De negentien vingerafdrukken van de allerlaatste kans: hierin bijten speurders zich al 40 jaar vast in dossier-Bende van Nijvel

Negentien vingerafdrukken. Dat is de wetenschappelijke buit van de speurders die zich na veertig jaar nog steeds vastbijten in de Bende van Nijvel. Onze redactie kon de hand leggen op die lijst, en zo komen we voor het eerst te weten welke vingersporen precies waar zijn achtergelaten. Of: hoe een zakje chips misschien toch ooit nog voor een doorbraak kan zorgen.

De Bende van Nijvel ligt straks veertig jaar achter ons. In een reeks overvallen op warenhuizen en andere diefstallen met geweld, in de jaren 1982, 1983 en 1985, maakte de “groep” 28 doden en meer dan 40 gewonden. Het onderzoek naar de daders leverde al die tijd niets op. Waren het misnoegde rijkswachters? Kwamen de daders uit het extreemrechts milieu? Wilden ze een staatsgreep plegen? En wat met de befaamde “roze balletten”, waarvan getuigen geëlimineerd moesten worden? Alle pistes passeerden de voorbije vier decennia de revue, maar een doorbraak kwam er nooit. Tot grote teleurstelling van de nabestaanden.

In 2018 – na vele jaren van vruchteloos onderzoek en doodgelopen pistes – nam het federaal parket de zaak in de handen en besloot ze het over een andere, wetenschappelijke boeg te gooien. Het onderzoek van de allerlaatste kans, op basis van alle mogelijke gesofisticeerde technieken.

Het drie miljoen pagina’s tellende dossier? Daar vindt een kat haar jongen niet meer in. Zelfs als je per dag het ontzaglijke aantal van driehonderd pagina’s zou lezen, zou je tienduizend dagen of meer dan 27 jaar nodig hebben om het hele dossier gewoon te lezen. Onbegonnen werk.

Dus concentreerden parket en speurders zich op de wetenschappelijke sporen, DNA en vingerafdrukken op bestaande bewijsstukken. Kosten noch moeite werden hiervoor gespaard. Zesduizend (gewezen) gangsters en potentiële verdachten kregen de vraag om DNA en vingerafdrukken te leveren. Sommige overleden potentiële verdachten moesten zelfs opgegraven worden.

Van 6.000 naar honderdtal potentiële verdachten

In het dossier zaten eerst twee DNA-sporen van vermoedelijke Bendeleden, gevonden op een sigarettenpeuk en op de kraag van een kogelwerend vest. Maar in 2020 meldde het federaal parket dat er dankzij nieuwe technieken nog een tiental extra sporen gedetecteerd konden worden. Verder bleef het daar vaag over.

In het DNA-onderzoek zou er nog geen match zijn, zo horen we. Blijven over: de vingerafdrukken. Onze redactie kreeg de lijst in bezit van de negentien unieke vingerafdrukken die in het dossier zitten. Dat volledige overzicht werd nooit eerder gepubliceerd. De afdrukken zijn nagelaten op allerhande voorwerpen: in auto’s, op een vuilniszak, op een zakje chips, op een brandkast of op de deurknop waar de overvallers gepasseerd zijn.

De afdrukken werden vergeleken met een heel groot deel van de zesduizend profielen, en ook hier zou nog geen match tevoorschijn gekomen zijn. Het aantal potentiële verdachten qua vingerafdrukken is inmiddels geslonken van zesduizend naar een honderdtal potentiële verdachten. Voor zover we weten. Het federaal parket wil hierover geen bijkomende info kwijt, net omdat het onderzoek nog steeds volop loopt.

Slecht bewaard

Hoewel de kansen klein worden, blijft er hoop om de daders te klissen, klinkt het bij het federaal parket. Het dossier blijft ondanks de tegenslagen een absolute prioriteit, zeggen gerechtelijke bonnen.

Maar simpel is het niet. Een veertig jaar oude vingerafdruk checken is geen sinecure. Vooreerst is een vergelijking pas een juridisch bewijs als er op twaalf vaste punten op de afdruk een match is. Daarnaast valt het nog te zien hoe de vingerafdruk bewaard is gebleven. Een heikel punt in dit verhaal. Nu kan dat allemaal digitaal, maar in de jaren tachtig was dat gewoon een inktafdruk. Ook is niet elke vingerafdruk even goed achtergelaten door de potentiële daders.

De lijst die onze redactie in handen kreeg, maakt een onderscheid tussen “pertinente” en “minder pertinente” afdrukken. Daarnaast is een vingerafdruk nooit een op zich staand bewijs. Als je twee dagen voor een moord op die plek gepasseerd bent en een vingerafdruk nagelaten hebt, zal je initieel wel als verdachte beschouwd worden, maar ben je uiteraard niet per se schuldig.

“Op een vingerafdruk staat geen datum”, zeggen twee vingerafdrukspecialisten bij de federale politie. “Dus is er altijd ook heel wat empirisch onderzoek nodig om te zien of die persoon, die zijn vingerafdruk naliet, wel ter plekke was op het moment van de misdaad. En dat is heel moeilijk als de daders al overleden zijn, wat in het geval van de Bende best aannemelijk is. Net in dat empirisch onderzoek kruipt het meeste werk”, klinkt het bij de politiespecialisten.

Een doorbraak lijkt ondanks die bruikbare sporen nog (lang) niet voor morgen. Is het allemaal ijdele hoop? “We zullen niet rusten tot we de nodige antwoorden hebben waar de nabestaanden recht op hebben”, klinkt het bij het federaal parket.

Hier werden ze achtergelaten

14 augustus 1982 – Twee vingerafdrukken op glazen deur

  • Misdrijf? Overval op kruidenierswinkel Piot in Maubeuge, Frankrijk
  • Sporen? Twee vingerafdrukken op de klink van de glazen ingangsdeur, door het gerecht in Rijsel doorgegeven aan vijf aangrenzende landen

De overval in het Franse Maubeuge is de enige overval van de Bende in het buitenland, negen kilometer van de Belgische grens. Twee mannen, met bivakmuts en gewapend met karabijn met afgezaagde loop, slaan ’s nachts de dubbele glazen ingangsdeur van de kruidenierswinkel Piot stuk en dringen de winkel binnen. De eigenaars zijn niet thuis. De daders stelen voedingsmiddelen, wijn, champagne en ganzenlever.

Tijdens de overval belt een anoniem persoon naar de politie. Het politiecommissariaat is vlakbij en drie agenten gaan ter plekke. De daders vluchten, maar er ontstaat een schietpartij met de agenten. Politieagent Christian Delacourt krijgt een kogel in de buik, maar overleeft.

14 februari 1983 – Twee vingerafdrukken op gestripte Golf

  • Misdrijf? Diefstal van zilverkleurige VW Golf in Plancenoit, bij Lasne
  • Sporen? Twee vingerafdrukken op de deur aan de passagierskant van de Golf die, volledig gestript, werd teruggevonden

Op Valentijn komt mevrouw Geneviève Van Lidth de Jeugd thuis. Terwijl ze uit haar Golf stapt, stapt een man op haar af. Hij duwt de loop van een handvuurwapen in haar buik. “Beweeg u niet, in uw belang. Laat uw sleutels op het dashbord”, klinkt het dreigend. De man vertrekt met de wagen en een tweede dader scheurt met een Peugeot 504 achter hem aan. De twee waren met de Peugeot naar het huis van het slachtoffer gereden, zo blijkt.

Het slachtoffer verklaart dat haar overvaller van zuiderse afkomst was en kort, zwart krullend haar had. Van de vermoedelijke dader is een robotfoto gemaakt. Hij sprak onberispelijk Frans en maakte “een geschoolde indruk”.

Enkele dagen voordien was met de Peugeot een overval gepleegd op de Delhaize van Genval. De drie daders zijn tot de tanden gewapend en dragen carnavalsmaskers, type bril, snor, lachende gezichten. Ze schieten gericht, maar er vallen als bij wonder geen zwaargewonden. De Peugeot wordt later uitgebrand teruggevonden in Waterloo. De buit van de overval bedraagt 692.000 Belgische frank.

De VW Golf uit Plancenoit wordt veel later, op 9 juni, teruggevonden in het Bois de Hourpes, in Thuin, Henegouwen. De auto blijkt geheel gestript. De binnenbekleding, de zetels, de batterijen en de lichten zijn allemaal verwijderd. Toch vinden de speurders nog twee vingerafdrukken.

3 maart 1983 – Drie vingerafdrukken op telefoonhoorn

  • Misdrijf? Overval op de Colruyt van Halle, waarbij 1 dode valt
  • Sporen? Drie vingerafdrukken gevonden op de hoorn van de telefoon, helaas niet van goede kwaliteit

In maart 1983 is de Bende zowat wekelijks in het nieuws. Drie weken na de overval op de Delhaize in Genval en goed een week na een andere overval op de Delhaize in Ukkel vallen drie mannen de Colruyt van Halle binnen. De daders spreken Frans, zoals steeds, en één dader is gewapend met een geweer met korte loop. Hij blijft aan de ingang staan en verplicht een werknemer op de grond te gaan liggen. Andere klanten en werknemers gaan ook onmiddellijk op de grond liggen.

De man vuurt enkele kogels af. Zijn twee kompanen begeven zich naar het bureel, een verdieping hoger. Daarin bevinden zich winkelgerant Walter Verstappen en twee werknemers. Verstappen moet de brandkast openmaken onder bedreiging van een wapen. De twee overvallers hebben een reistas en vullen die met bankbiljetten. Eén werknemer die op de grond ligt, krijgt een harde klap van een knuppel van een overvaller, omdat hij opkijkt. Daarbij zou de telefoon op de grond gevlogen zijn. Daarna draaien de daders zich terug naar de directeur en jagen hem een kogel door de keel. Walter Verstappen zal later in het ziekenhuis overlijden.

De daders vluchten in hun donkerkleurige golf. Tijdens hun ontsnapping schieten ze meerdere keren op de werknemers, vanuit het open raampje langs de passagierskant. De buit van de gangsters bedraagt 1.182.115 frank.

Volgens ooggetuigen is de eerste dader een man van ongeveer 1,80 m. Hij heeft donkerkleurige handen en blauwe ogen. De tweede persoon is even groot en heeft een getaande huidskleur. Andere getuigen spreken van een grote man, gekleed in een regenjas, zwarte schoenen. Hij droeg tijdens de overval een bivakmuts, zwart en afgeboord met een lichtere kleur. Rond zijn ogen was de huid ingesmeerd met donkere verf, zoals commando’s doen. De derde overvaller zou kleiner zijn. Ook hij droeg een bivakmuts.

17 september 1983 – Vingerafdruk op leeg zakje chips

  • Misdrijf? Overval op Colruyt van Nijvel, waarbij 3 doden vallen
  • Sporen? Zeven vingerafdrukken gevonden op een vuilniszak, een achtste op een leeg achtergelaten zakje chips

Die nacht rond 1 uur rijdt een Saab met aan boord een onbekend aantal gangsters de parking van de Colruyt in Nijvel op. Ze stappen uit en met een gasbrander proberen ze de toegangsdeur aan de achterzijde van de winkel open te branden. Op dat moment rijdt het echtpaar Jacques Fourez en Elise Dewit in hun witte Mercedes ook de parking op, om te tanken. Fourez moet ook naar het toilet. De overvallers krijgen hem in het oog en schieten hem een kogel door het hoofd. Elise Dewit ziet het gebeuren en loopt naar haar echtgenoot. De gangsters vuren op haar, maar raken haar niet meteen. Ze overmeesteren haar en sleuren haar naar de achterzijde van het gebouw. Daar wordt ze afgemaakt met twee kogels in het hoofd.

Intussen is de deur van de Colruyt geforceerd en is het stil alarm afgegaan. De gealarmeerde rijkswacht komt ter plekke, met wachtmeester Marcel Moreu (31) en Jean-Marie Lacroix (30) in de combi. Op de parking zien ze het tafereel van de inbrekende gangsters. Ze stoppen met hun combi, maar worden meteen onder vuur genomen. Lacroix krijgt twee kogels in de enkel en overleeft, Moreu wordt in de keel getroffen.

De gangsters vluchten met de Saab én de Mercedes. Hun buit bedraagt vijf dozen pralines, enkele bussen arachideolie en maïsolie, en enkele zakjes koffie. Het parelsnoer en de ringen met briljanten die mevrouw Dewit draagt, worden opmerkelijk genoeg niet gestolen.

De vlucht van de gangsters eindigt met een heuse achtervolging. Een politiepatrouille die ter versterking is opgeroepen, komt de gangsters van de andere kant met zwaailichten tegemoet gereden. De daders in de Mercedes openen het vuur op de politie. Eén agent wordt aan het hoofd getroffen, maar overleeft. De gangsters laten op de plek van de schietpartij hun Mercedes achter. In de Saab kunnen alle gangsters uiteindelijk toch ontsnappen, ondanks een speractie van de politie en rijkswacht. De auto wordt enkele uren later teruggevonden.

Eén van de daders zou tijdens de overval in Nijvel een tijdlang een plastic vuilniszak vastgehouden hebben. De zak wordt teruggevonden, met daarop zeven vingerafdrukken. Eén van de daders moet ook een zakje chips gegeten hebben. Ook dat zakje vinden ze terug, met daarop een vettige vingerafdruk.

17 september 1983 – Twee vingerafdrukken op autokrik

  • Misdrijf? Vondst van de Saab waarmee Colruyt van Nijvel werd overvallen
  • Sporen? Twee vingerafdrukken gevonden op de krik in de koffer van de auto, één op de uitsparing voor de autoradio

De overvallers van de Colruyt in Nijvel (sindsdien had de Bende voorgoed haar naam beet) vluchten weg met een Mercedes en een Saab 900. De Mercedes laten ze staan na een schietpartij met de politie. De Saab, waarmee ze uiteindelijk wegvluchten, is door de politie de volgende ochtend een eind verderop teruggevonden.

De Saab staat op de oprit van een huis in een zijstraatje van de Chaussée d’Alsemberg in Eigenbrakel. Ondanks de klopjacht van de politie is van de daders geen spoor.

De Saab is onklaar gemaakt. In de koffer vindt men de gestolen olie en koffie. Twee vingerafdrukken worden gevonden op de krik van de wagen, een derde aan het dashboard op de uitsparing voor de autoradio.

De Saab 900 turbo blijkt op 8 juni dat jaar gestolen in een garage in Eigenbrakel. Tijdens die inbraak hebben de daders de Duitse herder van de garagehouder, die in zijn kooi zat en onrustig werd, doodgeschoten.

9 november 1985 – Vingerafdruk op kast met geldkoffer

  • Misdrijf? Overval op Delhaize van Aalst, waarbij 8 doden vallen
  • Sporen? Vingerafdruk gevonden aan de binnenkant van de kast waarin zich de geldkoffer van het warenhuis bevindt

De overval van Aalst is de bloedigste en de laatste van de Bende van Nijvel.

Om 19.40 uur parkeert een VW Golf GTI zich op de parking van de Delhaize aan de Parklaan. Drie mannen, met bivakmutsen en sjaals rond hun gezicht, stappen uit en begeven zich in de richting van de winkel. Ze zijn gewapend en beginnen direct te schieten op voertuigen en klanten op de parking. De schoten zijn tot in de winkel te horen. De werknemers en klanten vluchten naar de achterzijde van het warenhuis of verstoppen zich achter de rekken.

De daders grijpen de gerant en nemen hem mee naar de burelen. Ze halen de brandkast leeg. De gerant kan ontkomen. De drie gangsters gaan naar de uitgang. Daar liggen twee kinderen op de grond, onder wie David Van De Steen. Ze worden onder vuur genomen. Voor de deur aan de uitgang ligt een vrouw. Zij overleeft het niet. De overvallers vluchten. Eén van de daders neemt plaats in de open kofferruimte.

Acht mensen blijven dood achter: Dirk Nijs, zijn dochtertje Els Nijs, Marie-Jeanne Van Mulder, Georges De Smet, Jan Palsterman, Gilbert Van De Steen, Thérèse Van Den Abiel, en Rebecca Van De Steen. Die laatste drie mensen behoren tot hetzelfde gezin. Alleen hun negenjarige zoon David overleeft de kogels.

De buit bedraagt 737.777 frank. Onder meer de gestolen geldkoffer vinden speurders nadien terug in het kanaal van Ronquières, waar nadien ook wapens blijken gedumpt.

De daders zijn gemaskerd. Eén van hen omschrijven ooggetuigen als “een reus” van 1,90 meter, die de leiding over de overvallers heeft. Getuigen zeggen dat ze hun gezicht verbergen achter een sjaal of een bivakmuts. Ze dragen lange overjassen en militaire schoenen.

Bron » Het Nieuwsblad | Dirk Coosemans, Pieter Huyberechts en Yves Barbieux

‘Speurders hebben alles uit de kast gehaald om me aan de Bende van Nijvel te linken’

Ex-rijkswachter Robert Beijer wordt al jaren in één adem genoemd met de Bende van Nijvel, maar bewijzen tegen hem kwamen er nooit. In januari nog doorzochten speurders zijn huis in Thailand, en werd hij als gevolg daarvan het land uitgezet. De Standaard sprak met hem in Brussel. ‘De waarheid is dat de overvallers vooral veel geluk hebben gehad.’

‘De speurders hebben de voorbije jaren ­alles uit de kast gehaald om me aan de Bende te linken’, zegt Robert Beijer. ‘De nieuwe speurdersploeg heeft de voorbije jaren zelfs een undercoveroperatie op mij gedaan. Ze hebben daarvoor speciaal een productiehuis opgericht en een ploeg van filmmakers op me afgestuurd. Het was in de periode net voor corona. Ze zijn me ­verschillende keren komen bezoeken in mijn huis in Pattaya (Thailand). Het was zo professioneel gedaan dat ik er met open ogen ben ingelopen. Ze wilden mijn boek (De laatste leugen, 2010, red.) verfilmen, zeiden ze. En ik ging akkoord omdat het plausibel leek.’

‘Ze lieten mij een contract tekenen en betaalden mijn tickets in businessclass naar Brussel. Hier hebben ze jeugdvrienden van mij geïnterviewd en speurders van vroeger. Ze zijn met mij langs de plekken van vroeger uit mijn boek gegaan. Maar ­ondertussen stelden ze gerichte vragen over de Bende van Nijvel. Stukje bij beetje heb ik dan toch doorgekregen dat ze ­undercoveragenten waren. Chapeau, ze hebben dat heel goed gedaan. Het was een beetje op zijn Amerikaans. De cel die de misdaden van de Bende onderzoekt, kan tegenwoordig alles. De middelen zijn ­onbeperkt.’ Maar tot nieuwe inzichten in het Bende-onderzoek heeft ook de undercoveroperatie op Beijer niet geleid. ‘Dat kon ook niet anders’, zegt Beijer. ‘Alles wat ik weet over de Bende van Nijvel, heb ik lang ­geleden al gezegd.’

Robert Beijer is sinds februari terug in ons land, en dat heeft hij te danken aan het Bende-onderzoek. De Belgische speurders deden in januari bij hem in Pattaya een huis­zoeking in het kader van het onderzoek naar de Bende van Nijvel. Toen kwam aan het licht dat zijn visum niet in orde was. Na dertig dagen opsluiting in een centrum voor illegale immigranten werd hij Thailand uitgezet. Maar Beijer hoopt zo snel mogelijk terug te keren. ‘Normaal moeten mijn papieren snel weer in orde zijn’, zegt hij in een gesprek met De Standaard. ‘Ondertussen wacht ik in België tot de speurders mijn computer, iPads en USB-sticks hebben uitgelezen en terug ­hebben gegeven.’ Na de huiszoeking is Beijer in ons land nog altijd niet ondervraagd.

Goed geboerd

Beijer is altijd een achterdochtige man ­geweest, zeker tegenover journalisten. Daarom neemt hij het interview ook zelf op met zijn Apple Watch. Hij wil ook niet meer op de foto. Toen hij in 2010 zijn boek voorstelde aan de pers, poseerde hij nog met een pruik die hem onherkenbaar maakte. Maar vandaag wil hij niet meer herkend worden, zegt Beijer. 23 jaar al leeft hij een rustig leven in Thailand. Sinds hij in 2000 naar Thailand verhuisde, heeft hij er goed geboerd. Hij woont in Pattaya in een villa vlak bij de zee met zijn familie. ‘Ik heb op het juiste ­moment geïnvesteerd in vastgoed met geld van twee erfenissen van mijn moeder en mijn tante en met kapitaal dat vrienden me hadden toevertrouwd. Door daarna op het juiste moment te ­kopen en te verkopen heb ik ­altijd meerwaarde kunnen ­boeken.’

Maar de Bende van Nijvel blijft hem ­achtervolgen. Zijn naam wordt al sinds de ­jaren 80 door de media in één adem ­genoemd met de Bende. De speurders hebben hem verschillende keren ondervraagd maar nooit in verdenking gesteld. Ook een test met de leugendetector die hij moest ­afleggen om onder voorwaarden vrij te kunnen komen, doorstond hij in 1999.

Samen met zijn kompaan Madani ­Bouhouche is Robert Beijer er voor een stuk mee verantwoordelijk voor dat de ­jaren 80 de ‘loden jaren 80’ worden ­genoemd. Hij is er ook mee de oorzaak van dat de rijkswacht uit de jaren 80 vandaag een heel slechte ­reputatie heeft. De ex-rijkswachters Bouhouche en Beijer zaten achter de moordaanslag op rijkswacht ­kolonel ­Vernaillen (25 oktober 1981), de wapendiefstal bij de speciale eenheden van de rijkswacht, de Groep Diane (31 december 1981) en een bomaanslag op een auto van de Brusselse rijkswacht (oktober 1981).

Russische inlichtingendienst

In zijn boek De laatste leugen kwam ­Beijer in 2010 voor het eerst met een uitleg op de proppen over het motief achter zijn criminele daden. Die uitleg houdt hij tot op vandaag vol. ‘Ik werkte in de jaren 70-80 in dienst van de Russische militaire inlichtingendienst GRU. Het was mijn opdracht om de rijkswacht in diskrediet te brengen. Ik weet dat u dat niet gelooft, maar het is wel de waarheid.’

De speurders hadden een andere uitleg voor de moordaanslag op Vernaillen. Volgens hen konden Bouhouche en Beijer niet verkroppen dat ze door toedoen van Vernaillen werden overgeplaatst toen aan het licht was gekomen dat ze een collega-rijkswachter hadden afgeluisterd. ‘Die uitleg slaat nergens op’, zegt Beijer. ‘Het was trouwens niet Vernaillen die ons had over­geplaatst, maar zijn overste Marchoul.’

Bouhouche en Beijer werden nooit veroordeeld voor de aanslag op Vernaillen bij gebrek aan bewijzen. Maar in 2010 bekende Beijer de aanslag toch in zijn boek. ‘Voor het boek uitkwam, heb ik een ontmoeting gehad met Vernaillen in het gezelschap van de politie en van slachtofferhulp. Vernaillen twijfelde er niet aan dat ik de waarheid sprak. Ik kende te veel details. Hij zei dat hij tot dan altijd gedacht had dat adjudant Goffinon achter de aanslag zat.’

Doorheen de jaren zijn de speurders die de misdrijven van de Bende onderzochten verschillende keren bij Beijer langsgeweest. ‘Ooit vonden ze een foto die ik in 1985 had gemaakt van de Delhaize van Aalst. Maar die foto was genomen in het kader van een echtscheidingsdossier waar mijn detective bureau ARI mee bezig was. We deden een patrimoniumonderzoek van een overspelige echtgenoot en die had een villa naast de Delhaize. Dat ik een foto van de Delhaize heb genomen, is een verhaal dat geregeldopduikt om me verdacht te maken, maar het slaat nergens op.’

1985

Voor de serie ‘1985’ waarin hij en Bouhouche een rol speelden, heeft Beijer geen goed woord over. ‘Ik vond het beschamend. Het is net alsof die 12.000 mensen bij de rijkswacht in de jaren 80 corrupt en extreemrechts waren, terwijl het om enkelingen ging. Ze stellen iemand als commandant Leon François voor als corrupt, maar dat was hij niet. François was een idealist, een jonge officier die in de VS was gaan studeren. Hij wilde in ons land moderne politietechnieken introduceren in de strijd tegen drugs: infiltratie, ladingen met drugs volgen om de bestemmelingen te vinden … Maar het probleem was dat er geen wettelijk kader was voor al die zaken. François heeft zich dan ook nog eens laten rollen door een informant bij de allereerste operatie. Maar François was helemaal niet “het zwarte hart” van de rijkswacht zoals hij werd voorgesteld in de serie. En met de Bende van Nijvel had hij al helemaal niets te maken.’

‘En Goffinon? Ze stellen hem in de serie voor als een slechterik. Hij is nooit mijn vriend geweest, maar dat beeld klopt helemaal niet. Goffinon was een eigengereide flik die op zijn eigen manier naar de oplossing zocht. Hij wilde altijd eerst zijn. ­Samenwerken met collega’s en andere politiediensten deed hij niet. Als hij de Bende had kunnen oprollen, had hij het gedaan.’

Gewetenloze marginalen

Beijer gelooft niet dat het er de Bende van Nijvel om te doen was de staat te destabiliseren. ‘Wie de staat wil destabiliseren in opdracht van de CIA of god weet wie, moet toch niet eerst zelf wapens ­stelen? Die krijgt gesofisticeerde wapens en schiet dan tientallen mensen dood in één keer. De waarheid is dat de overvallers vooral veel geluk hebben gehad. Zo goed georganiseerd was het niet. Ik denk dat de daders een groep gewetenloze marginalen waren. Een clan waar niemand over praat. Zigeuners of zo. Dat is de theorie van de profilers die een aantal jaren ­geleden een profiel van de daders hebben geschetst. Ook oud-Bendespeurder Lionel Ruth zit op die lijn.’

Volgens Beijer moeten de daders niet bij de rijkswacht gezocht worden. ‘Ik heb zelf een tijdlang gedacht dat Bouhouche er tussen zat. Toen we nog samenwerkten bij ARI, had hij het plan opgevat om GB-supermarkten af te persen door explosieven in brandblussers te verstoppen. Tot dat soort zaken was hij dus wel in staat. Maar minuten na de overval van Aalst in november 1985 heb ik hem aan de telefoon gehad. Het is dus onmogelijk dat hij direct bij die overval betrokken was. En bij de overval op wapenhandel Dekaise in Waver in september 1982, die ook aan de Bende wordt toegeschreven, kan hij ook niet betrokken zijn geweest. Hij stond toen klaar om te vertrekken naar Leopoldsburg om er te gaan schieten. Ik weet dat van iemand die toen bij hem was en die ik volkomen vertrouw. Ik kan natuurlijk niet uitsluiten dat hij achter mijn rug van alles heeft gedaan. Bouhouche had een speciaal kantje. Hij voelde zich superieur, wilde geen ‘schaap’ zijn zoals de anderen, zei hij. Ik heb me ook altijd ongemakkelijk gevoeld bij zijn extreemrechtse sympathie. Maar goed, Bouhouche is ook door de leugendetector vrijgepleit voor de Bende van Nijvel.’

Bron » De Standaard | Mark Eeckhaut

Bende-verdachte Alain Moussa (71) overleden

De Brusselse ex-gangster Alain Moussa (71) is vrijdagavond overleden. Dat meldt zijn vriendin. Moussa was in de jaren 80 een lid van de Bende van Baasrode. Maar vooral omdat zijn naam steeds weer in verband werd gebracht met de Bende van Nijvel, was hij in de Brusselse onderwereld een notoir figuur.

“Hij is vertrokken zonder wapens, zonder geweld, en zonder haat”, zo schrijft de vriendin van Moussa op Facebook. Moussa zou volgens het bericht een hartaanval gekregen hebben. Hij overleed vrijdagavond aan de gevolgen ervan. “Hij is gestorven, zonder af te zien.”

Moussa was in de jaren 80 een pooier, die bars bewaakte in de Brusselse Noordwijk. Hij was een vechtersbaas, die lid werd van de Bende van Baasrode: een gangsterbende die vooral naam maakte door de overval op het postkantoor van Baasrode op 26 juni 1985. De bende zou in totaal zo’n 15 roven gepleegd hebben. Verschillende leden werden in 1987 hiervoor veroordeeld tot 20 jaar cel.

Door hun gewelddadige militaire aanpak, en omdat ze in dezelfde periode actief waren, werden ze vaak vergeleken met de Bende van Nijvel. Het hoofd van de clan van Baasrode, Philippe De Staerke, werd uiteindelijk buiten vervolging gesteld als Bende-verdachte. De Staercke had een alibi: hij zat immers op het moment van veel van de overvallen van de Bende van Nijvel in de gevangenis.

Eind 2021 verklaarde Alain Moussa plots dat zijn kompanen van toen, tóch achter de Bende van Nijvel zaten. Hij stapte binnen bij de politie van Nijvel, en verkondigde dat hij daarover verklaringen wilde afleggen. Hij wees twee mannen aan: De Staercke, en Dominique Salesse.

Van de verklaringen van Moussa bleef uiteindelijk niet veel over. Moussa werd opgepakt, enkele dagen lang ondervraagd. Hij gaf uiteindelijk toe dat hij de twee mannen enkel aangewezen had, omdat hij hoopte op de premie van 25.000 euro die Delhaize nog altijd uitlooft voor de gouden tip. “Ik had het geld nodig.”

Moussa werd uiteindelijk vrijgelaten door het gerecht, op voorwaarde dat hij zich zou excuseren over zijn uitlatingen.

Bron » Gazet van Antwerpen

“Plots zit ik aan de andere kant van de barrière”: hoe onze reporter verdachte werd in onderzoek naar Bende van Nijvel

“Ik, Jean-Claude Lacroix, onderzoeksrechter bij de rechtbank van eerste aanleg in Charleroi, verhoor Yves Barbieux als verdachte in een onderzoek naar feiten waarbij 28 doden zijn gevallen tussen 1982 en 1985.” De Bende van Nijvel dus. Als aanhef van een proces-verbaal van verhoor, kan dat tellen. Plots zit ik dus “aan de andere kant van de barrière”, uitgerekend in hét misdaaddossier bij uitstek dat ons land al decennialang in de ban houdt.

Het turbulente jaar 1985 is er een om nooit te vergeten. Na de terreur van de Cellules Communistes Combattantes (CCC) word ik geconfronteerd met de afschuw van het Heizeldrama. Maar uitgerekend dat jaar voert de Bende van Nijvel haar meest moorddadige aanslagen ooit uit. Die kosten het leven aan zestien van de 28 slachtoffers van de Bende.

De dubbele overval van 27 september op de Delhaize-filialen in Eigenbrakel en Overijse bewijst wat een nietsontziende killers die Bendeleden wel zijn. De balans is bijzonder zwaar: die avond alleen vallen er acht doden. De volgende dag zie ik in Eigenbrakel nog altijd een oranje bestelwagen staan, waarvan de vloer in de stuurhut onder het bloed zit van de bestuurder. Hij werd zonder reden doodgeschoten. In Overijse spreek ik een 14-jarige jongen aan die komt kijken waar zijn schoolkameraad de avond voordien werd neergeknald. De overval van 9 november 1985 op de Delhaize van Aalst (opnieuw acht doden) staat er dan nog aan te komen. Overal in het land verschijnen ’s avonds scherpschutters en paracommando’s op de daken van de warenhuizen .

Gele affiche

Twee processen later – tegen de bende van Baasrode rond Philippe De Staerke en tegen de Borinage-bende rond Michel Cocu – is het mysterie rond de Bende van Nijvel nog altijd niet opgelost. De speurders besluiten een tweede reeks robotfoto’s van Bendeleden te publiceren. De gele affiche moet onthuld worden tijdens het VTM-programma Oproep 2020 van maandag 19 oktober 1998. Alle hoop van de onderzoekers is gericht op reacties van het brede publiek, maar ook op die van verdachten onderling.

Ik krijg die robotfoto’s echter op voorhand in mijn bezit. Wij willen ze in de weekendkrant publiceren, net voor het opsporingsprogramma wordt uitgezonden. Het lijkt een fijn plan. Enerzijds het publiek warm maken om de uitzending te bekijken en zo meer reacties uitlokken. Anderzijds is dat voor mij journalistiek gezien een mooie primeur.

Maar de vroegtijdige publicatie van de robotfoto’s schiet bij de speurders in het verkeerde keelgat. Diezelfde zaterdag nog komen zij, onder leiding van toenmalig procureur-generaal Claude Michaux en onderzoeksrechter Jean-Paul Reynal eerst bij mij thuis langs, daarna bij de redactie. “U beseft toch, meneer Barbieux, dat – als ik op een zaterdag op afstapping meega – dit bewijst dat wij de zaak bijzonder ernstig nemen?”, waarschuwt Claude Michaux.

Rood of zwart

Het blijken geen holle woorden. In mijn eerste verhoor schiet de tweede onderzoeksrechter Jean-Claude Lacroix meteen met scherp: “Het lijdt geen twijfel, meneer, dat u op het einde van het verhoor maatregelen tegen u mag verwachten. De vraag is of het een aanhouding wordt, dan wel een inverdenkingstelling, en of dat mandaat uiteindelijk behandeld zal worden door een rechter in het rood (van het assisenhof, red.) of in het zwart (van de correctionele rechtbank, red.).”

Wie heeft mij die robotfoto’s doorgespeeld? Daar draait het allemaal om. Van het wettelijk beschermde bronnengeheim van de journalist is er dan nog geen sprake. Het wordt dus een urenlange poging van de rechter om mij de naam van mijn tipgever te ontfutselen. Wat ik weiger te doen. Naarmate de ondervraging vordert, begrijp ik dat de Bende-speurders zich al langer afvragen waar ik mijn informatie over het onderzoek vandaan haal. Sommigen vragen zich af of er een “mol” in hun midden is, die mij inlichtingen doorspeelt zodat mijn artikels aan de Bende verklappen waar de speurders mee bezig zijn.

Doorverwezen

Op het einde van de dag word ik in verdenking gesteld voor heling van gestolen stukken. Plots zit ik in een rol die ik gewoonlijk als journalist van aan de zijlijn beschrijf: die van een verdachte die voor de raadkamer moet verschijnen. Samen met de man die mij de robotfoto’s heeft doorgespeeld, word ik doorverwezen naar de correctionele rechtbank. “Vraag een Nederlandstalig proces aan, want hier in Charleroi lusten ze jullie rauw”, raadt meester Jean-Philippe Mayence mij aan. In Brussel worden wij uiteindelijk over de hele lijn vrijgesproken. Het heeft vijf jaar geduurd.

Bron » Het Nieuwsblad

Linda overleefde aanslag door Bende van Nijvel uit tv-reeks ‘1985’: “Ze mogen dat onderzoek afsluiten, op één voorwaarde”

“Fictiereeks gebaseerd op waargebeurde feiten”, wordt bij de start van Eén-serie 1985 gemeld. Afgelopen zondag kwam in de vijfde aflevering de overval door de Bende van Nijvel op de zeilmakerij Wittock-Van Landeghem in Temse aan bod. Voor Linda Van Huffelen (65) uit Mortsel, die bij de slachtpartij haar man verloor en zelf levenslang invalide werd geschoten, is dit geen fictie, maar na exact veertig jaar nog steeds de dagelijkse realiteit.

1985 is de naam van de fictiereeks, maar het bloederige parcours van de Bende van Nijvel begon al enkele jaren eerder. De slachtpartij in Temse was een van de preludes. In de ochtend van 10 september 1983 drongen enkele mannen de zeilmakerij Wittock-Van Landeghem in Temse binnen. De gangsters arriveerden in een gestolen Saab 900 Turbo, die ze een paar dagen later zouden gebruiken om de moordpartij op de parking van het Colruyt-filiaal in Nijvel aan te richten. Doel van de inbraak in Temse? Zeven prototypes van speciale kogelwerende vesten stelen, waarvan alleen de rijkswachttop wist dat ze daar gemaakt werden.

“Nee, ik heb de aflevering van zondag niet gezien”, reageert Linda Van Huffelen een dag later in haar studio in Mortsel. “Maar een kennis belde me vandaag wel op dat ‘onze’ overval getoond werd. Ik heb zelf zondag naar een film met Bruce Willis gekeken. Eerlijk gezegd wist ik niet dat die reeks 1985 over de Bende van Nijvel gaat, anders had ik waarschijnlijk wel gekeken.”

Of ze het fragment waarin zijzelf en haar man komen even wil herbekijken via VRT Max op onze gsm? Of gaat dat, omdat er best wel hard geschoten wordt, te confronterend zijn? “Toon maar, ik ben al wel wat gewend”, zegt Linda. “Op zich ben ik al blij dat er aandacht aan besteed wordt. Meestal zijn wij de vergeten slachtoffers en gaat het alleen over de overvallen op de Colruyts en Delhaizes.”

“Een slachtpartij. De opzichter werd doodgeschoten, zijn vrouw heeft het amper overleefd”, vertelt personage Marc De Vuyst aan majoor Herman Vernaillen. Linda knikt. “Dat klopt. Ze hadden me al in een lijkzak gestoken. Gelukkig zag een van de twee ambulanciers bij het dichtritsen dat er nog iets ‘bougeerde’. De kuil op het kerkhof van Borsbeek naast het graf van mijn man hebben ze zes weken laten openliggen, omdat ze dachten dat ik nog zou volgen.”

Oog in oog met de gangster

Linda was net als haar man, amateurbokser Jos Broeders, afkomstig van Berchem. De twee waren al sinds hun 12de samen. Bij hun huwelijk trokken ze naar Temse, waar Linda conciërge werd in de fabriek van Wittock-Van Landeghem, een zeilmakerij, waar ook kogelwerende vesten werden gemaakt. Als jong gezin hadden ze dan ineens onderdak. Haar man werkte buitenhuis als schilder-behanger.

Ze waren allebei 26, met een dochtertje Sharon (2,5) en baby Patricia (6 weken), toen op 10 september 1983 Jos gewekt werd door glasgerinkel. “Hij is naar buiten gegaan en stond oog in oog met de gangster. Jos is weer naar binnen gevlucht. Ze hebben gewoon los door de deur geschoten. Hij kon nog op handen en voeten tot in de keuken kruipen, waar ze hem van dichtbij afgemaakt hebben. Ik moet wakker zijn geschoten en ben uit bed gekomen. Omdat ik mijn hand voor mijn gezicht heb geslagen, is de kogel die voor mijn hoofd bestemd was, op mijn duim en oor geketst. Vervolgens hebben ze met de kolf van een riotgun mijn kaak kapot geslagen.”

Twee maanden lag ze in coma, met rijkswachtbewaking voor de deur, uit schrik dat de Bende haar werk nog zou komen ‘afmaken’. “Ik herinner me niks. Ons dochtertje Sharon is door een van de gangsters terug in haar bedje gelegd, want haar voetsporen stonden in het bloed en ze lag omgekeerd. De speurders hebben haar later nog onder hypnose willen ondervragen, maar ik heb dat geweigerd. Ze herinnert zich ook niks. Dat ze onze kindjes gespaard hebben, is een zeldzaam moment van genade geweest, want voor de rest heeft de Bende zelfs een kind op de fiets doodgeschoten.”

Zware kosten

Linda doet haar huishouden met de twee vingers van haar rechterhand die ze kan gebruiken. Haar hals zit nog vol lood van de hagel. Ruim een jaar lag ze in revalidatiecentrum Hof ter Schelde op Linkeroever. “Sommige mensen vragen of ik een herseninfarct heb gehad als ze me zien. Nee, ik ben door de Bende van Nijvel neergeschoten, antwoord ik dan naar waarheid.”

Of ze blij is dat een televisiereeks als 1985 en nu ook de recente vondsten door een Nederlandse magneetvisser van twee zware wapens in de Damse Vaart het onderzoek warm houden? “Dat er nu ineens nog wapens worden opgevist, vind ik compleet onbegrijpelijk. De Bende heeft niet alleen mijn man afgepakt en mijn kinderen hun vader, maar heeft mij ook in de armoede gebracht.”

“Ik ben 80 procent invalide en overleef nu op een klein weduwepensioentje. Drie jaar geleden ben ik van Merksem naar deze studio in Mortsel verhuisd, dichter bij mijn familie. Ik woon hier heel graag, maar ik weet niet of ik de kosten kan blijven dragen. Een vrouw uit Westmalle komt mij wekelijks een voedselpakket brengen. Ik sta al twintig jaar op de lijst voor een sociale woning of flatje. Maar ik weiger bitter te klinken. Ik blijf een positieve vrouw.”

Linda gelooft dat de Reus nog leeft. “Maar ik geloof niet meer in een ontmaskering, als ze zelfs de slachtoffers na veertig jaar nog niet deftig kunnen vergoeden. Van mij mogen ze dat onderzoek afsluiten op voorwaarde dat alle slachtoffers uit de geldzorgen zijn.”

Bron » Het Nieuwsblad