Kristel uit Tervuren heeft de hand van de ‘reus’ gevoeld in 1985 en durft niet naar serie over Bende van Nijvel kijken

Kristel Caron (56) uit Tervuren wil wel graag, maar durft niet naar de televisiereeks “1985” kijken. Waarom niet? Op 27 september 1985 stond ze, als 18-jarige, aan een kassa van de Delhaize van Overijse oog in oog met de ‘reus’ van de Bende van Nijvel. En dat beeld is ze nooit vergeten. En toch moest het ergste nog komen: 5 doden in en rond de Delhaize in Overijse.

Op vrijdagavond 27 september haalt de Bende Van Nijvel verwoestend uit. Na een stilte van bijna twee jaar vallen de overvallers schietend binnen in de Delhaize van Eigenbrakel, ze maken drie dodelijke slachtoffers. Een kwartier later rijden ze de parking van de Delhaize in Jezus-Eik (Overijse) op, twee mannen stappen uit een wagen en beginnen meteen te schieten. Daar begint het verhaal van Kristel Caron.

“Ik was net afgestudeerd en in september bij Delhaize begonnen. Vrijdagavond was ik aan het werk aan kassa 11, de voorlaatste kassa. Een klant riep: een overval! Ik hoorde precies ballonnen die sprongen. En dan zag ik twee mannen met zwarte lange jassen, een masker en een zwarte muts of hoed op het hoofd. Eerst gingen ze naar boven naar het bureel. Ik wist niet dat er nog een derde aan de ingang van de kassa stond, die man was de schutter, de killer, hij heeft iedereen doodgeschoten. Ze gingen kassa per kassa af. Het duizelde in mijn hoofd, ik was gaan liggen, maar kroop weer recht omdat ik zeker wou zijn dat ik de kassa wel open kreeg.” Iets wat achteraf belangrijk bleek, bij een collega kassierster, Rosa uit Huldenberg, ging het niet snel genoeg, zij werd doodgeschoten.

Grote handen en heldere blauwe ogen

“Als ik mijn ogen sluit kan ik die film weer helemaal afspelen. ‘De reus’ kwam naar mijn kassa, hij was opvallend groot. Of hij Nederlands of Frans sprak was me onduidelijk, misschien omdat ik zelf perfect tweetalig ben. Hij nam het geld en stopte het in een zwarte vuilniszak met daarop ‘Propsac’. Hij zei dat ik moest gaan liggen, zijn geweer in de hand en met de andere hand duwde hij me naar beneden. Het was een grote hand en hij had opvallend helderblauwe ogen. Die kon ik zien onder het masker, een aansluitend masker van een man waarmee je kon kijken en bewegen met je mond. Daarboven droeg hij een zwarte muts. Daarna waren ze snel weg met hun Volkswagen Golf GTi.”

Fles wijn gegooid

“Wat me opviel, is hoe koelbloedig en professioneel ze te werk gingen,” vertelt Kristel. “Daarna bleef het even stil en toen barste het gehuil en geschreeuw los. Vanaf dan weet ik niets meer of in flarden. Ik heb met een collega nog een deken over onze overleden collega gelegd. Eén van de hoofdkassiersters had haar schort uitgedaan en wou de overvallers achterna rijden met haar auto. Ze had eerst al een fles wijn in hun richting gegooid. Gelukkig was dat niet raak, je weet nooit hoe ze gereageerd zouden hebben,” aldus Kristel. Maandag erna ging ze opnieuw werken. Van hun werkgever Delhaize hoorde ze niets: “Geen brief, geen opvang en geen begeleiding. Zwijgen en weer aan de slag, dat was het.”

Maskers

“Ik ben nog steeds doodsbang voor maskers. Carnaval vind ik een vervelende periode. Als ik onverwacht iemand zie met een masker loop ik voor mijn leven. Mijn kinderen mochten ook nooit maskers dragen”, vertelt Kristel. “Ik heb de draad snel weer opgepikt en blijven werken bij Delhaize en later bij Di. Toen ik enkele jaren geleden de reconstructie van Aalst zag op Telefacts ging ik in shock en was ik weken out.”

Ooit eens kijken

“De serie ‘1985’ neem ik op. Iedereen zegt me dat ze goed is en ik ben altijd alles over de Bende blijven volgen. Maar ik ben bang om opnieuw in shock te gaan. Misschien kijk ik later eens en zeker op mijn eentje, daar hoeft niemand bij te zijn. Maar nu durf ik het niet.” Op de vraag wie er achter de Bende zit heeft ook Kristel geen antwoord: “Ik volg de politiek en alle theorieën niet, maar ik ben wel blij met de serie, er moet aandacht blijven voor de gruwel van de Bende van Nijvel. Ik hoop dat de zaak niet verjaart en dat ze blijven zoeken naar de daders.”

Haemers

Op de vraag of de ‘reus’ met de opvallende grote ogen misschien Patrick Haemers was (Haemers was van het nabije Sint-Lambrechts-Woluwe en heeft nog steeds naaste familie in Overijse, n.v.d.r.), die ook in de serie 1985 opduikt, antwoordt Kristel negatief: “Nee, hij was het niet, dat zou ik geweten hebben. Waar ik wel zeker van ben is dat ze de Delhaize van Overijse goed kenden. Ze kenden de parking en ook de weg in de Delhaize zonder enig aarzelen. Ze zijn zeker op verkenning geweest.”

Bron » VRT Nieuws

Aflevering 8 van “1985”: de fictiereeks stopt, de vragen rond het bendedossier blijven

Vanavond kan je op Eén naar de laatste aflevering van “1985” kijken, de serie over de Bende van Nijvel. Het brutale geweld, de vervlechting van boven- en onderwereld en het weinig efficiënte onderzoek: het zijn de inmiddels bekende hoofdingrediënten van het Bendeverhaal. Maar wat na acht afleveringen rest, is toch vooral het open einde en de talloze vragen. Exact ook de realiteit van het Bendeonderzoek: veel hypotheses, weinig of geen exacte antwoorden.

Robert Beijer

De aflevering begint met een ondervraging van Robert Beijer. Door een toeval is dat stukje nu brandend actueel. Zoals bekend, reisden Belgische speurders enkele weken geleden naar Thailand, het land waar Robert Beijer al jarenlang resideerde. De Belgische onderzoeksrechter Martine Michel, iemand van het federaal parket en vijf speurders deden er een huiszoeking. Dat nieuws kreeg veel weerklank in de media. Maar zo veel deining het kortstondig veroorzaakte, zo stil bleef het daarna.

Voor zo ver bekend, vond men bij de huiszoeking niets interessants. Dat mag misschien ook niet verbazen. Als het zo is dat Robert Beijer samen met Madani Bouhouche de spin in het Bendeweb vormt, zou het vreemd zijn mocht hij, zo’n veertig jaar na de feiten, bewijzen daarvan voor het grijpen laten liggen.

Een gevolg van de huiszoeking was wel dat Beijer niet over de juiste Thaise papieren bleek te beschikken. Het is een administratieve kwestie die wellicht ook al wel eerder bekend was. Het blijft dus een beetje vreemd dat het werk van de rogatoire commissie ogenschijnlijk slechts dat opleverde. De kans is reëel dat er een onderzoeksstrategie gehanteerd wordt die op een ander effect mikt.

Want dat Robert Beijer een sleutelfiguur is in het Bendedossier, daarvan is er meer dan één indicatie. Zo bleek hij bijvoorbeeld kort voor de aanslag in Aalst, in het najaar van 1985, opgemerkt te zijn in de buurt van de plaats van de feiten. De speurders van de Deltacel onder leiding van onderzoeksrechter Troch voelden hem daarover aan de tand. Ze vermoedden dat hij een observatieopdracht uitvoerde om de aanslag voor te bereiden. Zijn uitleg was dat hij als privédetective informatie aan het inwinnen was in een banale zaak van overspel.

Beijer neemt zelfs foto’s van de omgeving.

Wellicht relevanter is het globale klantenbestand van A.R.I., het detectivebureau dat Beijer en Bouhouche oprichtten na hun vertrek uit de rijkswacht. In “1985” is te zien hoe Beijer enkele speurders voor een gesloten deur plaatst om dan bewijsmateriaal te vernietigen. Dat bewijsmateriaal was onder andere te vinden in de A.R.I.-fichebak. A.R.I. werkte blijkbaar in opdracht van niet bepaald de eerste de beste. Zo zien we enkele bekende namen passeren van de Amerikaanse ambassade in Brussel, ex-premier Paul Vanden Boeynants, de B.O.B., journalisten van het tijdschrift Pourqoui Pas….

Bolognaisesaus

De realiteit van het Bendeverhaal overtreft soms de fictie. Zo is er het onwaarschijnlijke verhaal van een wapen dat teruggevonden wordt in een potje diepgevroren bolognaisesaus.

Het was Anne Quittner, de vrouw van Bouhouche, die aan de speurders liet weten dat er bij hen thuis nog een wapen verstopt was, een FN GP 9mm pistool. Het pistool zat, zo zei ze nog, in een doos met bolognaisesaus in de diepvriezer. Zij zou het wapen gekregen hebben van Beijer.

Het wapen wordt door diverse wapendeskundigen geanalyseerd maar waar de ene expert het linkt aan de Bende, en meer bepaald aan de moord op wapenhandelaar Juan Mendez, ontkent de andere dat. “Had ik het u niet gezegd?” reageert een triomfalistische Bouhouche op het nieuws van de tegenexpertise die hem in zijn visie in het gelijk stelt. In het Bendeverhaal lijkt, Multatuli parafraserend, niets waar te zijn en zelfs dat niet.

Garageboxen

Wat materieel wel bewezen is, is het bestaan van garageboxen waar de Bende haar wapens, munitie en voertuigen verstopte. Dat gegeven wordt in de laatste aflevering van 1985 goed uitgewerkt.

Zo is er een garagebox ‘Louise’ op de Louisalaan in Brussel aan de rue du Beau Site. Het zou speurder Goffinon geweest zijn die de tip over deze opslagplaats kreeg maar hij hield de info voor zich.

In de reeks is te zien hoe Bouhouche vanuit de gevangenis aan zijn vrouw Anne Quittner via de telefoon vraagt om alles op te ruimen. Versta: laat het bewijsmateriaal verdwijnen.

Dat laatste gebeurde hoe dan ook. De box wordt op een bepaald moment helemaal leeggemaakt. De vraag blijft of dat met medeweten van sommige speurders gebeurde dan wel dat de Bende de speurders eens te meer te slim af was. In de reeks van vanavond krijgt u een Brusselse vloek als antwoord…

Versterking van de staat

In de reeks doet het personage van Madani Bouhouche een veelzeggende uitspraak. “Luister ‘s,” zo zegt de sluwe vos aan de idealistische speurder De Vuyst, “de rijkswacht rijdt tegenwoordig rond met Golf GTI’s, draagt kogelvrije vesten en schiet met riot guns. België is een stabiel land geworden.”

Het is natuurlijk slechts een fragment uit een conversatie uit een fictiereeks. Maar toch zal het voor velen als de bevestiging klinken van wat ze vermoeden: het bendegeweld had tot doel het veiligheidsapparaat te versterken.

Het is en blijft slechts een theorie als verklaring voor de feiten van de Bende.

Het hellend vlak

Ronquières is bekend door het hellend vlak. Maar de omschrijving van de locatie is figuurlijk eigenlijk perfect toepasselijk op een cruciaal element in het onderzoek dat tot op de dag van vandaag voor veel controverse zorgt en waar alle kanten mee uitgegaan wordt.

Alles start in de nacht van 10 op 11 november 1985. Aan de draaikom van het kanaal Brussel-Charleroi, op een paar tientallen meters van Ronquières, wordt een zak (of verschillende zakken) in het water gegooid. Het zijn getuigen die dit signaleren. Procureur Jean Deprêtre van Nijvel laat de plek doorzoeken maar zonder resultaat.

Maar een jaar na deze eerste zoektocht wordt er opnieuw gezocht. Deze keer door speurders van het Deltateam onder leiding van onderzoeksrechter Freddy Troch uit Dendermonde. Dit team zoekt wellicht beter want er worden verschillende zakken opgedoken. In die zakken zit bewijsmateriaal dat de feiten uit de eerste en de tweede periode van de Bende aan elkaar linkt.

Iedereen spreekt in eerste instantie over deze vondst in termen van ‘een belangrijke doorbraak’. Maar het Bendedossier zou het Bendedossier niet zijn, mocht er ook geen tweede lezing van deze vondst zijn. Het hellend vlak neemt eigenlijk een bocht van 180°. Wat voor de een een succes is, bekijkt de ander als sabotage. Dat zit zo.

In 1990 wordt het Bendeonderzoek gecentraliseerd in Charleroi. De Cel Waals-Brabant in Charleroi schakelt het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie (NICC). En het NICC stelt vast dat die gevonden wapens onmogelijk een jaar lang in het water hebben kunnen liggen. Sterker: men zou de stukken er zelf ingelegd kunnen hebben om zo het onderzoek opzettelijk te manipuleren. Wat in eerste instantie een belangrijk spoor leek wordt dus later door sommigen beschouwd als een bewust uitgezet dwaalspoor.

Het is de aanleiding voor onderzoeksrechter Martine Michel om een onderzoek te openen tegen de voormalige speurders in Dendermonde. Het conflict escaleert zwaar. Speurders worden door andere speurders in opspraak gebracht en er worden wederzijdse zware beschuldigingen geuit.

Wat in de reeks 1985 het einde is, is in werkelijkheid absoluut niet zo. Integendeel, het dossier werd er door de verwikkelingen rond Ronquières zo mogelijk nog raadselachtiger op. En in het verlengde daarvan kan gezegd worden dat een van de redenen waarom het bendedossier tot op de dag van vandaag niet opgelost is, precies het gegeven is dat ervaren speurders mekaar vakkundig de das omgedaan hebben.

Het is maar fictie

Wat heeft “1985” ons bijgebracht? We hebben 8 zondagavonden lang genoten van fantastische acteerprestaties, waarheidsgetrouwe decors, een soundtrack die de jaren ’80 muzikaal deed herleven. Het was kortom spannende televisie van de bovenste plank.

De makers meldden week na week expliciet dat het over fictie ging maar tegelijk zeiden ze dat alles gebaseerd was op waargebeurde feiten. In de sterkte zat tegelijk ook de zwakte van de reeks. Door tegelijk feitelijke informatie te geven en originele archiefbeelden te verwerken maar tegelijk ook te zeggen dat het slechts fictie is, kan je alle kanten uit.

En het ging in de reeks ook alle kanten uit. Verschillende verklaringen voor de Bende van Nijvel kwamen aan bod, soms impliciet, soms expliciet: extreem rechts, corruptie, afpersing, chantage, Gladio, strategie van de spanning, rancune, wraak, …

Over de Bende van Nijvel is er ondertussen een omvangrijk onderzoeksdossier van honderdduizenden pagina’s, er verschenen tientallen boeken, artikelen, films, … In die zin is het verhaal van de Bende met “1985” aangevuld met een bijzonder goed gemaakte reeks. Maar misschien heeft de bevolking en al zeker de slachtoffers naast een spannend verhaal over de Bende van Nijvel vooral ook behoefte aan duidelijke antwoorden.

Bron » VRT Nieuws | Dirk Leestmans

‘Hij was altijd bezig over die staatsgreep, en over een bepaalde ‘kolonel’’: dochter van vermoorde bankier uit ‘1985’

In de tv-serie 1985 doet Léon Finné weinig anders dan zuipen, feesten en waarschuwen voor staatsgrepen. Om dan te worden neergekogeld door de Bende van Nijvel. ‘Voor mij was hij een toevallig slachtoffer’, zegt dochter Patricia Finné.

Hij wordt al jaren beschouwd als het meest enigmatische slachtoffer van de Bende. Tot drie jaar voor zijn dood runde Léon Finné het Brusselse filiaal van de Banque Copine aan de Louizalaan, vlak bij het Justitiepaleis. Hij was de bankier van zowel politiemensen en magistraten als drugscriminelen. Aan digitaal bankieren deden ze nog niet, en dus reed Finné geregeld met zakken vol cash naar het Groothertogdom Luxemburg om ze daar op geheime rekeningen te zetten.

“Als wij criminelen wilden pakken door zogezegd een lading drugs te kopen, dan belden we Finné”, herinnert een oud-drugsspeurder zich. “Dan kwam die aangereden met zijn Amerikaanse slee met twee vlaggetjes voor en twee achter. En een aktetas vol cash. Om te tonen aan de criminelen. ’s Avonds werd de operatie meestal uitgebreid gevierd.”

Staatsgreep

In 1981 zocht Léon Finné contact met rijkswachtmajoor Herman Vernaillen, om hem te waarschuwen voor een nakende staatsgreep door een extreemrechtse groep binnen de rijkswacht. Dezelfde Vernaillen die eind 1981 maar net een moordpoging door zijn ondergeschikten Madani Bouhouche en Robert Beijer overleefde.

Uitgerekend diezelfde Léon Finné werd in de avond van 27 september 1985 op de parking van de Delhaize in Overijse met niet minder dan negen kogels neergemaaid door de Bende van Nijvel. Die doodde bij een dubbele raid – eerst in Eigenbrakel, dan Overijse – acht mensen.

In 1985 wordt het personage tot leven gewekt door de Waalse acteur Jean-Michel Balthazar. Die speelt een buikige figuur die onophoudelijk zit te schransen, te zuipen en complottheorieën te debiteren. “De makers hebben me vooraf het scenario laten lezen”, zegt dochter Patricia Finné (66). “Ik ging ervan uit dat het bedoeld is als fictie, zoals de makers bij elke gelegenheid benadrukken. Ik heb geen enkele aanpassing gevraagd. Want er is opnieuw aandacht voor de zaak, er kijken 1,4 miljoen mensen, donc ça m’arrange. Misschien maakt de reeks iets wakker bij een of andere getuige. In alle misdaadzaken is er altijd iemand die iets weet en wil praten. Hier dus niet. Er is overduidelijk een omerta.”

“Ik was 29 jaar toen mijn papa stierf. Ik had een zoontje van vier en ik was samen met mijn man. Ik was een jonge moeder en had mijn eigen leven. Later pas ben ik me beginnen te informeren over wie mijn vader was. En toen ik dat scenario las, dacht ik: ze hadden nog een serieuze stap verder kunnen gaan. (lacht) Ja, mijn vader wás een bon vivant, om het zacht uit te drukken.”

In 1982 kwam de Banque Copine in zwaar weer omdat een aantal bankiers met de boekhouding zou hebben geknoeid en er een gat was ontstaan van 25 miljoen euro. “Mijn vader is toen ontslagen”, zegt Patricia. “Dat herinner ik me heel scherp: hij ontkende de tegen hem geuite aantijgingen en keek vol vertrouwen uit naar de rechtszaak. Maar die heeft hij dus niet meer meegemaakt. De laatste twee jaar werkte hij voor een bank in Luxemburg.”

‘Toevallig’

Léon Finné moet een uniek perspectief hebben gehad op het Brusselse criminele wereldje van toen. In talloos veel boeken en op internetfora wordt zijn aanwezigheid in de Delhaize van Overijse, uitgerekend die avond, beschouwd als té toevallig om aanhalingstekens rond dat woord weg te halen.

“Hij woonde in Overijse, op twee kilometer van de Delhaize”, zegt Patricia Finné. “Hij kocht daar dagelijks zijn krant. Het klopt wel dat hij de hele tijd bezig was over die staatsgreep, en ook over een bepaalde ‘kolonel’. Dat kwam altijd terug: ‘De kolonel heeft dit gezegd, de kolonel heeft dat gezegd…’ Wie die kolonel was? Geen idee. Dus ja, hij zat middenin het wereldje dat je nu ziet in 1985, maar als iemand hem specifiek naar het leven stond, kon die persoon hem toch ook voor zijn huis opwachten? Elk ander scenario lijkt me eerder iets voor Steven Spielberg.”

Ooggetuigen

Volgens ooggetuigen was de 14-jarige Stéphane Notte, die op de parking van de Delhaize wat aan het fietsen was, de eerste die die avond de gewapende en gemaskerde mannen opmerkte. Hij begon te schreeuwen. Daarop laadde een van hen zijn riotgun en schoot het joch neer voor de ogen van Léon Finné. Die behoorde tot een van de eerste Belgen met een autotelefoon, rende naar zijn auto om de politie te bellen, maar werd ook neergeschoten. Zijn moordenaar draaide zijn lichaam nog om met zijn voet en vuurde dan meerdere genadeschoten af. “De feiten zijn uitvoerig gedocumenteerd”, zegt Patricia. “Mijn papa was gewoon op het verkeerde moment op de verkeerde plaats.”

Er zijn van Léon Finné nauwelijks foto’s opgedoken, behalve eentje, in het boek dat Patricia Finné in 2012 publiceerde met Michel Leurquin. We zien de piepjonge Patricia met haar hand op zijn schouder. Hij houdt een jachtgeweer vast en draagt een cowboyhoed.

“Hij had in zijn villa in Overijse veel wapens liggen”, weet Patricia nog. “Hij had ook vier honden. Een politieman die aanwezig was in de Delhaize heeft mijn vader herkend. Agenten zijn die avond naar de villa gereden en hebben er de drie grote Duitse herders doodgeschoten. Zonder de familie te bellen. Er was ook nog een puppy, en die hebben ze naar het asiel gebracht. Het was zo’n rare, akelige tijd.”

Bron » De Morgen | Douglas De Coninck

De fictiereeks ‘1985’ kent de waarheid over de Bende van Nijvel niet, maar komt er dicht bij

Zondag zendt Eén de laatste aflevering van 1985 uit. De reeks brengt een scherp beeld van de ‘loden’ jaren 80, de extreemrechtse paranoia en de terreur van de Bende van Nijvel. Feit of fictie? Het zijn de feiten zoals fictie ze plausibel kan maken.

Op een dik veertig jaar oud filmpje is te zien hoe de extreemrechtse gevangenisdirecteur Jean Bultot zich in de Brusselse nachtclub Le Jonathan vermaakt met prostituees in een met confituur gevuld bad. Het filmpje, ooit te zien op Youtube, duikt op in de fictiereeks 1985 over de Bende van Nijvel, waarvan Eén zondag de finale uitzendt. Getuigden zulke feestjes niet van veel finesse, naar verluidt deden politici, magistraten, zakenlui, rijkswachtofficieren en patsers allerlei er graag aan mee.

De fuiven creëerden een sfeer waar de ­makers van 1985 gretig gebruik van maken. Tussen drank en seks door waren daar ‘hooggeplaatsten’ aan het smoezen, en vast niet ­alleen over confituur. Of er ontstonden ­kansen om deze of gene te chanteren. En er stelt zich ook een logistieke vraag: waar haal je al die confituur vandaan? 1985 brengt het antwoord: rijkswachters gingen die ­opvorderen in hun eigen mess.

Zulke details maken het ook dramatisch sterk geschreven en geacteerde 1985 realistisch en geloofwaardig. Ze sterken vooral de these van de serie. En die is niet min. Kort ­samengevat: de Bende van Nijvel was een ­extreemrechtse machinatie die angst wilde creëren bij de bevolking om haar met die ‘strategie van de spanning’ rijp te maken voor een autoritaire machtswissel.

Pretentieuze versie

In 1985 belandt niet Bultot, maar ‘de minister van Landsverdediging’ in de confituur. Zijn naam wordt niet genoemd, maar de allusie is helder: Paul Vanden Boeynants, ­Brussels christendemocraat (PSC), die toen overigens al minister van Defensie af was. Deze populist avant la lettre stond voor een ­gespierde staat. Als spil van een reactionaire fractie in de PSC teerde hij op anticommunistische paranoia. Die kenmerkt ook een privémilitie als Westland New Post (WNP) in de periferie van de PSC. En ze bracht ‘VdB’ ertoe om, nog als minister, de paramilitaire ­inlichtingendienst Public Information ­Office (PIO) op te richten.

Als Defensieminister had hij mee de politieke voogdij over de rijkswacht, een op militaire leest geschoeide nationale politie. Die is volgens 1985 het operationele centrum van het extreemrechtse complot dat de ­Bende van Nijvel aanstuurde, meer bepaald de elite-eenheid Diane, nu het Directoraat Special Units (DSU). Zo kan de fictiereeks die 1985 is een meesterbrein vinden in een VdB-achtige figuur, in een wat pretentieuzere versie van het origineel.

Was Vanden Boeynants die spilfiguur? Vast niet – het complot was breed vertakt en niet zo strak georganiseerd. Dat verklaart de klungeligheid (met wapens verstopt in een pot ingevroren spaghetti bolognese) of de banaliteit van reële motieven, zoals bij de moord op een vermeende spion in de ­Herdersliedstraat, ‘toevallig’ ook de ex van de vrouw van een complotteur.

VdB botste wel met justitie, maar dan, ­aldus de rechter, als ‘verstokte en onver­beterlijke’ fiscale fraudeur. Toen kon hij zijn ambitie om burgemeester van Brussel te worden, voorgoed opbergen. En wat de ­confituur betreft, alleen al de gedachte dat hij zich met zulke decadente onnozelheden zou hebben ingelaten, vond hij beledigend.

Rivaliteiten alom

In en om de Bende kon moeilijk sprake zijn van een strakke organisatie, omdat in die ­jaren tussen alle betrokkenen ook grote rivaliteiten heersten. Zoals tussen de ministers en topambtenaren van Defensie, Binnenlandse Zaken en Justitie. Tussen de rijkswacht en de politie. Tussen de Staatsveiligheid en militaire inlichtingendiensten. ­Tussen privémilities als WNP en de Staatsveiligheid, die ze ervan verdacht dat ze door de KGB waren geïnfiltreerd. Waartussen nog opgeblazen ego’s van politici, speurders of magistraten met elkaar botsten, om de eer, uit ijdelheid of koppigheid.

Ondanks die rivaliteiten valt wel een constante op, die ook een onderstroom in 1985 is. Al die weldenkenden die het land dringend van het communisme wilden redden, voerden een oorlog tegen een binnenlandse vijand: vakbonden, studenten, linkse politici, de vredesbeweging. Al in 1973 kon Vanden Boeynants de scholieren niet ernstig ­nemen die betoogden tegen zijn plan om de dienstplicht te verstrakken. Dat protest, zei hij, was gemanipuleerd door ‘agitatoren’.

In de vroege jaren 80 bestond een acute aanleiding voor dat reactionaire wantrouwen in het maatschappelijke protest, dat overigens deels voortvloeide uit de brede vernieuwingsdrang die met mei 68 was ­begonnen. De verkiezing van de Amerikaanse president Ronald Reagan in 1980 draaide de Koude Oorlog flink wat graden hoger. Die wending was al concreet geworden in het ­Navo-dubbelbesluit, dat de Belgische politiek zonder meer accepteerde. Gebeurde dat ‘en stoemelings’ of omdat ‘men’ vond dat de democratie er geen zaken mee had? Zo ontstond de zogeheten rakettencrisis, over de plaatsing van Amerikaanse tactische nucleaire wapens in Europa, ook op de luchtmachtbasis van Florennes.

Dat systemische wantrouwen creëerde mee de sfeer van de ‘loden’ jaren 80, net als een gebrek aan transparantie. Het opende ook mogelijkheden voor de machinatie met de Bende. Die verschijnt minder als een strak complot dan als een samenloop van parallelle extreemrechtse, politieke, militaire en ­zeker ook kapitalistische ambities. 1985 kan plausibel maken hoe die convergentie tal van elementen samenbracht.

Verblinde links-radicalen

De lijst is lang: verbitterde ex-rijkswachters die naar de criminaliteit overstappen, de shootingclubs, waar wapengekken zich uit­leven, of de Groep G waarin rijkswachters en leden van privémilities elkaar vinden. Het is inderdaad denkbaar dat vanuit die milieus ook ideologisch verblinde links-radicalen zijn gemanipuleerd bij de bomaanslagen van de Cellules Communistes Combattantes (CCC). Ziedaar de binnenlandse vijand. Een Leuvense professor beschreef hoe de CCC extreemrechts diende: eens de CCC een aanslag had aangekondigd, in dit geval op een bank, kon de politie alleen wachten tot de bom ontplofte en de omstaanders op een afstand houden. Een sterker bewijs voor de onmacht van de staat was niet nodig.

1985 haalt er terecht ook Gladio bij, dat door de Navo werd opgezet om bij een Sovjetinvasie van West-Europa het clandestiene verzet te organiseren en waarvoor geheime wapendepots werden aangelegd. Hoorde Gladio in België bij de militaire veiligheidsdienst (als SDRA-8), ook de chef van de (civiele) Staatsveiligheid, Albert Raes, was erin ­actief, net als de rechtse liberaal (ooit nog ­Senaatsvoorzitter) Armand De Decker.

De Bende van Nijvel paste ongetwijfeld in een breder politiek opzet – zoals er zeker ook (ex-)rijkswachters bij betrokken waren. De intentie, het personeel, de kennis en de middelen waren beschikbaar. Dat het onderzoek ernaar zichtbaar is gesaboteerd en vergiftigd met bewust uitgezette dwaalsporen, geeft dat al aan. Al moet incompetentie niet altijd met moedwil worden verwaard. Zo is het ook denkbaar dat de raids op Delhaizewinkels de politieke uitloper waren van een aanvankelijk louter crimineel opzet: afpersing, al dan niet met Amerikaanse Delhaizevestigingen als inzet.

In de moorden van de Bende tonen zich ook de contouren van andere convergenties: criminele informanten die de rijkswacht gaan manipuleren, politiediensten die over weinig onderzoekstechnieken beschikken, zowel wettelijk als logistiek, dan maar op ­eigen houtje wat gaan bricoleren met illegale middelen en methodes, bewijsmateriaal ‘planten’ of doen verdwijnen.

Dutroux

Zo ontstonden schemerzones en raakten speurders gecompromitteerd. En was het niet daardoor, dan door pure corruptie of een drang naar snel geld. Zeer actief porden politieke verantwoordelijken de zaak ook niet aan. Achteraf lieten meerdere politici verstaan dat het oprollen van de Bende wel een prioriteit was, maar dat de schrik er bij hen pas inzat eens de CCC opdook en zij zich ook persoonlijk bedreigd voelden als zo’n symbolisch doelwit waar de CCC op mikte.

Omdat justitie en politie het raadsel van de Bende van Nijvel nooit konden oplossen, bleef de zaak een collectief trauma. Tien jaar later ging de wonde weer etteren, toen in de marge van de zaak-Dutroux en de zogeheten X-dossiers weer geruchten opdoken over seksschandalen zoals die rond de Bende circuleerden. Overigens volgde pas toen een lang uitgestelde politiehervorming.

Dat de waarheid over de Bende nog altijd niet bekend is, kan, aldus de makers van 1985, een rechtsstaat zich niet ‘veroorloven’. Van gerechtigheid is nog altijd geen sprake, daders zijn nooit ter verantwoording geroepen. De serie moet dan ook haar eigen waarheid verzinnen. Is het grote complot in 1985 er wellicht te veel aan, deze expliciet geëngageerde fictie moet het stellen met hypothesen die niet juridisch gestaafd maar wel plausibel zijn. Dat is waarvoor fictie kan ­dienen. Daar is deze serie, met haar dramatische kracht en nauwkeurige documentatie, uitstekend in geslaagd.

Bron » De Standaard | Marc Reynebeau

Aflevering 7 van “1985”: extreemlinks geweld wordt aangevuld met Bendegeweld, het land davert op zijn grondvesten

Het lijkt wel of de Bende in 1983 in winterslaap ging om medio 1985 brutaal te ontwaken. Wat de Bende bezield heeft om tussen 83 en 85 in elk geval publiekelijk niets meer te ondernemen, is nooit opgehelderd. Maar dat ze in die tussentijd hun agressiviteit niet afgeleerd hebben, wordt helaas wel duidelijk. In 1985 duikt de Bende weer op. En zij niet alleen.

Walibi – Waver, 15 augustus 1985

15 augustus: die toeristische topdag gaat geldkoerier Willy Pans met de dagopbrengst van het pretpark Walibi naar de bank. Ver geraakt hij niet. Drie onbekenden wachten hem onderweg op. De man wordt “professioneel” geliquideerd met schoten in het hoofd, van dichtbij afgevuurd met een 9 mm pistool Heckler & Koch.

De speurtocht naar het wapen leidt de rechercheurs naar Luxemburg, waar blijkt dat een zekere Van Vliet het gekocht heeft. Van Vliet is een pseudoniem dat eerder al gebruikt werd door Madani Bouhouche om onder andere garageboxen te huren. Maar hij heeft een alibi. Hij zou die dag zijn gaan diepzeeduiken.

Deze feiten doen denken aan de overval op geldkoerier Francis Zwarts (zie aflevering 1). Het lijkt erop dat ook deze overval enkel uitgevoerd is voor het financiële gewin. De activiteiten van de Bende kosten natuurlijk geld. Denk aan het huren van garages, aankopen van wapens en betalen van uitvoerders.

In kringen van speurders wordt aangenomen dat deze roofmoord tot doel had de Bendeactiviteiten te financieren. Het blijft de vraag hoe het duo Bouhouche-Beijer naar schatting in totaal zo’n 1 miljoen frank (25.000 euro) uitgaf, gespreid over acht jaar, voor de huur van boxen en flats alleen.

Litton – Evere, 2 oktober 1984

In de aflevering van vanavond worden archiefbeelden getoond van de aanslag van de CCC op het Amerikaanse elektronicabedrijf Litton Business International in Evere. Dat bedrijf produceerde besturingssystemen van NAVO-kruisraketten. Om die reden werd het door de CCC geviseerd.

CCC staat voor Cellules Communistes Combattantes. Het is een extreemlinkse terreurorganisatie die in ons land in 1984 en 1985 zo’n 25 aanslagen zal uitvoeren. In principe kondigden ze hun aanslagen aan, maar dat liep fout op 1 mei 1985. Bij een aanslag op het kantoor van de werkgeversorganisatie VBO zullen die dag twee brandweerlieden om het leven komen.

Op 16 december 1985 worden vier leden van de CCC opgepakt in een fastfoodrestaurant in Namen. Een van hen is het enige vrouwelijke lid, Pascale Vandegeerde (in de reeks wordt die rol vertolkt door de vriendin van Vicky Verhellen). Pascale Vandegeerde wordt samen met de drie andere CCC’ers veroordeeld (in het najaar van 1988) tot levenslange dwangarbeid. Ze overleed onlangs.

Het verband tussen de CCC en de Bende is opnieuw voorwerp van hypotheses. Sommige waarnemers vinden het minstens vreemd te noemen dat de CCC actief werd in de periode dat de Bende stillag. Moest het extreemrechtse geweld (Bende) dan aangevuld worden door extreemlinks geweld (CCC), waardoor de strategie van de spanning ten top gedreven werd? En was het extreemlinkse geweld niet precies het bewijs dat het “rode gevaar” wel heel erg acuut was?

Nog een stap verder in die hypothese is de suggestie, zoals ook gedaan in de reeks, dat de CCC een creatie is van de Belgische Staatsveiligheid. Maar, het kan niet voldoende herhaald worden: dit zijn allemaal zuivere hypotheses. Er is geen enkel concreet bewijs voor. Al levert het natuurlijk wel voer op voor spannende scenario’s. In de Belgische realiteit van 1985 leverde het geweld echter vooral veel angstgevoelens op bij de bevolking, of het nu van links of van rechts kwam.

Maskers

Een aantal overvallen van de Bende werden uitgevoerd door mannen die een bivakmuts of een rubberen carnavalsmasker droegen. Daarop zijn niet echt vrolijke gezichten te zien, wel de angstaanjagende uitdrukking van bijvoorbeeld een oude verrimpelde man.

In één geval is er sprake van een masker met de beeltenis van de Franse ex-president Jacques Chirac. Ook dat is weer voorwerp van allerlei speculaties, al kan het natuurlijk ook zo eenvoudig zijn dat sommige maskers op dat moment gewoon in de aanbieding waren.

In de reeks wordt ook het personage Patrick opgevoerd. Het is moeilijk om aan te nemen dat de scenarist hier niet Patrick Haemers mee bedoelt, destijds een notoir figuur in de Brusselse onderwereld. De bende van Patrick Haemers pleegde tal van bloedige overvallen en ontvoerde later ook ex-premier Paul Vanden Boeynants, de politicus die al herhaaldelijk ten tonele werd gevoerd meer bepaald in de rol van corrupt en extreemrechts zakenman/politicus.

Interessant in dit verband is een vondst in het kader van het onderzoek-Haemers. Eind jaren 80 vindt men in een garagebox in Ukkel – die door de bende Haemers gebruikt werd als opslagplaats – een aantal gelijkaardige maskers. Daarop staat de afbeelding van mensen als de Franse ex-president Giscard d’Estaing, de Franse communistische leider Marchais, maar ook de kunstenaar Salvador Dalí. De makers van de succesvolle Netflixreeks Casa del Papel waren dus blijkbaar niet de eersten die Dalí’s masker gebruikten.

Abortus

Een wat aparte verhaallijn in “1985” is de relatie tussen rijkswachter Marc De Vuyst en de idealistische studente rechten Vicky Verhellen, die inmiddels advocaat-stagiair geworden is. Vicky Verhellen geraakt zwanger en overweegt een abortus. Die overweging was naast andere principes ook om legale redenen niet evident.

In de jaren 80 was abortus immers nog een misdrijf, en in die periode werden verschillende abortusprocessen gevoerd. Artsen, verplegend personeel en patiënten werden wegens de uitvoering van vrijwillige zwangerschapsafbreking voor het gerecht gedaagd en veroordeeld. Op opzettelijke vruchtafdrijving stonden straffen tot twintig jaar cel of vijftien jaar dwangarbeid.

Pas in 1990 volgde er in België een wetswijziging die abortus (gedeeltelijk) uit het strafrecht haalde.

Delhaize Eigenbrakel + Overijse, 27 september 1985

De tweede, gewelddadige golf van Bende-feiten start met een dubbelslag. Alsof de bende zich dubbel moet bewijzen. Op 27 september 1985 worden kort na elkaar de Delhaizes van Eigenbrakel en Overijse overvallen.

De scene is hartverscheurend. Een kind speelt op de parking wanneer, iets na 8 uur ’s avonds, drie gewapende mannen en getooid in lange jassen, de parking van de Delhaize betreden. Het kind wordt vastgegrepen en onder schot gehouden. Zo lopen ze samen naar het grootwarenhuis.

Een klant, Ghislain Platane, wordt aan de ingang onmiddellijk neergeschoten. De daders gaan met het kind als gijzelaar naar binnen. Klanten, opgeschrikt door de geweerschoten, proberen zich tussen de rekken te verbergen.

Een andere klant, Roger Engelbienne, biedt zichzelf aan om hem als gijzelaar te nemen en het kind te laten gaan. Hij wordt koelbloedig neergeschoten. Terwijl twee daders het geld uit de kassa’s eisen, blijft een derde op de uitkijk staan.

De zaakvoerder wordt verplicht de brandkoffer te openen. Dat lukt niet. De telefoondraden worden losgetrokken, er wordt op de meubels geschoten en op zich verstoppende klanten in het grootwarenhuis. De paniek is totaal.

De daders verlaten samen met het kind als gijzelaar de winkel. Op de parking schieten ze herhaaldelijk op een bestelwagen. Daarin zit Bozidar Djuroski die wacht op zijn winkelende echtgenote en dochter. De man is op slag dood.

De daders stappen in hun VW Golf GTI. Hun buit: 776.000 fr. (19.236 euro). Om iets na acht uur ’s avonds rijden ze weg, de taalgrens over, om te arriveren in Overijse. Het grensdetail is niet onbelangrijk, want Eigenbrakel en Overijse liggen in een andere communicatiezone van de politiediensten. Veel kostbare tijd gaat op deze manier verloren.

Het is 20.35 uur. Opnieuw parkeert dezelfde Golf GTI zich. De drie mannen stappen uit het voertuig. Een vergelijkbare modus operandus voltrekt zich.

Drie kinderen spelen met hun fiets op de parking. Twee jongens rijden weg. De derde jongen, Stefaan Noté (14) stapt van zijn fiets. Hij wordt koelbloedig neergeschoten met een riotgun.

Men neemt ook opnieuw een gijzelaar, Luc Bennekens (31), als menselijk schild. Bennekens was affiches aan het plakken voor de verkiezingscampagne van zijn vader, CVP-gemeenteraadslid in Overijse. De overvallers stappen het grootwarenhuis binnen en bevelen de klanten om op de grond te gaan liggen. Kassiersters worden gesommeerd het geld af te geven. Om hun woorden dodelijke kracht bij te zetten wordt een van hen, Rosa van Kildonck (37), met een schot door het hoofd afgeknald. Jean-Pierre Busiau, een klant, ondergaat hetzelfde lot.

Ook de zaakvoerder wordt in zijn kantoortje opgezocht en opnieuw slaagt men er niet in de kluis te openen. De overvaller neemt dan maar de minikoffer met het kleingeld mee.

Samen met de gegijzelde persoon verlaten ze de winkel. Op de parking wordt er nog geschoten op een auto met een wachtende inzittende, maar deze chauffeur slaagt erin zijn voertuig te verlaten en te ontsnappen aan de daders.

De doden zijn nog niet allemaal geteld. Op de parking vindt de rijkswacht nog het lichaam van de gegijzelde Luc Bennekens.

Wie ook niet aan de dood ontsnapt, is Leon Finné. Finné was de bankier én tipgever van de rijkswacht, het personage dat in aflevering 5 in de verf gezet werd. Uit het onderzoek blijkt dat eerst twee schoten in zijn richting werden afgevuurd. Dan kwam de moordenaar dichterbij, draaide het lichaam om en vuurde nog eens negen kogels af. Alsof dood niet dood genoeg kan zijn.

Het voedt de hypothese dat sommige slachtoffers van de Bende niet zonder meer toevallige slachtoffers zijn, maar bewust uitgekozen doelwitten. En zo voedt het verhaal van de Bende tegelijk zichzelf tot een dossier van inmiddels enkele honderdduizenden pagina’s en een bibliotheek vol met Bendeboeken. Tel nu daarbij ook nog “1985”.

Bron » VRT Nieuws