Opinie: Afkoopwet afschaffen? Niet te vlug

Kazakhgate. Justitie heeft er een nieuw vloekwoord bij en er was de laatste dagen geen ontsnappen aan. Laat het in elk geval duidelijk zijn dat indien blijkt te kloppen wat wordt aangevoerd, dat een bijzonder grote smet zou opleveren voor het wetgevingsproces. Het hele gebeuren is voor sommigen daarnaast echter meteen ook een aanleiding om te pleiten voor de volledige afschaffing van de zogenaamde afkoopwet.

Die laatste term is eigenlijk een vrij pejoratief woord voor de minnelijke schikking in strafzaken, die niet alleen in fraudezaken maar in allerhande dossiers kan worden gebruikt om een procedure voor de strafrechter te vermijden. Nochtans is het probleem met de schikking niet zozeer dat er kan geschikt worden, maar wel dat een meer doorgedreven rechterlijke controle op zijn plaats is. Eenmaal die er is, is er wel degelijk plaats voor een verruimde schikking.

Eigenlijk bestaat de mogelijkheid om te schikken in strafzaken al best lang: al sinds 1935 heeft het openbaar ministerie de mogelijkheid om voor te stellen om een geldsom te betalen, waarna de strafvordering komt te vervallen. Oorspronkelijk was het toepassingsgebied weliswaar vrij beperkt, maar de wetgever heeft al herhaaldelijk de wens uitgedrukt dat er meer zou worden geschikt. Zo werd al in 1984 gesteld dat een uitbreiding van de minnelijke schikking verantwoord was met het oog op het bekampen van de gerechtelijke achterstand.

In 2011 wees de wetgever er onder meer op dat de aangepaste minnelijke schikking de evolutie zou bevorderen naar een ‘consensuele herstelgerichte justitie’, waarbij de verdachte betrokken wordt bij het beslissingsproces en waarbij hij zijn verantwoordelijkheid kan opnemen door het betalen van het slachtoffer. Ook de staatskas zou er wel bij varen, want de verplichting om in fraudezaken de fraude te regelen alvorens te kunnen schikken, kan heel wat invorderingsproblemen vermijden.

Het gaat in die gevallen bovendien dikwijls om erg complexe dossiers waarvan de berechting veel tijd in beslag neemt. In heel wat landen wordt trouwens nog veel meer dan in België gebruik gemaakt van onderhandelde vormen van justitie (bijvoorbeeld plea bargaining). Onze wetgever spiegelt zich daar blijkbaar wel aan in de hoop te komen tot een efficiëntere strafrechtsbedeling, want begin dit jaar nog werd de guilty plea ingevoerd.

Toenemende kritiek

Een belangrijke wijziging in 2011, was dat een schikking voortaan ook kon nádat de strafvordering wordt ingesteld. Concreet betekent dit dat er ook nog kan geschikt worden nadat een gerechtelijk onderzoek werd gestart en zelfs nadat de zaak al bij de vonnisrechter aanhangig werd gemaakt.

Het is vooral dat laatste dat de kritiek op de minnelijke schikking deed toenemen. Zo werd het vreemd bevonden dat er nog een schikking kon worden gesloten nadat een rechter al had beslist tot gevangenisstraf. Die mogelijkheid is ondertussen wel verdwenen na een aanpassing begin dit jaar: van zodra er een beslissing over de grond van de zaak is tussengekomen, is een schikking niet langer mogelijk. Dat is nog steeds ruimer dan vroeger, aangezien toen enkel kon worden geschikt tijdens het opsporingsonderzoek.

Dat ook een gerechtelijk onderzoek nog kan eindigen met een minnelijke schikking, botste ook in 2011 al op wat weerstand. Toch is daarvoor veel te zeggen, al was het maar omdat de mogelijkheid tot minnelijke schikking anders gemakkelijk onderuit kan worden gehaald doordat een slachtoffer een klacht met burgerlijke partijstelling neerlegt bij de onderzoeksrechter.

Wat wel vereist is als de zaak al bij een rechter of een onderzoeksrechter zit, is dat de schikking door een rechter wordt gecontroleerd. En die controle moet ruimer. In een arrest van 2 juni 2016 oordeelde het Grondwettelijk Hof dat er niets mis is met de mogelijkheid voor het openbaar ministerie om ook in zo’n geval te schikken, maar dat de rechter die de schikking controleert ook moet kunnen nagaan of die schikking wel proportioneel is. Daar waar de huidige controle beperkt is tot een louter formele controle, moet de rechter dus ook kunnen nagaan of de voorgestelde schikking niet te laag of te hoog is.

Het is om die reden dat een reparatiewet aan de orde is. Eenmaal de rechterlijke controle in die zin is uitgebreid, zou een verder verzet tegen de minnelijke schikking niet getuigen van veel vertrouwen in de rechterlijke macht. Wie kan er immers tegen zijn dat er wordt geschikt, als die schikking wordt gecontroleerd door een onafhankelijke rechter die onder meer nagaat of de voorgestelde schikking wel proportioneel is?

Voorstanders van een afschaffing van de minnelijke schikking zullen trouwens consequent moeten zijn en investeren in meer rechters om het groter aantal complexe zaken berecht te krijgen. En dat terwijl wegens besparingen op dit ogenblik het bestaande kader niet eens ingevuld raakt…

Opinie door Joachim Meese. Joachim Meese is professor straf(proces)recht aan de Universiteit Antwerpen en advocaat-vennoot bij Van Steenbrugge Advocaten.

Bron » De Morgen

“Geen idee in welk spel we meededen”

En plots moest en zou het parlement stemmen over de afkoopwet. Maar welke rol speelde toenmalig financiënminister Didier Reynders? “Het was een strijdpunt voor hem”, zegt Yves Leterme (CD&V), toen premier.

2 maart 2011, federaal parlement. Na een schorsing van enkele uren krijgen de leden van de commissie Financiën in de vooravond plots een tekst onder de neus geschoven. Het is het voorstel van de meerderheid om de ‘afkoopwet’ erdoor te krijgen, als amendement op de wet ‘algemene bepalingen’. Er móét en zál die avond over gestemd worden.

De oppositie staat paf. Vanwaar plots die haast? CD&V’er Servais Verherstraeten heeft twee weken voordien nog een volwaardig wetsvoorstel ingediend. Bij Open Vld heeft Carina Van Cauter uitgewerkte teksten klaar. Waarom wordt er nu vlug vlug gekozen voor dit achterpoortje?

Intussen is gebleken dat één iemand er absoluut baat bij heeft dat er op het gaspedaal wordt gedrukt: de Oezbeeks-Belgische miljardair Patokh Chodiev. Hij zal in juni 2011 de eerste zijn in ons land die gebruik kan maken van de afkoopwet, om te ontkomen aan een veroordeling in een zaak van schriftvervalsing en witwassen.

Uit recente onthullingen blijkt dat toenmalig MR-senator Armand De Decker gaat lobbyen bij onder meer justitieminister Stefaan De Clerck (CD&V) en financiënminister Didier Reynders (MR). Hij zou gehandeld hebben in opdracht van Frans president Nicolas Sarkozy om enkele ‘bevriende zakenlui’ uit de wind te zetten, onder wie Chodiev. Zelf ontkent De Decker alles.

Door te kiezen voor een amendement in plaats van een volwaardige wet worden alle bochten tegelijk afgesneden. Er zijn geen hoorzittingen nodig om de wet op punt te stellen, geen advies van de Raad van State om te kijken of alles juridisch waterdicht is. Bij een gewoon wetsvoorstel, zoals Van Cauter en Verherstraeten klaar hebben, zou het nog wel even duren voor het wetgevende werk afgerond is. In het geval van Chodiev zou dat echter te laat zijn. In de avond keurt de meerderheid het amendement goed.

De Clerck stuurt De Decker wandelen, maar zijn anderen wel in actie geschoten? Open Vld’ster Carina Van Cauter geeft vorig jaar in De Standaard toe dat ze die 2de maart benaderd is door iemand van het kabinet van de financiënminister. Het is ook zij die het amendement die dag indient. “Ik zag daar geen graten in”, zegt ze. “Waarom zou ik dat niet doen? Als het maar vooruitging.” Nu weigert ze elk commentaar, “omdat er nog een gerechtelijk onderzoek naar De Decker loopt”.

Op de ministerraad

Het lijdt weinig twijfel dat ook de regering zich over de zaak heeft gebogen. “De afkoopwet is in de maanden voordien één keer op de ministerraad geweest”, zegt Yves Leterme (CD&V), op dat moment premier van een regering van lopende zaken. “Het was technische materie, voorbereid door de specialisten op het kabinet. Ik heb toen op hun oordeel vertrouwd.” Het amendement zou er zijn gekomen na topoverleg tussen de kabinetten. “Ik werd op de hoogte gebracht van het meerderheidsoverleg, maar was zelf niet betrokken”, zegt Leterme.

En de rol van Didier Reynders? “Het was toen een erg belangrijk politiek dossier”, zegt Leterme. “Hij was erg actief bezig met deze materie en nam de afkoopwet erg ter harte. Het was een van zijn strijdpunten. Ik vond dat niet onlogisch. Hij was ook minister van Financiën.”

Een toenmalige vicepremier denkt er het zijne van. “Dit is een heel vreemd stukje geschiedenis. Het is onmogelijk dat het kabinet van Reynders niet op de hoogte was dat de afkoopwet versneld zou worden goedgekeurd. Mij ga je niet vertellen dat hij, of iemand van zijn kabinet, niet benaderd is geweest door iemand van Chodiev.”

Of het Reynders is die achter de schermen op het gaspedaal duwt bij de commissiezitting? “Hij is op zijn minst niet op de rem gaan staan”, zegt het toenmalige zwaargewicht. Zelf ontkent de Reynders alle betrokkenheid. “Het parlement heeft gewoon zijn werk gedaan”, zegt zijn woordvoerder John Hendrickx. “We zijn door niets of niemand benaderd.”

De andere partijen hebben in elk geval niets in de gaten en stemmen gretig mee. Zowat elke partij heeft zo haar redenen om pro afkoopwet te zijn. De wet is een van de aanbevelingen van de toen erg gerespecteerde commissie fiscale fraude om iets te doen aan de ellenlange rechtsgang in sommige dossiers. Onder meer de zaak-KB Lux heeft aangetoond dat door het aanslepen van het onderzoek, tijdrovende procedureslagen en de daaropvolgende verjaring, het vaak niet tot een veroordeling komt. Beter een deal sluiten met de verdachten, luidt het, dan ziet de staat tenminste een deel van zijn geld terug.

Ook de PS, die mee in de regering van lopende zaken zit, ondertekent het amendement. Voor de Franstalige socialisten is dit de enige manier om ook op hun domein stappen vooruit te zetten: de opheffing van het bankgeheim. In de tekst wordt ook een bepaling daarover opgenomen. De socialisten zien zich opgejaagd door de wisselmeerderheden die zich te pas en te onpas vormen.

Met een regering die eigenlijk enkel de winkel openhoudt, eigenen de parlementsleden zich alle ruimte toe om zelf initiatief te nemen. Ze achten de kans reëel dat er ook zonder hen (en dus zonder bepaling over het bankgeheim) een akkoord inzit over de afkoopwet. Dan kunnen ze maar beter mee in de slag zitten.

Diamantlobby

Maar ook de diamantlobby speelt een rol. In die fraudegevoelige sector zijn er eveneens heel wat rechtszaken hangende. Niet toevallig is het Verherstraeten die met een voorstel komt. Hij is destijds ondervoorzitter van een clubje parlementsleden die opkomen voor de belangen van de diamantairs. Wanneer zich de gouden kans aandient om hun voorstellen gerealiseerd te zien, twijfelen de meerderheidspartijen niet.

“We zijn misschien naïef geweest”, zegt iemand die toen voor het amendement heeft gestemd. “Maar we wisten niet in welk spel we meespeelden.”

“Dat dit onverantwoord haastwerk was, is wel gebleken”, zegt Groen-Kamerlid Stefaan Van Hecke. “Enkele maanden later was er al een reparatiewet nodig.” Zijn fractie stemde, net als sp.a, tegen. Ook Veerle Wouters, toen nog Kamerlid voor N-VA, stemde tegen: “Dit was gewoon knoeiwerk. Maar Open Vld en MR waren er die avond op gebrand om het amendement koste wat het kost er op dat ogenblik door te krijgen.”

Bron » De Morgen

Opinie: De afkoopwet is niets minder dan pure klassenjustitie uit de vorige eeuw

Sinds vorige week weten we weer waar Kazachstan ligt. Dat dankzij de Belgische afkoopwet en de op een na rijkste Belg, Patokh Chodiev. In Kazakhgate speelt de oligarch een hoofdrol omdat hij in 2011 als eerste gebruikmaakte van de afkoopwet om zijn proces voor financiële fraude af te kopen.

Nu blijkt dat een resem ministers en parlementsleden zich de sokken van hun voeten liepen om dat voor Chodiev te regelen. Zo werd flink wat druk gezet op de wetgevende, uitvoerende én rechterlijke macht om de afkoopwet tijdig door het parlement te jagen en Chodievs schikking te fiksen. Ongezien.

De totstandkoming van de wet is exemplarisch voor de toepassing van de wet nadien. Want toen al voelde je aan alles dat dit zaakje heel hard stonk. Terwijl Chodiev in 2011 nog geen item was, waren heel wat diamantairs in de weer om hun strafzaak af te kopen. Alleen liet de wet dat dus niet toe. Diamantadvocaat Axel Haelterman – die voor deze regering ook het fiscale uitzonderingsregime voor diamantairs uitwerkte – behartigde op dat moment de belangen van honderden Antwerpse diamantairs via het Antwerp World Diamond Centre.

Tegelijk stelde hij, volgens toenmalig minister van Justitie De Clerck, mee de punten en komma’s op van de afkoopwet zelf. Toeval of niet, kort na de stemming van de wet brak de diamantoorlog uit en werd fraudejager Peter Van Calster – die niet van minnelijke schikkingen wilde weten – van zijn diamantzaken gehaald. De rode loper werd uitgerold, een trendbreuk was gezet. Voor de diamantairs én voor Chodiev.

Cowboys

Tot vandaag verdedigt de regering die wet omdat ze de werklast bij het gerecht zou verminderen en alle aandacht kan gaan naar de zogenaamde grote en complexe fraudedossiers. Maar niets is minder waar. De afkoopwet is niet alleen onrechtvaardig, ze is ook niet doeltreffend.

De samenleving – u en ik – lopen miljarden mis door cowboys met miljoenen op hun bankrekening. Cowboys die valsspelen en daarvoor ook nog eens worden aangemoedigd. Want wie miljoenen steelt, kan zijn celstraf gewoon afkopen en over de prijs onderhandelen. Wat een boodschap!

De afkoopwet is niets minder dan pure klassenjustitie uit de vorige eeuw: in donkere achterkamertjes bedisseld, waar dure advocaten de plak zwaaien voor wie het zich kan veroorloven. Niet lang geleden werd een man veroordeeld tot een celstraf omdat hij… twee blikjes Cara had gestolen. Kan het contrast nog groter? Niemand aanvaardt dit. Wij ook niet. In fraudedossiers van zo’n omvang moet een rechter zich ten gronde uitspreken. Altijd.

Prioritair in een efficiënt fraudebeleid is fraude vermijden. In de eerste plaats betekent dat grote financiële criminaliteit altijd kordaat aanpakken. Dan mag er in geen enkel geval bewegingsruimte zijn om te schikken of af te kopen. Dat is een noodzakelijke voorwaarde om het rechtvaardigheidsgevoel bij de burger te herstellen én een ontradend effect te hebben op potentiële fraudeurs.

Alleen zo’n beleid kan én zal leiden tot minder fraude en dus een eerlijkere fiscaliteit. Slotsom: afschaffen, die handel. Daarvoor hoeven we geen onderzoekscommissie af te wachten.

Bron » De Morgen | Peter Vanvelthoven en Dirk Van der Maelen, Kamerleden voor sp.a

Justitie over afkoopwet: “Klassenjustitie? Ja, in bepaalde dossiers”

Verdedigers van de afkoopwet schermen al jaren met dezelfde argumenten. Maar een vertrouwelijk rapport van de overheidsdienst Justitie uit 2014 ondergraaft die stuk voor stuk. In het rapport van 160 pagina’s getuigen 60 magistraten anoniem over hun ervaring met de gecontesteerde regeling waarbij vervolging afgekocht wordt via een minnelijke schikking. Hun verklaringen leren dat de toepassing van de afkoopwet niet verloopt zoals beweerd wordt.

1. Rijk en arm worden gelijk behandeld

  • “Mensen die de middelen hebben om de minnelijke schikking te betalen zijn duidelijk in het voordeel. Klassenjustitie? Ja, in bepaalde dossiers waarover men veel praat.”
  • “Ja, de rijken kunnen toch de beste adviseurs betalen.”
  • “Professor X komt zeggen dat het allemaal klassenjustitie is, je kunt die man moeilijk verdenken van niet op de hoogte te zijn van het juridische kader waarin dit allemaal gebeurt.”
  • “Door alleen in financiële dossiers de afkoopwet toe te passen, geef je de indruk dat je klassenjustitie toepast.”

2. Justitie neemt het initiatief

  • “In regel gaat het initiatief uit van de verdachte.”
  • “Uit de natuur der zaken volgt eigenlijk dat het initiatief wel van de verdachte moet komen (…) Bij een gewone minnelijke schikking ligt het initiatief bij ons.”
  • “Inzake de verruimde minnelijke schikking hebben we nog geen beleidsstrategie.”

3. Er bestaat een duidelijke procedure

  • “Je marchandeert. Zoals met de solden, je slaat de prijs eerst een beetje op en dan doe je er wat van af en dan denkt iedereen dat ze winst gemaakt hebben.”
  • “Bij ons gebeurt alles informeel, tot helemaal op het einde.”
  • “Ja er wordt onderhandeld over het bedrag van de minnelijke schikking. Ik vind dit misschien de minst aangename kant van onze job, we zijn ten slotte magistraten.”
  • “Meestal nemen de advocaten op voorhand eens contact op met ons, ze bellen eens of springen eens binnen omdat ze nog niet zeker zijn over de nieuwe procedures en om even te polsen.”
  • “We zeggen niet op voorhand dat we gaan onderhandelen, maar is men niet akkoord, dan kunnen ze een tegenvoorstel doen en dan zullen we ons daarover beraden. Voor kleinere bedragen gaan we voor een minnelijke schikking oude stijl. We stellen een bedrag voor zonder onderhandeling. Voor grotere bedragen gaan we toch eerder onze tijd nemen en is er toch ruimte voor onderhandeling.”

4. De boete is welbepaald

  • “Ik denk dat dit een van de meest problematische en moeilijke dingen is van deze wet. Hoe kun je de hoogte van de boete bepalen.”
  • “In de praktijk blijken er ook regionale verschillen te bestaan in de toepassing.”
  • “De pers zegt dat de rijken hun proces kunnen afkopen en ik vind dat ze gelijk heeft. Dit is niet normaal maar het is beter om een bedrag binnen te halen dan helemaal niets.”

5. Justitie heeft zo minder werk

  • “Dit is meer werk dan dat we gewoon naar de zitting gaan.”
  • “De belangrijkste reden waarom het niet zo veel voorkomt is net die bijkomende werklast. Je dagvaarding is gemaakt, de eindvordering is gemaakt, je dossier is eigenlijk klaar.”
  • “Onthoud dat het administratief zeer zwaar is en daar waar men initieel ook beoogd heeft om de werkdruk daardoor te verminderen en snellere doorlooptijden te creëren, dat het soms wel een tegenovergesteld effect heeft.”

Bron » De Morgen

Kazakhgate: Agusta bis

MR-politicus Armand De Decker is geschorst door de tuchtraad van zijn partij. De bewijzen stapelen zich op in de affaire waarin hij lobbyde voor een Oezbeeks-Belgische miljardair. Kazakhgate wordt meer en meer de Agusta-affaire van MR.

Uitgerekend twee dagen na het opduiken van nieuw bezwarend materiaal, heeft de tuchtraad van de MR oud-senaatsvoorzitter Armand De Decker uit al zijn functies ontheven, maar niet uit zijn publieke mandaten. Hij blijft dus – voorlopig – burgemeester van Ukkel én Brussels parlementslid. In elk geval zal De Decker niet meer kunnen spreken in naam van de partij.

De MR had dan ook amper beweegruimte. Opgejaagd door de lekken in de pers stelt de ethische raad van de Franstalige liberalen “dat de scheiding der machten te allen prijze moet worden beschermd”. Aanleiding is het onderzoek naar De Deckers lobbywerk voor de Oezbeeks-Belgische miljardair Patokh Chodiev. De zaak brengt de partij van premier Charles Michel (MR) in een lastig parket.

Op een drafje

Er loopt al sinds 2014 een gerechtelijk onderzoek naar de zaak, maar sinds kort duiken steeds meer bewijzen op tegen de voormalige senaatsvoorzitter. Het was op vraag van het Franse Elysée dat De Decker in 2011 werd ingeschakeld als advocaat voor Patokh Chodiev, die zich voor de rechter moest verantwoorden voor witwassen en schriftvervalsing.

De Kazachse president had er bij zijn toenmalige Franse collega Nicolas Sarkozy op aangedrongen om dat euvel te regelen. In die zin kwam een afkoopwet Frankrijk goed uit. Chodiev zou zijn proces kunnen afkopen en in ruil zou Kazachstan bereid zijn om voor miljoenen Franse helikopters te kopen. Alleen al door de verwijzing naar smeergeld en helikopters doet de zaak erg denken aan de Agusta-affaire, die midden jaren 90 enkele socialistische ministers de das omdeed.

De Decker heeft steeds ontkend dat hij politieke druk zou hebben uitgeoefend om de afkoopwet erdoor te krijgen. Maar een mail die De Standaard kon inkijken, spreekt dat duidelijk tegen. Daarin laat een Franse cabinetard aan het Franse ministerie van Binnenlandse Zaken weten dat de afkoopwet erdoor is gekomen dankzij De Decker, en dat die ook de bevoegde ministers heeft ‘gensensibiliseerd’. Voor zijn bijdrage ontving hij – als advocaat – overigens een som van 741.000 euro.

Eerder al moest de MR-politicus toegeven dat hij samen met de Franse advocate Catherine Degoul op een zondag bij de toenmalige minister van Justitie Stefaan De Clerck (CD&V) thuis was langsgeweest, om hem warm te maken voor een afkoopwet. De Clerck zelf houdt vol dat hij de twee wandelen heeft gestuurd. De andere ministers die hij zou hebben benaderd, Didier Reynders (MR, Buitenland) en Steven Vanackere (CD&V, Financiën), ontkennen.

Feit blijft dat CD&V-fractieleider Servais Verherstraeten op 24 februari 2011, luttele dagen na De Deckers bezoekje, een wetsvoorstel indiende voor de afkoopwet. Daarmee bracht CD&V het dossier in een stroomversnelling. Hoe kwam dat wetsvoorstel tot stand? En welke rol speelde De Clerck daarin? Zolang het onderzoek loopt, wil Verherstraeten niet reageren. Maar De Clerck ontkent dat hij het proces heeft beïnvloed. “Servais heeft gehandeld op vraag van de kern”, zegt hij.

“Die afkoopwet is er op een drafje doorgejaagd”, zegt vrederechter op rust Jan Nolf, die in zijn nieuwe boek ook een hoofdstuk aan de hele zaak wijdt. “Meer zelfs: de wet bevatte één gigantische fout en moest zo snel mogelijk gerepareerd worden. Maar nog voor die reparatiewet er kwam, kon Chodiev zijn proces afkopen. Daar alleen al stel ik me grote vragen bij. Dat hele wetgevingsproces is totaal ongewoon en onordentelijk verlopen. Daar zijn alle specialisten het over eens.”

Ongenoegen en bitterheid

Of ministers zich door Armand De Decker hebben laten leiden? “Als zij dat ontkennen, wil ik dat graag geloven. Anderzijds zie je in de tijdlijn duidelijk dat het proces in een stroomversnelling kwam. Bovendien: zeker de toenmalige minister van Justitie, Stefaan De Clerck, had over zo’n ingrijpende wet toch voor een grondig debat moeten ijveren, met hoorzittingen en een advies van de Raad van State. Een minister moet de bewaker zijn van de rechtsstaat. Dat is een rol die hij alvast niet heeft gespeeld.”

De oppositiepartijen eisen nu een onderzoekscommissie. Ook de MR zelf dringt daar nu op aan. “Er moet absolute klaarheid komen in deze zaak”, zegt de woordvoerder van premier Michel. Niettemin vragen alle meerderheidspartijen om eerst het resultaat van het onderzoek door het parket af te wachten.

“Dit dossier is vijf jaar oud, dus het vereist nu ook geen absolute urgentie”, zegt De Clerck nuchter. Volgens huidig Justitieminister Koen Geens (CD&V) zit het onderzoek in de eindfase. Maar Groen-Kamerlid Stefaan Van Hecke waarschuwt voor uitstel. Hij benadrukt dat een onderzoekscommissie een gerechtelijk onderzoek niet in de weg zit.

In Frankrijk staan ze intussen al wat verder. Daar is onder anderen advocate Catherine Degoul in verdenking gesteld voor de omkoping van De Decker. In haar verklaringen gaf de dame volgens De Tijd nog mee dat ze 25.000 euro cadeau deed aan een liefdadigheidsfonds van prinses Léa van België, tante van koning Filip. De MR-voorman zou haar naar eigen zeggen op het hart gedrukt hebben dat het “goed zou zijn als ze wat zou doen voor het koninkrijk België”.

Verder gaf Degoul ook meer tekst en uitleg over de reden waarom Armand De Decker – toch ingeschakeld als mede-advocaat van Patokh Chodiev – niet opduikt in de officiële documenten over de zaak. “Het leek ons beter dat hij niet in de openbaarheid kwam”, zei ze.

Jan Nolf hoopt dat de zaak in ons land even goed uitgespit zal worden. “Die afkoopwet heeft het wantrouwen en het onrechtvaardigheidsgevoel van de bevolking gevoed. Er is ongelooflijk veel ongenoegen en bitterheid over justitie, en dat komt voor een groot stuk omdat sommige mensen hun proces kunnen afkopen. Die hele wet moet herzien worden.”

Met zijn schorsing is voor Armand De Decker het verhaal nog niet ten einde. Los van het gerechtelijke onderzoek stuurt zijn partij hem ook nog door naar de federale deontologische commissie. Mogelijk komt zijn parlementaire onschendbaarheid in het gedrang.

Tijdlijn

  • 18 februari 2011: Brusselse raadkamer verwijst de zaak voor witwassen en schriftvervalsing tegen Belgisch-Oezbeekse zakenman Patokh Chodiev en twee kompanen door naar de correctionele rechtbank.
  • 20 februari 2011: Senator Armand De Decker (MR), die ook advocaat is van Chodiev, en zijn Franse confrater Catherine Degoul brengen toenmalig minister van Justitie Stefaan De Clerck (CD&V) thuis een bezoek. De Clerck verwijst hen door naar het parket.
  • 21 februari 2011: Beide advocaten gaan naar het kabinet van De Clerck en spreken daar met de kabinetschef. Opnieuw vangen ze bot.
  • 22 februari 2011: Het Brusselse parket-generaal tekent hoger beroep aan tegen de verwijzing naar de correctionele rechtbank van de zaak-Chodiev.
  • 24 februari 2011: Servais Verherstraeten (CD&V) dient een wetsvoorstel in tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering voor het verval van de strafvordering tegen betaling van een geldsom. De zogenaamde afkoopwet.
  • 17 maart 2011: De wet wordt goedgekeurd door de Kamer.
  • 16 mei 2011: De wet gaat van kracht.
  • 17 juni 2011: Het parket treft een schikking met Patokh Chodiev in ruil voor 23 miljoen euro.
  • 19 juni 2011: In een mail van een Franse cabinetard naar Franse minister van Binnenlandse Zaken staat dat Armand De Decker mee de wet erdoor heeft gekregen en dat hij drie bevoegde ministers heeft ‘gesensibiliseerd’: Stefaan De Clerck (CD&V), Didier Reynders (MR) en Steven Vanackere (CD&V).
  • 27 juni 2011: Frankrijk sluit een deal met Kazachstan over de aankoop van Franse helikopters. Kazachstan eist wel dat de zaak tegen Chodiev vervalt. Daarom vraagt het Elysée De Decker of hij de afkoopwet versneld door het parlement kan jagen. Hij krijgt 741.000 euro.
  • 30 juni 2011: Het verval van de strafvordering tegen Chodiev wordt vastgesteld in een arrest achter gesloten deuren.

Bron: De Morgen