“Louche rijkswachter beweerde dat het wapen van de Bende van Nijvel was”: deze nieuwe piste onderzoeken de speurders

Speurders en duikers hebben woensdagochtend een stuk van de Damse Vaart afgedregd, op zoek naar een machinepistool dat aan iemand van de Bende van Nijvel zou behoord hebben. Het wapen zou via een rijkswachter in Aalst naar een garagist in de buurt van Damme gegaan zijn. Die wierp het enige tijd geleden de vaart in. “Om ervan af te zijn.”

Een louche garagist, die eerder al in de cel zat voor oplichting, zou 27 jaar geleden benaderd zijn door een even louche rijkswachter uit Aalst die Harry zou heten. Die laatste vroeg hem de gunst om een wapen voor hem bij te houden. “Het is een machinepistool. Maar het heeft nog toebehoord aan een van de belangrijke figuren in de Bende van Nijvel”, wist de rijkswachter die enige tijd geleden overleden zou zijn.

Werkgerei

De garagist verstopte het wapen in zijn werkbank tussen zijn werkgerei, en daar vergaarde het jarenlang stof. Maar zeven jaar geleden wou hij er toch van af. De garagist liet het wapen zien aan de Gentse portier en bokser Peter Thily en een van Peters vrienden, een zware jongen met veel veroordelingen op zijn conto, toen zij zich aandienden in zijn garage.

“Hij vroeg ons of wij er niks mee konden aanvangen. Er zaten vijf laders bij en in sommige laders zaten nog kogels. Hij vertelde ons dat het inderdaad aan de Bende had toebehoord”, doet Peter Thily nu het relaas. “Het leek een uzi, een wapen van de politie. We hebben dat wapen toen geweigerd. Het is niet slim om politiewapens te hebben.”

Thily, die ook ooit “onterecht” veroordeeld werd, en zijn criminele vriend hielden het geheim voor zich tot ze zelf voor 8.000 euro opgelicht werden door de garagist. “Dat was zeven jaar geleden. We betaalden een voorschot voor een auto die we nooit gekregen hebben. Uiteindelijk hebben we beslist om naar de politie te gaan en hem aan te geven.”

Benauwd

Omdat ze niet meteen reactie kregen, ging het duo verder op onderzoek. “Want het vrat aan ons”, vertelde Thily. “We belden de kerel onlangs weer op en hij vertelde aan telefoon dat hij het wapen in de Damse Vaart had geworpen. Hij was te benauwd om het nog langer bij te houden, gezien de herkomst van het wapen. Hij vertelde ons heel precies waar hij het wapen geworpen had. We hebben dat gesprek op band.” Uiteindelijk besliste de politie toch om te gaan zoeken.

Maar het wapen werd niet bovengehaald gisteren. De betrokken garagist zou nu ook beweren dat hij “van niks weet”. Nu, voor zover geweten zou er ook geen uzi gebruikt zijn bij de overvallen van de Bende van Nijvel. Bij de overval van Aalst is er wel sprake van een fel gelijkend Ingram-machinepistool waarmee de killer op zijn rug rondliep en waarmee hij de familie Van Der Steen het genadeschot zou gegeven hebben. Mogelijk is er verwarring bij de garagist over het merk van het wapen.

Wel zou er tijdens de ‘oeroverval’ van de Bende op de Colruyt in Nijvel een uzi gestolen zijn door de overvallers vanop het lichaam van een doodgeschoten politieman. Maar dat wapen zou later teruggevonden zijn. Bij de overvallen van de Bende van Nijvel in de jaren tachtig vielen 28 doden. De daders zijn nooit gevonden.

Bron » Gazet van Antwerpen

Duikers zoeken in Damse Vaart naar pistool van Bende van Nijvel

Politiespeurders en duikers van de civiele bescherming zijn in de Damse Vaart aan het zoeken naar een wapen dat zou hebben toebehoord aan de Bende van Nijvel. Het wapen zou indertijd door de latere eigenaar in het kanaal geworpen zijn.

“Wij bevestigen dat er een zoeking gaande is in de Damse Vaart, nadat we info verkregen hadden”, zegt Eric Van Duyse, woordvoerder van het federaal parket. “Alle pertinente pistes proberen we te bewandelen om de zaak op te lossen.”

Het wapen werd vele jaren geleden al in het water geworpen, samen met vier laders. Het wapen zou volgens informatie van Het Laatste Nieuws lange tijd in bewaring gehouden zijn voor een lid van de toenmalige Rijkswacht uit Aalst. De toenmalige koper had gehoord dat de uzi en de laders hadden toebehoord aan de Bende van Nijvel. Hij wilde er niets mee te maken hebben en zou het in Damme hebben gedumpt. Na vele jaren stapte toch iemand naar het parket, nu wordt deze nieuwe piste onderzocht.

Het is van 2017 geleden dat er nog wapens toegeschreven aan de Bende van Nijvel werden opgedoken. In de zomer van 2017 waren het jonge magneetvissers die in het Kanaal Brussel- Charleroi bij Itter twee dozen met het opschrift “rijkswacht” uit het water visten. Er zaten behalve munitie een riot gun en een revolver in. Na onderzoek door het NICC blijkt dat er toch geen link was met de Bende van Nijvel. Vlakbij, in de zwaaikom van Ronquières, werden in 1985 zakken met wapens en spullen van de Bende bovengehaald.

De Bende van Nijvel was een groep misdadigers die in het begin van de jaren 1980 een reeks moorden, inbraken, diefstallen en overvallen pleegde. Daarbij vielen in totaal 28 doden en ruim 40 gewonden. Vooral de roofovervallen op supermarkten van de Delhaizeketen in 1985 schokten de Belgen.

Bron » De Morgen

Als doorbraak komende maanden uitblijft, zal onderzoek naar Bende van Nijvel eind november onherroepelijk stoppen

Als er de komende maanden geen doorbraak komt in het onderzoek naar de Bende van Nijvel, dan zal het onderzoek naar wie achter de bloedige aanslagen in de jaren 80 zat, onherroepelijk stoppen. Dat heeft onze redactie vernomen bij bronnen dicht bij het onderzoek.

Het onderzoek naar de verantwoordelijken voor de aanslagengolf, onder meer op de Delhaize van Aalst in 1985, loopt intussen al 37 jaar. Bij die golf van aanslagen, overvallen en diefstallen vielen in totaal 28 doden en 40 gewonden. Al bijna vier decennia regent het hypothesen over de identiteit van de daders.

De ultieme deadline om die daders definitief – in eerste aanleg en eventueel in beroep – te berechten ligt op 2025. Het is dus stilaan money time in een oud dossier dat de voorbije vier jaar door het federaal parket nieuw leven werd ingeblazen. Er kwam een totale revisie, er volgden tal van opgravingen in de hoop via doorgedreven DNA-onderzoek alsnog het nodige bewijsmateriaal te vergaren. Sommigen hoofdverdachten zijn nog in leven, anderen zijn al jaren overleden. Het federaal parket heeft volgens onze informatie een zeer grondig hypothese over wie verantwoordelijk is, maar bewijslast vergaren is na al die jaren haast een onmogelijke klus gebleken.

Te weinig tijd

Dat de datum om het onderzoek stop te zetten dit najaar ligt, heeft het federaal parket altijd zo in het achterhoofd gehouden. Waarom? De nodige juridische procedures om mogelijke verdachten veroordeeld te krijgen, nemen heel wat tijd in beslag. En die tijd is stilaan op. Voor alle duidelijkheid: dit is nog geen officiële stellingname van het federaal parket. “Er is nog geen beslissing genomen”, klinkt het bij woordvoerder Eric Van Duyse. “Wat wel zo is, is dat mevrouw Cappelle, de magistraat die het onderzoek leidt, meent dat er tegen eind dit jaar een doorbraak moet zijn om de zaak tegen de verjaringstermijn van 2025 alsnog voor de rechter te krijgen.” Van Duyse duidt op de procedures voor de raadkamer, in eerste aanleg voor een strafrechter alsook eventueel beroep. “Als we eind 2022 geen doorbraak hebben, wordt die periode te kort. Dat heeft mevrouw Capelle altijd al gezegd.”

Opmerkelijk aan de deadline is dat de verjaring van het onderzoek in 2014 al eens vooruitgeschoven werd met tien jaar, door toenmalig minister van Justitie Koen Geens (CD&V). In september 2020 sprak hij zich op de openbare omroep nog uit over die deadline, naar aanleiding van de 35ste ‘verjaardag’ van de raid op een Delhaize-filiaal in Overijse waar in 1985 vijf doden vielen. “Voor de slachtoffers en hun familie wil ik benadrukken dat er alles aan wordt gedaan om de waarheid boven te halen. Ik heb er vertrouwen in. Dit dossier is honderd procent in orde, elk document is nagekeken en DNA-sporen worden nog steeds gecontroleerd.”

“Niet op de hoogte”

De raid in Overijse was niet eens het meest dodelijke ­wapenfeit van de Bende van Nijvel. De dodelijkste overval vond in 1985 plaats in Aalst, alweer aan de plaatselijke Delhaize. Op zaterdag 9 november 1985 vielen de daders kort voor sluitingstijd het warenhuis binnen nadat ze eerst al enkele klanten op de parking hadden doodgeschoten. In het warenhuis werd ook de 9-jarige David Van de Steen neergeschoten. Hij overleefde als bij wonder. Van de Steen reageerde gisteravond verrast op het nieuws over de deadline. Hij liet aan onze redactie weten er niet van op de hoogte te zijn.

Bron » Het Nieuwsblad

Jean-Jacques Cassiman (79) overleden: dankzij zijn DNA-onderzoek werden tal van cold cases opgelost

Jean-Jacques Cassiman heeft op 79-jarige leeftijd de strijd tegen kanker verloren. De charismatische geneticus was een van de grondleggers van het forensisch DNA-onderzoek in ons land.

Na een studie Medische Wetenschappen aan de KU Leuven behaalt Cassiman in 1967 zijn diploma. Meteen daarna trekt hij naar Stanford University waar hij vijf jaar bijkomende onderzoek doet naar de menselijke genetica, iets wat toen nog in de kinderschoenen stond. Terug in België start Cassiman zijn carrière bij het Centrum Menselijke Erfelijkheid van de KU Leuven.

Zelf zei Cassiman daarover tegenover wetenschapsblad EOS: “Toen ik op het Centrum begon, had erfelijkheidsonderzoek niet veel meer om het lijf dan een stamboom maken van ouders die een kind hadden met een afwijking.” DNA-tests zoals we die vandaag kennen en slechts een druppeltje speeksel of een haarlok nodig hebben om iemand te identificeren bestonden destijds nog niet. Pas in 2003 ontrafelden wetenschappers voor het eerst het volledige menselijke genoom.

Bende van Nijvel

De grote doorbraak komt er in 1985, in hetzelfde jaar dat de Bende van Nijvel voor het laatst toeslaat. Britse wetenschapper Alec Jeffreys slaagt er voor het eerst in om een DNA-profiel te extraheren uit menselijk cellen. Meteen gaat Cassiman bij hem in de leer. Cassiman ziet groot potentieel in de technologie en richt in 1988 het eerste forensische DNA-labo van ons land op aan de KU Leuven. Op die manier is Cassiman (on)rechtstreeks verantwoordelijk voor het oplossen van tal van moordzaken.

Professor Ronny Decorte is momenteel hoofd van het labo en heeft 20 jaar lang nauw samengewerkt met Cassiman. “Wij waren de pioniers in België, het forensisch onderzoek in ons land heeft alles aan Jean-Jacques te denken”, zegt hij. “De uitvinding van PCR-toestellen in 1985 was baanbrekend. Vandaag kennen we deze technologie van de coronatest. PCR-tests worden ook ingezet om met slechts een heel kleine hoeveelheid DNA, bijvoorbeeld van een bloedspoor, een dader te identificeren”, voegt Sofie Claerhout, onderzoekster in het labo van Decorte, eraan toe.

In 1998 worden alle tot dan toe bekende verdachten van de Bende van Nijvel opgeroepen voor een DNA-onderzoek. Cassiman slaagde er in DNA terug te vinden op een sigarettenpeuk uit de auto van een door de Bende vermoorde taxichauffeur. Tot een doorbraak kwam het echter nooit. In tal van andere cold cases slaagde Cassiman er wél in om het verschil te maken. De zaak-Pándy is één van de meest spraakmakende voorbeelden.

Cold Case opgelost: Hongaarse seriemoordenaar en Kortrijkse roofmoord

De Hongaarse dominee András Pándy verhuisde in 1985 naar België. Pándy vermoordde begin jaren ‘90 zijn twee ex-vrouwen en vier kinderen en stiefkinderen. Bovendien verkrachtte hij drie van zijn dochters. Seriemoordenaar Pándy loste hun lijken op in een bad met ontstoppingsmiddel. Op enkele beenderen na, zoals vingerkootjes en een dijbeen, waren de lichamen opgelost. Het was dankzij DNA-onderzoek van Cassiman dat werd aangetoond dat Pándy effectief een kind had verwekt bij één van zijn dochters, wat de doorbraak was voor zijn veroordeling in 2002.

Wetenschapper van het volk

Cassiman drukte niet alleen zijn stempel op het forensisch onderzoek, maar “leerde zijn volk DNA kennen”, klinkt het bij geneticus Maarten Larmuseau. “Hij was een voorbeeld voor me en opeens mocht ik als jonge onderzoeker nauw met hem samenwerken”, zegt Larmuseau.

“Hij stapte bewust uit zijn ivoren toren en legde op zeer toegankelijke manier feilloos de complexiteit van DNA uit aan een breed publiek. Zijn impact reikt heel wat verder dan de wetenschap, hij mengde zich in het publieke debat op een manier waar veel academici vandaag nog veel van kunnen leren.”

Bron » De morgen

‘Ik heb de slachtoffers niet kunnen geven waarop ze hoopten’

Vijftien jaar heeft hij aan het hoofd gestaan van het onderzoek naar de Bende van Nijvel. Maandag gaat Eddy Vos (67) met pensioen. ‘Het dossier van de Bende kun je nooit helemaal van je afzetten.’

‘Mijn ouders en grootouders waren missionarissen of rijkswachters. Ik denk dat ik voor mezelf de juiste keuze heb gemaakt door voor de rijkswacht te kiezen’, zegt ­Eddy Vos lachend. Zijn voorliefde voor de recherche leverde hem dossiers van allerlei aard op, onder andere moorden. Tot hij in 1996 de vraag kreeg om de nieuwe onderzoeksploeg rond de Bende van Nijvel mee op te starten.

Waarom toezeggen, terwijl iedereen zijn tanden op dat dossier leek stuk te bijten?

‘Ik ben nooit aan iets begonnen zonder de overtuiging dat ik het tot een goed einde kon brengen. Dat was met dit dossier niet anders. De vraag kwam bovendien van ­gewezen parketmagistraat Bart Van ­Lysebeth, die toen aan het hoofd stond van de Staatsveiligheid en met wie ik meermaals had samengewerkt. Wij hebben heel wat middelen gekregen: pc’s, het dossier werd als eerste in ons land ingescand, en de groep telde tot een honderdtal mensen. Dat motiveert.’

Wat was uw opdracht precies?

‘Ik moest in eerste instantie nagaan of de zaak-Mendez (Juan Mendez was vertegenwoordiger voor wapenfabrikant FN in ­Latijns-Amerika, hij werd in januari 1986 vermoord, red.) en de rijkswachters ­Bouhouche en Beyer, van wie de namen ­genoemd werden bij zijn dood, iets te ­maken hadden met de feiten van de Bende van Nijvel. Ik heb daarna andere, rechts­gezinde rijkswachters onder de loep genomen en hun eventuele connecties met ­geheime diensten nagetrokken. Het onderzoek bestond uit twee luiken: mijn groep onderzocht de politieke piste, mijn collega Lionel Ruth onderzocht de mogelijke ­betrokkenheid van het klassieke banditisme.’

Er waren wellicht momenten van hoop en teleurstelling?

‘Natuurlijk. We vonden in 2009 in Elouges een geraamte, waarvan wij dachten dat het aan een overleden Bendelid toebehoorde. Uiteindelijk bleek het afkomstig van een man uit de tijd van de Merovingers. Of toen we in 2000, toen we op zoek waren naar de mogelijke betrokkenheid van ­geheime diensten, de archieven mochten inkijken van de vroegere Stasi, de inlichtingendienst van Oost-Duitsland. Plots doken daar steekkaarten op naam van potentiële verdachten in het Bendeonderzoek op. Maar ook van slachtoffers. De hoop op een doorbraak was van korte duur: de Stasi had die namen gewoon geplukt uit afgeluisterde telefoongesprekken van Interpol.’

Jullie hebben nieuwe onderzoeksmethodes gebruikt die soms werden afgedaan als wanhoopspogingen.

‘Toen ik erbij kwam, liep het Bendeonderzoek al vijftien jaar, zonder resultaat. Er was het assisenproces tegen de gangsters van de zogenaamde ‘filière boraine’ in 1988. Dat proces is met een vrijspraak geëindigd. Wij zijn na 1996 vol voor het DNA-onderzoek gegaan, dat profielen heeft ­opgeleverd waarmee vandaag nog altijd ­gewerkt wordt. Die techniek stond nog in de kinderschoenen. We hebben de polygraaf gebruikt. En we hebben hypnose ­gebruikt om mensen beter te laten herinneren wat ze destijds beleefd hadden. Dat gaf spectaculaire resultaten: sommige ­getuigen herbeleefden de moordpartijen zo intens dat ze in shock raakten. Dankzij de hypnose hebben wij enkele robotfoto’s op de bekende gele affiches samengesteld. Het opvallende eraan was dat die beelden precies overeenstemden met de beschrijving van de verdachten zoals die ten tijde van de feiten werden opgetekend.’

Jullie hebben er ook profilers bij ­gehaald.

‘Ze hebben ons veel nieuwe inzichten gegeven. Ze stelden zich de vraag waarom de daders zoveel materiële aanwijzingen ­hebben achtergelaten, terwijl daders dat normaal niet doen. Ik vergelijk het met een goochelaar: hij trekt de aandacht op een bepaald punt, terwijl het belangrijke elders plaatsvindt. Is de aandacht van de speurders door de daders bewust in een bepaalde richting gestuurd, terwijl de oplossing ergens anders gezocht moest worden? Ik denk van wel. De daders lieten tientallen voorwerpen achter die niets met de feiten te maken hadden, maar tot lang en nutteloos onderzoekswerk hebben geleid.’

‘De profilers hebben ons ook aangespoord om te gaan denken zoals de daders. Zo hebben we hun “geografische comfortzone” kunnen afbakenen: de plaats waar de daders altijd op terugvallen, omdat ze die beter kennen dan hun achtervolgers. Al die elementen samen hebben een lijst van potentiële daders opgeleverd. Zuiver door onderzoek dus, niet vanuit een vooringenomen standpunt.’

Toch hebben jullie het spinnenweb niet kunnen ontwarren?

‘Helaas niet. Een onderzoek leidt meestal tot een hypothese, maar het is niet omdat je een hypothese hebt dat je de persoon ­geïdentificeerd hebt die de trekker heeft overgehaald. Ik sta nog altijd achter de ­resultaten van ons onderzoek van toen en blijf overtuigd van mijn werkhypothese (wat die is, wil Vos niet kwijt, red.). Maar in 2012 kwam er, samen met een nieuwe ­leiding en andere onderzoekers, een andere visie op het dossier. Ik zag het niet zitten om opnieuw dezelfde pistes te onderzoeken, waarvan ik, terecht of niet, overtuigd was dat ze tot niets zouden leiden.’

Wat is er nog niet gebeurd in dit dossier?

‘Misschien de speurders bijeenbrengen, die afzonderlijk aan de verschillende grote dossiers gewerkt hebben die ter sprake kwamen tijdens het jarenlange onderzoek: de aanslagen van de CCC, de grote gangsterbendes, de uiterst rechtse groeperingen, noem maar op. Maar natuurlijk ook de speurders die in het verleden al aan het Bende­dossier gewerkt hebben. Elke onderzoeker houdt daar wel een buikgevoel aan over. Zonder snelle doorbraak is het over drie jaar over and out … (dan verjaart het dossier, red.).’

Zal u dit dossier ooit van u kunnen afzetten?

‘Na het Bendehoofdstuk heb ik onderzoeken gevoerd in het militaire milieu in ­binnen- en buitenland. De evacuatie in ­Afghanistan samen met de Special Forces vorig jaar heeft een diepe indruk nagelaten. Ook in die materie heb ik mijn draai gevonden. Maar een dossier zoals dat van de Bende kun je nooit helemaal van je ­afzetten. Dat ik er het sluitstuk niet van heb kunnen afleveren, had ik liever anders gezien. Ik heb de slachtoffers de antwoorden niet kunnen geven waarop ze hoopten.’

‘Maar ik ben er niet door gefrustreerd en het zal mijn leven na mijn pensioen niet bepalen. Je kunt maar geven wat je kunt, en dat heb ik gedaan. Ik duim nu voor de magistraten en collega’s die blijven zoeken naar een antwoord op het raadsel van de Bende van Nijvel.’

Bron » De Standaard