Oud-burgemeester van Molenbeek en PS-kopstuk Philippe Moureaux (79) is overleden

Philippe Moureaux, oud-burgemeester van de Brusselse gemeente Sint-Jans-Molenbeek en decennialang PS-kopstuk, is vandaag overleden. Dat meldt zijn dochter Catherine, die sinds kort burgemeester is van de Brusselse gemeente. Philippe Moureaux werd 79.

Moureaux was decennialang een kopstuk binnen de Waalse PS en was minister in verschillende federale en deelstaatregeringen in de jaren ‘80 en ‘90. In die periode werd hij de vader van de antiracisme- en vreemdelingenwet. Van 1992 tot 2012 was hij burgemeester van Molenbeek.

André Cools

Moureaux belandde in 1972 in de politiek als adviseur op het kabinet van vicepremier André Cools. Hij werd Cools’ vertrouwenspersoon en goede vriend. Toen de PS in 1974 naar de oppositiebanken verhuisde, bleef Moureaux aan als raadgever van Cools, die co-voorzitter van de partij werd.

In de periode 1977-1980 was hij kabinetschef onder verschillende ministers, tot hij in 1980 federaal minister van Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen kon worden in de regering-Martens III.

In het kabinet-Martens IV (1980-1981) behield Moureaux Institutionele Hervormingen, maar hij ruilde Binnenlandse Zaken in voor Justitie, een bevoegdheid die hij ook in de regering van Mark Eyskens (1981) bleef houden. In die periode werd hij bekend voor zijn beleid rond vreemdelingenproblematiek. Zo werd onder zijn bewind de vreemdelingenwet en de naar hem genoemde antiracismewet geschreven.

Na jaren als vicepremier en minister-president van de Franse gemeenschap werd Moureaux, die ondertussen tot Brussels Franstalig kopstuk was uitgegroeid, in 1992 ook nog eens burgemeester van Molenbeek.

Ontslag

Eind oktober 1992 diende hij voor het eerst zijn ontslag in toen hij minister van Sociale Zaken, Gezins- en Gehandicaptenbeleid was onder Dehaene. Hij vond dat hij voor zijn hervorming van de sociale zekerheid onvoldoende steun kreeg van de christendemocraten, maar op verzoek van CD&V-premier Dehaene trok hij zijn ontslag in. In mei 1993, toen de hervorming van de ziekteverzekering was afgerond, stapte hij echter definitief op en werd hij burgemeester.

Op 30 januari 1995 benoemde Koning Albert II hem tot minister van staat. Daarna werd hij verkozen tot voorzitter van de Brusselse PS-federatie en vicevoorzitter van zijn partij. In dat jaar verdween hij uit de nationale politiek om zich volledig op Molenbeek te concentreren. Hij bleef er burgemeester tot 2012. Bij de gemeenteraadsverkiezingen van afgelopen oktober slaagde zijn dochter Catherine Moureaux erin burgemeester te worden van Molenbeek.

Jihadisme

Hoewel zijn ministerschap niet onbesproken was, werd de figuur van Moureaux pas echt controversieel na de aanslagen in Parijs van november 2015. De moslimterroristen die onder andere het vuur openden in de concertzaal Bataclan hadden nauwe banden met Molenbeek. De gemeente kwam zo wereldwijd onder de aandacht als ‘jihadhoofdstad’ van Europa.

Moureaux kreeg de kritiek veel te laks geweest te zijn over het welig tierende jihadisme in zijn gemeente. Volgens critici kende Molenbeek onder zijn bewind jarenlang een wanbestuur van cliëntelisme en ‘laissez-faire’. In zijn boek ‘De waarheid over Molenbeek’ counterde hij die kritiek in 2016.

In 2017 verscheen “Portraits Souvenirs” de biografie van Moureaux, waarin hij het in zijn eigen stijl heeft over zijn ontmoetingen met de top van de Belgische politiek.

Bron » De Morgen

Politiebaas Mark De Mesmaeker: “Terreurdreiging van de jaren 80 is niet te vergelijken met die van nu”

Marc De Mesmaeker, de nieuwe topman van de federale politie, was een van de drijvende krachten achter de grote politiehervorming. Vandaag is hij het hervormen moe. “Het elastiek rekt uit tot het knapt. Onder mijn bewind komen er geen nieuwe hervormingen meer.”

Vandaag om 14.30 uur legde Marc De Mesmaeker de eed af als nieuwe commissaris-generaal van de federale politie. Toen bekend raakte dat hij de selectie voor die topfunctie glansrijk had doorstaan, kwam dat voor zijn collega’s niet als een verrassing. Maar voor de rest van België was hij een illustere onbekende.

“Daar komt vanaf nu gegarandeerd verandering in”, zegt hij in zijn allereerste interview ooit. “Niet alleen bij de politie, maar ook bij alle andere veiligheidsdiensten weten ze allang wie Marc De Mesmaeker is. En ook in de Wetstraat kennen ze me. De voorbije tien jaar was ik eerst adviseur van drie ministers van Binnenlandse Zaken, later werkte ik nauw samen met nog drie andere ministers als directeur-generaal van het het Administratief Technisch Secretariaat (SAT), de verbindingsdienst tussen de politie en Binnenlandse Zaken.”

Oorspronkelijk was u rijkswachter?

“Ja. Ik ben in 1961 geboren in Ukkel, heb eerst in Gent criminologie gestudeerd en later als werkstudent rechten aan de VUB. Mijn vader was beroepsmilitair in Duitsland, waar ik een deel van mijn jeugd heb doorgebracht. Op mijn vijftiende kwam ik in de cadettenschool in Laken terecht. Dat was geen Disneyland. Ik koos zelf met veel overtuiging voor de rijkswacht. Midden jaren 80 belandde ik zo in Wilrijk.”

In die tijd heerste er ook terreurdreiging: die van de Cellules Communistes Combattantes (CCC) en van de Bende van Nijvel.

“De terreurdreiging van toen is niet te vergelijken met die van nu. Vandaag is het terrorisme nog omvangrijker en ingrijpender. De aanslagen van de laatste jaren zijn veel grootschaliger, met verschrikkelijke gevolgen. De Bende van Nijvel reken ik trouwens niet bij terreur, want dat was zware criminaliteit.”

Zijn de politieagenten op straat voldoende beschermd tegen de huidige terreurdreiging? Of moeten ze net als de op straat patrouillerende soldaten ook hun eigen kogelvrije vesten kopen?

“Onze kogelwerende vesten zijn geleverd. Er is steeds meer beschermingsmateriaal beschikbaar, al moeten er nog een paar stocks worden aangevuld. Maar de meeste agenten op straat hebben geen grote materiaaltekorten.”

De grootste kritiek op u is dat u een dossiervreter zou zijn die nooit met zijn bottines in de modder heeft gestaan.

“Mijn echte terreinervaring dateert inderdaad van toen ik twee jaar pelotonscommandant in Wilrijk was. Maar ik wil dat zogenaamde ‘gebrek aan ervaring op het terrein’ toch nuanceren. U mag echt niet denken dat mijn werk in de Wetstraat uit louter administratie bestond. Integendeel.”

“Ik durf zeggen dat een kwart van mijn tijd gelinkt was aan zaken uit de praktijk die moesten worden opgelost. Ik was ook voorzitter van het onderhandelingscomité voor de politiediensten en voerde zo intense gesprekken met de vakbonden over zeer reële problemen. Ik heb dus veel indirecte terreinervaring.”

De politievakbond Sypol heeft het er moeilijk mee dat u net als uw voorganger Catherine De Bolle uit de rijkswacht stamt. Bij Sypol zijn vooral mensen van de gewezen ‘gerechtelijke politie bij de parketten (GPP)’ aangesloten. Zij voelen zich in de kou gezet.

“Iedereen die, zoals ik, bij de grote politiehervorming van 1998 zijn verantwoordelijkheid nam en zijn borst natmaakte, heeft daarmee niet enkel vrienden gemaakt. Sommigen vinden nog steeds dat hun korps benadeeld werd bij de integratie van rijkswacht, gemeentepolitie en GPP. Sypol is een erkende vakbond die zijn mening mag verkondigen, maar misschien is het twintig jaar na datum tijd om die pagina definitief om te slaan.”

“De grote politiehervorming kwam er na woelige tijden. In de jaren erna ging de onrust niet meteen liggen omdat er nog heel wat structurele hervormingen volgden. Vanaf begin jaren 90 was er elke vijf jaar wel een reorganisatie. Het begon met de demilitarisering, gevolgd door het Pinksterplan, de ‘kleine politiehervorming’, de ‘grote politiehervorming’, een reorganisatie in 2006 en nog een in 2014. Hoeveel ondernemingen krijgen dat allemaal verteerd? Onze agenten verdienen een onderscheiding omdat ze al die hervormingen zo goed hebben doorstaan. Zolang ik commissaris-generaal ben, komt er geen nieuwe grondige hervorming meer van de structuren van de federale politie.”

Is dat kritiek op de beleidsmakers die al die hervormingen hebben geprogrammeerd?

“Helemaal niet. Die hervormingen waren zinvol, maar het elastiek rekt uit tot het knapt. We hebben dat punt bereikt. Er komen geen hervormingen meer. Voortaan zullen de mensen zich volledig kunnen concentreren op inhoud en kwaliteit van hun werk. Om dat te vergemakkelijken zal de federale politie intern moderner moeten worden aangestuurd.”

“Procedures moeten sneller en beter, net als de selectie en rekrutering van nieuwe krachten. Regels en procedures zullen moeten worden versoepeld, zodat we bij aankopen korter op de bal kunnen spelen. We moeten echt anders gaan werken. Neem de smartphone: een agent op het terrein zou zowat alle informatie die hij nodig heeft op één scherm moeten kunnen consulteren.”

Politieagenten hebben geen smartphone van het werk?

“Sommigen wel, maar velen nog niet. We zijn nu volop met die digitalisering bezig. Zo winnen we tijd en middelen.”

Hoe belangrijk is diversiteit voor u?

“Zeer belangrijk. We zijn nu bezig met het oprichten van een Directie Beveiliging. Zij zal 1.600 personeelsleden tewerkstellen voor de bewaking van onder andere kerncentrales, luchthavens en rechtbanken. Ik zie dat als een gigantische kans om de diversiteit binnen ons korps op te krikken. Want er zal worden gerekruteerd onder mensen die geen hoger diploma hebben behaald. Later kunnen ze dan na een opleiding eventueel inspecteur worden.”

Op donderdag 17 mei overleed het tweejarige vluchtelingenmeisje Mawda door een politiekogel. Op dinsdag 29 mei werden twee agentes vermoord door een geradicaliseerde draaideurcrimineel. Het ene moment was de politie kop van Jut en het andere moment was het medeleven massaal.

“Die twee drama’s tonen duidelijk hoe moeilijk en delicaat het beroep van politieman of -vrouw is. De ene dag zijn er omstandigheden waardoor je je verplicht voelt om je wapen te trekken; de andere dag word je misschien zelf onder vuur genomen. Dat is niet vanzelfsprekend.”

Hebt u ooit onder vuur gelegen?

“Nee.”

Naar het schijnt hebt u ook nog nooit een lijk gezien.

“Toch wel, meerdere zelfs. Tijdens mijn opleiding criminologie heb ik autopsies meegemaakt en mijn eerste dodelijke slachtoffer zag ik tijdens mijn stage, bij de vaststelling van een verkeersongeval. In de profielomschrijving voor commissaris-generaal staat trouwens niet dat die een lijk moet hebben gezien.” (lacht)

Is dit de job van uw leven?

“Ja. Ik heb een heel divers parcours bij de politie achter de rug. Ik heb operationele en academische ervaring, was manager en ken na tien jaar in de Wetstraat de politiek. Al die ingrediënten samen vormen een goede basis voor deze job. Ik ben redelijk optimistisch over de toekomst van de federale politie. Ik start niet met wantrouwen of schrik.”

Is het een voordeel dat u minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon goed kent?

“Het is een groot voordeel dat ik tien jaar Wetstraat-ervaring heb, met zes ministers van Binnenlandse Zaken van diverse partijen, zowel Vlaamse als Franstalige. Ik heb alle zes correct gediend.”

Doordat u met al die verschillende ideologieën en strekkingen hebt samengewerkt, weet niemand wat uw strekking is.

“De wet zegt ondubbelzinnig dat politieambtenaren openlijk geen uiting mogen geven van hun politieke overtuiging. Maar maak u geen zorgen: bij verkiezingen stem ik altijd doelbewust.”

Bron » De Morgen

Zoon reageert op aantijgingen dat Paul Vanden Boeynants kopstuk Bende van Nijvel was. “Een dode iets in de schoenen schuiven, is makkelijk”

“Het zal niet de laatste keer zijn dat mijn vader gelinkt wordt aan de Bende van Nijvel”, zegt Christian Vanden Boeynants, zoon van ex-premier Paul VDB. “Hij zou in het zadel gehesen worden na een golf van terreur? Nonsens. Een dode iets in de schoenen schuiven is makkelijk.”

Michel Libert wond er in een nieuw interview geen doekjes rond: de nummer twee van Westland New Post, een organisatie die door de onderzoekers naar de Bende van Nijvel beschouwd wordt als een mogelijke wieg voor leden van de Bende, wees met een beschuldigende vinger naar ex-premier Paul Vanden Boeynants. “Hij werd genoemd in elke opdracht die wij kregen, in elk rapport”, verklaarde hij. “Hij was een kopstuk van onze organisatie. Hij was onze baas.”

Zo’n uitspraak klinkt als muziek in de oren van al wie gelooft in het politieke complot achter de Bende. VDB was in de woelige jaren 80 een vooraanstaand figuur binnen ­CEPIC, een veeleer rechts georiënteerde vleugel binnen de Franstalige christendemocraten. Meermaals werd in het Bendeonderzoek geopperd dat, áls het de bedoeling geweest zou zijn om met terreur een strenger politiek regime te installeren, VDB dan als kopman naar voren geschoven zou worden door de daders. Maar alle speurwerk ten spijt, twee parlementaire commissies inbegrepen, werd nooit enige betrokkenheid van de ex-premier aangetoond.

“Het is niet de eerste keer, en helaas ook niet de laatste keer, dat de naam van mijn vader besmeurd wordt door hem te verbinden aan die dramatische vlaag van overvallen”, reageert zoon Christian Vanden Boeynants. “Het is makkelijk om een dode de schuld in de schoenen te schuiven. Hij kan daar per definitie niet op reageren. Maar, zoals mijn vader zei: Trop is te veel. Het wordt tijd om daarmee op te houden.”

“Ik vrees echter dat het tegendeel zal gebeuren”, voegt Christian Vanden Boeynants er nog aan toe. “Misschien moeten wij, tegen beter weten in, de steeds terugkerende storm over onze hoofden laten passeren.”

Bron » Het Nieuwsblad

Michel Libert wijst oud-premier Vanden Boeynants aan als kopstuk bij extreemrechtse Westland New Post

In een interview met TV Oost noemt Michel Libert de anonieme getuige die hem aanduidt als ‘De Reus’ van de Bende van Nijvel “psychisch gestoord”. Hij sluit niet uit dat leden van het extreemrechtse Westland New Post deel hebben genomen aan de moord- en roofpartijen van de Bende. Overigens beweert Libert dat oud-premier Paul Vanden Boeynants het kopstuk van de extreemrechtse organisatie is.

Libert noemt de in 2001 overleden Vanden Boeynants tijdens het gesprek “onze baas”. “Hij was niet alleen, maar hij was een kopstuk”, zo zegt Libert, die zelf regelmatig als de nummer twee van WNP wordt aangeduid.

Libert kwam eerder deze maand nog in het nieuws omdat hij door een nieuwe getuige “De Reus” van de Bende van Nijvel werd genoemd. Libert doet die beschuldiging zondag af als leugens. “Die man heeft psychische problemen”, zo stelt hij.

Wel geeft hij toe dat er een link tussen WNP en de Bende van Nijvel kan bestaan. Hij verwijst daarbij naar Christian E., die volgens Libert van plan was om samen met enkele huurlingen zelf “terreur te zaaien”.

Bron » Gazet van Antwerpen

Advocate Paul Vanden Boeynants vindt beschuldigingen in zaak bende van Nijvel belachelijk en schandalig

De beschuldigingen die gewezen Westland New Post-lid Michel Libert uit aan het adres van de vroegere eerste minister Paul Vanden Boeynants, zijn belachelijk en schandalig. Dat zegt meester Véronique Laurent, de advocate van de familie Vanden Boeynants. In een interview dat zondag werd uitgezonden door de regionale zender TV Oost zei Libert dat Vanden Boeynants een kopstuk was van die extreemrechtste organisatie.

Libert noemt de in 2001 overleden Vanden Boeynanst tijdens het gesprek “onze baas”. “Hij was niet alleen, maar hij was een kopstuk”, zei Libert, die zelf regelmatig als de nummer twee van WNP wordt aangeduid.

Het interview zondagavond was ook niet de eerste maal dat Libert de naam van Vanden Boeynants liet vallen. In 1992 was Libert te gast in een debat op de RTBF, naar aanleiding van een documentaire van BBC over het Gladio-netwerk, dat gelinkt werd met de Bende van Nijvel. In het BBC-programma erkende Libert dat hij voor Westland New Post verkenningsopdrachten uitvoerde in supermarkten, maar deelname aan overvallen op warenhuizen heeft hij altijd ontkend.

Libert verklaarde in het debat dat hij meer dan 50 personen, onder wie hooggeplaatsten, “zonder ze te beschuldigen”, in verband kon brengen met WNP. “We zien Vanden Boeynants (…) opduiken in elke missie, in elk rapport. Dat is niet per toeval”, zei Libert toen.

“Deze beschuldigingen zijn belachelijk”, zegt meester Véronique Laurent. “Op die manier iemand beschuldigen die zich niet langer kan verdedigen, is bovendien schandalig.”

Bron » Gazet van Antwerpen