‘Hij was altijd bezig over die staatsgreep, en over een bepaalde ‘kolonel’’: dochter van vermoorde bankier uit ‘1985’

In de tv-serie 1985 doet Léon Finné weinig anders dan zuipen, feesten en waarschuwen voor staatsgrepen. Om dan te worden neergekogeld door de Bende van Nijvel. ‘Voor mij was hij een toevallig slachtoffer’, zegt dochter Patricia Finné.

Hij wordt al jaren beschouwd als het meest enigmatische slachtoffer van de Bende. Tot drie jaar voor zijn dood runde Léon Finné het Brusselse filiaal van de Banque Copine aan de Louizalaan, vlak bij het Justitiepaleis. Hij was de bankier van zowel politiemensen en magistraten als drugscriminelen. Aan digitaal bankieren deden ze nog niet, en dus reed Finné geregeld met zakken vol cash naar het Groothertogdom Luxemburg om ze daar op geheime rekeningen te zetten.

“Als wij criminelen wilden pakken door zogezegd een lading drugs te kopen, dan belden we Finné”, herinnert een oud-drugsspeurder zich. “Dan kwam die aangereden met zijn Amerikaanse slee met twee vlaggetjes voor en twee achter. En een aktetas vol cash. Om te tonen aan de criminelen. ’s Avonds werd de operatie meestal uitgebreid gevierd.”

Staatsgreep

In 1981 zocht Léon Finné contact met rijkswachtmajoor Herman Vernaillen, om hem te waarschuwen voor een nakende staatsgreep door een extreemrechtse groep binnen de rijkswacht. Dezelfde Vernaillen die eind 1981 maar net een moordpoging door zijn ondergeschikten Madani Bouhouche en Robert Beijer overleefde.

Uitgerekend diezelfde Léon Finné werd in de avond van 27 september 1985 op de parking van de Delhaize in Overijse met niet minder dan negen kogels neergemaaid door de Bende van Nijvel. Die doodde bij een dubbele raid – eerst in Eigenbrakel, dan Overijse – acht mensen.

In 1985 wordt het personage tot leven gewekt door de Waalse acteur Jean-Michel Balthazar. Die speelt een buikige figuur die onophoudelijk zit te schransen, te zuipen en complottheorieën te debiteren. “De makers hebben me vooraf het scenario laten lezen”, zegt dochter Patricia Finné (66). “Ik ging ervan uit dat het bedoeld is als fictie, zoals de makers bij elke gelegenheid benadrukken. Ik heb geen enkele aanpassing gevraagd. Want er is opnieuw aandacht voor de zaak, er kijken 1,4 miljoen mensen, donc ça m’arrange. Misschien maakt de reeks iets wakker bij een of andere getuige. In alle misdaadzaken is er altijd iemand die iets weet en wil praten. Hier dus niet. Er is overduidelijk een omerta.”

“Ik was 29 jaar toen mijn papa stierf. Ik had een zoontje van vier en ik was samen met mijn man. Ik was een jonge moeder en had mijn eigen leven. Later pas ben ik me beginnen te informeren over wie mijn vader was. En toen ik dat scenario las, dacht ik: ze hadden nog een serieuze stap verder kunnen gaan. (lacht) Ja, mijn vader wás een bon vivant, om het zacht uit te drukken.”

In 1982 kwam de Banque Copine in zwaar weer omdat een aantal bankiers met de boekhouding zou hebben geknoeid en er een gat was ontstaan van 25 miljoen euro. “Mijn vader is toen ontslagen”, zegt Patricia. “Dat herinner ik me heel scherp: hij ontkende de tegen hem geuite aantijgingen en keek vol vertrouwen uit naar de rechtszaak. Maar die heeft hij dus niet meer meegemaakt. De laatste twee jaar werkte hij voor een bank in Luxemburg.”

‘Toevallig’

Léon Finné moet een uniek perspectief hebben gehad op het Brusselse criminele wereldje van toen. In talloos veel boeken en op internetfora wordt zijn aanwezigheid in de Delhaize van Overijse, uitgerekend die avond, beschouwd als té toevallig om aanhalingstekens rond dat woord weg te halen.

“Hij woonde in Overijse, op twee kilometer van de Delhaize”, zegt Patricia Finné. “Hij kocht daar dagelijks zijn krant. Het klopt wel dat hij de hele tijd bezig was over die staatsgreep, en ook over een bepaalde ‘kolonel’. Dat kwam altijd terug: ‘De kolonel heeft dit gezegd, de kolonel heeft dat gezegd…’ Wie die kolonel was? Geen idee. Dus ja, hij zat middenin het wereldje dat je nu ziet in 1985, maar als iemand hem specifiek naar het leven stond, kon die persoon hem toch ook voor zijn huis opwachten? Elk ander scenario lijkt me eerder iets voor Steven Spielberg.”

Ooggetuigen

Volgens ooggetuigen was de 14-jarige Stéphane Notte, die op de parking van de Delhaize wat aan het fietsen was, de eerste die die avond de gewapende en gemaskerde mannen opmerkte. Hij begon te schreeuwen. Daarop laadde een van hen zijn riotgun en schoot het joch neer voor de ogen van Léon Finné. Die behoorde tot een van de eerste Belgen met een autotelefoon, rende naar zijn auto om de politie te bellen, maar werd ook neergeschoten. Zijn moordenaar draaide zijn lichaam nog om met zijn voet en vuurde dan meerdere genadeschoten af. “De feiten zijn uitvoerig gedocumenteerd”, zegt Patricia. “Mijn papa was gewoon op het verkeerde moment op de verkeerde plaats.”

Er zijn van Léon Finné nauwelijks foto’s opgedoken, behalve eentje, in het boek dat Patricia Finné in 2012 publiceerde met Michel Leurquin. We zien de piepjonge Patricia met haar hand op zijn schouder. Hij houdt een jachtgeweer vast en draagt een cowboyhoed.

“Hij had in zijn villa in Overijse veel wapens liggen”, weet Patricia nog. “Hij had ook vier honden. Een politieman die aanwezig was in de Delhaize heeft mijn vader herkend. Agenten zijn die avond naar de villa gereden en hebben er de drie grote Duitse herders doodgeschoten. Zonder de familie te bellen. Er was ook nog een puppy, en die hebben ze naar het asiel gebracht. Het was zo’n rare, akelige tijd.”

Bron » De Morgen | Douglas De Coninck

De fictiereeks ‘1985’ kent de waarheid over de Bende van Nijvel niet, maar komt er dicht bij

Zondag zendt Eén de laatste aflevering van 1985 uit. De reeks brengt een scherp beeld van de ‘loden’ jaren 80, de extreemrechtse paranoia en de terreur van de Bende van Nijvel. Feit of fictie? Het zijn de feiten zoals fictie ze plausibel kan maken.

Op een dik veertig jaar oud filmpje is te zien hoe de extreemrechtse gevangenisdirecteur Jean Bultot zich in de Brusselse nachtclub Le Jonathan vermaakt met prostituees in een met confituur gevuld bad. Het filmpje, ooit te zien op Youtube, duikt op in de fictiereeks 1985 over de Bende van Nijvel, waarvan Eén zondag de finale uitzendt. Getuigden zulke feestjes niet van veel finesse, naar verluidt deden politici, magistraten, zakenlui, rijkswachtofficieren en patsers allerlei er graag aan mee.

De fuiven creëerden een sfeer waar de ­makers van 1985 gretig gebruik van maken. Tussen drank en seks door waren daar ‘hooggeplaatsten’ aan het smoezen, en vast niet ­alleen over confituur. Of er ontstonden ­kansen om deze of gene te chanteren. En er stelt zich ook een logistieke vraag: waar haal je al die confituur vandaan? 1985 brengt het antwoord: rijkswachters gingen die ­opvorderen in hun eigen mess.

Zulke details maken het ook dramatisch sterk geschreven en geacteerde 1985 realistisch en geloofwaardig. Ze sterken vooral de these van de serie. En die is niet min. Kort ­samengevat: de Bende van Nijvel was een ­extreemrechtse machinatie die angst wilde creëren bij de bevolking om haar met die ‘strategie van de spanning’ rijp te maken voor een autoritaire machtswissel.

Pretentieuze versie

In 1985 belandt niet Bultot, maar ‘de minister van Landsverdediging’ in de confituur. Zijn naam wordt niet genoemd, maar de allusie is helder: Paul Vanden Boeynants, ­Brussels christendemocraat (PSC), die toen overigens al minister van Defensie af was. Deze populist avant la lettre stond voor een ­gespierde staat. Als spil van een reactionaire fractie in de PSC teerde hij op anticommunistische paranoia. Die kenmerkt ook een privémilitie als Westland New Post (WNP) in de periferie van de PSC. En ze bracht ‘VdB’ ertoe om, nog als minister, de paramilitaire ­inlichtingendienst Public Information ­Office (PIO) op te richten.

Als Defensieminister had hij mee de politieke voogdij over de rijkswacht, een op militaire leest geschoeide nationale politie. Die is volgens 1985 het operationele centrum van het extreemrechtse complot dat de ­Bende van Nijvel aanstuurde, meer bepaald de elite-eenheid Diane, nu het Directoraat Special Units (DSU). Zo kan de fictiereeks die 1985 is een meesterbrein vinden in een VdB-achtige figuur, in een wat pretentieuzere versie van het origineel.

Was Vanden Boeynants die spilfiguur? Vast niet – het complot was breed vertakt en niet zo strak georganiseerd. Dat verklaart de klungeligheid (met wapens verstopt in een pot ingevroren spaghetti bolognese) of de banaliteit van reële motieven, zoals bij de moord op een vermeende spion in de ­Herdersliedstraat, ‘toevallig’ ook de ex van de vrouw van een complotteur.

VdB botste wel met justitie, maar dan, ­aldus de rechter, als ‘verstokte en onver­beterlijke’ fiscale fraudeur. Toen kon hij zijn ambitie om burgemeester van Brussel te worden, voorgoed opbergen. En wat de ­confituur betreft, alleen al de gedachte dat hij zich met zulke decadente onnozelheden zou hebben ingelaten, vond hij beledigend.

Rivaliteiten alom

In en om de Bende kon moeilijk sprake zijn van een strakke organisatie, omdat in die ­jaren tussen alle betrokkenen ook grote rivaliteiten heersten. Zoals tussen de ministers en topambtenaren van Defensie, Binnenlandse Zaken en Justitie. Tussen de rijkswacht en de politie. Tussen de Staatsveiligheid en militaire inlichtingendiensten. ­Tussen privémilities als WNP en de Staatsveiligheid, die ze ervan verdacht dat ze door de KGB waren geïnfiltreerd. Waartussen nog opgeblazen ego’s van politici, speurders of magistraten met elkaar botsten, om de eer, uit ijdelheid of koppigheid.

Ondanks die rivaliteiten valt wel een constante op, die ook een onderstroom in 1985 is. Al die weldenkenden die het land dringend van het communisme wilden redden, voerden een oorlog tegen een binnenlandse vijand: vakbonden, studenten, linkse politici, de vredesbeweging. Al in 1973 kon Vanden Boeynants de scholieren niet ernstig ­nemen die betoogden tegen zijn plan om de dienstplicht te verstrakken. Dat protest, zei hij, was gemanipuleerd door ‘agitatoren’.

In de vroege jaren 80 bestond een acute aanleiding voor dat reactionaire wantrouwen in het maatschappelijke protest, dat overigens deels voortvloeide uit de brede vernieuwingsdrang die met mei 68 was ­begonnen. De verkiezing van de Amerikaanse president Ronald Reagan in 1980 draaide de Koude Oorlog flink wat graden hoger. Die wending was al concreet geworden in het ­Navo-dubbelbesluit, dat de Belgische politiek zonder meer accepteerde. Gebeurde dat ‘en stoemelings’ of omdat ‘men’ vond dat de democratie er geen zaken mee had? Zo ontstond de zogeheten rakettencrisis, over de plaatsing van Amerikaanse tactische nucleaire wapens in Europa, ook op de luchtmachtbasis van Florennes.

Dat systemische wantrouwen creëerde mee de sfeer van de ‘loden’ jaren 80, net als een gebrek aan transparantie. Het opende ook mogelijkheden voor de machinatie met de Bende. Die verschijnt minder als een strak complot dan als een samenloop van parallelle extreemrechtse, politieke, militaire en ­zeker ook kapitalistische ambities. 1985 kan plausibel maken hoe die convergentie tal van elementen samenbracht.

Verblinde links-radicalen

De lijst is lang: verbitterde ex-rijkswachters die naar de criminaliteit overstappen, de shootingclubs, waar wapengekken zich uit­leven, of de Groep G waarin rijkswachters en leden van privémilities elkaar vinden. Het is inderdaad denkbaar dat vanuit die milieus ook ideologisch verblinde links-radicalen zijn gemanipuleerd bij de bomaanslagen van de Cellules Communistes Combattantes (CCC). Ziedaar de binnenlandse vijand. Een Leuvense professor beschreef hoe de CCC extreemrechts diende: eens de CCC een aanslag had aangekondigd, in dit geval op een bank, kon de politie alleen wachten tot de bom ontplofte en de omstaanders op een afstand houden. Een sterker bewijs voor de onmacht van de staat was niet nodig.

1985 haalt er terecht ook Gladio bij, dat door de Navo werd opgezet om bij een Sovjetinvasie van West-Europa het clandestiene verzet te organiseren en waarvoor geheime wapendepots werden aangelegd. Hoorde Gladio in België bij de militaire veiligheidsdienst (als SDRA-8), ook de chef van de (civiele) Staatsveiligheid, Albert Raes, was erin ­actief, net als de rechtse liberaal (ooit nog ­Senaatsvoorzitter) Armand De Decker.

De Bende van Nijvel paste ongetwijfeld in een breder politiek opzet – zoals er zeker ook (ex-)rijkswachters bij betrokken waren. De intentie, het personeel, de kennis en de middelen waren beschikbaar. Dat het onderzoek ernaar zichtbaar is gesaboteerd en vergiftigd met bewust uitgezette dwaalsporen, geeft dat al aan. Al moet incompetentie niet altijd met moedwil worden verwaard. Zo is het ook denkbaar dat de raids op Delhaizewinkels de politieke uitloper waren van een aanvankelijk louter crimineel opzet: afpersing, al dan niet met Amerikaanse Delhaizevestigingen als inzet.

In de moorden van de Bende tonen zich ook de contouren van andere convergenties: criminele informanten die de rijkswacht gaan manipuleren, politiediensten die over weinig onderzoekstechnieken beschikken, zowel wettelijk als logistiek, dan maar op ­eigen houtje wat gaan bricoleren met illegale middelen en methodes, bewijsmateriaal ‘planten’ of doen verdwijnen.

Dutroux

Zo ontstonden schemerzones en raakten speurders gecompromitteerd. En was het niet daardoor, dan door pure corruptie of een drang naar snel geld. Zeer actief porden politieke verantwoordelijken de zaak ook niet aan. Achteraf lieten meerdere politici verstaan dat het oprollen van de Bende wel een prioriteit was, maar dat de schrik er bij hen pas inzat eens de CCC opdook en zij zich ook persoonlijk bedreigd voelden als zo’n symbolisch doelwit waar de CCC op mikte.

Omdat justitie en politie het raadsel van de Bende van Nijvel nooit konden oplossen, bleef de zaak een collectief trauma. Tien jaar later ging de wonde weer etteren, toen in de marge van de zaak-Dutroux en de zogeheten X-dossiers weer geruchten opdoken over seksschandalen zoals die rond de Bende circuleerden. Overigens volgde pas toen een lang uitgestelde politiehervorming.

Dat de waarheid over de Bende nog altijd niet bekend is, kan, aldus de makers van 1985, een rechtsstaat zich niet ‘veroorloven’. Van gerechtigheid is nog altijd geen sprake, daders zijn nooit ter verantwoording geroepen. De serie moet dan ook haar eigen waarheid verzinnen. Is het grote complot in 1985 er wellicht te veel aan, deze expliciet geëngageerde fictie moet het stellen met hypothesen die niet juridisch gestaafd maar wel plausibel zijn. Dat is waarvoor fictie kan ­dienen. Daar is deze serie, met haar dramatische kracht en nauwkeurige documentatie, uitstekend in geslaagd.

Bron » De Standaard | Marc Reynebeau

Aflevering 7 van “1985”: extreemlinks geweld wordt aangevuld met Bendegeweld, het land davert op zijn grondvesten

Het lijkt wel of de Bende in 1983 in winterslaap ging om medio 1985 brutaal te ontwaken. Wat de Bende bezield heeft om tussen 83 en 85 in elk geval publiekelijk niets meer te ondernemen, is nooit opgehelderd. Maar dat ze in die tussentijd hun agressiviteit niet afgeleerd hebben, wordt helaas wel duidelijk. In 1985 duikt de Bende weer op. En zij niet alleen.

Walibi – Waver, 15 augustus 1985

15 augustus: die toeristische topdag gaat geldkoerier Willy Pans met de dagopbrengst van het pretpark Walibi naar de bank. Ver geraakt hij niet. Drie onbekenden wachten hem onderweg op. De man wordt “professioneel” geliquideerd met schoten in het hoofd, van dichtbij afgevuurd met een 9 mm pistool Heckler & Koch.

De speurtocht naar het wapen leidt de rechercheurs naar Luxemburg, waar blijkt dat een zekere Van Vliet het gekocht heeft. Van Vliet is een pseudoniem dat eerder al gebruikt werd door Madani Bouhouche om onder andere garageboxen te huren. Maar hij heeft een alibi. Hij zou die dag zijn gaan diepzeeduiken.

Deze feiten doen denken aan de overval op geldkoerier Francis Zwarts (zie aflevering 1). Het lijkt erop dat ook deze overval enkel uitgevoerd is voor het financiële gewin. De activiteiten van de Bende kosten natuurlijk geld. Denk aan het huren van garages, aankopen van wapens en betalen van uitvoerders.

In kringen van speurders wordt aangenomen dat deze roofmoord tot doel had de Bendeactiviteiten te financieren. Het blijft de vraag hoe het duo Bouhouche-Beijer naar schatting in totaal zo’n 1 miljoen frank (25.000 euro) uitgaf, gespreid over acht jaar, voor de huur van boxen en flats alleen.

Litton – Evere, 2 oktober 1984

In de aflevering van vanavond worden archiefbeelden getoond van de aanslag van de CCC op het Amerikaanse elektronicabedrijf Litton Business International in Evere. Dat bedrijf produceerde besturingssystemen van NAVO-kruisraketten. Om die reden werd het door de CCC geviseerd.

CCC staat voor Cellules Communistes Combattantes. Het is een extreemlinkse terreurorganisatie die in ons land in 1984 en 1985 zo’n 25 aanslagen zal uitvoeren. In principe kondigden ze hun aanslagen aan, maar dat liep fout op 1 mei 1985. Bij een aanslag op het kantoor van de werkgeversorganisatie VBO zullen die dag twee brandweerlieden om het leven komen.

Op 16 december 1985 worden vier leden van de CCC opgepakt in een fastfoodrestaurant in Namen. Een van hen is het enige vrouwelijke lid, Pascale Vandegeerde (in de reeks wordt die rol vertolkt door de vriendin van Vicky Verhellen). Pascale Vandegeerde wordt samen met de drie andere CCC’ers veroordeeld (in het najaar van 1988) tot levenslange dwangarbeid. Ze overleed onlangs.

Het verband tussen de CCC en de Bende is opnieuw voorwerp van hypotheses. Sommige waarnemers vinden het minstens vreemd te noemen dat de CCC actief werd in de periode dat de Bende stillag. Moest het extreemrechtse geweld (Bende) dan aangevuld worden door extreemlinks geweld (CCC), waardoor de strategie van de spanning ten top gedreven werd? En was het extreemlinkse geweld niet precies het bewijs dat het “rode gevaar” wel heel erg acuut was?

Nog een stap verder in die hypothese is de suggestie, zoals ook gedaan in de reeks, dat de CCC een creatie is van de Belgische Staatsveiligheid. Maar, het kan niet voldoende herhaald worden: dit zijn allemaal zuivere hypotheses. Er is geen enkel concreet bewijs voor. Al levert het natuurlijk wel voer op voor spannende scenario’s. In de Belgische realiteit van 1985 leverde het geweld echter vooral veel angstgevoelens op bij de bevolking, of het nu van links of van rechts kwam.

Maskers

Een aantal overvallen van de Bende werden uitgevoerd door mannen die een bivakmuts of een rubberen carnavalsmasker droegen. Daarop zijn niet echt vrolijke gezichten te zien, wel de angstaanjagende uitdrukking van bijvoorbeeld een oude verrimpelde man.

In één geval is er sprake van een masker met de beeltenis van de Franse ex-president Jacques Chirac. Ook dat is weer voorwerp van allerlei speculaties, al kan het natuurlijk ook zo eenvoudig zijn dat sommige maskers op dat moment gewoon in de aanbieding waren.

In de reeks wordt ook het personage Patrick opgevoerd. Het is moeilijk om aan te nemen dat de scenarist hier niet Patrick Haemers mee bedoelt, destijds een notoir figuur in de Brusselse onderwereld. De bende van Patrick Haemers pleegde tal van bloedige overvallen en ontvoerde later ook ex-premier Paul Vanden Boeynants, de politicus die al herhaaldelijk ten tonele werd gevoerd meer bepaald in de rol van corrupt en extreemrechts zakenman/politicus.

Interessant in dit verband is een vondst in het kader van het onderzoek-Haemers. Eind jaren 80 vindt men in een garagebox in Ukkel – die door de bende Haemers gebruikt werd als opslagplaats – een aantal gelijkaardige maskers. Daarop staat de afbeelding van mensen als de Franse ex-president Giscard d’Estaing, de Franse communistische leider Marchais, maar ook de kunstenaar Salvador Dalí. De makers van de succesvolle Netflixreeks Casa del Papel waren dus blijkbaar niet de eersten die Dalí’s masker gebruikten.

Abortus

Een wat aparte verhaallijn in “1985” is de relatie tussen rijkswachter Marc De Vuyst en de idealistische studente rechten Vicky Verhellen, die inmiddels advocaat-stagiair geworden is. Vicky Verhellen geraakt zwanger en overweegt een abortus. Die overweging was naast andere principes ook om legale redenen niet evident.

In de jaren 80 was abortus immers nog een misdrijf, en in die periode werden verschillende abortusprocessen gevoerd. Artsen, verplegend personeel en patiënten werden wegens de uitvoering van vrijwillige zwangerschapsafbreking voor het gerecht gedaagd en veroordeeld. Op opzettelijke vruchtafdrijving stonden straffen tot twintig jaar cel of vijftien jaar dwangarbeid.

Pas in 1990 volgde er in België een wetswijziging die abortus (gedeeltelijk) uit het strafrecht haalde.

Delhaize Eigenbrakel + Overijse, 27 september 1985

De tweede, gewelddadige golf van Bende-feiten start met een dubbelslag. Alsof de bende zich dubbel moet bewijzen. Op 27 september 1985 worden kort na elkaar de Delhaizes van Eigenbrakel en Overijse overvallen.

De scene is hartverscheurend. Een kind speelt op de parking wanneer, iets na 8 uur ’s avonds, drie gewapende mannen en getooid in lange jassen, de parking van de Delhaize betreden. Het kind wordt vastgegrepen en onder schot gehouden. Zo lopen ze samen naar het grootwarenhuis.

Een klant, Ghislain Platane, wordt aan de ingang onmiddellijk neergeschoten. De daders gaan met het kind als gijzelaar naar binnen. Klanten, opgeschrikt door de geweerschoten, proberen zich tussen de rekken te verbergen.

Een andere klant, Roger Engelbienne, biedt zichzelf aan om hem als gijzelaar te nemen en het kind te laten gaan. Hij wordt koelbloedig neergeschoten. Terwijl twee daders het geld uit de kassa’s eisen, blijft een derde op de uitkijk staan.

De zaakvoerder wordt verplicht de brandkoffer te openen. Dat lukt niet. De telefoondraden worden losgetrokken, er wordt op de meubels geschoten en op zich verstoppende klanten in het grootwarenhuis. De paniek is totaal.

De daders verlaten samen met het kind als gijzelaar de winkel. Op de parking schieten ze herhaaldelijk op een bestelwagen. Daarin zit Bozidar Djuroski die wacht op zijn winkelende echtgenote en dochter. De man is op slag dood.

De daders stappen in hun VW Golf GTI. Hun buit: 776.000 fr. (19.236 euro). Om iets na acht uur ’s avonds rijden ze weg, de taalgrens over, om te arriveren in Overijse. Het grensdetail is niet onbelangrijk, want Eigenbrakel en Overijse liggen in een andere communicatiezone van de politiediensten. Veel kostbare tijd gaat op deze manier verloren.

Het is 20.35 uur. Opnieuw parkeert dezelfde Golf GTI zich. De drie mannen stappen uit het voertuig. Een vergelijkbare modus operandus voltrekt zich.

Drie kinderen spelen met hun fiets op de parking. Twee jongens rijden weg. De derde jongen, Stefaan Noté (14) stapt van zijn fiets. Hij wordt koelbloedig neergeschoten met een riotgun.

Men neemt ook opnieuw een gijzelaar, Luc Bennekens (31), als menselijk schild. Bennekens was affiches aan het plakken voor de verkiezingscampagne van zijn vader, CVP-gemeenteraadslid in Overijse. De overvallers stappen het grootwarenhuis binnen en bevelen de klanten om op de grond te gaan liggen. Kassiersters worden gesommeerd het geld af te geven. Om hun woorden dodelijke kracht bij te zetten wordt een van hen, Rosa van Kildonck (37), met een schot door het hoofd afgeknald. Jean-Pierre Busiau, een klant, ondergaat hetzelfde lot.

Ook de zaakvoerder wordt in zijn kantoortje opgezocht en opnieuw slaagt men er niet in de kluis te openen. De overvaller neemt dan maar de minikoffer met het kleingeld mee.

Samen met de gegijzelde persoon verlaten ze de winkel. Op de parking wordt er nog geschoten op een auto met een wachtende inzittende, maar deze chauffeur slaagt erin zijn voertuig te verlaten en te ontsnappen aan de daders.

De doden zijn nog niet allemaal geteld. Op de parking vindt de rijkswacht nog het lichaam van de gegijzelde Luc Bennekens.

Wie ook niet aan de dood ontsnapt, is Leon Finné. Finné was de bankier én tipgever van de rijkswacht, het personage dat in aflevering 5 in de verf gezet werd. Uit het onderzoek blijkt dat eerst twee schoten in zijn richting werden afgevuurd. Dan kwam de moordenaar dichterbij, draaide het lichaam om en vuurde nog eens negen kogels af. Alsof dood niet dood genoeg kan zijn.

Het voedt de hypothese dat sommige slachtoffers van de Bende niet zonder meer toevallige slachtoffers zijn, maar bewust uitgekozen doelwitten. En zo voedt het verhaal van de Bende tegelijk zichzelf tot een dossier van inmiddels enkele honderdduizenden pagina’s en een bibliotheek vol met Bendeboeken. Tel nu daarbij ook nog “1985”.

Bron » VRT Nieuws

“Plots zit ik aan de andere kant van de barrière”: hoe onze reporter verdachte werd in onderzoek naar Bende van Nijvel

“Ik, Jean-Claude Lacroix, onderzoeksrechter bij de rechtbank van eerste aanleg in Charleroi, verhoor Yves Barbieux als verdachte in een onderzoek naar feiten waarbij 28 doden zijn gevallen tussen 1982 en 1985.” De Bende van Nijvel dus. Als aanhef van een proces-verbaal van verhoor, kan dat tellen. Plots zit ik dus “aan de andere kant van de barrière”, uitgerekend in hét misdaaddossier bij uitstek dat ons land al decennialang in de ban houdt.

Het turbulente jaar 1985 is er een om nooit te vergeten. Na de terreur van de Cellules Communistes Combattantes (CCC) word ik geconfronteerd met de afschuw van het Heizeldrama. Maar uitgerekend dat jaar voert de Bende van Nijvel haar meest moorddadige aanslagen ooit uit. Die kosten het leven aan zestien van de 28 slachtoffers van de Bende.

De dubbele overval van 27 september op de Delhaize-filialen in Eigenbrakel en Overijse bewijst wat een nietsontziende killers die Bendeleden wel zijn. De balans is bijzonder zwaar: die avond alleen vallen er acht doden. De volgende dag zie ik in Eigenbrakel nog altijd een oranje bestelwagen staan, waarvan de vloer in de stuurhut onder het bloed zit van de bestuurder. Hij werd zonder reden doodgeschoten. In Overijse spreek ik een 14-jarige jongen aan die komt kijken waar zijn schoolkameraad de avond voordien werd neergeknald. De overval van 9 november 1985 op de Delhaize van Aalst (opnieuw acht doden) staat er dan nog aan te komen. Overal in het land verschijnen ’s avonds scherpschutters en paracommando’s op de daken van de warenhuizen .

Gele affiche

Twee processen later – tegen de bende van Baasrode rond Philippe De Staerke en tegen de Borinage-bende rond Michel Cocu – is het mysterie rond de Bende van Nijvel nog altijd niet opgelost. De speurders besluiten een tweede reeks robotfoto’s van Bendeleden te publiceren. De gele affiche moet onthuld worden tijdens het VTM-programma Oproep 2020 van maandag 19 oktober 1998. Alle hoop van de onderzoekers is gericht op reacties van het brede publiek, maar ook op die van verdachten onderling.

Ik krijg die robotfoto’s echter op voorhand in mijn bezit. Wij willen ze in de weekendkrant publiceren, net voor het opsporingsprogramma wordt uitgezonden. Het lijkt een fijn plan. Enerzijds het publiek warm maken om de uitzending te bekijken en zo meer reacties uitlokken. Anderzijds is dat voor mij journalistiek gezien een mooie primeur.

Maar de vroegtijdige publicatie van de robotfoto’s schiet bij de speurders in het verkeerde keelgat. Diezelfde zaterdag nog komen zij, onder leiding van toenmalig procureur-generaal Claude Michaux en onderzoeksrechter Jean-Paul Reynal eerst bij mij thuis langs, daarna bij de redactie. “U beseft toch, meneer Barbieux, dat – als ik op een zaterdag op afstapping meega – dit bewijst dat wij de zaak bijzonder ernstig nemen?”, waarschuwt Claude Michaux.

Rood of zwart

Het blijken geen holle woorden. In mijn eerste verhoor schiet de tweede onderzoeksrechter Jean-Claude Lacroix meteen met scherp: “Het lijdt geen twijfel, meneer, dat u op het einde van het verhoor maatregelen tegen u mag verwachten. De vraag is of het een aanhouding wordt, dan wel een inverdenkingstelling, en of dat mandaat uiteindelijk behandeld zal worden door een rechter in het rood (van het assisenhof, red.) of in het zwart (van de correctionele rechtbank, red.).”

Wie heeft mij die robotfoto’s doorgespeeld? Daar draait het allemaal om. Van het wettelijk beschermde bronnengeheim van de journalist is er dan nog geen sprake. Het wordt dus een urenlange poging van de rechter om mij de naam van mijn tipgever te ontfutselen. Wat ik weiger te doen. Naarmate de ondervraging vordert, begrijp ik dat de Bende-speurders zich al langer afvragen waar ik mijn informatie over het onderzoek vandaan haal. Sommigen vragen zich af of er een “mol” in hun midden is, die mij inlichtingen doorspeelt zodat mijn artikels aan de Bende verklappen waar de speurders mee bezig zijn.

Doorverwezen

Op het einde van de dag word ik in verdenking gesteld voor heling van gestolen stukken. Plots zit ik in een rol die ik gewoonlijk als journalist van aan de zijlijn beschrijf: die van een verdachte die voor de raadkamer moet verschijnen. Samen met de man die mij de robotfoto’s heeft doorgespeeld, word ik doorverwezen naar de correctionele rechtbank. “Vraag een Nederlandstalig proces aan, want hier in Charleroi lusten ze jullie rauw”, raadt meester Jean-Philippe Mayence mij aan. In Brussel worden wij uiteindelijk over de hele lijn vrijgesproken. Het heeft vijf jaar geduurd.

Bron » Het Nieuwsblad

Aflevering 6 van “1985”: “Het zijn slimme klootzakken”

De aflevering van vanavond van de fictiereeks “1985” start met een erg gewelddadige scène. Op een vrijdagavond, opnieuw rond sluitingstijd, wordt een overval gepleegd op de Delhaize in Beersel. De gangsters, onder wie twee grote en breedgeschouderde types, stelen zo’n 30.000 euro en laten een spoor achter. Politie en justitie brutaal provoceren en ze op het (verkeerde) spoor zetten, het lijkt het handelsmerk van de Bende te zijn.

Delhaize – Beersel, 7 oktober 1983

Als de openingssequentie van vanavond al zo schokkend is voor de kijker, wat moet het dan geweest zijn voor de winkelende bezoekers van de Delhaize aan de Steenweg op Ukkel die 7e oktober 1983?

Het is 19.50 uur, kort voor sluitingstijd, als een zwarte Golf GTI met hoge snelheid de parking komt opgereden. De realiteitszin van de makers van “1985” blijkt uit de details van deze sequentie. De nummerplaat van de VW Golf in beeld (FKG-991) verschilt slechts miniem van de werkelijke nummerplaat (FGK-991) van de gestolen wagen. Al zou bij de feiten in Beersel een andere nummerplaat gebruikt zijn. Die laatste informatie verscheen in een opsporingsbericht dat in 2018 nog verspreid werd.

Drie mannen stappen uit. De eerste die ze vastgrijpen is een jobstudent die de winkelkarretjes van de parking bij elkaar aan het plaatsen is. Hij krijgt een riotgun in zijn hals geplaatst en wordt zo als gegijzelde mee de winkel binnengenomen.

Twee kassiersters worden in het Frans toegeschreeuwd dat ze de inhoud van de elf kassa’s in een vuilniszak moeten stoppen. De jobstudent zit onder bedreiging van het vuurwapen op handen en knieën. Er wordt gebruld, er wordt geschreeuwd, er wordt geschoten. Gerant Freddy Vermaelen komt, opgeschrikt door de paniek, uit zijn kantoortje, maar wordt onmiddellijk afgemaakt. Later, in 1985, zal blijken dat hetzelfde wapen nog opnieuw door de Bende gebruikt zal worden.

Het is een indicatie dat de Bende niet op een traditioneel criminele wijze werkt. In een criminele logica doe je er alles aan om sporen te wissen. De Bende doet haast ostentatief het tegenovergestelde: ze laten hun handtekening achter.

Het trio verlaat met de jobstudent als gegijzelde de supermarkt. Ze stappen in en, niet onbelangrijk, een van hen doet dat via het achterportier. De achterbank wordt ter plekke achtergelaten. De jobstudent ligt op de parking waar hij luttele minuten eerder nog ijverig aan het werk was. Hij heeft het overleefd, maar is wel totaal getraumatiseerd.

In het signalement dat door de onderzoeksrechter verspreid wordt kort na de feiten is er sprake van “reuzen”. De mannen verbergden zich achter maskers en lange donkere kapmantels. Die outfit draagt bij tot de panische sfeer onder de bevolking die de Bende creëerde.

Alle warenhuisketens zullen op dinsdag 13 oktober 1983 een paginagrote advertentie plaatsen.

Het tipgeld ligt er nog steeds. Madame Soleil, fantasten, wakkere burgers, gevangenen, premiejagers… allemaal boden ze zich aan. Maar in 30 jaar kwam er geen enkele waardevolle informatie binnen. Ook dat zegt iets over de Bende. In het criminele milieu maakt grof geld makkelijk loslippig. Dat ook vanuit (ordinaire) criminele kringen niets gelost werd, wijst op de geslotenheid van de Bende. En, afgezien van het gruwelijke karakter van de feiten, zegt het ook iets over het professionalisme van de Bende.

In dat verband wordt er soms gewezen op de celstructuur van de Bende. In die hypothese gaat men ervan uit dat er eigenlijk verschillende cellen (verschillende bendes) opereerden. Die respectievelijke bendes wisten niet van elkaars bestaan, laat staan dat ze mekaar kenden, en opereerden dus naast elkaar. Maar ze werden wel aangestuurd door enkele individuen. Alleen die individuen hielden het overzicht en zij bepaalden het hogere doel van de Bende.

Auberge des Trois Canards – Ohain, 2 oktober 1983

Pas na de aanslag in Beersel wordt er een verband gelegd met de feiten van vijf dagen eerder in het gereputeerde restaurant Les Trois Canards (Ohain). Daar zal in de nacht van 1 op 2 oktober, na sluitingstijd, een merkwaardige overval plaatsvinden.

De uitbater, Jacques Van Camp, eet na de late avonddienst nog iets met zijn familie en enkele personeelsleden. Maar als hij later twee jobstudentes naar huis wil brengen, staan enkele gangsters hem op de parking op te wachten. Jacques Van Camp wordt koelbloedig vermoord.

De daders dragen rubberen carnavalmaskers met het gezicht van een oude man met scheefstaande tanden en uitpuilende ogen. Ze gaan terug naar binnen en eisen de autosleutels.

Zonder buit maar wel met de rode VW Golf GTI van de dochter van het slachtoffer vertrekken ze. De veel duurdere Porsche, die ernaast geparkeerd staat, wordt beschoten net zoals de andere wagens op de parking.

I love Australia

Het wapen waarmee Van Camp is neergeschoten is een van de wapens die de Bende meenam van een van de rijkswachters bij de Colruyt in Nijvel (zie aflevering 5). En nog een merkwaardig verband: de rode Golf GTI zal zwart overschilderd worden en is, zo blijkt dus, de wagen van de overval op de Delhaize in Beersel. Op de ruit kleeft een sticker: “I love Australia”.

Als het al niet om dezelfde daders gaat, is er tussen al de feiten die toegeschreven worden aan de Bende, zeker wel een verband te leggen via de wapens en de voertuigen. Bovendien opereert men letterlijk over de grenzen van de territoriale bevoegdheden van het toenmalige politie- en justitielandschap.

Het lijkt erop dat de Bende de zwakke plekken van het overheidssysteem kent en exploiteert. Vicky Verhellen, een van de protagonisten uit 1985, drukt dit alles iets eenvoudiger uit: “Het zijn slimme klootzakken.”

In het onderzoek naar deze feiten wordt ook de gastenlijst van het restaurant onder de loep genomen. Die biedt een mooie staalkaart van de Brusselse beau monde en voedt pikante complottheorieën.

Zaten er wel eens aan de tafel: de toenmalige prins Albert samen met de moeder van Delphine Boël, minister van Defensie en ook premier Paul Vanden Boeynants, rijkswachtgeneraal Fernand Beaurir, maar ook bekenden uit de entourage van wapenhandelaar Juan Mendez en gangster Patrick Haemers (die overigens later Paul Vanden Boeynants zal ontvoeren). We schreven het al eerder: alle ingrediënten zijn aanwezig om er een wild verhaal van te maken. Helaas is tot op de dag van vandaag nog niet duidelijk wat waar is en wat niet.

Juwelierszaak – Anderlues – 1 december 1983

Bij deze overval worden twee mensen gedood: het Poolse echtpaar Jean Szymusik en Maria Krystina Slomka. Hun twee dochters, Sylvie (16) en Carine (12), zijn op het moment van de feiten op de eerste verdieping aan het studeren.

Het is opnieuw de zwarte Golf GTI (zie hoger) die gebruikt wordt om de vermoedelijke drie daders te vervoeren. De overvallers stappen de winkel binnen en openen onmiddellijk het vuur. Man en vrouw worden afgemaakt. De buit is erg pover: juwelen en horloges ter waarde van ongeveer 140.000 frank (3.470 euro).

In de tijdslijn valt iets op. In december 1993, moment van deze overval, zitten al een aantal Borains (zie aflevering 5) in de cel op verdenking van betrokkenheid bij de Bende. Toch blijven de aanslagen voortduren. Sommigen zien hierin een signaal van de Bende. Een signaal waarmee ze aan de speurders duidelijk willen maken dat ze niet de juiste verdachten hebben. De triomfalistische toon waarop sommige magistraten spraken over een doorbraak in het onderzoek, werd door de Bende beantwoord met een omhooggestoken middenvinger.

Tegelijk vormt de dubbele moord in Anderlues een breuklijn in het Bendeverhaal. Voorlopig zal het geweld ophouden. Anderhalf jaar lang zal de Bende niets van zich laten horen.

Philippe De Staerke

Er is nog één figuur wiens naam valt: Philippe De Staerke. De Staerke is een figuur uit het zigeunermilieu die bij politie en justitie in de jaren 80 al lange tijd gekend is. Op zijn 13e wordt hij door de jeugdrechter al geplaatst in een instelling. Hij heeft een waslijst aan veroordelingen met betrekking tot drugsfeiten, wapenhandel en diefstallen op zijn naam staan.

De Staerke is een van de 38 medegedetineerden die op vrijdag 16 september 1983 kan ontsnappen uit de gevangenis van Doornik. Het was “de ontsnapping van de eeuw”. Lang heeft het niet geduurd. Op 5 oktober zal hij worden aangehouden. Hij wordt er in die tussentijd wel nog van verdacht betrokken te zijn bij de overval op de Auberge des Trois Canards en de moord op Jacques Van Camp. Tot een veroordeling hiervoor is het nooit gekomen.

Philippe De Staerke wordt beschouwd als leider van de bende van Baasrode. In die bende duiken nog andere namen op die later in verband zullen worden gebracht met de Bende (met hoofdletter), bijvoorbeeld Leopold Van Esbroeck en Dominique Salesse.

Vooral de cel Dendermonde onder leiding van onderzoeksrechter Troch werkt op deze piste. Onthoud de naam van De Staerke want zijn naam zal nog opduiken in de tweede golf van Bendefeiten die er zit aan te komen. “1985” wordt vanaf volgende week pas echt 1985.

Bron » VRT Nieuws