In Aalst, waar bij de overval op warenhuis Delhaize in 1985 acht mensen om het leven kwamen, is dinsdagmorgen de herdenkingsplechtigheid voor de slachtoffers van de bende van Nijvel gehouden. “We hebben nog iets meer dan duizend dagen om duidelijkheid te krijgen over de grootste justitiële schandvlek in de geschiedenis van ons land”, zei de Aalsterse burgemeester Christoph D’Haese (N-VA). Het dossier verjaart in 2025 en het aantal speurders op de zaak werd de voorbije jaren afgebouwd.
De laatste en meest bloederige overval van de Bende van Nijvel gebeurde op 9 november 1985 op de Delhaize in Aalst. Op de begraafplaats van Aalst in de Kerkhoflaan werden er dinsdag bloemen neergelegd aan de gedenksteen voor de slachtoffers en burgemeester D’Haese hield een toespraak.
Het onderzoek is in handen van het federaal parket maar het aantal speurders is de voorbije jaren van 27 naar 20 gegaan. “Mijn ontgoocheling is groot”, zegt burgemeester D’Haese na afloop van de herdenking. “Er werd meer capaciteit gevraagd maar deze schandvlek met 28 doden krijgt niet de aandacht die het verdient. Het is nochtans hoogdringend want in 2025 verjaart het dossier. Ik vraag de minister van Justitie om zijn verantwoordelijkheid te nemen. Het heeft er alle schijn naar dat we voor het ergste moeten vrezen”, zegt burgemeester D’Haese.
De Delhaize aan de Parklaan in Aalst werd dit jaar vernieuwd en aan het warenhuis komt ook een herdenkingsmonument, maar de omgevingsvergunning ontbreekt voorlopig. Het monument zal volgend jaar ingehuldigd worden.
Vele slachtoffers en nabestaanden hebben geen hoop meer dat het nog tot een proces komt in het onderzoek naar de Bende van Nijvel. Jef Vermassen, die optreedt voor David Van de Steen die bij die feiten zijn ouders en zijn zus verloor, hoopt nu op een verjaring van het dossier. Daardoor zou het dossier publiek kunnen worden en zouden er namen kunnen genoemd worden. Een nieuwe verlenging van de verjaringstermijn, die in 2015 met tien jaar verlengd werd, lijkt weinig waarschijnlijk. “Een onderzoekstermijn van 40 jaar valt nu al nog moeilijk redelijk te noemen in de Europese rechtspraak”, zegt ook D’Haese.
Klaarheid tegen 2022
Het federaal parket stelde in het jaarverslag van 2018 expliciet dat het onderzoek volgend jaar klaar moet zijn als men tot een vonnis wil komen. “Bij de federalisering van het dossier was dan ook reeds een plan opgemaakt van de toekomstige structuur waarbinnen de onderzoekers zouden functioneren, alsook van de grote lijnen van het onderzoeksopdrachten zelf. (..) Hierbij werd ook duidelijk gesteld dat aangezien het dossier in 2025 definitief verjaart, en het uiteindelijke doel van het dossier moet zijn om tot vervolging en berechting van de daders te komen, het onderzoek klaarheid dient scheppen tegen 2022, gezien zeker 3 jaar nodig zijn om tot een vonnis te komen. Een tweede conditio sine qua non was de beschikking over voldoende speurders, analisten en materieel.”
In het jongste jaarverslag van 2019 wordt niet meer in detail gegaan over de nakende verjaring. “Het onderzoeksplan dat tot op vandaag nog steeds wordt gehanteerd bestaat erin dat er heel fel wordt ingezet op de nieuwe wetenschappelijke mogelijkheden om sporen verder uit te putten. Anderzijds worden de nieuwste opsporingsmethodes gebruikt om het onderzoek naar de daders/opdrachtgevers van de feiten vooruit te helpen”, meldt het jaarverslag.
Bron » Het Nieuwsblad