Vingerafdrukken misschien niet zo uniek als gedacht, beweert nieuwe AI-tool

Men gelooft dat elke vingerafdruk op iemands hand volledig uniek is, maar dat wordt nu in twijfel getrokken door onderzoek van Columbia University. Een team van de Amerikaanse universiteit trainde een AI-tool om 60.000 vingerafdrukken te onderzoeken om te zien of het kon achterhalen welke van dezelfde persoon waren.

De onderzoekers beweren dat de technologie met 75 tot 90 procent nauwkeurigheid kan vaststellen of afdrukken van verschillende vingers van één persoon afkomstig zijn. “We weten niet zeker hoe de AI het doet,” gaf prof. Hod Lipson toe, een robotica-onderzoeker aan Columbia University die het onderzoek begeleidde.

Forensisch onderzoek

De onderzoekers denken dat de AI-tool de vingerafdrukken op een andere manier analyseerde dan traditionele methoden, door zich te richten op de oriëntatie van de ribbels in het midden van een vinger in plaats van op de manier waarop de individuele ribbels eindigen en splitsen.

“Het is duidelijk dat er geen gebruik wordt gemaakt van de traditionele markers die forensisch onderzoek al tientallen jaren gebruikt”, aldus prof. “Het lijkt erop dat het iets gebruikt zoals de kromming en de hoek van de wervelingen in het midden.” Prof. Lipson zei dat zowel hij als Gabe Guo, een student, verrast waren door het resultaat. “We waren erg sceptisch. We moesten controleren en dubbel controleren,” zei hij.

Graham Williams, hoogleraar forensische wetenschap aan de universiteit van Hull, zei dat het idee van unieke vingerafdrukken nooit vaststaat. “We weten eigenlijk niet of vingerafdrukken uniek zijn,” zei hij. “Het enige wat we kunnen zeggen is dat, voor zover wij weten, nog geen twee mensen dezelfde vingerafdrukken hebben laten zien.”

Plaats delict

De resultaten van het onderzoek van Columbia University kunnen invloed hebben op zowel biometrie – het gebruik van een bepaalde vinger om een apparaat te ontgrendelen of identificatie te verschaffen – als forensische wetenschap. Als er bijvoorbeeld een niet-geïdentificeerde duimafdruk wordt gevonden op plaats delict A en een niet-geïdentificeerde wijsvingerafdruk op plaats delict B, kunnen de twee op dit moment forensisch gezien niet met dezelfde persoon in verband worden gebracht – maar de AI-tool zou dit wel kunnen vaststellen.

Het team van Columbia University, dat geen van allen een forensische achtergrond heeft, gaf toe dat er meer onderzoek nodig was. AI-tools worden meestal getraind op enorme hoeveelheden gegevens en er zouden veel meer vingerafdrukken nodig zijn om deze technologie verder te ontwikkelen. Bovendien waren alle vingerafdrukken die gebruikt werden om het model te ontwikkelen complete afdrukken van goede kwaliteit, terwijl in de echte wereld vaak eerder gedeeltelijke of slechte afdrukken worden gevonden.

Geen bewijs in rechtszaken

“Ons hulpmiddel is niet goed genoeg voor het bepalen van bewijs in rechtszaken, maar het is goed voor het genereren van aanwijzingen in forensisch onderzoek,” beweerde de heer Guo. Maar Dr. Sarah Fieldhouse, universitair hoofddocent forensische wetenschap aan de Staffordshire University, zei dat ze in dit stadium niet dacht dat het onderzoek een “significante impact” zou hebben op het strafrechtelijk onderzoek.

Ze zei dat er vragen waren over de vraag of de markeringen waar de AI-tool zich op richtte hetzelfde bleven, afhankelijk van hoe de huid draaide toen het in contact kwam met het afdrukoppervlak, en ook of ze hetzelfde bleven in de loop van een mensenleven, zoals traditionele markeringen dat doen.

Maar dit kan lastig te beantwoorden zijn omdat de onderzoekers onzeker zijn over wat de AI precies doet, zoals het geval is met veel AI-gestuurde tools. Het onderzoek van Columbia University is getoetst door vakgenoten en wordt vrijdag gepubliceerd in het tijdschrift Science Advances.

Tweeling kan elkaars iPhone ontgrendelen

Maar een tweeling in Cheshire zou iedereen wel eens voor kunnen zijn. Hun oma Carol vertelde de ‘BBC’ dat haar twee kleinkinderen elkaars iPhone kunnen openen met hun eigen vingers. “Ze lieten het me zien op eerste kerstdag,” zei ze. “Ons werd verteld dat ze identiek waren toen ze geboren werden, maar ik kan het verschil tussen hen zien nu ze ouder zijn.” Ze beweerde dat haar kleinkinderen ook de gezichtsherkenning van de telefoons kunnen omzeilen.

Vingerafdrukken worden al voor de geboorte gevormd. Vorig jaar gepubliceerd onderzoek suggereerde dat het genetische proces erachter vergelijkbaar zou kunnen zijn met de manier waarop dieren zoals zebra’s en luipaarden hun markeringen krijgen: een theorie die voor het eerst werd voorgesteld door codebreker Alan Turing in de jaren 1950.

Bron » Het Laatste Nieuws

De negentien vingerafdrukken van de allerlaatste kans: hierin bijten speurders zich al 40 jaar vast in dossier-Bende van Nijvel

Negentien vingerafdrukken. Dat is de wetenschappelijke buit van de speurders die zich na veertig jaar nog steeds vastbijten in de Bende van Nijvel. Onze redactie kon de hand leggen op die lijst, en zo komen we voor het eerst te weten welke vingersporen precies waar zijn achtergelaten. Of: hoe een zakje chips misschien toch ooit nog voor een doorbraak kan zorgen.

De Bende van Nijvel ligt straks veertig jaar achter ons. In een reeks overvallen op warenhuizen en andere diefstallen met geweld, in de jaren 1982, 1983 en 1985, maakte de “groep” 28 doden en meer dan 40 gewonden. Het onderzoek naar de daders leverde al die tijd niets op. Waren het misnoegde rijkswachters? Kwamen de daders uit het extreemrechts milieu? Wilden ze een staatsgreep plegen? En wat met de befaamde “roze balletten”, waarvan getuigen geëlimineerd moesten worden? Alle pistes passeerden de voorbije vier decennia de revue, maar een doorbraak kwam er nooit. Tot grote teleurstelling van de nabestaanden.

In 2018 – na vele jaren van vruchteloos onderzoek en doodgelopen pistes – nam het federaal parket de zaak in de handen en besloot ze het over een andere, wetenschappelijke boeg te gooien. Het onderzoek van de allerlaatste kans, op basis van alle mogelijke gesofisticeerde technieken.

Het drie miljoen pagina’s tellende dossier? Daar vindt een kat haar jongen niet meer in. Zelfs als je per dag het ontzaglijke aantal van driehonderd pagina’s zou lezen, zou je tienduizend dagen of meer dan 27 jaar nodig hebben om het hele dossier gewoon te lezen. Onbegonnen werk.

Dus concentreerden parket en speurders zich op de wetenschappelijke sporen, DNA en vingerafdrukken op bestaande bewijsstukken. Kosten noch moeite werden hiervoor gespaard. Zesduizend (gewezen) gangsters en potentiële verdachten kregen de vraag om DNA en vingerafdrukken te leveren. Sommige overleden potentiële verdachten moesten zelfs opgegraven worden.

Van 6.000 naar honderdtal potentiële verdachten

In het dossier zaten eerst twee DNA-sporen van vermoedelijke Bendeleden, gevonden op een sigarettenpeuk en op de kraag van een kogelwerend vest. Maar in 2020 meldde het federaal parket dat er dankzij nieuwe technieken nog een tiental extra sporen gedetecteerd konden worden. Verder bleef het daar vaag over.

In het DNA-onderzoek zou er nog geen match zijn, zo horen we. Blijven over: de vingerafdrukken. Onze redactie kreeg de lijst in bezit van de negentien unieke vingerafdrukken die in het dossier zitten. Dat volledige overzicht werd nooit eerder gepubliceerd. De afdrukken zijn nagelaten op allerhande voorwerpen: in auto’s, op een vuilniszak, op een zakje chips, op een brandkast of op de deurknop waar de overvallers gepasseerd zijn.

De afdrukken werden vergeleken met een heel groot deel van de zesduizend profielen, en ook hier zou nog geen match tevoorschijn gekomen zijn. Het aantal potentiële verdachten qua vingerafdrukken is inmiddels geslonken van zesduizend naar een honderdtal potentiële verdachten. Voor zover we weten. Het federaal parket wil hierover geen bijkomende info kwijt, net omdat het onderzoek nog steeds volop loopt.

Slecht bewaard

Hoewel de kansen klein worden, blijft er hoop om de daders te klissen, klinkt het bij het federaal parket. Het dossier blijft ondanks de tegenslagen een absolute prioriteit, zeggen gerechtelijke bonnen.

Maar simpel is het niet. Een veertig jaar oude vingerafdruk checken is geen sinecure. Vooreerst is een vergelijking pas een juridisch bewijs als er op twaalf vaste punten op de afdruk een match is. Daarnaast valt het nog te zien hoe de vingerafdruk bewaard is gebleven. Een heikel punt in dit verhaal. Nu kan dat allemaal digitaal, maar in de jaren tachtig was dat gewoon een inktafdruk. Ook is niet elke vingerafdruk even goed achtergelaten door de potentiële daders.

De lijst die onze redactie in handen kreeg, maakt een onderscheid tussen “pertinente” en “minder pertinente” afdrukken. Daarnaast is een vingerafdruk nooit een op zich staand bewijs. Als je twee dagen voor een moord op die plek gepasseerd bent en een vingerafdruk nagelaten hebt, zal je initieel wel als verdachte beschouwd worden, maar ben je uiteraard niet per se schuldig.

“Op een vingerafdruk staat geen datum”, zeggen twee vingerafdrukspecialisten bij de federale politie. “Dus is er altijd ook heel wat empirisch onderzoek nodig om te zien of die persoon, die zijn vingerafdruk naliet, wel ter plekke was op het moment van de misdaad. En dat is heel moeilijk als de daders al overleden zijn, wat in het geval van de Bende best aannemelijk is. Net in dat empirisch onderzoek kruipt het meeste werk”, klinkt het bij de politiespecialisten.

Een doorbraak lijkt ondanks die bruikbare sporen nog (lang) niet voor morgen. Is het allemaal ijdele hoop? “We zullen niet rusten tot we de nodige antwoorden hebben waar de nabestaanden recht op hebben”, klinkt het bij het federaal parket.

Hier werden ze achtergelaten

14 augustus 1982 – Twee vingerafdrukken op glazen deur

  • Misdrijf? Overval op kruidenierswinkel Piot in Maubeuge, Frankrijk
  • Sporen? Twee vingerafdrukken op de klink van de glazen ingangsdeur, door het gerecht in Rijsel doorgegeven aan vijf aangrenzende landen

De overval in het Franse Maubeuge is de enige overval van de Bende in het buitenland, negen kilometer van de Belgische grens. Twee mannen, met bivakmuts en gewapend met karabijn met afgezaagde loop, slaan ’s nachts de dubbele glazen ingangsdeur van de kruidenierswinkel Piot stuk en dringen de winkel binnen. De eigenaars zijn niet thuis. De daders stelen voedingsmiddelen, wijn, champagne en ganzenlever.

Tijdens de overval belt een anoniem persoon naar de politie. Het politiecommissariaat is vlakbij en drie agenten gaan ter plekke. De daders vluchten, maar er ontstaat een schietpartij met de agenten. Politieagent Christian Delacourt krijgt een kogel in de buik, maar overleeft.

14 februari 1983 – Twee vingerafdrukken op gestripte Golf

  • Misdrijf? Diefstal van zilverkleurige VW Golf in Plancenoit, bij Lasne
  • Sporen? Twee vingerafdrukken op de deur aan de passagierskant van de Golf die, volledig gestript, werd teruggevonden

Op Valentijn komt mevrouw Geneviève Van Lidth de Jeugd thuis. Terwijl ze uit haar Golf stapt, stapt een man op haar af. Hij duwt de loop van een handvuurwapen in haar buik. “Beweeg u niet, in uw belang. Laat uw sleutels op het dashbord”, klinkt het dreigend. De man vertrekt met de wagen en een tweede dader scheurt met een Peugeot 504 achter hem aan. De twee waren met de Peugeot naar het huis van het slachtoffer gereden, zo blijkt.

Het slachtoffer verklaart dat haar overvaller van zuiderse afkomst was en kort, zwart krullend haar had. Van de vermoedelijke dader is een robotfoto gemaakt. Hij sprak onberispelijk Frans en maakte “een geschoolde indruk”.

Enkele dagen voordien was met de Peugeot een overval gepleegd op de Delhaize van Genval. De drie daders zijn tot de tanden gewapend en dragen carnavalsmaskers, type bril, snor, lachende gezichten. Ze schieten gericht, maar er vallen als bij wonder geen zwaargewonden. De Peugeot wordt later uitgebrand teruggevonden in Waterloo. De buit van de overval bedraagt 692.000 Belgische frank.

De VW Golf uit Plancenoit wordt veel later, op 9 juni, teruggevonden in het Bois de Hourpes, in Thuin, Henegouwen. De auto blijkt geheel gestript. De binnenbekleding, de zetels, de batterijen en de lichten zijn allemaal verwijderd. Toch vinden de speurders nog twee vingerafdrukken.

3 maart 1983 – Drie vingerafdrukken op telefoonhoorn

  • Misdrijf? Overval op de Colruyt van Halle, waarbij 1 dode valt
  • Sporen? Drie vingerafdrukken gevonden op de hoorn van de telefoon, helaas niet van goede kwaliteit

In maart 1983 is de Bende zowat wekelijks in het nieuws. Drie weken na de overval op de Delhaize in Genval en goed een week na een andere overval op de Delhaize in Ukkel vallen drie mannen de Colruyt van Halle binnen. De daders spreken Frans, zoals steeds, en één dader is gewapend met een geweer met korte loop. Hij blijft aan de ingang staan en verplicht een werknemer op de grond te gaan liggen. Andere klanten en werknemers gaan ook onmiddellijk op de grond liggen.

De man vuurt enkele kogels af. Zijn twee kompanen begeven zich naar het bureel, een verdieping hoger. Daarin bevinden zich winkelgerant Walter Verstappen en twee werknemers. Verstappen moet de brandkast openmaken onder bedreiging van een wapen. De twee overvallers hebben een reistas en vullen die met bankbiljetten. Eén werknemer die op de grond ligt, krijgt een harde klap van een knuppel van een overvaller, omdat hij opkijkt. Daarbij zou de telefoon op de grond gevlogen zijn. Daarna draaien de daders zich terug naar de directeur en jagen hem een kogel door de keel. Walter Verstappen zal later in het ziekenhuis overlijden.

De daders vluchten in hun donkerkleurige golf. Tijdens hun ontsnapping schieten ze meerdere keren op de werknemers, vanuit het open raampje langs de passagierskant. De buit van de gangsters bedraagt 1.182.115 frank.

Volgens ooggetuigen is de eerste dader een man van ongeveer 1,80 m. Hij heeft donkerkleurige handen en blauwe ogen. De tweede persoon is even groot en heeft een getaande huidskleur. Andere getuigen spreken van een grote man, gekleed in een regenjas, zwarte schoenen. Hij droeg tijdens de overval een bivakmuts, zwart en afgeboord met een lichtere kleur. Rond zijn ogen was de huid ingesmeerd met donkere verf, zoals commando’s doen. De derde overvaller zou kleiner zijn. Ook hij droeg een bivakmuts.

17 september 1983 – Vingerafdruk op leeg zakje chips

  • Misdrijf? Overval op Colruyt van Nijvel, waarbij 3 doden vallen
  • Sporen? Zeven vingerafdrukken gevonden op een vuilniszak, een achtste op een leeg achtergelaten zakje chips

Die nacht rond 1 uur rijdt een Saab met aan boord een onbekend aantal gangsters de parking van de Colruyt in Nijvel op. Ze stappen uit en met een gasbrander proberen ze de toegangsdeur aan de achterzijde van de winkel open te branden. Op dat moment rijdt het echtpaar Jacques Fourez en Elise Dewit in hun witte Mercedes ook de parking op, om te tanken. Fourez moet ook naar het toilet. De overvallers krijgen hem in het oog en schieten hem een kogel door het hoofd. Elise Dewit ziet het gebeuren en loopt naar haar echtgenoot. De gangsters vuren op haar, maar raken haar niet meteen. Ze overmeesteren haar en sleuren haar naar de achterzijde van het gebouw. Daar wordt ze afgemaakt met twee kogels in het hoofd.

Intussen is de deur van de Colruyt geforceerd en is het stil alarm afgegaan. De gealarmeerde rijkswacht komt ter plekke, met wachtmeester Marcel Moreu (31) en Jean-Marie Lacroix (30) in de combi. Op de parking zien ze het tafereel van de inbrekende gangsters. Ze stoppen met hun combi, maar worden meteen onder vuur genomen. Lacroix krijgt twee kogels in de enkel en overleeft, Moreu wordt in de keel getroffen.

De gangsters vluchten met de Saab én de Mercedes. Hun buit bedraagt vijf dozen pralines, enkele bussen arachideolie en maïsolie, en enkele zakjes koffie. Het parelsnoer en de ringen met briljanten die mevrouw Dewit draagt, worden opmerkelijk genoeg niet gestolen.

De vlucht van de gangsters eindigt met een heuse achtervolging. Een politiepatrouille die ter versterking is opgeroepen, komt de gangsters van de andere kant met zwaailichten tegemoet gereden. De daders in de Mercedes openen het vuur op de politie. Eén agent wordt aan het hoofd getroffen, maar overleeft. De gangsters laten op de plek van de schietpartij hun Mercedes achter. In de Saab kunnen alle gangsters uiteindelijk toch ontsnappen, ondanks een speractie van de politie en rijkswacht. De auto wordt enkele uren later teruggevonden.

Eén van de daders zou tijdens de overval in Nijvel een tijdlang een plastic vuilniszak vastgehouden hebben. De zak wordt teruggevonden, met daarop zeven vingerafdrukken. Eén van de daders moet ook een zakje chips gegeten hebben. Ook dat zakje vinden ze terug, met daarop een vettige vingerafdruk.

17 september 1983 – Twee vingerafdrukken op autokrik

  • Misdrijf? Vondst van de Saab waarmee Colruyt van Nijvel werd overvallen
  • Sporen? Twee vingerafdrukken gevonden op de krik in de koffer van de auto, één op de uitsparing voor de autoradio

De overvallers van de Colruyt in Nijvel (sindsdien had de Bende voorgoed haar naam beet) vluchten weg met een Mercedes en een Saab 900. De Mercedes laten ze staan na een schietpartij met de politie. De Saab, waarmee ze uiteindelijk wegvluchten, is door de politie de volgende ochtend een eind verderop teruggevonden.

De Saab staat op de oprit van een huis in een zijstraatje van de Chaussée d’Alsemberg in Eigenbrakel. Ondanks de klopjacht van de politie is van de daders geen spoor.

De Saab is onklaar gemaakt. In de koffer vindt men de gestolen olie en koffie. Twee vingerafdrukken worden gevonden op de krik van de wagen, een derde aan het dashboard op de uitsparing voor de autoradio.

De Saab 900 turbo blijkt op 8 juni dat jaar gestolen in een garage in Eigenbrakel. Tijdens die inbraak hebben de daders de Duitse herder van de garagehouder, die in zijn kooi zat en onrustig werd, doodgeschoten.

9 november 1985 – Vingerafdruk op kast met geldkoffer

  • Misdrijf? Overval op Delhaize van Aalst, waarbij 8 doden vallen
  • Sporen? Vingerafdruk gevonden aan de binnenkant van de kast waarin zich de geldkoffer van het warenhuis bevindt

De overval van Aalst is de bloedigste en de laatste van de Bende van Nijvel.

Om 19.40 uur parkeert een VW Golf GTI zich op de parking van de Delhaize aan de Parklaan. Drie mannen, met bivakmutsen en sjaals rond hun gezicht, stappen uit en begeven zich in de richting van de winkel. Ze zijn gewapend en beginnen direct te schieten op voertuigen en klanten op de parking. De schoten zijn tot in de winkel te horen. De werknemers en klanten vluchten naar de achterzijde van het warenhuis of verstoppen zich achter de rekken.

De daders grijpen de gerant en nemen hem mee naar de burelen. Ze halen de brandkast leeg. De gerant kan ontkomen. De drie gangsters gaan naar de uitgang. Daar liggen twee kinderen op de grond, onder wie David Van De Steen. Ze worden onder vuur genomen. Voor de deur aan de uitgang ligt een vrouw. Zij overleeft het niet. De overvallers vluchten. Eén van de daders neemt plaats in de open kofferruimte.

Acht mensen blijven dood achter: Dirk Nijs, zijn dochtertje Els Nijs, Marie-Jeanne Van Mulder, Georges De Smet, Jan Palsterman, Gilbert Van De Steen, Thérèse Van Den Abiel, en Rebecca Van De Steen. Die laatste drie mensen behoren tot hetzelfde gezin. Alleen hun negenjarige zoon David overleeft de kogels.

De buit bedraagt 737.777 frank. Onder meer de gestolen geldkoffer vinden speurders nadien terug in het kanaal van Ronquières, waar nadien ook wapens blijken gedumpt.

De daders zijn gemaskerd. Eén van hen omschrijven ooggetuigen als “een reus” van 1,90 meter, die de leiding over de overvallers heeft. Getuigen zeggen dat ze hun gezicht verbergen achter een sjaal of een bivakmuts. Ze dragen lange overjassen en militaire schoenen.

Bron » Het Nieuwsblad | Dirk Coosemans, Pieter Huyberechts en Yves Barbieux

Chemie verraadt ouderdom van vingerafdrukken

Uit vingerafdrukken valt ook af te leiden wanneer een dader ze heeft achtergelaten. Met een voldoende precieze datering kunnen onder meer alibi’s van verdachten worden geverifieerd.

Behalve de identiteit van een dader kunnen de lijnenpatronen ­gevormd door onze vingertoppen ook helpen achterhalen wanneer een misdaad werd gepleegd. Zo kan de plaats delict worden verbonden met het tijdstip ervan. Een ouderdomsbepaling kan ook helpen om vingerafdrukken van verschillende mensen in de tijd te onder­scheiden. Een explosief kan bijvoorbeeld zowel sporen dragen van de bommenlegger als van de verkoper van de bomonderdelen. De ­afdrukken van de eerste zullen jonger zijn dan die van de laatste.

Migratie van moleculen

In 2015 kwamen scheikundigen van het Amerikaanse National ­Institute of Standards and Technology met een methode op de proppen om vingerafdrukken te dateren. Ze was gebaseerd op de migratie van de moleculen die de afdruk vormen, voornamelijk componenten van huidzweet, zoals vetzuren. Naarmate de tijd vordert, tuimelen die moleculen naar beneden, van de ‘bergkammen’ van het lijnen­patroon naar de ‘dalen’.

Het voordeel van de methode is dat ze onafhankelijk is van de chemische ­samenstelling van de vinger­afdrukken, want die is gevoelig voor de omgevingsomstandig­heden (temperatuur, luchtvochtigheid) en voor de eigenschappen van het oppervlak waarop ze zitten. Op basis van een analyse met een massaspectrometer en de gekende ­migratiesnelheden van verschillende biomoleculen – zware deeltjes zijn sneller beneden dan lichte – konden de vorsers terugrekenen naar het moment waarop de ­vingerafdrukken moesten zijn ­gemaakt.

Hoewel ze zich in een ­demonstratie beperkten tot een ouderdom van vier dagen, claimden ze een onderscheid te kunnen maken tussen een dag en een week, een week en een maand, en een maand en meerdere maanden.

Maximum een week

De tijdsresolutie van de ouderdomsbepaling kon echter beter. Nieuw onderzoek van andere Amerikaanse scheikundigen brengt daar nu verbetering in. Opvallend is dat zij wél focussen op de ­chemische samenstelling van ­vingerafdrukken. Meer bepaald op de reactie van een resem organische moleculen in de afdrukken met ozon uit de lucht. Hierdoor ontstaat een breed scala aan reactieproducten, een complexe mix waarvan de ­precieze moleculaire samen­stelling verraadt hoe oud een ­vingerafdruk is.

Het voordeel van die ‘chemische’ dateringsmethode is haar precisie op het niveau van dagen, tot een maximum van een week. Het nieuwe onderzoek verscheen deze week in het vakblad ACS ­Central Science.

Nog niet inzetbaar op de plaats delict zelf

Een nadeel van beide methodes is wel dat de vingerafdrukken met massaspectrometers moeten ­worden onderzocht, allesbehalve mobiele laboratoriumapparatuur die voor­lopig niet ter plekke kan worden ingezet op een plaats ­delict. Bovendien werden in beide studies ‘ideale’ afdrukken ­gebruikt: volgens de regels van de kunst aangebracht op een zuiver en glad oppervlak.

‘Dit is zeker een belangrijke stap in de ontwikkeling van dateringsmethodes voor sporen in de ­criminalistiek’, zegt Marcel de Puit, chemicus bij het Nederlands Forensisch Instituut. ‘Ik denk ook niet dat dit ­onderzoek beperkt zal blijven tot vingerafdrukken.’

Maar verdere ontwikkeling is nodig, waarbij vooral de brede ­toepasbaarheid een uitdaging vormt, gelet op de uiteenlopende omgevings­omstandigheden op plaatsen ­delict en de veelheid aan materialen waarop vinger­afdrukken voorkomen. ‘Er is nog te weinig onderzoek gedaan naar de invloed van temperatuur, licht en wind op de chemische samen­stelling van afdrukken.’

Op café

Kennis van de ouderdom van een vingerafdruk kan een belangrijke bijdrage leveren aan een ­forensisch onderzoek. ‘Het kan een afdruk bijvoorbeeld volledig ­irrelevant maken’, zegt De Puit. ­De Nederlandse forensisch ­expert staaft dit met een voorbeeld. ‘Stel dat mijn vingerafdrukken worden gevonden op een plaats ­delict, neem in dit geval een café. Dat zou heel belastend kunnen ­zijn voor mij. Tot blijkt dat de ­vingerafdruk twee dagen oud is, wat spoort met mijn uitleg dat ik ­eergisteren in het café wat ­gedronken heb. Het zou de vingerafdruk quasi irrelevant ­maken.’

Bron » De Standaard

Waarom de vingerafdruk als bewijsmethode zijn beste tijd heeft gehad

In Antwerpen werd deze week Goran C. veroordeeld tot 15 jaar cel voor een 23 jaar geleden gepleegde moord. Al het bewijsmateriaal leek hem vrij te pleiten, maar de vingerafdruk op het bierflesje op de toog was wel degelijk van hem, oordeelde de rechtbank. Was daarmee echt zijn schuld bewezen?

“Een klopjacht werd ingezet”, zo eindigt het krantenberichtje in Het Laatste Nieuws, 19 april 1995. Het café, in de Breydelstraat vlak bij het Antwerpse centraal station, heette Italia ’90, schijnbaar zo genoemd in de aanloop naar het WK voetbal, toen. De krant benoemde de man die hier op dinsdagavond 18 april rond tien uur ’s avonds was neergeschoten als een “ex-Joegoslaaf”. Dat was in die tijd, tot groot ongenoegen van de meeste betrokkenen, de containerterm voor Serviërs, Kroaten, Bosniërs, Slovenen, Montenegrijnen, Macedoniërs en Kosovaren.

Waarover de woordenwisseling ging, iets met politiek, voetbal of wat dan ook, wist geen van de klanten achteraf te verklaren. Het was een korte en hoogoplopende ruzie, in het Servo-Kroatisch. Op een gegeven moment trok de ene ex-Joegoslaaf zijn pistool en joeg twee kogels door het lichaam van de andere.

Zoran Cokrev overleed enkele dagen later in het ziekenhuis. Hij was 24 jaar. De klopjacht leverde niets op. De cafébaas en zijn klanten konden over de moordenaar alleen nog dit vermelden: “Hij miste vier voortanden.”

Het enige materiële aanknopingspunt dat de technische dienst van het Antwerpse parket op de plaats delict aantrof, situeerde zich op de toog. Het bierflesje waaruit de moordenaar had gedronken, net voor de fatale schoten. Het flesje werd met de nodige zorg in een plastic zakje gestopt en overgebracht naar het labo. Daar werd met een kwastje wit poeder over het glas aangebracht. Een fragmentaire vingerafdruk werd zichtbaar. Glas is een niet-absorberend materiaal, de best denkbare ondergrond waarmee de forensische expert aan de slag gaat.

De afdruk leverde geen match op. De lijntjes in de vingerafdrukken werden in die tijd met de fotokopieermachine uitvergroot en op cellofaan afgedrukt. De expert schoof die dan manueel over andere afdrukken waarvan de politie dacht dat het misschien interessant was om ze te vergelijken. Als lijntjes en patronen elkaar volgden, had je een match. Nu mocht de kans sowieso klein worden geacht.

Als de moordenaar nog maar net uit Joegoslavië was gekomen en niet eerder bij een delict betrokken was geweest, dan zat zijn afdruk nog niet in de mappen. Wat kon de politie verder doen? De Balkanoorlog zou zo’n 140.000 mensen het leven kosten. Tegen die bredere achtergrond was de dood van Zoran Cokrev nog geen voetnoot van een voetnoot. Al in 1996 vorderde het parket de ontlasting van de onderzoeksrechter: zo uitgesproken was de overtuiging dat aan deze moord niks meer te onderzoeken viel en ze altijd een cold case zou blijven.

Interpol-databank

Rond de eeuwwisseling begonnen politiediensten in heel Europa te digitaliseren. Er werden databanken aangelegd met DNA-profielen en vingerafdrukken. Die werden op het hoofdkwartier van Interpol in Lyon een voor een aan elkaar gekoppeld en kijk: daar viel een match uit de lucht. De vingerafdruk was identiek aan die van Goran C., Serviër, geboren in 1965. De man was ooit in een voormalig Joegoslavisch land vervolgd voor een gewelddelict. Bij die gelegenheid waren zijn vingerafdrukken genomen.

Er werd een internationaal aanhoudingsbevel uitgevaardigd, en in 2010 liep Goran C. bij een identiteitscontrole op een trein in Hongarije tegen de lamp. Hij werd opgepakt en uitgeleverd aan België. Probleem: de man die de Antwerpse speurders tegenover zich kregen, beweerde hier niets of niemand te kennen. En hij had vier voortanden.

Er werd een tandarts bijgehaald. Die stelde vast Goran C. een overbrugging had laten uitvoeren. Dat verklaarde natuurlijk alles. Strafpleiter Jan De Man kreeg Goran C. na een half jaar vrij, nadat die via vrienden en familie de betaling van een borgsom van 25.000 euro had geregeld gekregen. C. scheen ervan overtuigd dat hij het slachtoffer was geworden van een gigantisch misverstand en op een dag z’n geld wel zou terugkrijgen.

Jan De Man: “De man is van bij z’n arrestatie blijven roepen dat hij het niet had gedaan. Met de man praten was niet simpel, want hij spreekt enkel z’n eigen taal. Ik vroeg zijn tandendossier op. Weet u wanneer de overbrugging is gezet? In 2009. We konden een attest voorleggen van een tandtechnisch laboratorium in Servië dat aantoonde dat hij zijn voorste tanden in 1995 nog had. “Ik keek ernaar uit om deze zaak te pleiten, want alles leek in het voordeel van mijn cliënt uit te draaien.”

Maandag, bijna dag op dag 23 jaar na de moord, werd Goran C. bij verstek veroordeeld tot 15 jaar gevangenisstraf. Nadat de rechtbank in een tussenvonnis had geoordeeld dat ze twijfelt aan de waarachtigheid van het Servische attest. Want: de vingerafdruk op het bierflesje was wel degelijk de zijne. Dus kon het niet anders dan dat hij de dader was.

Wondermiddel

Het standbeeld van Adolphe Quetelet (1796-1874) staat aan het Queteletplein, in de schaduw van de Madoutoren in Brussel. Quetelet was een Belgisch astronoom, statisticus en socioloog. Aan hem danken we de body mass index, de koninklijke sterrenwacht en de Wet van Quetelet die stelt: “Elk door de natuur vervaardigd object heeft eindeloze variaties en geen enkel patroon is identiek.”

Op deze wet berust het geloof in de vingerafdruk. Het idee dat elke levend wezen uniek is en dat bijgevolg elke menselijke vinger een unieke afdruk achterlaat. In 1880 ontwikkelde de Schotse arts Henry Faulds het idee dat vingerafdrukken handig zouden kunnen zijn bij het ophelderen van misdrijven. Hij sprak erover met Charles Darwin en diens neef Francis Galton. Die berekende dat de kans dat twee mensen een identieke afdruk hebben ongeveer 1 op 64 miljoen moet bedragen.

Wetende dat er in die tijd 700 miljoen mensen waren, betekende dat een statistisch verwaarloosbare foutenmarge. In 1901 begon Scotland Yard, de Londense politie, met een eigen labo. In geen tijd veroverde de vingerafdruk de wereld als het nieuws wondermiddel.

“Jij was op die plaats.”

“Nee, dat was ik niet!”

“Wij hebben je vingerafdrukken daar gevonden!”

Waarna de verdachte het hoofd in de handen begraaft, in tranen uitbarst en overgaat tot een omstandige bekentenis.

Zo ging het, een kleine eeuw lang. Bijna altijd, toch. Het kwam weleens voor dat de verdachte tegen de vingerafdruk in zijn onschuld bleef uitschreeuwen. Dat werd dan beoordeeld als erger dan erg: een misdadiger die niet alleen een misdaad had gepleegd, maar daar dan ook nog eens tegen alle wetenschappelijke evidenties in pathologisch over bleef liegen. Doorgaans werd zo’n soort dader dan nog harder gestraft wegens het niet doen blijken van schuldinzicht.

Toen was er de zaak-Shirley McKie. Zij was een 34-jarige Schotse politieagente die begin 1997 bij haar overste werd geroepen en de levieten werd gelezen. Er was een oude dame vermoord in Kilmarnock, en er waren vingerafdrukken genomen in haar woning. Daardoor kon men zien dat de vroegere klusjesman van de dame meer dan waarschijnlijk de moordenaar was geweest.

Nu was er ook een vingerafdruk aangetroffen van Shirley, op een nog ongeopend kerstcadeautje in de woonkamer van de dame. Hoeveel keer, brieste haar baas, moest worden herhaald dat je bij het betreden van een plaats delict eerst latex handschoenen moet aantrekken?

Shirley McKie zei: “Ik ben daar helemaal niet geweest.”

Volgens de dagrapportages van haar eigen korps was McKie inderdaad niet betrokken bij het moordonderzoek, maar de vingerafdruk bewees dat ze blijkbaar toch stiekem het huis was binnen gegaan. Het had bij een welles-nietesspelletje kunnen blijven als de advocaat van de verdachte haar tijdens het proces niet had opgeroepen als getuige om haar onder eed te laten verklaren dat ze niet in dat huis was geweest. Hij kon zo de deskundigheid van het hele forensische team in twijfel trekken. Haar oversten zetten Shirley onder druk om te bekennen, maar dat bleef ze koppig weigeren. Ze werd gearresteerd, vervolgd wegens meineed en uiteraard ook ontslagen.

Aanslag Madrid

Na een strijd van negen jaar werd Shirley McKie vrijgesproken. Ze zette in 2007 haar lijdensweg te boek in The Price of Innocence. Een jaar later startte het Schotse parlement een onderzoek naar de betrouwbaarheid van de vingerafdruk als forensisch bewijsstuk. Want intussen was er de zaak-Brandon Mayfield.

Tussen het puin van de aanslagen in een treinstation in Madrid ontdekte de politie op 11 maart 2004 een zak met niet-ontplofte explosieven. Daarop werd een vingerafdruk ontdekt. Die ging wereldwijd door alle bestanden, ook die van de FBI. Die ontdekte een match met de vingerafdruk van de 37-jarige advocaat Brandon Mayfield uit het Amerikaanse Oregon. Volgens de FBI stond de gelijkenis “voor 100 procent vast”.

Een dag na zijn arrestatie, 20 mei 2014, raakte bekend dat Mayfield al jaren niet meer buiten de VS was geweest, dat zijn paspoort al jaren verlopen was en dat de Spaanse politie dezelfde vingerafdruk intussen met eveneens 100 procent zekerheid had gelinkt aan de Algerijnse Al Qaida-terrorist Ouhnane Daoud.

En dan was er nog de zaak-Stephan Cowans. Hij werd in 1998 in Boston tot 45 jaar cel veroordeeld voor het lossen van een schot op een politieman bij een schermutseling. Cowans werd schuldig bevonden op grond van een match met de afdruk van een duim op de glazen beker waaruit de dader kort voor het incident had gedronken. Nadat Cowans zes jaar lang vanuit zijn cel was blijven roepen dat dat onmogelijk was, bekwam hij dankzij de ngo Innocence Project een DNA-analyse van het zweet in de vingerafdruk. Want als menselijk zweet een vingerafdruk achterlaat op glas, dan ook DNA-materiaal.

Op 23 januari 2004 verliet Cowans als een vrij man de gevangenis.

“Het verbaast mij dat er nog rechtbanken zijn waar men blind gelooft in de bewijskracht van een vingerafdruk”, zegt de Nederlandse rechtspsycholoog Peter van Koppen. “Het kan, passend in een geheel van overtuigingsstukken, een belangrijk element zijn, zeker. Maar een aanklacht die uitsluitend berust op een vingerafdruk? Hm.

“Hoe groot de kans is op een vergissing? Dat is niet de juiste vraag. De enige manier om dat uit te zoeken, zou erin bestaan dat je de vingerafdrukken van alle mensen op aarde opvraagt en dat kan niet. Het probleem situeert zich niet in de kansberekening, maar bij de experts die zich sterk maken dat ze met absolute zekerheid kunnen zeggen dat twee vingerafdrukken identiek zijn. Dat kunnen ze namelijk niet.”

Waar is het bierflesje?

Introspectie is nooit de sterkste kant geweest van vingerafdrukexperts. Op een internationaal congres spraken ze ooit met elkaar af dat je pas als expert kon worden erkend als je vooraf de eed aflegt en zweert dat twee mensen onmogelijk een identieke vingerafdruk kunnen hebben.

Bij Scotland Yard is hoofdonderzoeker Mike Silverman sinds de digitalisering helemaal van zijn geloof afgestapt. Gevraagd naar de statistische kans op een vergissing, verklaarde hij in The Daily Telegraph: “Het is onwaarschijnlijk, zeker, maar dat is het winnen van de loterij ook.”

In 1995 was er nog geen DNA-techniek, zoals die er in 1997 ook nog niet was in de zaak van Stephan Cowans. Al wat dus had moeten gebeuren voor een rechter tot een oordeel kon komen, was het bierflesje overbrengen naar het labo en laten onderzoeken op DNA.

“Dat zal niet gaan”, zegt advocaat Jan De Man. “In het dossier zit een stuk, al van in 1996, waaruit blijkt dat het bierflesje toen al is zoekgeraakt. Hoe, dat weet ik niet. Het is in elk geval verdwenen, er is alleen nog die afdruk. Er zit ook een stuk in het dossier waarin een expert oordeelde dat de afdruk ‘te fragmentair is om ze te kunnen vergelijken.’

“Wat mij het meest ergert, is dat er na 2010 in deze zaak geen enkele onderzoeksdaad meer is gesteld door het parket. Men heeft gewacht tot de Potpourriwet (waarmee Koen Geens de automatische assisenprocedure voor moordzaken afschafte, DDC) om ze aan een correctionele voor te leggen. Met zo’n zwakke zaak als deze zou men nooit naar assisen zijn getrokken. Ik ga de cliënt dus adviseren om beroep aan te tekenen. Als hij tenminste eens antwoordt op zijn mails.”

Goran C. vertoeft momenteel in Servië. Hij was maandag niet aanwezig in de rechtszaal. Hij vertrouwt het zaakje daar mogelijk niet meer zo.

Het was niet Jan De Man die de krant contacteerde over deze zaak, het was omgekeerd.

Bron » De Morgen

In naam van onze veiligheid: opvallendste maatregelen uit superministerraad

Een eenheidsprijs voor advocaten, vingerafdrukken op uw identiteitskaart, meer mogelijkheden voor burgerinfiltranten en gevangenen die minder snel vrijkomen. Het zijn enkele opvallende ingrepen uit de 28 maatregelen die de regering voorstelde na de ‘superministerraad’ over justitie en veiligheid van afgelopen weekend. Maar zijn ze allemaal even zinvol?

Verzekering rechtsbijstand is iets minder goed voor advocaten

Wie een rechtsbijstandverzekering neemt, wordt fiscaal beloond. Zo wordt de stap naar een advocaat kleiner. “Maar de toegang tot de rechter wordt zo geprivatiseerd”, zegt advocaat Hugo Lamon.

De kosten van een rechtzaak zijn de afgelopen jaren flink gestegen. Zo moeten advocaten sinds enkele jaren 21 procent BTW aanrekenen, een beslissing op Europees niveau, waardoor ze een hogere prijs doorrekenen aan hun cliënten. Ook de kosten om een procedure te mogen opstarten – de rolrechten – zijn flink gestegen.

In plaats van die heffingen aan te pakken, komt de regering nu met een andere oplossing: een fiscale aftrek voor mensen die een rechtsbijstandsverzekering nemen. De dekking daarvan wordt uitgebreid naar echtscheidingen en bouwgeschillen. Daarnaast kunnen advocaten zich vrijwillig houden aan prijsafspraken.

Voor burgers en verzekeraars is dat goed nieuws, maar onder advocaten zijn de meningen verdeeld. De Orde van Vlaamse Balies staat erop dat advocaten hun ereloon vrij moeten kunnen bepalen. Maar zelfs als advocaten zich niét aan de prijsafspraken houden, dan worden ze door de maatregel geraakt. Advocaat Hugo Lamon: “De overheidstarieven worden de referentie voor wat ‘normaal’ is. Daardoor neemt de rest van de markt die tarieven automatisch over.”

Weg naar databank met vingerafdrukken ligt open

Vanaf 2019 worden op elke nieuwe identiteitskaart ook twee vingerafdrukken opgeslagen. “Als er een eerste stap gezet wordt, dan volgen er vaak meer.” De bedoeling van de regering is identiteitsfraude en vervalsingen tegen te gaan. Iets wat vaak voorkomt bij mensenhandel, sociale fraude en in terreurdossiers.

De ingreep levert volgens binnenlandminister Jan Jambon (N-VA) nauwelijks extra kosten op. De bakjes om de vingerafdrukken in te lezen, staan nu al in elk gemeentehuis en worden sinds 2013 gebruikt voor internationale reispaspoorten.

Enkel agenten, douanebeambten en mensen in het gemeentehuis zullen de vingerafdruk kunnen uitlezen met de nodige apparatuur. Zij hebben zo een bijkomend verificatiemiddel: komt de persoon die voor me staat overeen met de man of vrouw op de ID-kaart?

De gegevens worden niet gebruikt voor politieonderzoek. Het is dus niet zo dat als er ergens een overval of diefstal gepleegd wordt, de rechercheurs de gevonden vingerafdrukken door een databank kunnen jagen met de gegevens van alle Belgen. De N-VA droomt daarvan, maar stuitte op een njet van Open Vld: de privacy komt anders in gevaar.

Maar zijn de bezwaren van de baan? Eerder liet Willem Debeuckelaere, de voorzitter van de Privacycommissie, zich kritisch uit over zo’n databank, maar hij wil zich nu nog niet uitspreken. “We moeten straks nog een advies uitbrengen.” Wel weet hij: eens een eerste stap gezet wordt, volgen er vaak nog. “In de jaren 90 werden de vingerafdrukken van vluchtelingen voor het eerst afgenomen. Die zouden niet in een databank belanden en niet veel later gebeurde dat toch.”

Onze buurlanden gingen niet zo ver als wij. In Duitsland worden vingerafdrukken opgeslagen op de identiteitskaart, maar daar heeft de burger de optie om hier niet aan mee te doen. In Nederland werd een eerder voorstel afgeketst omwille van privacyredenen.

En hoe veilig is die chip? In tijden waarin we smartphones ontgrendelen en bankverrichtingen ondertekenen met een vingerafdruk is de identiteitskaart extra interessant voor wie slechte bedoelingen heeft. De chip zal stevig beveiligd worden, klinkt het bij Jambon.

“Zoiets kraken is altijd mogelijk”, zegt Dirk Preneel, expert cyberveiligheid aan de KU Leuven. “Maar een vingerafdruk kan je eenvoudiger stelen: via een glas dat je net vasthad of zelfs via een foto van je handpalm.” Hij wijst er net als Debeuckelaere op dat dit de deur openzet naar een grote databank, maar wijst op grotere bedreigingen voor onze privacy, zoals Facebook en Google.

Burgerinfiltranten mogen kleine misdrijven plegen

Straks mogen behalve politieagenten ook burgers infiltreren in de georganiseerde misdaad. Om niet door de mand te vallen, zullen ze kleine misdrijven mogen plegen. “Het moet tot in de puntjes geregeld zijn, anders is de kans groot dat het misgaat.”

Burgers die misdrijven mogen plegen: het doet de wenkbrauwen fronsen. Maar waarover spreken we? Zullen burgerinfiltranten bijvoorbeeld wa­pens mogen gebruiken? Een exact antwoord krijgen we niet op het kabinet van justitieminister Koen Geens (CD&V). “Denk eerder aan het huren van een auto of flat voor gekende terroristen of aan het vervoeren van criminelen”, klinkt het.

Iedereen lijkt het er roerend over eens dat het inzetten van burgerinfiltranten noodzakelijk is, want politie-infiltranten botsen op hun limieten. “De multiculturaliteit is zeer beperkt binnen de eenheden die instaan voor infiltratie. Bij de Albanese maffia of bij terreurgroepen geraakt de politie bijvoorbeeld niet binnen”, weet Brice De Ruyver, professor strafrecht aan de UGent. “Daarom is het in extreme situaties aangewezen om burgerinfiltranten te gebruiken.”

Uitwassen

Maar, voegt De Ruyver eraan toe, “het moet tot in de puntjes geregeld zijn, anders is de kans groot dat het misgaat”. Het is immers niet de eerste keer dat het gebruik van burgerinfiltranten in ons land mogelijk gemaakt wordt.

In 1971 waagde toenmalig minister van Justitie Alfons Vranckx een poging, maar dat liep met een sisser af omdat niet duidelijk omschreven was wat die infiltranten precies mochten doen. “Ze werden volledig aan hun lot overgelaten, en werden dus weleens gerold in het criminele milieu. Sommigen begonnen zelf een drugstrafiek te organiseren.”

Geens is beducht voor dergelijke uitwassen. Zijn woordvoerster benadrukt dat burgerinfiltranten enkel bij de zwaarste misdrijven zullen worden ingezet, zoals de voorbereiding van terroristische handelingen, én pas als politionele infiltratie onmogelijk is. Er is ook een uitgebreide controle voorzien: zowel het Openbaar Ministerie als het federaal parket moet telkens toestemming geven en die toestemming moet maandelijks worden herzien.

Toch zijn er nog heel wat vragen, zegt onderzoeksrechter Karel Van Cauwenberghe. “Wie komt in aanmerking? Hoe worden die mensen gerekruteerd en opgeleid? Het is geen eenvoudige opdracht om burgers te vinden die dergelijke opdracht goed kunnen uitvoeren. Bij politieagenten vereist dat al een specifieke opleiding.”

Veel kritiek op ‘beveiligingsperiode’ van zware misdadigers

Daders van zware misdrijven langer vasthouden tijdens een zogenaamde ‘beveiligings­periode’: dat idee kan op weinig genade rekenen in de gerechtelijke wereld.

Frank Verbruggen, docent Strafrecht (KU Leuven) noemt de hervorming van de voorwaardelijke invrijheidstelling “geen gelukkige keuze”. “De strafuitvoeringsrechtbank heeft een veel beter zicht op de persoonlijkheid en het traject van een veroordeelde dan de strafrechter aan het begin. Beweren dat die beter geplaatst is om hierover te beslissen, is onzin. Dit is vooral een symbolische maatregel om een signaal te geven aan de publieke opinie die denkt dat iedereen automatisch na een derde vrijkomt.”

De voorwaardelijke invrijheidstelling komt voort uit de wet-Lejeune uit 1888. Het idee achter de verstrenging stond al in het regeerakkoord. Rechters zullen voortaan een ‘beveiligingsperiode’ kunnen inlassen bij zeer ernstige misdrijven zoals terroristische feiten, verkrachting met de dood tot gevolg of moord.

De periode is niet verplicht en zou maximaal kunnen voor twee derde van de straf of tot twintig jaar.

“In feite is dit een opgestoken middenvinger naar de strafuitvoeringsrechtbanken”, zegt Verbruggen nog. De rechtbanken werden net opgericht om de voorwaardelijke invrijheidstelling te objectiveren, omdat onafhankelijke rechters het best geplaatst zijn om de evolutie van een gedetineerde te beoordelen. “Nu gaat de strafrechter jaren in de toekomst moeten kijken hoe iemand zal evolueren. Dit wringt langs alle kanten.”

Het regeerakkoord voorziet naast de beveiligingsperiode nog een hervorming waarbij niemand nog op een derde van de straf vrij kan komen en iedereen minstens de helft zou moeten uitzitten. Dat idee kan bij Verbruggen op meer genade rekenen. “Dat voorstel heeft het voordeel van de duidelijkheid, en behoudt de verantwoordelijkheid van de strafuitvoeringsrechtbanken.”

Geens

Volgens minister van Justitie Geens sluiten de twee voorstellen elkaar niet uit. “De strafuitvoeringsrechtbanken blijven hun rol spelen, zij het in een heel beperkt aantal gevallen na een beveiligingsperiode.”

Bron » De Morgen