“Evenwicht grondwettelijke machten en rechtsstaat komt in gevaar”

Het evenwicht tussen de drie grondwettelijke machten en de rechtsstaat komt in gevaar door de aanhoudende onderfinanciering van justitie. Dat is de boodschap die de Brusselse magistraten en advocaten dinsdag hebben voor minister van Justitie Koen Geens (CD&V).

Zonder bijkomende middelen voor personeel, gebouwen en informatisering dreigt de Belgische justitie de rechtszoekende in de kou te moeten laten staan en dreigen de mensenrechten in ons land niet langer gerespecteerd te worden.

Enkele honderden Brusselse magistraten en advocaten verzamelden dinsdag om 08.30 uur op de trappen van het justitiepaleis op het Poelaertplein om te protesteren tegen de penibele situatie van de Belgische en Brusselse justitie. Ze stellen dat de besparingen de werklast verhogen en geloven dat dit de dienstverlening niet ten goede komt. Bovendien geloven ze dat justitie dringend moet moderniseren.

“Onafhankelijke justitie noodzakelijk”

“België heeft nood aan een sterke, onafhankelijke justitie”, zei Françoise Tulkens, voormalig rechter in het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM). “De toegang tot een onafhankelijke justitie is één van de fundamentele mensenrechten die door het EHRM beschermd worden en het Europees Hof heeft al herhaaldelijk gezegd dat de lidstaten daarvoor geen excuses kunnen inroepen, zij moeten voldoende middelen voor justitie voorzien.”

“Justitie in dit land is al decennia ondergefinancierd en is quasi failliet”, aldus Stéphane Boonen, stafhouder van de Franstalige orde van advocaten bij de balie Brussel. “Hervormingen zijn onontbeerlijk maar de wetgevende en uitvoerende macht moeten de derde grondwettelijke macht voldoende middelen geven om haar taak naar behoren uit te voeren.”

“Om werk te maken van een moderne justitie is er dringend nood aan voldoende en voldoende gekwalificeerd personeel, en een verregaande informatisering”, zegt Kathleen Vercraeyen, stafhouder van de Nederlandstalige orde van advocaten bij de balie Brussel.

Kortrijk

Ook in Kortrijk verzamelden een zestigtal rechters, griffiers en medewerkers van het parket aan de trappen voor het gerechtsgebouw.

“In Kortrijk hebben we maar 76% van de aantallen die normaal gezien voor onze afdeling voorzien zijn. Op het einde van het jaar verdwijnen er nog een aantal personeelsleden. Ik vermoed dat de situatie in andere rechtbanken vergelijkbaar is”, zegt voorzitster Tine Buyse.

“Daarnaast zijn de deskundigen gedurende jaren niet of veel te laat betaald. Het aantal mensen dat nog voor de rechtbank wil werken, is dan ook gedaald. Dat leidt tot veel vertragingen”, aldus Buyse. Zij meent dat een volledige digitalisering binnen de rechtbank zich opdringt De actie werd in alle rust gevoerd. De zittingen gingen allemaal door en konden stipt starten.

In Brussel zouden de zittingen zeker met een halfuur vertraging beginnen.

Gent

Aan het gerechtsgebouw aan de Opgeëistenlaan in Gent heeft dinsdagmorgen een honderdtal magistraten en personeelsleden van de griffie en het parket kort geprotesteerd in het kader van de nationale actie bij de magistratuur. Met een korte manifestatie van 08.45 tot 9 uur wilde de magistratuur “haar ongenoegen over de verregaande besparingen binnen justitie kenbaar maken”.

Arbeidsauditeur Danny Meirsschaut benadrukte dat de burger niet mag lijden onder het signaal van de magistratuur en de medewerkers van justitie. “Een staking heeft niet het minste baat voor justitie in haar geheel en we willen niet in de weg staan van de rechtsbedeling van de burger. Wat vandaag gebeurt, moet niet beschouwd worden als een protest tegen de huidige regering en zeker niet tegen minister van Justitie Geens. Onder de vorige regeringen zijn de besparingen aangevangen en werd er een stop gezet op de vacatures.”

Bron » De Standaard

Opinie: Naar moderne justitie in drie etappes, maar wel samen

Vandaag voeren de magistraten actie om hun onvrede over de hervormingen en besparingen binnen justitie kenbaar te maken. Koen Geens zet op een rijtje waar hij naartoe wil met zijn departement, hoe hij dat wil doen en wat de noodzakelijke do’s en don’ts zijn.

  • Wie? Minister van Justitie (CD&V).
  • Wat? Door van justitie een betrouwbare betaler te maken, de nodeloze werklast weg te nemen en het basisrecht en de gebouwen op te frissen, kunnen we de stap zetten naar een 21ste-eeuwse rechtsbedeling.

Het is geen eenvoudige taak om onze justitie modern te maken. Er is inderdaad een relatieve stilstand van het Belgisch rechtswezen sinds de Tweede Wereldoorlog. Was rechtsbedeling dé openbare dienst van de 19de eeuw, dan is dat nu volksgezondheid. Vergelijk het Poelaertpaleis in Brussel met Gasthuisberg in Leuven.

De budgetten van justitie en ziekteverzekering verhouden zich vandaag ongeveer zoals 1 tot 12. Een betere verhouding dan 1 tot 8 zit er op lange termijn niet in: de drang naar eeuwig leven is kennelijk sterker dan de honger en dorst naar gerechtigheid. Maar met een verhouding van 1 op 8 zouden we nog heel wat meer realiseren dan vandaag.

Een goede jurist worden vraagt een heel leven. Recht is een ervaringswetenschap. Sprekend is dat ere-advocaat-generaal bij het Hof van Cassatie, Raoul Declercq, onlangs op 95-jarige leeftijd stierf terwijl hij de laatste hand legde aan de zevende editie van zijn magistraal handboek over strafvordering. Het is paradoxaal genoeg die passie voor het vak op zich die, naast structurele onderfinanciering en gebrek aan langetermijnvisie, vernieuwing van binnenuit soms moeilijk maakt. Er is gewoon geen tijd voor. De vernieuwing moet ook van buiten komen.

Recht en geneeskunde hebben gemeen dat er van beide nooit genoeg kan zijn: hoe meer gezondheid en hoe meer recht, hoe meer welzijn. Maar de kosten van recht en gezondheid groeien ook met de welvaart. Voor elke procent economische groei komen er bijna evenveel geschillen bij. Maken de ingenieur- en informaticawetenschappers in ons land al decennialang integrerend deel uit van de biomedische vooruitgang, dan is dat te weinig het geval in de juridische sfeer. Die externe hulp is nochtans dringend noodzakelijk.

Driestappenplan

In maart 2015 heb ik in het Justitieplan uitgelegd hoe ik de nabije toekomst van Justitie zag en samen met alle actoren van Justitie onmiddellijk de hand aan de ploeg geslagen.

Hink.

De eerste stap maakte van justitie opnieuw een geloofwaardige en marktconforme betaler. In enkele maanden tijd werden, met de hulp van de regering, voor 175 miljoen euro achterstallen aangezuiverd. In mei 2016 werd Justitie door Graydon uitgeroepen tot betrouwbare debiteur. De tarieven die de betaling van gerechtskosten in strafzaken beheersen, werden aangepast aan de markt, soms opwaarts, dikwijls neerwaarts.

Stap.

Het tweede luik neemt nodeloze werklast weg: België heeft zeer veel procedures en zeer veel gevangenen. In een jaar tijd werden met het oog daarop drie grote potpourri-wetten door het parlement aangenomen, nog twee doorlopen het wetgevend proces. Slechts enkele voorbeelden: verstek en opschortend hoger beroep worden ontmoedigd, assisen werd voorbehouden voor gevallen waarin de volksjury een meerwaarde betekent, buitengerechtelijke bemiddeling wordt gestimuleerd.

In de penitentiaire sfeer gaat repatriëring van gevangenen sneller, alternatief straffen wordt makkelijker en binnenkort wordt voorlopig hechten moeilijker. De rechter moet niet meer tussenbeide komen voor de snelle invordering van onbetwiste schulden en het betalingsbevel in verkeerszaken.

Geen ontmenselijking evenwel: de nieuwe interneringsreglementering wordt van kracht op 1 oktober 2016, bijna 500 geïnterneerden gaan eindelijk van de gevangenis naar gespecialiseerde instellingen. De rechtstoegang wordt niet bemoeilijkt: een eigentijdse pro-Deo- en Salduz-wetgeving kwam tot stand na overleg met de advocaten en er wordt in datzelfde overleg hard gewerkt aan een fiscaal aantrekkelijke rechtsbijstandsverzekering.

De resultaten hiervan worden zichtbaar: sinds 2014 zijn er bijna 1.500 gevangenen minder en hoger beroep en verzet worden niet meer aangetekend om tijd te winnen.

Sprong.

De derde stap is tweeledig: vernieuwing van de basiswetgeving én van de technologische en gebouweninfrastructuur.

Het 19de-eeuwse basisrecht wordt naar de 21ste eeuw gebracht: dit geldt voor het burgerlijk recht, het straf-, het strafproces- en het strafuitvoeringsrecht alsook het vennootschaps- en het ondernemingsrecht. Wetteksten zullen niet alleen leesbaar, maar ook begrijpelijk worden voor een hedendaagse burger.

Veel juridische begrippen van gisteren, zijn niet meer die van vandaag, laat staan van morgen. Insiders weten dat het ernst is: de vergaderingen met de beste experts volgen mekaar op, en het eerste deel van het nieuwe Strafwetboek werd al besproken in het parlement.

Zoals een voorsprong remmend kan zijn, kan een achterstand stuwend zijn.

Naast een nieuwe toepassingen zoals e-box en e-deposit of het elektronisch betekeningsplatform, zal een kwantumsprong mogelijk worden door het gebruik van digitale intelligentie bij administratieve taken: als een computer Gary Kasparov kan kloppen bij het schaken, is de computer tot nog meer in staat. Zelfs in Straatsburg worden routine-arresten over mensenrechten voorbereid door ‘de computer’.

In die zin moet ook de gebouwenpolitiek met 315 justitieplaatsen grondig herdacht worden. (Nederland heeft er 35.) De justitie van morgen zal online zijn, of niet zijn. Geen haar op het hoofd van onze kleinkinderen zal er nog aan denken in de file te staan om rond 9 uur in een justitiepaleis te gaan pleiten. We beperken het aantal vredegerechten en stelden een masterplan justitiegebouwen op dat binnenkort aan de regering wordt voorgelegd.

De kroon op het werk zal de creatie zijn van een moderne penitentiaire en gerechtelijke omgeving waarin, naast rechtvaardigheid, ook reclassering en efficiëntie prioritair zijn. Dit kan enkel door overleg en samenwerking.

Over het gevangenisbeleid met het personeel, hun syndicaten en de gemeenschappen. Over een volwaardige beheersautonomie voor het gerecht met de magistraten en het gerechtspersoneel. Er wordt hard gewerkt aan een volwaardig sociaal statuut en dito pensioen voor elk van die ambten. Laten we allemaal samen van onze achterstand een voorsprong maken. Onze burgers, al wie werkt voor justitie en onze gevangenen verdienen dat.

Bron » De Standaard | Koen Geens

Oud-minister Joseph Michel overleden

Voormalig minister van Binnenlandse Zaken Joseph Michel is in de nacht van vrijdag op zaterdag op 90-jarige leeftijd overleden. Dat meldt de woordvoerder van Waals CDH-minister Réné Collin. De christendemocraat (PSC) uit Virton was al lang ziek.

Joseph Michel kende een lange politieke carrière. Zo was hij niet alleen volksvertegenwoordiger, maar had hij ook verschillende ministersposten. Zo was hij van 1974 tot 1977 minister van Binnenlandse Zaken. In die periode voerde hij de grote fusie van de gemeenten door. De wet uit 1975 bracht het aantal gemeenten in België in één klap terug van 2.359 naar 596 (en enkele jaren later naar 589).

In een mededeling huldigt de voorzitter van het CDH (de opvolger van de PSC), Benoît Lutgen, “de herinnering aan iemand die zijn stempel gedrukt zal hebben op de Belgische politieke geschiedenis, toen hij minister van Binnenlandse Zaken was tijdens de gemeentefusies in de jaren 70”. In naam van zijn partij deelt hij zijn medeleven met de familie en naasten.

Ook verschillende politieke figuren betreurden reeds het overlijden via Twitter. Zo stelt Waals minister van Landbouw en partijgenoot René Collin dat hij “een voorbeeld voor ons allen was”. Ook de voormalige gouverneur van Luxemburg, Bernard Caprasse, reageert met droefheid “op het verlies van een vriend”. “Een opmerkelijk staatsman”, zegt Caprasse ook.

Verdediger van het platteland

Michel werd geboren in 1925 in Saint-Mard, dat nu een deelgemeente is van Virton, een stad in het uiterste zuiden van het land. Van opleiding was hij advocaat. De woordvoerder van Réné Collin roemt hem als bron van inspiratie voor verschillende politieke generaties in de provincie Luxemburg.

“Vooral omdat hij het platteland verdedigde en de provincie wilde profileren als een uitzonderlijke regio”, aldus Collin. Ook Lutgen wijst erop dat hij tijdens zijn loopbaan steeds zijn Luxemburgse roots verdedigd heeft.

Michel begon zijn politieke loopbaan in de regionale jongerenafdeling van de PSC. In de jaren 50 deed hij zijn intrede in de gemeenteraad van Virton en eind de jaren 60 werd hij er burgemeester. Na zijn passage op Binnenlandse Zaken werd hij minister van Onderwijs (1977-1979) en van 1986 tot 1989 was hij opnieuw minister van Binnenlandse Zaken en ook Openbaar Ambt. Hij was ook een jaar voorzitter van de Kamer, van eind 1980 tot eind 1981.

Bron » De Standaard

Geens heeft nooit gedacht aan ontslag

Minister van Justitie Koen Geens (CD&V) heeft er nooit aan gedacht om ontslag te nemen vanwege de staking van de Franstalige cipiers en de kritiek van de magistratuur. Dat zegt hij zaterdag in een interview met La Libre Belgique en De Morgen.

Hij verdedigt bovendien de tussenkomst van premier Charles Michel (MR) en verklaart, ook in Het Nieuwsblad, dat hij zich gesteund voelt door de regeringspartijen. “Het ligt niet in mijn natuur om op te geven”, zegt Geens. “De politieke opdracht bestaat erin afstand te doen van altijd en overal geliefd te zijn.”

Geens verdedigt ook premier Michel, die volgens de oppositie te weinig tussenkomt. “Ik vraag me werkelijk af wat men van de premier verwacht in deze omstandigheden. Dat hij persoonlijk gaat onderhandelen met de cipiersvakbonden? Een overheidsdienst van 8.000 personeelsleden?”, vraagt Geens zich af.

De minister benadrukt ook dat hij tevreden is met de steun van de andere regeringspartijen. “Ik kan in geen geval klagen over de steun van de N-VA-ministers. Dankzij Jan Jambon kon de federale politie ingezet worden om de veiligheid in de gevangenis te garanderen, via Steven Vandeput kon het leger tussenkomen.”

Bron » De Standaard

Waarom botsen ministers altijd met de magistratuur, en is dat bij Geens niet anders?

De magistraten kunnen klagen wat ze willen, ze zullen het met weinig mensen en veel hervormingen moeten doen. Hun bezoek aan het kabinet bracht justitieminister Koen Geens (CD&V) niet op andere gedachten. Waarom botsen ministers altijd met de magistratuur, en is dat bij Geens niet anders?

Te weinig personeel en geld

De magistratuur en de regering vechten een cijferoorlogje uit over of de rechtbanken het al dan niet met te weinig volk moeten doen. Feit is dat Justitie in vier jaar 10 procent moet besparen, wat neerkomt op 230 magistraten en 700 personeelsleden minder. In totaal werken zowat 22.000 mensen bij Justitie. “De besparing van deze regering komt boven op de jarenlange onderfinanciering van Justitie”, zegt Jan Geysen van de Nederlandstalige Vereniging van Magistraten. “Die maakt dat wij echt niet meer op een normale manier kunnen werken.”

De extra mankracht voor de strijd tegen terreur verlicht het werk op andere plekken helemaal niet. Geysen: “Die 36 magistraten en 125 personeelsleden worden in mindering gebracht op het kader dat al te klein is. We hebben nu al de helft van ons jaarbudget opgesoupeerd omdat we de achterstanden van vorig jaar nog moesten betalen. In augustus of september zal het geld gewoon op zijn.”

De minister repliceert dat hij al honderden vacatures heeft uitgeschreven. Vaak gaat het echter om vervangingen en tijdelijke jobs. “Dat we mensen voor vier of zes maanden moeten aanwerven en daarna weer afdanken, is niet meteen vooruitgang”, merkt Geysen schamper op.

Er was een tijd, in de jaren 60 en 70, dat de kaders voor 100 procent ingevuld waren. “Geloof het of niet”, zegt Paul Van Orshoven, professor grondwettelijk recht, “maar toen is de achterstand bij Justitie begonnen. Misschien net omdat magistraten toen wat te rustig hun zaken deden.” Meer magistraten zullen dus niet alles oplossen.

Een juistere diagnose lijkt dat op sommige plekken de magistratuur dunbevolkt is, en op andere plekken over voldoende mensen beschikt. Dat onevenwicht rechttrekken, blijkt echter geen sinecure. De rechtbanken zouden veel efficiënter kunnen werken, daarover groeit de consensus, maar dat raakt niet snel opgelost.

Het meest prangende probleem is hier, moet het nog gezegd, de informatica. In de jaren 90 beloofden de justitieministers al dat een moderne ICT de rechtspraak in dit land naar het volgende millenium zou brengen. Twintig jaar later blijft één groot en goed systeem onbestaande.

Eén voorbeeld: “Binnenkort moet ik mijn scanners vervangen, maar ik heb daar geen geld voor”, zegt Luc Hennart, voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg in Brussel. “Hoe kan een rechtbank functioneren zonder dat magistraten documenten kunnen scannen?” Dat Geens zijn uitlatingen ‘roekeloos en tergend’ vindt, doet hem geenszins zwijgen. “Misschien is hij niet zo tevreden over wat ik zeg, maar ik moet wel elke dag mijn rechtbank draaiende houden.”

Schurkenstaat

Kan een internationale vergelijking dit geschil beslechten? Een recente Europese benchmarking toont aan dat België boven het Europese gemiddelde scoort. Zo besteedde ons land in 2012 81,6 euro per inwoner aan Justitie. Het Europese gemiddelde is 53,20 euro. Vergelijkbare landen zoals Frankrijk en Ierland geven per inwoner respectievelijk 55,6 en 32,2 euro uit. Zo’n vergelijking lijkt echter objectiever dan ze is, omdat de verschillende landen onder ‘het justitieapparaat’ andere dingen verstaan. Geens gebruikt ze graag om zijn gelijk te halen, maar geeft dus niet het hele plaatje.

Op zijn kabinet maakten de magistraten gisteren tweemaal hun opwachting. ’s Ochtends had de minister “geen makkelijk, maar een constructief gesprek” met de topmagistraten van dit land. Ongetwijfeld maakte hij hen duidelijk dat ze wat minder hoog van de toren moeten blazen. Zondag vergeleek Cassatievoorzitter Jean de Codt België nog met een schurkenstaat, wat niet meteen in goede aarde viel. De magistratenverenigingen die Geens ’s avonds zag, kregen een gedetailleerd overzicht van hoeveel mensen er in de magistratuur aan de slag zijn. Geens stelde ook 15 miljoen euro in het verschiet om de terreur aan te pakken.

Talloze hervormingen

Wat nog kwaad bloed zet bij de magistraten, zijn de talloze hervormingen die Geens door het parlement jaagt, de zogenaamde potpourriwetten. “De minister stopt alles in één pot, waardoor die wel ‘pourri’ moet zijn”, lacht Hennart.

Met de potpourri’s probeert Geens de werklast van de magistraten te meten en te verlichten. Hij steunt op het werk van zijn voorgangers, waardoor hij die hervormingen snel op poten kon zetten. Binnen de magistratuur voelen ze zich door deze ‘controle’ door de politiek in hun onafhankelijkheid aangetast. Het valt hen moeilijk een onderscheid te maken tussen de politiek die hen meer management of een moderne bedrijfscultuur wil opleggen, en een inperking van hun juridische of institutionele onafhankelijkheid.

Lamme goedzak

De minister voelt zich gedragen door een ‘zwijgende meerderheid’, en zet zijn critici graag weg als een conservatieve minderheid. “Ik voel mij alleszins geen lid van een kleine groep”, pareert Hennart. “Geens wil hervormen om te hervormen. Een rode draad zou wenselijk zijn. Wij vinden onze weg niet meer terug.”

Hetzelfde geluid weerklinkt bij de Nederlandstalige Vereniging van Magistraten, vooral omdat de minister ook nog eens bezig is met de ‘grote werven’ van de wetboeken. Het strafwetboek en de rest van de basiswetgeving, van erfrecht tot vennootschapsrecht; op alles wil Geens graag zijn stempel drukken. De professor-advocaat weet waar hij naartoe wil, en werkt daar – naar eigen zeggen – dag en nacht aan. “Ik pleeg constant overleg, maar ik ben geen lamme goedzak”, herhaalde hij in Het journaal.

Net dat verwijten zijn tegenstanders hem, maar dan in hardere bewoordingen. Dat hij slechts doet alsof hij luistert, en dan zijn goesting uitvoert. Hennart: “Hij geeft blijkt van overleg, maar van dat overleg blijft niets over.”

Bron » De Morgen