Staatsveiligheid kijkt voortaan mee

Met de nieuwe BIM-wet kan de Staatsveiligheid misschien ook uw telefoon tappen, uw slaapkamer filmen, uw computer hacken of uw bankrekeningen controleren. De wet verschijnt begin maart in het staatsblad, en wordt in september van kracht.

Criticasters vrezen dat hij zal leiden tot ongecontroleerd gebruik van bijzondere inlichtingentechnieken. Aan overheidskant leeft de overtuiging dat de Belgische controle op misbruiken de scherpste van Europa is.

Als u op een dag, ergens aan een tapkast, een robbertje bekvecht met een agent van de Staatsveiligheid, speurt u volgens privacykruisvaarders vanaf dit najaar best even naar verborgen cameraatjes bij het binnentreden van uw slaapkamer. Of u let tijdens aangebrande telefoontjes best nog meer dan anders op de krak die een telefoontap kan verraden.

Want vanaf september kunnen agenten van de Staatsveiligheid in bepaalde omstandigheden uw slaapkamer observeren zonder dat u daar iets van merkt. Ze kunnen uw computer hacken, of met de medewerking van uw bank uw rekeningen checken en uw kluizen controleren. Dat alles met dank aan de wet op de bijzondere inlichtingenmethodes (BIM), die deze of volgende week in het staatsblad moet verschijnen, en zes maanden later definitief van kracht wordt.

De BIM-wet, die op 4 februari door de koning getekend werd, geeft de Belgische Veiligheid van de Staat en de militaire inlichtingendienst ADIV meer armslag in hun strijd tegen terroristen, bedrijfsspionnen, buitenlandse intriganten, schadelijke sekten en criminele organisaties. Vandaag mogen die inlichtingendiensten alleen de zogenaamde gewone methodes gebruiken om terreur en georganiseerde criminaliteit te bestrijden: de verkeersregels overtreden, eventueel een valse naam gebruiken, gegevensbanken van de overheid doorzoeken en speuren naar aanwijzingen van misdrijven op publiek toegankelijke plaatsen.

In de loop van september, zes maanden nadat de BIM-wet in het staatsblad verschenen is, zullen de inlichtingendiensten gebruik mogen maken van specifieke en bijzondere inlichtingenmethodes om complotten tegen het algemeen belang te kunnen indijken. Zij het in principe alleen als de klassieke manieren om inlichtingen te verzamelen niet volstaan.

Op eenvoudige vraag van de administrateur-generaal van de Staatsveiligheid of de militaire inlichtingendienst zullen ze dan de bestemmelingen en de afzenders van uw briefwisseling mogen identificeren. Of de herkomst van uw e-mails. Ze zullen u door telelenzen mogen observeren op publieke plaatsen, en de plekken waar u geweest bent ‘met technische hulpmiddelen’ mogen doorzoeken.

En als die zoektocht niet genoeg aanwijzingen oplevert, kunnen ze ook overgaan tot het gebruik van ‘uitzonderlijke inlichtingenmethodes’, en camera’s in uw slaapkamer plaatsen, of in het kabinet van uw dokter of uw advocaat. Ze kunnen uw huis zonder uw toestemming doorzoeken, uw woning observeren en uw brieven, kluizen en bankrekeningen doorploegen.

De inlichtingendiensten schreeuwen dat ze die uitbreiding van hun bevoegdheden nodig hebben om efficiënt te kunnen werken. “Met de BIM-wet zullen we eindelijk beschikken over dezelfde middelen als de omringende landen”, liet administrateur-generaal Alain Winants noteren.

Herman Matthijs, een VUB-prof die van inlichtingendiensten zijn specialiteit heeft gemaakt, treedt hem daarin bij. “De inlichtingendiensten in de ons omringende landen”, zegt Matthijs, “hebben al jaren toegang tot zulke technieken om hun werk te doen.” Lees: de Belgische inlichtingendiensten zijn altijd het kneusje van de Europese intelligence geweest.

Maar advocaten noemen de nieuwe wet een blanco cheque voor agenten die huiszoekingen willen uitvoeren, infiltraties verrichten en bijzondere opsporingsmethodes willen misbruiken. Ze vinden de BIM een gedrocht dat fundamentele grondrechten als de onschendbaarheid van de woning op de helling zet.

Het probleem zit in de controle op het gebruik van de nieuwe technieken. Hugo Vandenberghe, de CD&V-senator die mee aan de nieuwe wet geschreven heeft, vindt die ‘Europese top’. Inlichtingendiensten die gebruik willen maken van de verregaande onderzoekstechnieken moeten eerst de top van ADIV of de Staatsveiligheid overtuigen, en daarna toelating krijgen van een Bijzondere Commissie van drie (politiek benoemde) magistraten. Die commissie kan haar toelating op elk moment ook weer intrekken.

“Nederland, Luxemburg, Frankrijk en Duitsland zijn veel minder streng dan wij”, zegt Vandenberghe. “Enkel de Britten kijken even streng op de gebruikte methodes toe.”

Maar advocaten vrezen dat de voorziene controle niet zal volstaan, omdat ze enkel zal kijken of de vormvereisten vervuld zijn. Bovendien vrezen ze dat de onderzoeken die doorstromen naar het parket, niet op hun wettelijkheid getoetst zullen kunnen worden. “Ik hoop dat de Orde van Vlaamse Balies (een advocatenfederatie, FD) de dag dat de BIM-wet verschijnt naar het Europees Hof trekt om dat gedrocht zo snel mogelijk te laten vernietigen”, fulmineert de Gentse strafpleiter Walter Van Steenbrugge.

Bron » De Morgen

Kamer zet licht op groen voor bijzondere methoden inlichtingendiensten

De Kamer heeft de zogenaamde BIM-wet goedgekeurd. Het wetsontwerp regelt de gewone en bijzondere methoden die de inlichtingendiensten – de Staatsveiligheid en de militaire inlichtingendienst ADIV – mogen hanteren om gegevens te verzamelen. De stemming verliep meerderheid tegen oppositie. De sp.a onthield zich.

Het gaat onder meer over telefoontap, het doorbreken van het briefgeheim of het hacken van computers. De politie kan dat vandaag onder bepaalde voorwaarden al doen.

De oorspronkelijke tekst is een wetsvoorstel van CD&V-senator Hugo Vandenberghe. Hoewel de Kamer niet raakte aan de grote lijnen van de tekst, amendeerde ze het ontwerp wel op een aantal plaatsen. Daardoor verhuist het nu opnieuw naar de Senaat.

Bron » De Morgen

Het einde van de veldmaarschalk

Het ziet ernaar uit dat Jacques Monsieur, de grootste Belgische wapenhandelaar ooit, de rest van zijn dagen in een cel in de Verenigde Staten zal doorbrengen. Zijn vroegere contacten met diverse geheime diensten zullen hem niet meer helpen.

Jacques Monsieur, bijgenaamd de ‘veldmaarschalk’ of ‘de vos’, maakte eerder al kennis met het gevangeniswezen in België, Frankrijk en Iran. Nu komen daar wellicht ook de Verenigde Staten bij. Monsieur wordt beschuldigd van samenzwering met de Iraniër Dara Fotouhi met het oog op de verkoop van F-5-gevechtsvliegtuigmotoren aan Iran. Tegen de achtergrond van het Iraanse kerndossier wordt dezer dagen in de VS niet gelachen met wapensmokkel naar Teheran.

Monsieur, die op 31 maart 1953 in Halle als zoon van een notaris werd geboren, specialiseerde zich vanaf de jaren tachtig in de wapenhandel. Hij groeide uit tot een grote vis, wiens naam opdook bij verschillende grote oorlogen en conflicten. Hij onderhield ook goede contacten met de Mossad, de CIA, de Belgische militaire inlichtingendienst ADIV én vooral de Franse Direction de la Surveillance du Territoire (DST).

De Balkanoorlogen tussen 1991 en 1995 leverden Monsieur een belangrijke afzetmarkt op. Tijdens een onderzoek dat in 1999 tegen hem was geopend in Frankrijk, vertelde hij dat hij in 1991 door de CIA was gecontacteerd om -met de zegen van de DST- wapens te leveren aan het Kroatische leger en de Bosnische Moslims. De VN-wapenembargo’s werden zo doorbroken, wellicht met medeweten van de Navo.

Omdat hij voelde dat de grond onder zijn voeten te warm werd, besloot Monsieur in 2000 te vluchten uit Frankrijk. In het kader van het Elf-Aquitaineschandaal bleek dat ‘monsieur Monsieur’ voor rekening van de Franse oliemaatschappij in 1997 massaal wapens had geleverd aan Pascal Lissouba, de toenmalige president van Congo-Brazzaville die in het nauw werd gedreven door de opstand rond huidig president Sassou Nguesso. Omdat Lissouba’s regime viel, had Monsieur alle moeite van de wereld om een deel van de 15 miljoen dollar die de wapendeal zou opleveren, te recupereren.

Veel opties om te vluchten had Monsieur in 2000 al niet meer. Om te ontsnappen aan de gerechtelijke onderzoeken die in België tegen hem liepen, was hij al in 1993 vertrokken naar het Franse Bourges – waar hij Portugese raspaarden kweekte op zijn domein ‘Les Amourettes’. Het was daar, bij een huiszoeking in 1996, dat Franse gendarmes pakken documentatie over zijn activiteiten hadden gevonden.

Daarom besloot Monsieur naar Iran te trekken, waar hij volgens Le Soir-journalist Alain Lallemand in de loop der jaren was uitgegroeid tot de ‘import-export agent’ voor het Iraanse leger.

Na de val van de sjah in 1979 en het Amerikaanse wapenembargo, was het regime van wijlen ayatollah Khomeini wanhopig op zoek naar vervangstukken voor het Amerikaans militaire materieel dat de sjah had aangekocht. Monsieur kon daarvoor zorgen. De ‘veldmaarschalk’ leverde Teheran in volle oorlog tegen Irak Amerikaanse Stinger-raketten en bleek in zijn ijver zelfs bereid om in Congo op zoek te gaan naar onder meer uranium. Dat laatste kostte hem volgens Lallemand zijn goede relaties met de VS, maar het gaf hem geen vrijgeleide in Iran. Monsieur werd in 2000 -wellicht tot zijn eigen verbazing- in Teheran gearresteerd wegens spionage.

Tijdens zijn gevangenschap veroordeelde een Belgische rechtbank hem intussen tot vijf jaar cel wegens zijn ‘handelsactiviteiten’. Nadat hij zich had vrijgekocht in Iran, werd hij op 11 mei 2002 in Istanbul opgepakt op basis van een internationaal aanhoudingsbevel en enkele maanden later uitgeleverd aan ons land. In 2005 leverde België Monsieur weer uit aan Frankrijk, waar hij vorig jaar veroordeeld werd tot een celstraf… met uitstel

Het Comité I, dat de inlichtingendiensten controleert, had intussen in 1999 de werking van de Belgische inlichtingendiensten ‘in een zaak van wapenhandel’ bekeken. Het kwam in 2002 tot de conclusie dat ‘de Veiligheid van de Staat minstens sinds eind 1996 in het bezit was van een omvangrijke documentatie over de wapenhandel van de veroordeelde persoon’. Het Comité I verbaasde zich er over dat er ‘niet het minste contact’ was geweest met de gerechtelijke overheid in België, hoewel ‘de betrokken leden van de Veiligheid van de Staat niet onwetend waren van het bestaan van lopende gerechtelijke onderzoeken’.

In een zeldzaam interview met de Franse radiozender RFI eind 2004 verklaarde Jacques Monsieur dat zijn activiteiten inzake wapentrafiek enkel en alleen bedoeld waren als dekmantel voor zijn spionageactiviteiten voor westerse inlichtingendiensten.

Bron » De Standaard

Opinie: De versleten pijl en boog van de Belgische inlichtingendienst

In de Senaatscommissie voor de Justitie is afgelopen week het wetsvoorstel op de Bijzondere Inlichtingenmethoden – de zogenaamde BIM-wet – gestemd. Advocaat Raf Jespers gewaagde van ‘het zoveelste gevaarlijke product van het post 9/11-tijdperk’ (DM 8/7). Herman Matthijs benadrukt daarentegen de nood aan deze wet.

Er is een aanvullende wettelijke regeling gekomen over de zogenaamde ‘Bijzondere Inlichtingen Methoden’ (BIM) voor de Belgische geheime diensten. Eindelijk. In ieder geval heeft de Senaat hierover enige dagen geleden een ontwerp van wet goedgekeurd. De tekst dient nog goedgekeurd te worden door de Kamer en als men daar evenveel tijd neemt, dan zal het niet meer voor deze regeerperiode zijn.

Maar laat ons optimistisch blijven en de politici blijven aanmanen tot weloverwogen spoed, want de nood aan dergelijke wet is groot. De afwezigheid van bijzondere inlichtingenmethoden betekent dat de staatsveiligheid en de militaire ‘Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid ‘ (ADIV) – in vergelijking met andere politiediensten en buitenlandse geheime diensten – als het ware met pijl en boog op pad zijn in onze hoogtechnologische samenleving.

Dat geldt zeker voor de veiligheid van de staat, want de wet van 3 april 2003 heeft het voor het ADIV tenminste mogelijk gemaakt elke vorm van communicatie, uitgezonden in het buitenland, te onderscheppen, af te luisteren, er kennis van te nemen of op te nemen, zowel om redenen van militaire aard als ter bescherming van de Belgische en de geallieerde militairen alsook onderdanen in het buitenland.

In de basiswet van 30 november 1998 houdende de regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst zijn er al ‘gewone’ methoden voorzien voor het verzamelen van gegevens. Ingevolge de terreuraanslagen in de VS, het Verenigd Koninkrijk en Spanje alsook de binnenlandse dossiers woedt hier al jaren een politieke discussie over deze BIM-wet.

Opvallend was dat de federale regering lang verdeeld is geweest over diverse aspecten van dit wetsontwerp. Maar ook de senatoren waren niet laaiend enthousiast. We moeten toegeven dat het thema van ‘Intelligence’ electoraal niet bepaald lonend is. De dames en heren senatoren waren dan ook met weinigen om aan de kar te trekken van deze toch niet onbelangrijke wetttekst.

Het aantal senatoren dat in het domein van de geheime dienst beslagen op het ijs komt is bijzonder gering.Daarom misschien toch een korte situatieschets. Het werk van de reguliere politie en het gerecht is grotendeels gericht op het zoeken naar bewijzen die betrekking hebben op een strafbaar feit.

Inlichtingendiensten hebben daarentegen de taak om inzicht te verwerven in de structuren en de netwerken die een gevaar voor de maatschappij kunnen betekenen. De prioritaire taak van deze geheime diensten is om in een vroeg stadium de gevaren op te sporen die een democratische maatschappij kunnen bedreigen. Daar heb je middelen voor nodig, zij het met inachtneming van de Belgische grondwet en de mensenrechten.

Evenwicht vinden

De BIM-wet moest een evenwicht vinden tussen de bescherming van de rechten der burgers en de bijzondere methoden voor de inlichtingsdiensten. Dat is een heikele evenwichtsoefening. In feite draait het in deze wet rond de zogenaamde ‘uitzonderlijke methoden’, zoals het binnendringen in informaticasystemen, het openen van poststukken, telefoontap, doorzoeking van private plaatsen en woningen, het gebruiken van agenten van de dienst onder dekmantel van een fictieve identiteit enzomeer.

Het weze duidelijk dat dergelijke technieken enkel kunnen gebeuren onder strikte voorwaarden en dienen onderworpen te zijn aan een degelijke controle. Grote vraag is nu of deze BIM-regeling niet te veel controle-instanties voorziet, men spreekt van een op te richten ‘commissie’ en ‘college’ die op den duur naast en tegen elkaar gaan werken.

Een concentratie van alle controle bij het vast Comité I lijkt mij een betere waarborg voor een homogene controle. Bovendien is dit Comité I gerelateerd aan de begeleidingscommissie van de Senaat, waardoor de politiek een globaal beeld krijgt op het gebruik van de bewuste methoden. Het Comité I heeft als dotatiegerechtigde instelling ook een onafhankelijke positie in ‘Intelligence community’, zeg maar de parallelwereld van de geheime diensten.

Gebrek aan transparantie

Dit wetsvoorstel over de Bijzondere Inlichtenmethoden is om een nog andere reden belangrijk: men zal zich niet langer kunnen verschuilen achter het geheim van het gerechtelijk onderzoek. Bij gebrek aan wettelijke kader, en dus transparantie, blijven er blijven te veel dossiers verborgen voor het Comité I – herinner u het terreuralarm tijdens de kerst van 2007, de zaak-Belliraj of de affaire rond Fehriye Erdal. Dat maakt politieke controle onmogelijk.

Nogmaals: in een parlementaire democratie kunnen uitzonderlijke methoden enkel plaatsvinden als er een meer dan degelijke controle daarop plaatsvindt. De langdurige behandeling van deze BIM-regels bewijst nog eens dat dit koninkrijk geen pionier is in het omkaderen van inlichtingsdiensten met moderne middelen. Dat is bizar te noemen in een land met zeehavens van wereldniveau en een hoofdstad als Brussel, een van de belangrijkste diplomatieke zenuwcentra ter wereld, en een plek waar inlichtingsdiensten thuis zijn.

Bron » De Morgen

Veiligheidsdiensten falen en bedotten elkaar

Uit een nieuw vertrouwelijk verslag van het Comité I blijkt andermaal dat de Belgische inlichtingendiensten slecht samenwerken en elkaar zelfs bedotten. De Concentra-kranten en De Tijd putten vandaag uit het rapport.

Het Comité I heeft bijna vier jaar lang onderzocht welke middelen de Belgische inlichtingendiensten inzetten om het wetenschappelijk- en economisch patrimonium van ons land te beschermen. Het Comité I besprak het eindverslag gisteren achter gesloten deuren met de senatoren van de begeleidingscommissie en de conclusies zijn hard.

Diensten schieten tekort in taak

De Belgische inlichtingendiensten schieten tekort in hun taak de Belgische economie te beschermen. Zowel de Staatsveiligheid als de militaire inlichtingendienst kampt met personeelstekort. De Staatsveiligheid wordt zelfs “kortzichtigheid” verweten, aldus De Tijd.

De Concentra-kranten focussen op een zaak die de slechte onderlinge samenwerking van de veiligheidsdiensten belicht. De staatsveiligheid nam in april 2003 een informant in dienst die door de militaire inlichtingendienst (ADIV) ontslagen was omdat hij een fantast was. De militairen “vergaten” dat te vertellen aan de staatsveiligheid.

Bron » De Morgen