Wat is een onderzoekscommissie?

De kans is groot dat er een parlementaire onderzoekscommissie komt naar aanleiding van de aanslagen in Brussel en de heisa rond één van de daders, Ibrahim El Bakraoui. Maar wat houdt zo’n onderzoekscommissie precies in? We leggen het uit.

Een parlementaire onderzoekscommissie beschikt over de bevoegdheden van een onderzoeksrechter in een gerechtelijk onderzoek. Sinds 2000 werd het instrument drie keer gebruikt door de Kamer: voor een onderzoek naar het faillissement van Sabena, naar grote fiscale fraude en naar mogelijke wanpraktijken in het Fortis-dossier. De Kamerleden willen nu een onderzoekscommissie oprichten rond het terreurdossier en de vraag of ons land meer had kunnen doen om de daders de pas af te snijden.

Onderzoekscommissies zijn in het leven geroepen om het beleid van de huidige of van voorgaande regeringen te controleren op grote tekortkomingen. Ze worden samengesteld evenredig met de grootte van de fracties in de plenaire vergadering. De duur van het onderzoek moet op voorhand worden vastgelegd.

In de toegewezen periode kunnen de parlementsleden zich gedragen als onderzoeksrechter. Ze kunnen getuigen oproepen en onder ede verhoren, die getuigen met elkaar confronteren, documenten opvragen en in beslag laten nemen, huiszoekingen laten uitvoeren en plaatsbezoeken organiseren. De commissie kan ook een beroep doen op de Comités P en I, die toezicht houden op de werking van respectievelijk de politie en de inlichtingendiensten. Voor sommige onderzoeksdaden moet de commissie wel een verzoek tot de eerste voorzitter van het hof van beroep richten, die vervolgens de bevoegde magistraten aanwijst.

De commissieleden kunnen beslissen welke vergaderingen openbaar of gesloten zijn. De parlementsleden zijn gehouden aan een geheimhoudingsplicht over de informatie die in vergaderingen met gesloten deuren werd gegeven. Hun medewerkers moeten bij de installatie van de onderzoekscommissie de eed afleggen waarin zij onder meer ook die geheimhoudingsplicht beloven na te leven. Het verslag van de parlementaire onderzoekscommissie is hoe dan ook openbaar.

Bron » Gazet van Antwerpen

Magistraten waarschuwen voor nieuwe acties tegen wantoestanden bij justitie

Vijf magistratenverenigingen klagen in een brief aan minister van Justitie Koen Geens (CD&V) de aanslepende mistoestanden in het gerecht aan. Een jaar na hun actie in het justitiepaleis van Brussel (op 20 maart 2015) stellen zij vast dat de situatie nog slechter is geworden. De onafhankelijke werking van het gerecht wordt bedreigd, klinkt het.

Op 20 maart 2016 is het een jaar geleden dat leden van de rechterlijke macht – magistraten, griffiers, personeel van de griffies en de parketten – in het justitiepaleis van Brussel samenkwamen voor een actie die uniek is in de geschiedenis van het Belgisch gerecht. Zij richten toen een oproep aan de federale regering om de wantoestanden in het gerecht te erkennen en maatregelen te nemen om het gerecht terug te laten functioneren zoals de grondwet dat vereist.

Volgens de actievoerders is de grondwettelijk verankerde onafhankelijkheid van justitie door de besparingsmaatregelen van de voorbije jaren en door twee nieuwe wetten van 1 december 2013 en 18 februari 2014 immers niet langer gegarandeerd.

Eén jaar na hun actie stellen de magistratenverenigingen vast dat de toestand zelfs nog erger is geworden. In hun brief aan de minister citeren zij ondermeer de onderbezetting in de verschillende rechtsinstanties, de toegenomen moeilijkheden voor magistraten om rechtsdocumentatie te consulteren en het project van de minister voor beheersautonomie.

Zij zien zich nu verplicht opnieuw te reageren. De Nederlandstalige Vereniging van Magistraten, het Koninklijk Verbond van de Vrede- en Politierechters, Magistratuur en Maatschappij, de Association Syndicale des Magistrats en de Union Professionelle de la Magistrature hebben daarom besloten te mobiliseren rond de eerste verjaardag van hun actie op 20 maart.

In hun open brief aan minister van Justitie Geens stellen de vijf organisaties zes eisen, die volgens hen onontbeerlijk zijn om in de 21ste eeuw een waardige rechterlijke macht en een functionerende rechtstaat te waarborgen, die in alle onafhankelijkheid aan de burgers kwaliteitsjustitie kan bieden:

  1. de volledige invulling van de wettelijke kaders en de onmiddellijke publicatie van de openstaande plaatsen vooruitlopend op nakende vertrekken;
  2. een begroting die aan de reële menselijke en materiële behoeften beantwoordt en het Europees gemiddelde van 2,2 procent van de overheidsbegroting benadert, zoals die in 2014 werd opgesteld door de European Commission for the Efficiency of Justice van de Raad van Europa van 2014;
  3. een reële beheersautonomie volgens het model voorgesteld door het Hof van Cassatie op basis van een door het parlement vastgelegde dotatie, met controle achteraf door het Rekenhof;
  4. arbeidsvoorwaarden qua infrastructuur, veiligheid, informaticamaterieel en rechtsdocumentatie die kwalitatief werk bevorderen;
    de indiening van het wetsvoorstel voor het pensioenstelsel voor magistraten dat door de Adviesraad van de magistratuur werd goedgekeurd;
  5. de waarborg van een gerechtsapparaat toegankelijk voor iedereen door middel van het werkingsprincipe van justitie dicht bij de mensen en door middel van een reële opwaardering van de rechtsbijstand voor de burgers.

Zonder duidelijk engagement van minister van Justitie Geens tegen 20 maart 2016 zien de magistratenverenigingen zich verplicht om in overleg met alle actoren van het gerecht noodzakelijke acties te ondernemen.

Bron » De Wereld Morgen

Wie handlangers durft verraden, krijgt genade

Volgens CD&V is er vandaag een ‘voldoende groot draagvlak’ om een wettelijke spijtoptantenregeling in te voeren. Maar niet iedereen kan er zomaar een beroep op doen. De procureur krijgt een sleutelrol.

“In terrorisme­dossiers is informatie het hoogste goed. Maar momenteel heeft ons gerechtelijk systeem weinig te bieden aan mensen die informatie willen geven. Er bestaat een getuigenbeschermingsprogramma, maar dat geldt alleen voor mensen die getuige zijn geweest van criminele feiten. (…) We moeten overwegen om spijtoptanten toe te laten.” Dat zei federaal procureur Frédéric Van Leeuw enkele weken geleden in deze krant (DS 20 februari).

Ook zijn voorganger Johan Delmulle pleitte er al voor. CD&V-kamerleden Raf Terwingen, Sonja Becq en Servais Verherstraeten komen nu aan die vraag tegemoet met een wetsvoorstel, dat straks in de commissie Justitie wordt besproken.

1. Voor wie geldt de spijt­optantenregeling?

Het gaat volgens CD&V om een uitzonderlijke gunstmaatregel, die gekoppeld wordt aan enkele voorwaarden. Zo moet de informatie die de spijtoptant geeft, belangrijk genoeg zijn én ondersteund worden door ander bewijsmateriaal. Er moet een zekere proportionaliteit zijn tussen het misdrijf dat de spijtoptant gepleegd heeft, en het voordeel dat hij verwerft.

De gunstmaatregel mag alleen als ultimum remedium of laatste redmiddel worden gebruikt, als alle gewone opsporings- en onderzoekstechnieken niet volstaan (het zogeheten ‘subsidiariteitsbeginsel’, red.). En ten slotte mag hij niet worden toegepast als de dader zélf zeer ernstige misdrijven heeft begaan.

De procureur – hetzij de procureur des Konings, hetzij de federaal procureur – krijgt een sleutelrol. Hij tekent een schriftelijk memorandum met de spijtoptant, houdt een register bij en ziet erop toe dat eventuele slachtoffers worden vergoed. Het zal de rechter zijn die finaal oordeelt over de afgesproken voordelen en de betrouwbaarheid van de verklaringen.

2. Komt terrorist Salah ­Abdeslam in aanmerking?

Dat is maar de vraag, natuurlijk. In het eerder genoemde interview zei federaal procureur Van Leeuw daarover: “Het lijkt erop dat hij te ver is gegaan, maar hij had inderdaad de perfecte spijtoptant kunnen zijn.” Lees: als hij vóór de aanslagen in Parijs had besloten af te zien van zijn plan, had hij de politie kunnen helpen de aanslagen te verijdelen en zou hij eventueel in aanmerking zijn gekomen.

Raf Terwingen blijft voorzichtig: “Ons voorstel gaat ook over ­terreurdossiers, maar laat het aan de federale procureur over om een inschatting te maken. Misschien heeft Abdeslam toch al wat te veel op zijn kerfstok om de gunstmaatregel te genieten.”

3. Wat houdt de ‘schikking’ voor de spijtoptant in?

CD&V wil de mogelijkheid bewust niet tot één bepaalde fase van het proces beperken. Als de spijtoptant informatie deelt vóór hij zelf voor de rechter is verschenen, kan de procureur besluiten om hem niet te vervolgen.

Dan moet hij wel een volledige verklaring afleggen en getuigen tegen de persoon waarover hij info versterkte. Deelt hij zijn informatie pas tijdens de procedure, dan kan hij strafvermindering krijgen. Als hij al veroordeeld is, kan de procureur een gunstig advies verlenen in het kader van een voorwaardelijke vrijlating.

4. Is er een politieke meerderheid voor te vinden?

Het voorstel wordt pas vandaag een eerste keer besproken, wellicht dienen andere partijen enkele amendementen in. Voor CD&V is het in elk geval een prioriteit – het stond ook al in het Justitieplan van haar bevoegde minister, Koen Geens.

“Vermoedelijk zullen we hoorzittingen organiseren,” zegt Terwingen, “om hopelijk rond de paasvakantie in de commissie tot een stemming te komen. We beseffen dat dit een gevoelig onderwerp is en onderkennen de ethische bezwaren en risico’s. Maar gelet op de evolutie van criminaliteitsfenomeen en het feit dat het parket al lang vragende partij is, menen wij dat er een politiek momentum is om dit goedgekeurd te krijgen.”

Bron » De Standaard

CD&V wil genade voor wie handlangers durft verraden

Daders van zware criminaliteit, ook terroristen, overtuigen om te breken met hun milieu en te praten met de politie. De commissie Justitie bespreekt vandaag het voorstel voor een spijtoptantenregeling. CD&V is voor.

“Personen die betrokken zijn bij zware criminaliteit, bijvoorbeeld terreur, beschikken vaak over zeer waardevolle informatie, zowel over hun organisatie als over gepleegde of geplande misdrijven”, zegt kamerlid Raf Terwingen (CD&V). “Sommigen willen ermee naar buiten treden, maar riskeren dan zelf vervolging. Wij pleiten voor een wettelijke regeling voor spijtoptanten.”

Terwingens wetsvoorstel bevat een aantal voorwaarden. Zo moet de info die de spijtoptant verstrekt, voldoende wegen ten opzichte van het misdrijf dat hij gepleegd heeft. De regeling blijft een uitzonderlijke gunst, een laatste redmiddel. De beoordeling – geval per geval – ligt in handen van de procureur. “We willen de regeling ook mogelijk maken als het proces al bezig is, en zelfs als de spijtoptant al veroordeeld is.”

Terwingen maakt zich sterk dat voor zijn wetsvoorstel een meerderheid te vinden is. “Het maatschappelijk draagvlak is gevoelig toegenomen, ik reken erop dat we, na hoorzittingen, binnenkort over het voorstel stemmen.”

Bron » De Standaard

Privacycommissie: “Algemene database voor vingerafdrukken is onaanvaardbaar”

De algemene opslag van vingerafdrukken is strijdig met het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens. Dat stelt de Privacycommissie in een reactie op de uitspraken van minister Jan Jambon, die wil onderzoeken of een database mogelijk is. “Maar we willen daar uitgebreid op ingaan”, aldus de commissie.

Minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA) toonde zich bij zijn werkbezoek aan Marokko vandaag vol lof over de uitgebreide database van vingerafdrukken daar. “We moeten onderzoeken in welke mate zoiets haalbaar is. Ik denk dat de privacycommissie er eens goed over moet nadenken.”

“In de mate dat er daarvoor een vraag gesteld wordt, zal de Privacycommissie daar uitgebreid op ingaan”, klinkt het in een eerste reactie van die commissie, die echter niet gewonnen lijkt voor het idee. “Vandaag is er een brede consensus in de Raad van Europa dat een dergelijke algemene verplichting niet overeenstemt met de geldende wetgeving.”

“Een veralgemeende opslag van vingerafdrukken kan niet worden aanvaard en is strijdig met artikel 8 van het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens”, verwijst de Privacycommissie naar de bescherming van het privéleven.

“Dit staat niet in de weg dat in bepaalde omstandigheden de vingerafdrukken van bepaalde personen (veroordeelden) wel worden opgeslagen door politie en justitie”, besluit de commissie. “Dit is trouwens al decennia het geval in België, net zoals in de meeste andere landen.”

Bron » De Morgen