Informant stond onder bevel van Al Qaida

De Belgisch-Marokkaanse terrorist Abdelkader Belliraj kreeg zijn orders rechtstreeks van Al Qaida terwijl hij als geregistreerde informant van de Belgische Staatsveiligheid werkte. Dat verklaart een hoge Belgische politiebron aan De Morgen.

“Belliraj heeft in 2001 een reis naar Afghanistan gemaakt”, zegt de politiebron. “En in Afghanistan heeft hij een bezoek gebracht aan Ayman al-Zawahiri, de nummer twee van Al Qaida en directe medewerker van Osama bin Laden. Daar heeft Belliraj bepaalde opdrachten gekregen van Zawahiri. Dat blijkt uit elementen van het Marokkaanse gerechtelijk onderzoek naar de terreurgroep die onder leiding stond van Belliraj.”

Eind vorige week bleek dat Belliraj al ten minste sinds 2000 optrad als geregistreerde en betaalde informant van de Belgische Staatsveiligheid. Vrijwel zeker werkte de man tegelijkertijd als informant voor een buitenlandse geheime dienst, mogelijk de Franse DGSE of de Amerikaanse CIA. “De Amerikaanse inlichtingendienst staat in Marokko sterker dan de Franse geheime dienst”, preciseert onze bron.

“Dit is de grootste terrorismezaak die België ooit heeft gekend”, zegt de hooggeplaatste politieman over de ontmanteling van de terreurgroep rond Belliraj. Hij noemt het “vrijwel zeker” dat Belliraj verantwoordelijk was voor zes onopgehelderde politieke moorden die in de jaren tachtig in ons land werden gepleegd, onder meer op de imam van de Grote Moskee in Brussel en op de Joodse leider Joseph Wybran.

Belliraj zou ook ten minste twee gewapende hold-ups op geldtransporten van Brinks in Zaventem en Luxemburg op zijn actief hebben. Met de buit van die overvallen werd het wapenarsenaal gekocht, dat de Marokkaanse politie enkele weken geleden heeft ontdekt. “In wiens opdracht de zes politieke moorden werden uitgevoerd, moet het onderzoek nog uitmaken”, stelt de politieman. “Maar Belliraj begon zijn terroristische carrière in de jaren tachtig voor rekening van de Palestijnse verzetsbeweging Hamas.”

“De bekentenissen van Belliraj zijn zeer gedetailleerd en zeer geloofwaardig”, weet de bron. “Dat zijn verklaringen onder druk zouden zijn afgelegd, is een kwakkel.” Een zeskoppige delegatie van de federale politie is gisteren in de Marokkaanse hoofdstad Rabat aangekomen om de resultaten van het Marokkaanse onderzoek te bestuderen. Volgens de politiebron is het Marokkaanse onderzoek nog niet afgesloten. “Het volledige netwerk zit nog niet achter de tralies, er lopen nog verdachten vrij rond.”

Bron » De Morgen | Georges Timmerman

Terreurgroep van Belliraj zal nooit voor Belgische rechter staan

De kans dat de terroristische organisatie die geleid werd door de Belgisch-Marokkaanse Abdelkader Belliraj zich ooit voor de Belgische rechter zal moeten verantwoorden, is nihil. Vermits Marokko geen eigen onderdanen uitlevert, is er geen andere mogelijkheid dan de dossiers van het Belgische gerecht over moorden en hold-ups in ons land, over te maken aan het Marokkaanse gerecht.

De Belgische politiedelegatie, bestaande uit zes speurders van de federale politie, begon gisteren in Marokko aan haar factfinding-missie. De delegatie heeft als opdracht contacten te leggen met de Marokkaanse politie en te evalueren of het al dan niet nuttig is later een of meerdere rogatoire commissies naar Marokko te sturen.

Belliraj, alias Ilyass, alias Abdelkrim, wordt door het Marokkaanse gerecht beschuldigd van de moorden in 1989 op Abdullah Al Ahdal, de imam van de Grote Moskee van Brussel, en diens medewerker, op Samir Gahel-Gasoul, een werknemer van de Saoedische ambassade in Brussel, en op de Joodse leider Joseph Wybran in Anderlecht. Daarnaast zou Belliraj ook verantwoordelijk zijn voor een of twee andere onopgehelderde politieke moorden op vooralsnog niet geïdentificeerde personen, die tussen 1986 en 1989 in ons land werden gepleegd.

Voorts wordt Belliraj beschuldigd van ten minste twee hold-ups op geldtransporten van Brink’s in de loop van 2000, in Zaventem en Luxemburg, en een reeks juwelendiefstallen in België. Volgens het Marokkaanse gerecht stond hij bovendien sinds 1992 aan het hoofd van een internationaal islamitisch terreurnetwerk, dat op het punt stond om aanslagen te plegen tegen Marokkaanse ministers, hoge militairen en Joodse prominenten.

Een hooggeplaatste politiebron noemt het ‘vrijwel zeker’ dat de beschuldigingen aan het adres van Belleraj kloppen. “Het gaat om een zeer ernstige zaak”, zegt hij. “Dit is een van de grootste, zo niet de grootste terrorismezaak die België ooit heeft gekend.”

De bron stelt dat de bekentenissen die Belliraj over deze misdaden heeft afgelegd aan het Marokkaanse gerecht “zeer gedetailleerd en zeer geloofwaardig” zijn. “Het is een feit dat het wapenarsenaal dat door de Marokkaanse politie werd ontdekt, betaald werd met de buit van de twee hold-ups in Zaventem en Luxemburg. Een ander deel van de buit werd geïnvesteerd in een hotel in Marrakech, dat diende als geheim hoofdkwartier van de terreurgroep. Het gaat om een zeer goed georganiseerde groepering, die op het punt stond om een soort guerrillaoorlog te ontketenen in Marokko.”

De politie noemt het voorts “zeer verontrustend dat voor het eerst in de geschiedenis van het moslimterrorisme een duidelijke link bestond tussen de politieke bovenwereld en de terroristische onderwereld”.

Het zichtbare deel van de ijsberg was de politieke partij Al Badil al Hadari, waarvan de volledige partijtop op 18 februari werd gearresteerd. Die partij, die inmiddels door de Marokkaanse regering buiten de wet is gesteld, fungeerde als de legale politieke arm van het clandestiene terreurnetwerk. Politiebronnen vergelijken het systeem met dat van de ETA in Spanje en de IRA in Noord-Ierland, die elk eveneens over een legale politieke bovenstructuur beschikken.

Naast Belliraj behoorden ook drie andere Belgische-Marokkanen tot de groep van bijna veertig aangehouden verdachten. Vermits Marokko nooit eigen onderdanen uitlevert, is de kans dat ze in ons land voor de rechtbank moeten verschijnen onbestaande.

Sinds vorige vrijdag bekend raakte dat Belliraj jarenlang werkte als informant voor de Belgische Staatsveiligheid is de kans op een succesrijk onderzoek in ons land trouwens definitief verknald: alle mogelijke sporen zijn sindsdien allicht uitgewist.

De enige mogelijkheid is het overmaken van de oude strafdossiers door het Belgische gerecht aan het Marokkaanse gerecht, waarna de verdachte in Marokko kunnen terechtstaan voor de in ons land gepleegde misdaden.

Deze techniek van denonciatie werd vorig jaar herhaaldelijk gebruikt om Belgisch-Marokkaanse misdadigers te kunnen berechten. “De Belgische overheid is evenwel niet zo happig om te denonceren”, zegt een hoge politiebron. “Een mogelijke verklaring zijn de bezwaren tegen Marokko op het vlak van de mensenrechten.”

Bron » De Morgen | Georges Timmerman

Politievakbond betreurt verbranding informant

Dat de in Marokko aangehouden terreurverdachte Abdelkader Belliraj werd ontmaskerd als informant van de Staatsveiligheid is volgens de politievakbond Sypol betreurenswaardig. De vakbond vindt dat er in de zaak te veel vertrouwelijke informatie openbaar wordt gemaakt.

“Het inlichtingenwerk is per definitie discreet en vertrouwelijk, meestal zelfs geheim”, stelt de vakbond. “De wetgever heeft aan de Staatsveiligheid de taak toevertrouwd om de autoriteiten in te lichten over bepaalde materies. Om deze opdracht uit te voeren, steunt de Staatsveiligheid op personeelsleden die doordrongen zijn van de waarden van onze rechtsstaat en die optreden met de nodige nauwgezetheid en professionalisme. Dezelfde principes worden toegepast in de gerichte keuze van informanten, wier anonimiteit strikt behouden dient te worden.”

Het gebeurt vrijwel nooit dat de naam van een informant van de Staatsveiligheid te grabbel wordt gegooid. De identiteit van informanten behoort tot de meest gevoelige en best bewaarde geheimen van elke inlichtingendienst. In de Verenigde Staten is het zelfs strafbaar om namen van geheimagenten of hun informanten openbaar te maken.

Volgens de politievakbond is het Comité I, de parlementaire waakhond die toezicht houdt op het werk van de inlichtingendiensten, de aangewezen instantie om een onderzoek te voeren naar de zaak-Belliraj. Sypol meent dat het essentieel is voor het werk van hun leden dat de inlichtingen en dossiers een correct gevolg krijgen.

Bron » De Morgen

Zeven vragen bij de laatste ‘blunder’ van de Belgische Staatsveiligheid

Het schandaal dat eind vorige week losbarstte na het nieuws dat Abdelkader Belliraj jarenlang als informant heeft gewerkt voor de Staatsveiligheid, roept voorlopig meer vragen op dan er antwoorden zijn. Hoe kon een man die in de jaren tachtig zes politieke moorden in België zou hebben gepleegd en die sinds 1992 aan het hoofd zou staan van een buitengewoon goed georganiseerde islamitische terreurorganisatie in Marokko, al die jaren ongestoord in Evergem blijven wonen en ondertussen betaald informant zijn voor de Belgische inlichtingendienst?

1 Wat zijn de gevolgen voor Belliraj?

Dat er überhaupt een naam van een informant van de Staatsveiligheid te grabbel wordt gegooid, is spectaculair en ongezien. De identiteit van informanten behoort tot de meest gevoelige en best bewaarde geheimen van elke geheime dienst. Het leven van Belliraj is sinds vorige vrijdag geen cent meer waard. Als hij ooit uit de Marokkaanse gevangenis komt, is de kans groot dat hij in de kortste keren door zijn vroegere medestanders als verrader zal worden geëxecuteerd.

Wie zijn naam heeft gelekt, is onduidelijk. Sommigen vermoeden manipulatie uit Marokkaanse hoek.

2 Moet de Staatsveiligheid namen van informanten doorgeven?

Sinds de oprichting van het Orgaan voor de Coördinatie en Analyse van de Dreiging (OCAD), bedoeld als centraal zenuwcentrum voor de terrorismebestrijding, zijn de politie- en inlichtingendiensten op straffe van sanctie verplicht alle relevante informatie door te geven. Maar in principe kan geen enkele dienst verplicht worden de namen van informanten door te geven. Die lijst is absoluut ultrageheim, de dienst zal zelfs nooit bevestigen of ontkennen dat iemand informant was.

Als de informatie die doorsijpelt uit Marokko evenwel officieel bevestigd wordt (tot nog toe heeft geen enkele Belgische magistraat het proces-verbaal van zijn bekentenis gezien), neemt de zaak een andere wending. Als de Staatsveiligheid op de hoogte was van terroristische activiteiten van Belliraj, dan had ze dat moeten melden aan het federaal parket. En als de Staatsveiligheid niets wist, dan deed ze haar job niet goed.

3 Wat wist de Staatsveiligheid over Belliraj?

Voor een informant wordt gerekruteerd, wordt hij gescreend door de Staatsveiligheid. De vraag is hoe efficiënt die screening verliep. Na de moorden in 1989 kwam Belliraj in het vizier van het gerecht en werd hij ondervraagd, maar vrijgelaten bij gebrek aan bewijs.

Het is ondenkbaar dat iemand die ooit verdacht werd in een dergelijk zwaar gerechtelijk dossier de status van informant zou krijgen. Hij werd gerekruteerd door de Gentse buitendienst van de Staatsveiligheid in 2000, ongeveer op hetzelfde moment dat hij genaturaliseerd werd tot Belg. Het komt wel vaker voor dat de Staatsveiligheid buitenlanders rekruteert in ruil voor hun naturalisatie.

4 Wat kan het Comité I doen?

Volgens een lid van het parlementaire begeleidingscomité dat toezicht houdt op de inlichtingendiensten kan het Comité I, onder voorzitterschap van Guy Rapaille, relatief snel vaststellen of Belliraj een informant was, en welk statuut hij had. Naast geregistreerde, officieel betaalde informanten bestaan er echter ook losse, niet-officieel betaalde informanten. Zeer waarschijnlijk was Belliraj een dubbelspion, en werkte hij tegelijk voor een buitenlandse (Franse?) geheime dienst. Zolang er geen duidelijkheid is over het statuut van Belliraj zijn alle conclusies voorbarig.

5 Welke rol speelt Albert Raes?

Over deze zaak hangt de zware slagschaduw van Albert Raes, de legendarische vroegere baas van de Staatsveiligheid. Sinds zijn gedwongen vertrek is Raes ereconsul van België in Marokko, maar officieel heeft hij niets te maken met de affaire-Belliraj.

Toch heeft zijn functie weinig te maken met het verdedigen van de commerciële belangen van ons land, maar alles met inlichtingenwerk. Oude spionnen sterven immers niet. Raes blijft bij de Staatsveiligheid alomtegenwoordig achter de schermen. Zijn oude getrouwen, zoals de chef van de sectie islamterrorisme, zitten nog altijd op sleutelposities.

6 Wie heeft er belang bij een beschadiging van de Staatsveiligheid?

De affaire is een nieuwe klap voor het toch al zwaar gehavende imago van de Staatsveiligheid. In de perceptie van de publieke opinie is de zaak al bijgezet in de lange rij ‘blunders’ die de dienst blijven achtervolgen. Later, als het stof en de emoties zijn gaan liggen en er meer informatie beschikbaar is om de zaak te beoordelen, blijken lang niet alle ‘blunders’ te herleiden tot fouten van de Staatsveiligheid.

Bij het huidige schandaal stelt zich de vraag: à qui profite le crime? Bekend is dat de federale politie al jaren achter de schermen een oorlogje uitvecht met de Staatsveiligheid, vooral op het terrein van terrorismebestrijding.

Anderen wijzen in de richting van het federaal parket, dat de laatste weken zelf het mikpunt is van zware kritiek, en een bliksemafleider dus wel kan gebruiken. Een beschadiging van de top van de Staatsveiligheid zou zelfs justitieminister Jo Vandeurzen (CD&V) niet ongevallig zijn, weten liberale politici. Ook Senaatsvoorzitter Armand De Decker (MR) waarschuwt voor manipulatiepogingen. “Het in verlegenheid brengen van de Staatsveiligheid kan een doel op zich zijn”, meent hij.

7 Gaan er koppen rollen?

Als zou blijken dat Alain Winants, de chef van de Staatsveiligheid, zijn voogdijminister Vandeurzen over de zaak heeft belogen (al dan niet bewust, bijvoorbeeld omdat hij verkeerd werd geïnformeerd door zijn eigen mensen), is zijn positie onhoudbaar. In dat geval staat de liberaal Winants hetzelfde lot te wachten als zijn voorganger Koen Dassen, die twee jaar geleden het veld moest ruimen omdat hij het vertrouwen van zijn minister had verloren.

Bron » De Morgen | Georges Timmerman

Politiedelegatie vertrekt naar Marokko

Een Belgische politiedelegatie, bestaande uit zes leden, vertrekt vandaag rond 13 uur vanop Brussels Airport naar Marokko. De zending kadert in het onderzoek naar de Belgische Marokkaan Abdelkader Belliraj, die beschouwd wordt als de leider van een islamitisch netwerk. De man wordt er door de Marokkaanse autoriteiten van verdacht zes moorden in België te hebben gepleegd.

Volgens het federaal parket zullen de politiemensen tot woensdag of donderdag in Marokko verblijven. Ze hebben als opdracht contacten te leggen met de Marokkaanse politie en te evalueren of het al dan niet nuttig is later een rogatoire commissie naar Marokko te sturen, in het kader van het onderzoek naar de zes niet opgehelderde moorden en de terroristische dreiging.

Bron » De Morgen