen het uitblijven van een definitieve regeling. In september 2022 deed hij dat opnieuw. Het ziet ernaar uit dat hij zijn tekst nog eens kan herhalen in september 2023.

Federaal parket voor de verkeersveiligheid

In de zomer van 2021 keurde de ministerraad de oprichting van het nationaal parket voor verkeersveiligheid goed. Dat idee was bedoeld om de verkeersveiligheid te bevorderen. Het nieuwe parket zal ook instaan voor een uniforme afhandeling van de verkeersboetes.

Men vond lange tijd geen enkele kandidaat voor deze functie, ondanks herhaalde oproepen. Er werkten ondertussen al wel een veertigtal mensen.

Eind februari 2023 werd Michèle Coninsx aangesteld als tijdelijk procureur. Michèle Coninsx heeft er al een lange en bepaald indrukwekkende carrière opzitten. Ze werkte o.a. op het parket in Brussel, bij Eurojust en stond aan het hoofd van de directie contraterrorisme bij de Verenigde Naties.

De reden waarom haar benoeming tijdelijk is, heeft te maken met haar leeftijd. In principe geldt zo’n benoeming voor een periode van vijf jaar, maar die periode kan Michèle Coninsx niet meer volledig invullen. Hoe lang ze dan wel aan de slag kan blijven, is onduidelijk. In het Belgisch Staatsblad (van 14 februari) staat dat “zolang er geen procureur voor de verkeersveiligheid is aangewezen, neemt zij de opdrachten van de procureur voor de verkeersveiligheid waar.”

Overigens gebeurde de benoeming van Michele Coninsx door het college van het openbaar ministerie en niet, zoals gebruikelijk zou zijn, door de Hoge Raad voor Justitie (precies omdat er geen kandidaten waren en er dus ook niet geselecteerd moest worden).

Voor de functie van substituut procureur bij het federaal verkeersparket loopt er momenteel wel een officiële selectieprocedure.

Staatsveiligheid

In mei 2022 liet Jaak Raes weten om medische redenen niet langer nog aan het hoofd te kunnen staan van de Veiligheid van de Staat. Om die reden nam hij ziekteverlof. Officieel loopt het mandaat van Jaak Raes nog tot 1 april 2024.

Francisca Bostyn nam tijdelijk zijn functie over. Bostyn werkte al bij Staatsveiligheid als directeur van de dienst internationale relaties. Ruim een jaar vervult ze dus al ‘tijdelijk’ de functie van administrateur-generaal.

De verwachting is dat pas na het mandaat van Jaak Raes er officieel een selectieprocedure start. Tot dan is hij officieel nog altijd de baas van de inlichtingendienst. Hoe dan ook is er in brede kringen een consensus dat Bostyn haar tijdelijke rol invult op een wijze die haar tot de meest geschikte kandidaat maakt.

OCAD

Paul Van Tighelt vertrok in oktober 2020 als directeur bij Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse (OCAD). Hij werd adjunct kabinetschef bij Minister van Justitie Vincent Van Quickenborne. Van Tighelt nam hiervoor ontslag bij het OCAD. Hij kan dus, bv. bij het einde van de regering, niet zondermeer terugkeren naar het OCAD. Hij behoudt wel zijn statuut van magistraat.

De leiding van het OCAD werd ad interim overgenomen door Gert Vercauteren, destijds de adjunct van Van Tighelt. Gert Vercauteren is tot op de dag van vandaag tijdelijk directeur. Zijn tijdelijke benoeming is geregeld bij Koninklijk Besluit, een KB dat op zijn beurt al eens verlengd werd.

Parket Halle Vilvoorde

Ine Van Wymersch was procureur des konings van het parket Halle Vilvoorde. Maar in februari van dit jaar werd ze benoemd als nationaal drugscommissaris. Vanaf dan wordt het parket Halle Vilvoorde ad interim geleid door Carol Vercarre.

In Halle Vilvoorde gaat het wel sneller. Op 5 mei verscheen in het Belgisch Staatsblad al een nieuwe vacature. De selectieprocedure loopt nog steeds. Volgens onze informatie heeft Carol Vercarre zich kandidaat gesteld. De kans is dus reëel dat in dit geval tijdelijk ook definitief wordt al is ze niet de enige kandidaat.

Een grote benoemingsgolf op komst

Tien jaar geleden werd de organisatie van hoven en rechtbanken grondig gereorganiseerd. Veel van de mandaten die toen werden ingevuld hadden een periode van 5 jaar die één keer kon verlengd worden. Vandaar de grote benoemingsgolf die ons te wachten staat voor begin 2024.

Het zijn niet de minste functies die opnieuw moeten ingevuld worden. Zo is er een vacature uitgeschreven voor o.a. de functie van eerste voorzitter van het Hof van Cassatie, procureur-generaal bij het Hof van Cassatie, eerste voorzitter van het hof van beroep te Brussel, voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg Antwerpen en Oost-Vlaanderen, voorzitter van de arbeidsrechtbank Antwerpen, voorzitter van de ondernemingsrechtbank Antwerpen, procureur-generaal bij het hof van beroep te Antwerpen en Brussel, federaal procureur en procureur des Konings bij het parket Limburg.

Ook het mandaat van de voorzitter van de Federale Overheidsdienst Justitie, Jean-Paul Janssens, loopt eind dit jaar af.

Die vacatures werden recent allemaal gepubliceerd. Het valt af te wachten wie de nieuwe topfuncties zal invullen.

Bron » VRT Nieuws | Dirk Leestmans

Huiszoeking bij Robert Beijer in Thailand leverde niets op

De huiszoeking in de villa van Robert Beijer in Thailand heeft niets opgeleverd in het onderzoek naar de Bende van Nijvel.

In januari werden speurders, de onderzoeksrechter en een federale magistraat naar het Aziatische land gestuurd om te assisteren bij de huiszoeking in de woning van de ex-rijkswachter Robert Beijer, wiens naam meermaals werd genoemd in het onderzoek naar de Bende van Nijvel.

‘We konden het niet nalaten om daar te gaan zoeken, omdat het federaal parket had beloofd alles te ondernemen – zowel technisch als menselijk – om dit dossier op te helderen. Op vraag van België werden een reeks voorwerpen door de Thaise politie in beslag genomen. Ze hebben niets interessants opgeleverd’, aldus Eric Van Duyse, woordvoerder van het federaal parket. Beijer zal daarom voorlopig niet worden verhoord door de onderzoeksrechter.

Illegaal

Tijdens de huiszoeking hebben de Thaise autoriteiten ontdekt dat de ex-rijkswachter niet over alle nodigde documenten beschikte om in Thailand te wonen en er dus illegaal verbleef. Beijer werd daarom gearresteerd en drie weken gevangen genomen voor hij in februari naar België werd gestuurd.

Beijer heeft zijn betrokkenheid bij de Bende van Nijvel altijd ontkend, maar zijn naam dook regelmatig op in het dossier van de Bende. De ex-rijkswachter werd in februari 1995 door het hof van assisen van Brussel tot 14 jaar cel veroordeeld voor een reeks misdaden die in de jaren 80 werden gepleegd. In december 1999 werd Beijer vrijgelaten, nadat hij meer dan de helft van zijn straf had uitgezeten. Daarop keerde de ex-rijkswachter terug naar Thailand.

Bron » De Standaard

Tueurs du Brabant: la perquisition chez Robert Beijer n’a rien donné, il ne sera pas auditionné

Rien d’intéressant dans le cadre de l’enquête sur les Tueurs du Brabant wallon n’a été trouvé lors de la perquisition menée en janvier au domicile de Robert Beijer en Thaïlande, où il vit depuis de nombreuses années, a indiqué mardi le parquet fédéral, confirmant une information de La Dernière Heure. Il ne sera dès lors pas entendu par la juge d’instruction pour l’instant.

En janvier, des enquêteurs, la juge d’instruction et un magistrat fédéral avaient été envoyés dans ce pays d’Asie afin d’assister à la perquisition de la résidence de cet ancien gendarme, dont le nom était cité à plusieurs reprises dans l’enquête sur les Tueurs du Brabant wallon. La descente était prévue depuis un certain temps mais avait été retardée par la pandémie de Covid-19.

“On ne pouvait pas s’abstenir d’aller perquisitionner là-bas puisque le parquet fédéral a promis de tout faire, techniquement et humainement, pour éclaircir ce dossier. Une série d’objets ont été saisis par la police thaïlandaise à la demande de la Belgique. Il a fallu le temps de les recevoir, de les analyser. Elles n’ont rien donné d’intéressant donc Monsieur Beijer ne sera pas auditionné pour l’instant”, a justifié le porte-parole du parquet fédéral Eric Van Duyse, précisant que son arrestation et son expulsion n’avaient jamais été demandés par la Belgique.

Lors de la perquisition en question, les autorités thaïlandaises avaient découvert que l’ancien gendarme ne possédait pas tous les documents requis pour vivre en Thaïlande et s’y trouvait donc en séjour illégal. Elles l’avaient dès lors arrêté, puis emprisonné pendant trois semaines avant de le renvoyer en Belgique en février.

Un emprisonnement qui n’aurait pas dû se passer, selon le conseil de Robert Beijer. “Il avait besoin d’un sauf-conduit pour rentrer en Belgique et le parquet fédéral a tardé à donner son autorisation au ministère des Affaires étrangères. La Belgique est responsable de son séjour alors qu’il n’a rien fait et qu’il a toujours coopéré à l’enquête”, a dénoncé Me Pierre Chomé.

Le nom de Robert Beijer, un ancien gendarme condamné en 1995 à 14 ans de prison pour le meurtre d’un diamantaire, est revenu régulièrement. Mais l’intéressé a toujours nié son implication dans l’enquête sur les Tueurs du Brabant. Une bande organisée a tué 28 personnes dans les années 1982 à 1985 au fil d’une série de braquages. Ce dossier reste l’un des plus grands mystères criminels du pays car aucun responsable n’a jamais été jugé.

Bron » 7 Sur 7 | Michaël Bouche

Geef haar een team en wat tijd, en ze lost cold case na cold case op: “Het zal zijn vruchten afwerpen”

Een team vol specialisten dat zich voltijds op de vele honderden onopgeloste misdaadverhalen stort. Dat is de wensdroom van Karolien Van Dijck, forensisch adviseur bij het NICC en verbindingsadviseur bij het Antwerpse parket. “Hoog tijd om cold cases echt gestructureerd te gaan uitpluizen.”

486 dossiers van zware zedenfeiten werden in Engeland door zo’n gespecialiseerd cold case-team opnieuw onder de loep genomen. ‘Oude’ verhalen van verkrachtingen en misbruik gepleegd door een dader op vrije voeten, door iemand die hoopte voorgoed buiten schot te blijven en daar ook wonderwel in leek te slagen. Zo’n ‘review’ van dossiers leverde over het Kanaal spectaculaire resultaten op: 340 doorbraken kwamen er al uit voort. Met dank aan een team van speurders, magistraten en DNA-specialisten, dat zich uitsluitend bezighoudt met het opnieuw onder de loep nemen van dossiers die om tal van redenen stof lagen te vergaren.

Genekt door twee haartjes

“Slachtoffers na al die jaren van wanhoop alsnog gerechtigheid kunnen bieden, is zo belangrijk”, zegt Karolien Van Dijck. Ze werkt als forensisch adviseur voor het NICC, het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie, en biedt al tien jaar ondersteuning aan magistraten van het Antwerps parket bij het wetenschappelijk luik van hun dossiers. Zo vaak zo cruciaal als bewijslast.

Weinigen in Vlaanderen die meer afweten van forensische wetenschap in gerechtelijke dossiers. Zonder Van Dijck en haar collega’s geen doorbraak in het dossier van seriedoder Stephaan Du Lion, de glazenwasser uit Deurne die onlangs levenslang kreeg voor de moord op vier vrouwen. Du Lion werd na al die jaren van vruchteloos speuren finaal genekt door de DNA-sporen die hij achterliet bij één van zijn slachtoffers. Door doorgedreven forensisch onderzoek, dus.

Labo en speurders, één strijd

Van Dijck is iemand die in de luwte opereert, als een soort verbindingsofficier tussen wetenschap en Justitie. Ze spreekt de taal van het labo én van de magistraten. Haar grote troef: dossiers vanonder het stof halen en met de fijne kam doorploegen.

Momenteel brengt ze alle oude dossiers in kaart in het Antwerpse, veelal dossiers van moord en doodslag, die nog niet rond zijn. Ze maakte al een eerste selectie van 236 dossiers die ze op termijn minstens wil proberen op te lossen. In de meeste gevallen is er dus geen naam van de dader. Maak die oefening voor heel Vlaanderen en de noodzaak voor een aanpak op z’n Engels lijkt nogal wiedes.

Maar tot verbazing van velen blijkt het in ons land voorlopig allemaal nattevingerwerk, zo’n cold case alsnog proberen op te lossen. Vaak terug te brengen tot die ene overijverige magistraat, het buikgevoel van een ervaren speurder of een toevallige DNA-match.

“Dat moet structureel anders”, stelt Van Dijck. “Het is hoog tijd dat we ook hier een professioneel cold case-team oprichten. Maak een lijst van alle dossiers, zet speurders, forensische wetenschappers én magistraten samen in een bureau en laat ze dag in, dag uit samenwerken. Simpel. Het zal vruchten afwerpen.”

In elke hooiberg zit een speld

Van Dijck verwijst naast Engeland ook naar Nederland, dat elf zulke teams kent. Of naar Frankrijk, waar drie nationale onderzoeksrechters speciaal opgeleid zijn in de materie. Wat kan je wettelijk doen qua DNA-onderzoek met oude en (later) nieuwe verdachten? Dat soort zaken. Ze verwijst naar de revolutie de voorbije jaren in DNA-land.

“Met de huidige technieken kan je als wetenschapper veel gerichter zoeken. Koppel dat aan een gerichte strategie en mijn aanvoelen is dat je veel onopgeloste zaken alsnog kan oplossen. Is er DNA? Hoe is dat bewaard? Zijn er bewijsstukken? Waar kunnen we misschien nog iets vinden? Waar liepen we destijds op vast? Zijn er wettelijk intussen nieuwe opties?”

Haar filosofie is helder als pompwater: op zijn minst professioneel te werk gaan, alles in kaart brengen, de nodige expertise rond de tafel verzamelen en speuren naar dat ene naaldje in de hooiberg. Zoals onder meer de achtergebleven haartjes van seriedoder Du Lion.

Capaciteit en centen

Zoals zo vaak in het land van Vrouwe Justitia wordt het ook een verhaal van capaciteit en centen. Er is al structureel te weinig geld om extra personeel aan te werven, om de kwaliteit in de gevangenissen te verbeteren, om renovatiewerken uit te voeren, om de slabakkende digitalisering van Justitie aan te pakken. De lijst is lang, de ambitie in het Vlinderpaleis desondanks groot.

Haar ultieme wensdroom, naast een eigen team: een cold case-databank waar je, zoals in Amerikaanse films, met enkele magische drukken op de knop alles uit labo’s digitaal aan openstaande dossiers kan linken. Het blijft, klinkt het, voorlopig een verhaal uit fictiereeksen als CSI: Miami.

Van Dijck hoopt binnenkort de minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open VLD) alvast te overtuigen om (een klein beetje) budget vrij te maken. Ze diept een quote van hem op, uit 2022: “Elke onopgehelderde zaak is er één te veel.” Van Dijck: “Ik vraag niet veel: geef me een team van drie specialisten – een bevoegde magistraat, een ervaren speurder die in alle archieven kan en een allround forensisch adviseur –, een lokaal, archiefkasten en wat tijd.”

Bron » Gazet van Antwerpen | Pieter Huyberechts

Justitie zet punt achter moordonderzoek Peter De Vleeschauwer: ‘We moeten aanvaarden dat de waarheid nooit aan het licht mag komen’

Na bijna 27 jaar zet justitie definitief een punt achter het onopgeloste onderzoek naar de moord op rijkswachter Peter De Vleeschauwer. De agent werd tijdens zijn dienst overmeesterd en kort daarna geëxecuteerd met een nekschot.

Rijkswachter Peter De Vleeschauwer (37) werd in de avond van 14 ­november 1996 ontvoerd tijdens zijn wachtdienst in de kazerne van Sint-Niklaas. Dat een politieagent – de rijkswacht was de voorloper van de huidige federale politie – was geschaakt in een politiekantoor leek volkomen absurd, al gold De Vleeschauwer als milieuactivist binnen het korps als een buitenbeentje. Hij was net vanuit de brigade van ­Lokeren per petitie weggestemd en verbannen naar die van Sint-Niklaas.

Wekenlang gingen speurders uit van een enscenering, waarbij de rijkswachter in het buitenland een nieuw leven zou zijn begonnen. Tot op 26 december 1996 het levenloze lichaam van De Vleeschauwer werd teruggevonden langs de Schelde in Hamme. De man bleek al vrij kort na de ontvoering te zijn geëxecuteerd met een nekschot. De Vleeschauwer liet een echtgenote en een zoon van 7 achter.

Tijdens het strafonderzoek werden in totaal vijf mensen van hun vrijheid beroofd. Het ging telkens om verdachten uit eerder marginale criminele milieus. Voor broer Chris De Vleeschauwer stond het vast dat de moord enkel kon zijn gepleegd door collega-rijkswachters. De speurders – ook rijkswachters – ­lieten volgens hem na om in eigen rangen te zoeken.

In mei 2009 trok het Gentse hof van beroep het dossier naar zich toe. Het stelde een raadsheer-onderzoeksrechter aan die met een vernieuwd speurdersteam aan de slag ging. Na diens pensionering in 2014 lijkt het onderzoek helemaal te zijn stilgevallen.

BOM-controle

Deze week ontvingen alle partijen, ook de vijf ten onrechte opgesloten ex-verdachten, een oproepingsbrief om op maandag 26 juni te verschijnen voor de Gentse Kamer van ­Inbeschuldingstelling (KI). Die gaat over tot een zogenaamde BOM-controle, een toetsing aan de wet op de bijzondere opsporingsmethoden.

“Dat is de voorlaatste stap naar het afsluiten van het onderzoek en het ontlasten van de onderzoeksrechter”, zegt Walter Van Steenbrugge, advocaat van Chris De Vleeschauwer. “Wij verwachten dat dat laatste na de zomer zal gebeuren op een volgende KI-zitting. Nu, het onderzoek was de facto al stilgelegd. We zagen dit al een hele tijd aankomen.”

Peter De Vleeschauwer stond ­bekend als buitengewoon integer en botste bijna dagelijks met collega-­rijkswachters. “Wie anders dan een rijkswachter zou een in theorie toch goed bewaakte rijkswachtkazerne binnengaan?”, argumenteerde Chris De Vleeschauwer de afgelopen 25 jaar in talloze interviews.

Hij schreef twee (fictie)boeken over de zaak, wees in een daarvan ook enkele collega-rijkswachters aan die hij als daders beschouwde. “Dit is waar ik al lang op zat te wachten”, reageert hij nu. “Het is nu klaar en duidelijk dat de piste van de interne afrekening nooit kon en nooit zal ­worden onderzocht . We moeten aanvaarden dat de waarheid nooit aan het licht mag komen.”

Ex-profwielrenner Johnny Vanderveken (69) uit Beveren had de ­twijfelachtige eer om twee keer te worden aangehouden op beschuldiging van de moord op Peter De Vleeschauwer. Hij bracht in totaal drie maanden onschuldig in voorarrest door.

“Bij elke ondervraging, uren aan een stuk en tot laat in de avond, ­bleven ze mij toeroepen dat ik de moord op De Vleeschauwer moest bekennen”, zegt Vanderveken. “Waarop ik dan terugriep: ‘Zijde gullie zot?’ Ik heb nooit goed begrepen hoe ze bij mij uitgekomen zijn, tenzij door dronkenmanspraat in Beverse cafés.”

Het parket-generaal in Gent ­bevestigt de agendering van de BOM-zitting op 26 juni, maar wenst geen verdere toelichting te geven.

Bron » De Morgen | Douglas De Coninck