Als doorbraak komende maanden uitblijft, zal onderzoek naar Bende van Nijvel eind november onherroepelijk stoppen

Als er de komende maanden geen doorbraak komt in het onderzoek naar de Bende van Nijvel, dan zal het onderzoek naar wie achter de bloedige aanslagen in de jaren 80 zat, onherroepelijk stoppen. Dat heeft onze redactie vernomen bij bronnen dicht bij het onderzoek.

Het onderzoek naar de verantwoordelijken voor de aanslagengolf, onder meer op de Delhaize van Aalst in 1985, loopt intussen al 37 jaar. Bij die golf van aanslagen, overvallen en diefstallen vielen in totaal 28 doden en 40 gewonden. Al bijna vier decennia regent het hypothesen over de identiteit van de daders.

De ultieme deadline om die daders definitief – in eerste aanleg en eventueel in beroep – te berechten ligt op 2025. Het is dus stilaan money time in een oud dossier dat de voorbije vier jaar door het federaal parket nieuw leven werd ingeblazen. Er kwam een totale revisie, er volgden tal van opgravingen in de hoop via doorgedreven DNA-onderzoek alsnog het nodige bewijsmateriaal te vergaren. Sommigen hoofdverdachten zijn nog in leven, anderen zijn al jaren overleden. Het federaal parket heeft volgens onze informatie een zeer grondig hypothese over wie verantwoordelijk is, maar bewijslast vergaren is na al die jaren haast een onmogelijke klus gebleken.

Te weinig tijd

Dat de datum om het onderzoek stop te zetten dit najaar ligt, heeft het federaal parket altijd zo in het achterhoofd gehouden. Waarom? De nodige juridische procedures om mogelijke verdachten veroordeeld te krijgen, nemen heel wat tijd in beslag. En die tijd is stilaan op. Voor alle duidelijkheid: dit is nog geen officiële stellingname van het federaal parket. “Er is nog geen beslissing genomen”, klinkt het bij woordvoerder Eric Van Duyse. “Wat wel zo is, is dat mevrouw Cappelle, de magistraat die het onderzoek leidt, meent dat er tegen eind dit jaar een doorbraak moet zijn om de zaak tegen de verjaringstermijn van 2025 alsnog voor de rechter te krijgen.” Van Duyse duidt op de procedures voor de raadkamer, in eerste aanleg voor een strafrechter alsook eventueel beroep. “Als we eind 2022 geen doorbraak hebben, wordt die periode te kort. Dat heeft mevrouw Capelle altijd al gezegd.”

Opmerkelijk aan de deadline is dat de verjaring van het onderzoek in 2014 al eens vooruitgeschoven werd met tien jaar, door toenmalig minister van Justitie Koen Geens (CD&V). In september 2020 sprak hij zich op de openbare omroep nog uit over die deadline, naar aanleiding van de 35ste ‘verjaardag’ van de raid op een Delhaize-filiaal in Overijse waar in 1985 vijf doden vielen. “Voor de slachtoffers en hun familie wil ik benadrukken dat er alles aan wordt gedaan om de waarheid boven te halen. Ik heb er vertrouwen in. Dit dossier is honderd procent in orde, elk document is nagekeken en DNA-sporen worden nog steeds gecontroleerd.”

“Niet op de hoogte”

De raid in Overijse was niet eens het meest dodelijke ­wapenfeit van de Bende van Nijvel. De dodelijkste overval vond in 1985 plaats in Aalst, alweer aan de plaatselijke Delhaize. Op zaterdag 9 november 1985 vielen de daders kort voor sluitingstijd het warenhuis binnen nadat ze eerst al enkele klanten op de parking hadden doodgeschoten. In het warenhuis werd ook de 9-jarige David Van de Steen neergeschoten. Hij overleefde als bij wonder. Van de Steen reageerde gisteravond verrast op het nieuws over de deadline. Hij liet aan onze redactie weten er niet van op de hoogte te zijn.

Bron » Het Nieuwsblad

Jean-Jacques Cassiman (79) overleden: dankzij zijn DNA-onderzoek werden tal van cold cases opgelost

Jean-Jacques Cassiman heeft op 79-jarige leeftijd de strijd tegen kanker verloren. De charismatische geneticus was een van de grondleggers van het forensisch DNA-onderzoek in ons land.

Na een studie Medische Wetenschappen aan de KU Leuven behaalt Cassiman in 1967 zijn diploma. Meteen daarna trekt hij naar Stanford University waar hij vijf jaar bijkomende onderzoek doet naar de menselijke genetica, iets wat toen nog in de kinderschoenen stond. Terug in België start Cassiman zijn carrière bij het Centrum Menselijke Erfelijkheid van de KU Leuven.

Zelf zei Cassiman daarover tegenover wetenschapsblad EOS: “Toen ik op het Centrum begon, had erfelijkheidsonderzoek niet veel meer om het lijf dan een stamboom maken van ouders die een kind hadden met een afwijking.” DNA-tests zoals we die vandaag kennen en slechts een druppeltje speeksel of een haarlok nodig hebben om iemand te identificeren bestonden destijds nog niet. Pas in 2003 ontrafelden wetenschappers voor het eerst het volledige menselijke genoom.

Bende van Nijvel

De grote doorbraak komt er in 1985, in hetzelfde jaar dat de Bende van Nijvel voor het laatst toeslaat. Britse wetenschapper Alec Jeffreys slaagt er voor het eerst in om een DNA-profiel te extraheren uit menselijk cellen. Meteen gaat Cassiman bij hem in de leer. Cassiman ziet groot potentieel in de technologie en richt in 1988 het eerste forensische DNA-labo van ons land op aan de KU Leuven. Op die manier is Cassiman (on)rechtstreeks verantwoordelijk voor het oplossen van tal van moordzaken.

Professor Ronny Decorte is momenteel hoofd van het labo en heeft 20 jaar lang nauw samengewerkt met Cassiman. “Wij waren de pioniers in België, het forensisch onderzoek in ons land heeft alles aan Jean-Jacques te denken”, zegt hij. “De uitvinding van PCR-toestellen in 1985 was baanbrekend. Vandaag kennen we deze technologie van de coronatest. PCR-tests worden ook ingezet om met slechts een heel kleine hoeveelheid DNA, bijvoorbeeld van een bloedspoor, een dader te identificeren”, voegt Sofie Claerhout, onderzoekster in het labo van Decorte, eraan toe.

In 1998 worden alle tot dan toe bekende verdachten van de Bende van Nijvel opgeroepen voor een DNA-onderzoek. Cassiman slaagde er in DNA terug te vinden op een sigarettenpeuk uit de auto van een door de Bende vermoorde taxichauffeur. Tot een doorbraak kwam het echter nooit. In tal van andere cold cases slaagde Cassiman er wél in om het verschil te maken. De zaak-Pándy is één van de meest spraakmakende voorbeelden.

Cold Case opgelost: Hongaarse seriemoordenaar en Kortrijkse roofmoord

De Hongaarse dominee András Pándy verhuisde in 1985 naar België. Pándy vermoordde begin jaren ‘90 zijn twee ex-vrouwen en vier kinderen en stiefkinderen. Bovendien verkrachtte hij drie van zijn dochters. Seriemoordenaar Pándy loste hun lijken op in een bad met ontstoppingsmiddel. Op enkele beenderen na, zoals vingerkootjes en een dijbeen, waren de lichamen opgelost. Het was dankzij DNA-onderzoek van Cassiman dat werd aangetoond dat Pándy effectief een kind had verwekt bij één van zijn dochters, wat de doorbraak was voor zijn veroordeling in 2002.

Wetenschapper van het volk

Cassiman drukte niet alleen zijn stempel op het forensisch onderzoek, maar “leerde zijn volk DNA kennen”, klinkt het bij geneticus Maarten Larmuseau. “Hij was een voorbeeld voor me en opeens mocht ik als jonge onderzoeker nauw met hem samenwerken”, zegt Larmuseau.

“Hij stapte bewust uit zijn ivoren toren en legde op zeer toegankelijke manier feilloos de complexiteit van DNA uit aan een breed publiek. Zijn impact reikt heel wat verder dan de wetenschap, hij mengde zich in het publieke debat op een manier waar veel academici vandaag nog veel van kunnen leren.”

Bron » De morgen

‘Ik heb de slachtoffers niet kunnen geven waarop ze hoopten’

Vijftien jaar heeft hij aan het hoofd gestaan van het onderzoek naar de Bende van Nijvel. Maandag gaat Eddy Vos (67) met pensioen. ‘Het dossier van de Bende kun je nooit helemaal van je afzetten.’

‘Mijn ouders en grootouders waren missionarissen of rijkswachters. Ik denk dat ik voor mezelf de juiste keuze heb gemaakt door voor de rijkswacht te kiezen’, zegt ­Eddy Vos lachend. Zijn voorliefde voor de recherche leverde hem dossiers van allerlei aard op, onder andere moorden. Tot hij in 1996 de vraag kreeg om de nieuwe onderzoeksploeg rond de Bende van Nijvel mee op te starten.

Waarom toezeggen, terwijl iedereen zijn tanden op dat dossier leek stuk te bijten?

‘Ik ben nooit aan iets begonnen zonder de overtuiging dat ik het tot een goed einde kon brengen. Dat was met dit dossier niet anders. De vraag kwam bovendien van ­gewezen parketmagistraat Bart Van ­Lysebeth, die toen aan het hoofd stond van de Staatsveiligheid en met wie ik meermaals had samengewerkt. Wij hebben heel wat middelen gekregen: pc’s, het dossier werd als eerste in ons land ingescand, en de groep telde tot een honderdtal mensen. Dat motiveert.’

Wat was uw opdracht precies?

‘Ik moest in eerste instantie nagaan of de zaak-Mendez (Juan Mendez was vertegenwoordiger voor wapenfabrikant FN in ­Latijns-Amerika, hij werd in januari 1986 vermoord, red.) en de rijkswachters ­Bouhouche en Beyer, van wie de namen ­genoemd werden bij zijn dood, iets te ­maken hadden met de feiten van de Bende van Nijvel. Ik heb daarna andere, rechts­gezinde rijkswachters onder de loep genomen en hun eventuele connecties met ­geheime diensten nagetrokken. Het onderzoek bestond uit twee luiken: mijn groep onderzocht de politieke piste, mijn collega Lionel Ruth onderzocht de mogelijke ­betrokkenheid van het klassieke banditisme.’

Er waren wellicht momenten van hoop en teleurstelling?

‘Natuurlijk. We vonden in 2009 in Elouges een geraamte, waarvan wij dachten dat het aan een overleden Bendelid toebehoorde. Uiteindelijk bleek het afkomstig van een man uit de tijd van de Merovingers. Of toen we in 2000, toen we op zoek waren naar de mogelijke betrokkenheid van ­geheime diensten, de archieven mochten inkijken van de vroegere Stasi, de inlichtingendienst van Oost-Duitsland. Plots doken daar steekkaarten op naam van potentiële verdachten in het Bendeonderzoek op. Maar ook van slachtoffers. De hoop op een doorbraak was van korte duur: de Stasi had die namen gewoon geplukt uit afgeluisterde telefoongesprekken van Interpol.’

Jullie hebben nieuwe onderzoeksmethodes gebruikt die soms werden afgedaan als wanhoopspogingen.

‘Toen ik erbij kwam, liep het Bendeonderzoek al vijftien jaar, zonder resultaat. Er was het assisenproces tegen de gangsters van de zogenaamde ‘filière boraine’ in 1988. Dat proces is met een vrijspraak geëindigd. Wij zijn na 1996 vol voor het DNA-onderzoek gegaan, dat profielen heeft ­opgeleverd waarmee vandaag nog altijd ­gewerkt wordt. Die techniek stond nog in de kinderschoenen. We hebben de polygraaf gebruikt. En we hebben hypnose ­gebruikt om mensen beter te laten herinneren wat ze destijds beleefd hadden. Dat gaf spectaculaire resultaten: sommige ­getuigen herbeleefden de moordpartijen zo intens dat ze in shock raakten. Dankzij de hypnose hebben wij enkele robotfoto’s op de bekende gele affiches samengesteld. Het opvallende eraan was dat die beelden precies overeenstemden met de beschrijving van de verdachten zoals die ten tijde van de feiten werden opgetekend.’

Jullie hebben er ook profilers bij ­gehaald.

‘Ze hebben ons veel nieuwe inzichten gegeven. Ze stelden zich de vraag waarom de daders zoveel materiële aanwijzingen ­hebben achtergelaten, terwijl daders dat normaal niet doen. Ik vergelijk het met een goochelaar: hij trekt de aandacht op een bepaald punt, terwijl het belangrijke elders plaatsvindt. Is de aandacht van de speurders door de daders bewust in een bepaalde richting gestuurd, terwijl de oplossing ergens anders gezocht moest worden? Ik denk van wel. De daders lieten tientallen voorwerpen achter die niets met de feiten te maken hadden, maar tot lang en nutteloos onderzoekswerk hebben geleid.’

‘De profilers hebben ons ook aangespoord om te gaan denken zoals de daders. Zo hebben we hun “geografische comfortzone” kunnen afbakenen: de plaats waar de daders altijd op terugvallen, omdat ze die beter kennen dan hun achtervolgers. Al die elementen samen hebben een lijst van potentiële daders opgeleverd. Zuiver door onderzoek dus, niet vanuit een vooringenomen standpunt.’

Toch hebben jullie het spinnenweb niet kunnen ontwarren?

‘Helaas niet. Een onderzoek leidt meestal tot een hypothese, maar het is niet omdat je een hypothese hebt dat je de persoon ­geïdentificeerd hebt die de trekker heeft overgehaald. Ik sta nog altijd achter de ­resultaten van ons onderzoek van toen en blijf overtuigd van mijn werkhypothese (wat die is, wil Vos niet kwijt, red.). Maar in 2012 kwam er, samen met een nieuwe ­leiding en andere onderzoekers, een andere visie op het dossier. Ik zag het niet zitten om opnieuw dezelfde pistes te onderzoeken, waarvan ik, terecht of niet, overtuigd was dat ze tot niets zouden leiden.’

Wat is er nog niet gebeurd in dit dossier?

‘Misschien de speurders bijeenbrengen, die afzonderlijk aan de verschillende grote dossiers gewerkt hebben die ter sprake kwamen tijdens het jarenlange onderzoek: de aanslagen van de CCC, de grote gangsterbendes, de uiterst rechtse groeperingen, noem maar op. Maar natuurlijk ook de speurders die in het verleden al aan het Bende­dossier gewerkt hebben. Elke onderzoeker houdt daar wel een buikgevoel aan over. Zonder snelle doorbraak is het over drie jaar over and out … (dan verjaart het dossier, red.).’

Zal u dit dossier ooit van u kunnen afzetten?

‘Na het Bendehoofdstuk heb ik onderzoeken gevoerd in het militaire milieu in ­binnen- en buitenland. De evacuatie in ­Afghanistan samen met de Special Forces vorig jaar heeft een diepe indruk nagelaten. Ook in die materie heb ik mijn draai gevonden. Maar een dossier zoals dat van de Bende kun je nooit helemaal van je ­afzetten. Dat ik er het sluitstuk niet van heb kunnen afleveren, had ik liever anders gezien. Ik heb de slachtoffers de antwoorden niet kunnen geven waarop ze hoopten.’

‘Maar ik ben er niet door gefrustreerd en het zal mijn leven na mijn pensioen niet bepalen. Je kunt maar geven wat je kunt, en dat heb ik gedaan. Ik duim nu voor de magistraten en collega’s die blijven zoeken naar een antwoord op het raadsel van de Bende van Nijvel.’

Bron » De Standaard

Bende van Nijvel-speurders nemen tientallen DNA-stalen af

In het grootse DNA-onderzoek dat moet leiden tot de identificatie van de daders van de Bende van Nijvel hebben deze week tientallen mensen DNA en vingerafdrukken moeten afstaan. In totaal hopen de speurders van 800 potentiële verdachten het DNA te collecteren om die te vergelijken met sporen in het dossier.

Verschillende ‘grote figuren’ van het Belgisch gangsterisme in de jaren tachtig hebben de afgelopen jaren al hun DNA moeten afstaan om te zien of hun erfelijk materiaal overeenkomt met een aantal DNA-sporen die in het dossier zitten. Er waren ook al verschillende opgravingen van potentiële verdachten die overleden zijn.

De grote DNA-collecte lag lange tijd stil door corona maar nu wordt er weer fel doorgezocht, zo meldt het federaal parket. Gisteren moest onder meer Willy D. (70) zich aanmelden. De man zijn naam werd al eerder genoemd in de zaak maar is nooit in verdenking gesteld. “Ik heb vingerafdrukken moeten afstaan. Mijn DNA hadden ze al”. Willy D., een garagist die in het verleden al veroordelingen opliep voor zware diefstallen, maakt zich niet ongerust. “Waarom zou ik me druk maken? Ik heb met heel die zaak niets te maken. Slechte reclame is het wel”.

Bij de aanslagen van de Bende van Nijvel in 1982, 1983 en 1985 vielen 28 doden. De laatste aanslag op de Delhaize van Aalst was de bloedigste, daarbij vielen acht doden. De daders zijn nooit gevat. In 2025 verjaart de zaak.

Bron » Het Nieuwsblad | Dirk Coosemans

Alain Moussa weer op vrije voeten, onduidelijk of hij nieuwe informatie over Bende van Nijvel gaf

Ex-gangster Alain Moussa (70) is woensdagavond weer vrijgelaten. Of zijn verhoor nieuwe informatie over de Bende van Nijvel opgeleverd heeft, is niet bekend.

Alain Moussa werd dinsdagochtend opgepakt door de Bendespeurders, nadat hij de week voordien verschillende keren had beweerd dat hij wist wie er achter de Bende van Nijvel zat. Zo postte Moussa onder andere op de sociale media: ‘De doders van de Bende van Nijvel zijn Johnny De Staerke en Dominique Salesse. Ik neem al een jaar geen drugs meer of iets anders. Ik kan er meer over vertellen, maar het komt van heel hoog.’ Daarna stuurde Moussa ook nog een persbericht naar een aantal journalisten en ging hij praten met de politie van Nijvel.

Om na te gaan of Moussa inderdaad over concrete aanwijzingen over de Bende beschikte, pakten de speurders hem dinsdag op. Ze vonden een pistool en namen ook verschillende gsm’s en een computer van Moussa en zijn neef en vertrouwenspersoon Daniel B. in beslag. Ook B. werd opgepakt. Moussa en B. werden dinsdag en woensdag de hele dag ondervraagd. Gisterenavond laat werden ze vrijgelaten

Moussa is een ex-gangster uit het Brusselse milieu. Hij heeft een Tunesische vader en een Belgische moeder en had ooit de bijnaam ‘Le flingueur’, de revolverheld. Nochtans gaat hij er prat op dat hij nooit bloed heeft vergoten bij een overval. Maar tijdens een huiszoeking midden ­jaren 80 werd onder andere een ­riotgun gevonden in zijn huis in Laken. Moussa maakte ooit deel uit van de Bende van Baasrode, waarvan Philippe ‘Johnny’ De Staerke en Dominique Salesse de leiders ­waren en waar ook de beruchte ­Leopold Van Esbroeck bijhoorde.

De bende dankt haar naam aan de overval die ze op 24 juni 1985 pleegde op het postkantoor van Baas­rode. Voor de tientallen overvallen die toegeschreven werden aan de Bende van Baasrode werd Moussa veroordeeld tot tien jaar cel. Daarna raakte hij nog verschillende ­keren in de gevangenis. Hij werd ook een aantal keren geïnterneerd. Zijn zware cocaïneverslaving bracht hem telkens weer in de problemen.

Moussa beschuldigt nu dus zijn ex-bendeleden De Staerke en Salesse. Allebei werden ze in het verleden al gelinkt met de Bende van Nijvel, De Staerke werd ooit zelfs officieel in verdenking gesteld, maar er kwamen nooit bewijzen. Of Moussa nieuwe informatie heeft kunnen aanbrengen, staat niet vast. Het federaal parket wilde enkel bevestigen dat Moussa en Daniel B. vrijgelaten werden.

Bron » Het Nieuwsblad | Mark Eeckhaut, Dirk Coosemans