Staatsveiligheid volgt twee federale parlementsleden

De veiligheidsdienst van de Belgische staat houdt twee federale parlementsleden in het oog. Dat blijkt uit eenantwoord van minister van Justitie Stefaan De Clerck (CD&V) aan senator Yves Buysse (Vlaams Belang).

De namen van de Kamerleden zijn niet bekend. Maar het is een publiek geheim dat de Staatsveiligheid vooral interesse toont in parlementsleden van zeer rechtse en linkse partijen. De parlementsleden worden niet wegens hun politieke activiteiten gevolgd, maar om wat ze ‘in hun privésfeer’ doen, schrijft de krant De Standaard.

Sinds mei vorig jaar is de Staatsveiligheid verplicht aan de minister van Justitie een ‘waarschuwingsnota’ over te maken, telkens ze een federaal parlementslid in de gaten wil houden. Die regeling is er gekomen nadat commotie was ontstaan over een verslag van het Comité I, waaruit bleek dat de Staatsveiligheid 193 dossiers van politici had aangelegd.

Bron » De Morgen

Geen geld voor onderzoek naar moord op Julien Lahaut

Er is voorlopig geen geld om een wetenschappelijk onderzoek naar de moord op Julien Lahaut te voeren, zoals de Senaat unaniem in een resolutie had gevraagd. Dat liet minister van Wetenschapsbeleid Sabine Laruelle weten aan CD&V-senator Pol Van Den Driessche, de initiatiefnemer van de resolutie. Van Den Driessche heeft als politicus begrip voor de beslissing, maar is “triest” als historicus.

Op 18 augustus 1950 werd de voorzitter van de toenmalige communistische partij, Julien Lahaut, vermoord. Zijn dood werd in verband gebracht met het feit dat hij bij de eedaflegging van koning Boudewijn in het parlement “Vive la république” had geroepen. Het gerechtelijk onderzoek naar de moord leverde niets op, maar de jongste jaren kwamen nieuwe feiten en getuigenissen aan het licht en volgde er ook een bekentenis.

In de resolutie wordt het onderzoek toegewezen aan het Studie- en Documentatiecentrum Oorlog en Hedendaagse Maatschappij (Soma), dat eerder al het onderzoek uitvoerde naar de Jodenvervolging in België. Soma-directeur Rudi Van Doorslaer meende dat drie postdoctorandi gedurende twee jaar dienden te worden aangeworven. Hij schatte de kosten van het onderzoek op 800.000 euro. “Tijdens de bilatere begrotingsbesprekingen voor het budget Wetenschapsbeleid 2010 heb ik hiervoor een specifiek budget gevraagd, maar dit werd in dit stadium ongunstig beoordeeld”, laat Laruelle in een brief aan de CD&V’er weten.

Van Den Driessche begrijpt “als politicus” dat dit veel geld is in de huidige budgettaire toestand, maar “als historicus” bloedt zijn hart omdat het hier gaat om een deel onverwerkt verleden. Het is voor hem belangrijk om de echte grond van de zaak te kunnen doorgronden. Was er een Europees netwerk? Speelde het koningshuis een rol? Er zijn niet veel politieke moorden gepleegd in België, maar bijvoorbeeld in de moord op André Cools blijven ook nog altijd heel wat vragen.

De senator wijst erop dat er nog slechts een paar levende getuigen zijn en de tijd dus dringt. Daarom wil hij kijken of hij geen ultiem potje kan ontdekken, bijvoorbeeld in de Senaat, om het onderzoek te bekostigen. Eventueel wil hij over enkele jaren, als er meer budgettaire bewegingsruimte is, een nieuwe poging wagen.

Bron » De Tijd

Lode Van Outrive overleden

De linkse politicus en hoogleraar emeritus criminologie, Lode Van Outrive, is overleden thuis in Herent. Van Outrive was 77 jaar en leed aan een slepende ziekte. Van Outrive maakte aan de KU Leuven naam aan de afdeling criminologie, voornamelijk op de domeinen strafrecht en strafvordering. Professor Van Outrive was ook een tijd voorzitter van de Liga voor Mensenrechten. Van 1989 tot 1994 zetelde hij voor de toenmalige SP in het Europees parlement.

Regelmatig kwam hij in botsing met de partijtop die volgens hem te veel naar het centrum was verschoven. De sp.a omhelsde het liberalisme, vond Van Outrive. “Wij vroegen een volksraadpleging rond de Europese grondwet, omdat we van oordeel waren dat het ontwerp niet deugde en in het bijzonder omdat het bepaalt dat er maar één soort economie mogelijk is, namelijk de liberale economie. Als je dan ziet dat socialistische partijen die grondwet steunen, dan is dat toch onbegrijpelijk”, verklaarde hij destijds.

Toen reeds vond hij een medestander in ex-volksvertegenwoordiger Jef Sleeckx en werkte hij nauw samen met Georges Debunne, die op dat moment het Europees Vakverbond leidde. Anno 2006 stond dit trio aan de wieg van het Comité voor een Andere Politiek (CAP) dat deelnam aan de federale verkiezingen van 2007. Eén van de motieven daarbij was het verzet tegen het Generatiepact van de paarse regering.

Van Outrive was nog steeds lid van het CAP, maar was niet meer echt actief gezien zijn gezondheidsproblemen het laatste jaar. De uitvaart van Lode Van Outrive zal vrijdag plaatshebben. De uitvaartplechtigheid vindt om 11 uur plaats in de Sint-Jan-de-Doper kerk, de kerk van de universitaire parochie, in het Groot Begijnhof te Leuven.

Bron » De Tijd

Staatsveiligheid nuanceert in gaten houden van politici

De Staatsveiligheid bevestigt dat ze wel degelijk dossiers heeft over Belgische politici, maar nuanceert de informatie. Ze benadrukt dat het gaat om dossiers over burgers en niet over de politieke activiteit van die burgers. De krant De Morgen schreef dat de Staatsveiligheid ongeveer tweehonderd dossiers heeft over Belgische politici, van wie een vijftigtal ministers of parlementsleden in functie.

De informatie kwam uit een vertrouwelijk rapport van het Comité I, dat toezicht houdt op de inlichtingendiensten, en wordt op een “verdraaide manier voorgesteld”, zegt de Staatsveiligheid in een mededeling. De Staatsveiligheid is inderdaad in het bezit van een beperkt aantal “dossiers” van burgers die een activiteit hebben waarvan de opvolging kadert in de Wet houdende regeling van de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten van 30 november 1998, luidt het.

“De ‘dossiers’ waarvan sprake is, hebben betrekking op burgers en niet op de eventuele politieke activiteit van deze burgers. Meestal werden de ‘dossiers’ zelfs geopend voordat deze personen lid werden van een politieke partij.” De Staatsveiligheid voegt daar aan toe dat de uitdrukking “gereserveerde dossiers” die door de pers gebruikt wordt, een slecht beeld van de werkelijkheid geeft: het gaat veeleer om “beschermde dossiers”.

“Als het werk van de Staatsveiligheid betrekking heeft op een burger die later voor een overheidsmandaat verkozen wordt, wordt zijn dossier uit de normale archieven gehaald om zeer strikt en beschermd geklasseerd te worden. Het gaat hier dus om een veiligheidsmaatregel en een maatregel om de privacy te beschermen.”

Bron » De Morgen

Staatsveiligheid houdt 200 ‘extremistische’ politici in de gaten

De Staatsveiligheid bezit ongeveer 200 dossiers over Belgische politici, van wie een vijftigtal ministers of parlementsleden in functie. Dat staat in een vertrouwelijk rapport van het Comité I dat De Morgen kon inkijken. De geheime dienst houdt vooral groene en extreem rechtse politici in de gaten.

Dossiers over politici worden al sinds 1973 bijgehouden en bestaan tot vandaag, zo blijkt uit het rapport, dat onlangs werd bezorgd aan de parlementaire begeleidingscommissie die de inlichtingendiensten controleert. Het gaat om zogenaamde ‘gereserveerde’ dossiers, die buiten de normale informatiehuishouding vallen van de Staatsveiligheid. Ze kunnen enkel geraadpleegd worden door de top van de geheime dienst.

De reden daarvoor is volgens het rapport “het risico op eventueel misbruik door personeel van de Staatsveiligheid zoveel mogelijk te beperken”. Wie de geviseerde politici zijn, vermeldt het rapport niet. Eerder raakte al bekend dat de Staatsveiligheid vooral belangstelling heeft voor mandatarissen van Groen!, Ecolo en extreem rechtse partijen zoals Vlaams Belang. Minister van Justitie Stefaan De Clerck ziet geen probleem. “Wat is er vreemd aan het feit dat de vertegenwoordigers van de bevolking worden doorgelicht?”, vraagt de woordvoerder van de minister zich af.

Het bestaan van de politieke dossiers werd begin 2006 toevallig vastgesteld door het Comité I, tijdens een huiszoeking in het kader van een ander onderzoek. Het controlecomité ontdekte toen “dat er een tweehonderdtal papieren dossiers een speciaal regime genoot”. Het ging om individuele dossiers op naam van politici en niet-politici, opgeborgen in een afzonderlijke, slotvaste kast in het vroegere kantoor van Albert Raes, de legendarische chef van de Staatsveiligheid in de jaren zeventig en tachtig.

Een deel van de dossiers was spoorloos verdwenen. “Het consultatieregister dat moest worden ingevuld bij elke raadpleging van een dossier was gewoonweg blanco”, stelde het Comité I vast. Naar het hoe en waarom van die praktijken uit de tijd van Raes deed het controlecomité geen verder onderzoek, “aangezien eze definitief tot het verleden behoren”.

Daarnaast bleken er ook 95 andere ‘gereserveerde’ dossiers te bestaan over niet-politici, door het controlecomité omschreven als “personen met mogelijke sociaaleconomisch-politieke gevoeligheid, zoals mandaathouders van belangrijke bestuurlijke of gerechtelijke functies, en familieleden van Staatsveiligheidspersoneel”. Voorts vond het Comité I dertien thematische dossiers die niet in het normale circuit zaten, over extremistische stromingen of bewegingen.

Eind jaren negentig begon de Staatsveiligheid ook gedigitaliseerde informatie over politici bij te houden, een systeem dat vanaf 2000 werd veralgemeend. Onlangs stelde het Comité I vast dat er nog altijd 193 ‘gereserveerde’ dossiers bestonden, zowel in papieren als in digitale versie.

Daarvan waren er 108 actieve dossiers, dit zijn dossiers die gebruikt worden voor inlichtingenactiviteiten of spionagewerk. Van die 108 staan er 56 op naam van “mandaathouders”, lees: politici die op dat moment (februari 2008) een mandaat als minister of parlementslid hadden. De overige 85 dossiers zijn afgesloten.

Meer dan 90 procent van de politieke dossiers werd aangelegd omwille van mogelijke extremistische activiteiten van de betrokken politici of in het kader van veiligheidsonderzoeken met het oog op het afleveren van een veiligheidsmachtiging. In sommige gevallen gaat het om zeer uitgebreide dossiers van meer dan vijfhonderd documenten.

In 9 procent van de gevallen werd informatie uit dossiers over politici door de Staatsveiligheid overgemaakt aan buitenlandse inlichtingendiensten, bijvoorbeeld omdat die vroegen om een bepaalde auto te identificeren.

Bron » De Morgen